Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726263
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726263/1
Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie gemeente Venray
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie gemeente VenrayHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray;
overwegende dat het gemeentebestuur een wettelijke taak heeft in het kader van het onderwijsachterstandbeleid en daardoor bij wil dragen aan het creëren van gelijke kansen voor alle jonge kinderen in de gemeente Venray, door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;
gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Venray;
gelet op het Beleidskader Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) 2023-2026
besluit vast te stellen:
de Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie gemeente Venray:
Artikel 1. Definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
|
Aanbieder van peuteropvang |
|
De algemene subsidieverordening gemeente Venray |
|
Hele/halve dagopvang van kinderen tussen 0 tot 4 jaar oud bedoeld zodat beide ouders arbeid en zorg kunnen combineren |
|
Kind uit groep 1 of 2 van de basisschool met een VVE-indicatie afgegeven door de jeugdgezondheidszorg van de GGD |
|
Kind van 2 tot 4 jaar met een VVE-indicatie afgegeven door de jeugdgezondheidszorg van de GGD |
|
De Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI), te verkrijgen bij de Belastingdienst |
|
(KOT) Een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van kinderopvang (zie Wko, artikel 1.1) |
|
Peuteropvang aan peuters van 2 tot 4 jaar in korte dagdelen van maximaal 6 uur gedurende een aantal dagdelen per week |
|
Ouder met recht op kinderopvangtoeslag |
|
Het maximale uurtarief voor kinderopvangtoeslag zoals jaarlijks wordt vastgesteld door de Rijksoverheid |
|
De inkomensafhankelijke bijdrage voor peuteropvang die door de aanbieder bij de ouder(s) in rekening wordt gebracht |
|
Persoon die werkzaam is bij een kinderopvangorganisatie, voldoet aan de geldende kwalificatie eisen en belast is met de totstandkoming en implementatie van kwaliteits-verhogende beleidsmaatregelen en/of het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden |
|
Digitaal monitoringsysteem waar aanbieders gegevens in uploaden dat als basis dient voor de uitbetaling van de subsidie voor peuteropvang en voorschoolse educatie |
|
Een aanbod educatieve voorschoolse opvang voor peuters van 2 tot 4 jaar van een door het college vast te stellen omvang, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool. Peuteropvang kan bestaan uit peuterplaatsen regulier en/of peuterplaatsen VVE en vindt plaats binnen de kinderopvang |
|
Deelname aan peuteropvang door peuters vanaf 2 tot 4 jaar voor maximaal 320 uur per jaar op een locatie die VVE gecertificeerd is |
|
Deelname aan peuteropvang door doelgroeppeuters vanaf 2 tot 4 jaar voor maximaal 640 uur per jaar op een locatie die VVE gecertificeerd is |
|
Uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat wordt aangeboden binnen de peuteropvang en dat gericht is op het voorkomen en bestrijden van taal- en ontwikkelingsachterstanden |
|
Een voorziening (peuteropvang/kinderopvang) voor kinderen van nul tot vier jaar met betrekking tot opvang en educatie |
|
Uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma voor doelgroep kleuters dat wordt aangeboden in groep 1 en 2 van de basisschool en dat gericht is op het voorkomen en bestrijden van taal- en ontwikkelingsachterstanden |
|
Voor- en vroegschoolse educatie: educatie voor peuters zoals bedoeld onder m; in Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|
Het door een aanbieder aantoonbaar voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van voorschoolse educatie |
|
Een VVE-programma dat is opgenomen in de databank van effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut of dat anderszins aantoonbaar voldoet aan de eisen van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|
Wet kinderopvang |
Artikel 2. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3. Activiteiten
-
1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:
- a.
kortdurende peuteropvang regulier voor maximaal 6 uren per dag en maximaal 320 uren per jaar
- b.
kortdurende peuteropvang VVE voor maximaal 6 uren per dag en maximaal 640 uren per jaar, bedoeld voor peuters tussen de 2,5 en 4 jaar, met een wettelijke aanbodverplichting voor de gemeente van 960 uur in anderhalf jaar
- c.
peuteropvang regulier binnen de dagopvang voor maximaal 6 uren per dag en maximaal 320 uren per jaar
- d.
Peuteropvang VVE binnen de dagopvang voor maximaal 6 uren per dag en maximaal 640 uren per jaar, bedoeld voor peuters tussen de 2,5 en 4 jaar, met een wettelijke aanbodverplichting voor de gemeente van 960 uur in anderhalf jaar
- e.
de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker VE
- f.
extra ondersteuning van zware doelgroeplocaties
- g.
de voorschools intern begeleider
- h.
vroegschoolse educatie
- i.
voor het verkrijgen van de VVE-certificering door een voorschoolse voorziening, met als doel het verkrijgen van een VVE-registratie in het Landelijk Register Kinderopvang.
- j.
voor activiteiten ter aanvulling of versterking van het onderwijsachterstandenbeleid in de gemeente Venray
- a.
-
2. De activiteiten in artikel 3, lid 1, onder a t/m d, dienen te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
De locatie voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het aanbieden van voorschoolse educatie conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.;
- b.
Er wordt aantoonbaar gestreefd naar een zo hoog mogelijke kwaliteit die naar beoordelingen van de GGD en de Inspectie van het Onderwijs minimaal geldt als voldoende of beter;
- c.
Er wordt een ouderbeleid gevoerd gericht op educatief partnerschap;
- d.
Doelgroeppeuters ontvangen een aanbod op maat voor spelstimulering aan huis van tenminste 45 minuten per 3 weken;
- e.
Er wordt gewerkt met een kind-of ontwikkelingsvolgsysteem;
- f.
Er vindt een overdracht plaats van de peuter naar de basisschool. Ingeval van een doelgroeppeuter vindt een warme overdracht plaats in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het basisonderwijs en de ouder(s);
- g.
Er wordt aantoonbaar gestreefd naar een op langer termijn gerichte samenwerking met een of meerdere basisscholen teneinde de kwaliteit van de VVE en de doorgaande lijn te bevorderen;
- h.
Er wordt een actieve bijdrage geleverd aan monitoring.
- i.
Aanbieders zijn verplicht bij plaatsing van een peuter op een beschikbaar gekomen peuterplaats doelgroeppeuters voorrang te geven.
- a.
-
3. De activiteit in artikel 3, lid 1, onder e, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
Het doel is de kwaliteit van de voorschoolse educatie op locatie te verhogen door de uitvoering van kwaliteitsverhogende beleidsmaatregelen en/of het coachen van beroepskrachten voorschoolse educatie.
- b.
De aanbieder beschrijft op welke wijze de pedagogisch beleidsmedewerker VE bijdraagt aan de versterking van de kwaliteit van de voorschoolse educatie. Deze beschrijving is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan van de kinderopvangorganisatie;
- c.
De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE bedraagt 10 uur per doelgroeppeuter (peildatum 1 januari van het komende subsidiejaar) per locatie per jaar. Dit betreft een rekenregel. Het totaal aantal voorgeschreven uren per locatie mag door de opvangorganisatie naar eigen inzicht worden ingezet, zolang de inzet gericht is op kwaliteitsverbetering.
- a.
-
4. De activiteit in artikel 3, lid 1, onder f, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
Een locatie met gemiddeld meer dan 50% doelgroeppeuters gebaseerd op basis van unieke peuters, die in het voorgaande jaar staan ingeschreven op de peuteropvanglocatie (te verifiëren via de peutermonitor), met een minimum bezetting in de groep van 12 peuters per groep, kan een beroep doen op een extra subsidie;
- b.
Deze subsidie kan door de locatie naar eigen inzicht in worden gezet. Het plan wordt voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend.
- a.
-
5. De activiteit in artikel 3, lid 1 onder g, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
De voorschools intern begeleider (hierna: IB-er) fungeert als de spin in het web van de voorschoolse zorgstructuur, en zorgt ervoor dat er aandacht en passende hulp is voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben en coaching en begeleiding van de pedagogisch medewerkers die met hen werken.
- b.
De subsidie met betrekking tot de voorschoolse IB-er wordt louter aan kinderopvangorganisatie ’t Nest verstrekt ten behoeve van de loonkosten van de voorschoolse IB-er inclusief een opleidingsbudget.
- a.
-
6. De activiteit in artikel 3, lid 1, onder h, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
Subsidie voor vroegschoolse educatie wordt louter aan het basisonderwijs verstrekt ten behoeve van extra VVE aanbod aan doelgroepkleuters, die inwoners zijn van de gemeente Venray;
- a.
-
7. De activiteit in artikel 3, lid 1, onder i, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
Een subsidie voor VVE-certificering kan eenmalig worden verstrekt als bijdrage in de kosten van opleidingsactiviteiten, inclusief materialen, die strekken tot VVE-certificering van de aanbieder. Daarbij geldt de verplichting om bij de subsidieaanvraag een ondertekende intentieverklaring in te dienen waaruit blijkt dat de betreffende organisatie VVE- gecertificeerde peuteropvang gaat aanbieden met ingang van een tussen de gemeente en aanbieder overeen te komen datum.
- b.
Bij de subsidieaanvraag dient in ieder geval de volgende informatie verstrekt te worden:
- i.
Naam en registratienummer van de aanbieder in het Landelijk Register Kinderopvang;
- ii.
De naam en beschrijving van het VVE-programma dat de aanbieder gaat hanteren;
- iii.
Een onderbouwing van de hoogte van de gevraagde subsidie;
- iv.
Het opleidingsplan van de pedagogisch medewerkers met daarbij vermeld het aantal opleidingsuren;
- v.
De wijze waarop de continuïteit en kwaliteit van het VVE-programma en de scholing gewaarborgd wordt na subsidieverstrekking.
- i.
- c.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor:
- i.
aanschaf VVE-programma en eventueel bijbehorende materialen;
- ii.
scholingskosten VVE-programma (exclusief de kosten voor tijdverzuim door medewerkers);
- iii.
aanschaf observatiemethode;
- iv.
opleidingskosten observatiemethode;
- v.
aanschaf kind-volgsysteem.
- i.
- a.
-
8. De activiteit in artikel 3, lid 1 onder h, dient te voldoen aan de volgende eisen om in aanmerking te komen voor subsidie:
- a.
De activiteit draagt bij aan leesbevordering en de taalontwikkeling van de doelgroep.
- b.
De betrokken voorschoolse of vroegschoolse voorzieningen ondersteunen de activiteit.
- a.
Artikel 4. Doelgroep
-
1. Subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a t/m g en i wordt uitsluitend verstrekt aan voorschoolse voorzieningen zijnde een locatie voor kinderdagopvang die geregistreerd staan in het LRK.
-
2. Subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder h, wordt uitsluitend verstrekt aan schoolbesturen.
-
3. Subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder j, wordt uitsluitend verstrekt aan maatschappelijke organisaties.
Artikel 5. Hoogte van de subsidie voor kortdurende peuteropvang
-
1. Subsidie voor reguliere, kortdurende peuteropvang voor een peuter van KOT-ouders bestaat uit:
- a.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag op het normtarief kinderopvang;
- a.
-
2. Subsidie voor reguliere, kortdurende peuteropvang voor een peuter van niet-KOT-ouders bestaat uit twee componenten:
- a.
een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot het normtarief kinderopvang;
- b.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag op het normtarief kinderopvang.
- a.
-
3. Subsidie voor kortdurende peuteropvang VVE voor een peuter van KOT-ouders bestaat uit twee componenten:
- a.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag op het normtarief kinderopvang;
- b.
een volledige vergoeding van de kosten voor het negende tot en met het zestiende uur per week dat de peuter van de peuteropvang VVE gebruik maakt, tot en met het door het college vast te stellen opslagbedrag per uur.
- a.
-
4. Subsidie voor kortdurende peuteropvang VVE voor een peuter van niet-KOT-ouders bestaat uit drie componenten:
- a.
een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot het normtarief kinderopvang;
- b.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag bovenop het normtarief kinderopvang;
- c.
een volledige vergoeding van de kosten voor het negende tot en met het zestiende uur per week dat de peuter van peuteropvang VVE gebruik maakt, tot en met het door het college vast te stellen opslagbedrag per uur.
- a.
Artikel 6. Hoogte van de subsidie voor peuteropvang in de dagopvang
-
1. Subsidie voor reguliere peuteropvang binnen de dagopvang voor een peuter van niet-KOT-ouders bestaat uit:
- a.
een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot het normtarief kinderopvang;
- a.
-
2. Subsidie voor peuteropvang VVE binnen de dagopvang voor een peuter van KOT-ouders bestaat uit:
- a.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag op het normtarief kinderopvang;
- a.
-
3. Subsidie voor peuteropvang VVE binnen de dagopvang voor een peuter van niet-KOT-ouders bestaat uit drie componenten:
- a.
een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot het normtarief kinderopvang;
- b.
een jaarlijks door het college vast te stellen bedrag per uur als opslag bovenop het normtarief kinderopvang;
- c.
een volledige vergoeding van de kosten voor het negende tot en met het zestiende uur per week dat de peuter van de peuteropvang VVE gebruik maakt, tot en met het door het college vast te stellen opslagbedrag per uur.
- a.
Artikel 7. Hoogte van de overige subsidies
-
1. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1, onder e, bedraagt jaarlijks een door het college vast te stellen bedrag per doelgroeppeuter per locatie per jaar.
-
2. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1, onder f, bedraagt maximaal € 11.197.01 (prijspeil 2024) per locatie per jaar. Dit tarief is vastgesteld op basis van 8 uur per week extra inzet van een pedagogisch medewerker. Dit bedrag kan jaarlijks door het college worden geïndexeerd.
-
3. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1, onder g, bedraagt 50% van de loonkosten ad € 49.393,85 (prijspeil 2024) en 50% van het opleidingsbudget ad € 1.000. Dit bedrag kan jaarlijks door het college worden geïndexeerd.
-
4. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1, onder h bedraagt € 838,18 (prijspeil 2024) per doelgroepkleuter per jaar. Dit bedrag kan jaarlijks door het college worden geïndexeerd.
- a.
Om een te grote fluctuatie in de subsidie tegen te gaan, waardoor structurele inzet van de subsidie wordt bemoeilijkt, wordt er gewerkt met de onderstaande staffels en bedragen. Bij het bepalen van het te subsidiëren bedrag wordt uitgegaan van het gemiddeld aantal leerlingen per staffel:
Range
Subsidiebedrag
0 – 8
€ 838,18 per kind
9 – 11
€ 8.381
12 – 16
€ 11.734
17 – 23
€ 16.763
24 – 32
€ 23.469
33 – 45
€ 32.689
46 – 62
€ 45.261
63 – 85
€ 62.025
86 – 116
€ 84.657
117 – meer
€ 115.669
- b.
Verlening van de subsidie vindt plaats op basis van een realistische inschatting van de subsidieaanvrager van het aantal VVE-leerlingen op 1 februari van het subsidiejaar
- c.
Bij verlening van de subsidie wordt 75% van de verleende subsidie uitbetaald. De overige 25% wordt uitbetaald bij vaststelling van de subsidie
- a.
-
5. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1 onder i, bedraagt per aanbieder maximaal € 10.000
-
6. Een subsidie die wordt verleend voor de activiteit zoals bepaald in artikel 3, lid 1 onder j, bedraagt per aanvraag maximaal € 65.000
Artikel 8. Ouderbijdrage en inkomensverklaring
-
1. De aanbieder brengt bij ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een inkomensafhankelijke bijdrage in rekening voor de peuteropvang VVE gebaseerd op de meest recente inkomenstabel van de Belastingdienst
-
2. Alle ouders van een doelgroeppeuter betalen geen ouderbijdrage over het 9e t/m het 16e uur.
-
3. De aanbieder is verantwoordelijk voor het vaststellen van de hoogte van de ouderbijdrage voor peuteropvang op basis van de inkomensverklaring van de Belastingdienst en de ouderbijdragetabel van de VNG
-
4. Als ouders wegens financiele redenen de ouderbijdrage niet kunnen betalen dient de aanbieder tijdig in overleg te treden met de gemeente zodat gezamenlijk naar een passende oplossing wordt gezocht.
Artikel 9. Wijze van verdeling
-
1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
-
2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:
- a.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan VVE-peuterplekken [10 punten]
- b.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan reguliere peuterplekken [8 punten]
- c.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE [8 punten]
- d.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan vroegschoolse educatie [10 punten]
- e.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan de inzet van de voorschools intern begeleider [8 punten]
- f.
de mate waarin de subsidie besteed wordt aan zware doelgroeplocaties [6 punten]
- a.
Artikel 10. Aanvraag
Bij een aanvraag om subsidie verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
de wijze waarop invulling of uitvoering wordt gegeven aan de verplichtingen bedoeld in deze regeling;
- b.
een onderbouwde berekening van de aan te vragen subsidie;
- c.
en indien van toepassing een overzicht van het aantal peuters waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij gespecificeerd wordt:
- i.
het aantal peuters inclusief verwacht aantal uren peuteropvang, uitgesplitst naar KOT-ouders en niet-KOT-ouders;
- ii.
het aantal peuters inclusief verwacht aantal uren peuteropvang VVE, uitgesplitst naar KOT-ouders en niet-KOT-ouders
- i.
Artikel 11. Aanvraagtermijn
-
1. De subsidie voor activiteiten zoals genoemd in artikel 3, lid 1, onder a t/m g wordt door de aanbieder, in afwijking van artikel 7, eerste lid van de ASV gemeente Venray vóór 1 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidietijdvak aangevraagd.
-
2. De subsidie voor activiteiten zoals genoemd in artikel 3, lid 1, onder h, wordt door de aanbieder, in afwijking van artikel 7, eerste lid van de ASV gemeente Venray vóór 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidietijdvak aangevraagd.
-
3. De subsidie voor activiteiten zoals genoemd in artikel 3, lid 1, onder i t/m j wordt uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de activiteit worden aangevraagd
Artikel 12. Beslistermijn
-
1. Het college neemt een besluit over een verlening van een subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a t/m h uiterlijk op 31 december voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
-
2. Het college neemt een besluit over een verlening van een subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder i t/m j uiterlijk 8 weken na het indienen van de aanvraag.
Artikel 13. Eindverantwoording
-
1. Indien er sprake is van een subsidieverlening ingevolge artikel 11, lid 1 en 2, dient de subsidieontvanger, in afwijking van de ASV, vóór 1 juni van het volgende jaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
-
2. Indien er sprake is van een subsidieverlening ingevolge artikel 11, lid 3, dient de subsidieontvanger, in afwijking van de ASV, binnen 8 weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
-
3. Bij het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a t/m h, overlegt de subsidieontvanger een eindverantwoording die bestaat uit een inhoudelijke en financiële verantwoording van de besteding van de subsidie.
-
4. Bij de aanvraag tot vaststelling van een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 onder a t/m d, wordt uitgegaan van het daadwerkelijke aantal gerealiseerde peuterplekken.
-
5. Bij de aanvraag tot vaststelling van een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 onder h, wordt uitgegaan van het aantal doelgroepkleuters op 1 februari van het subsidiejaar.
-
6. Bij de aanvraag tot vaststelling van een subsidie zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a t/m h van
- a.
25.000 tot € 100.000,-, overlegt de aanbieder een jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring door een accountant;
- b.
€ 100.000 of meer, overlegt de aanbieder een controleverklaring of een rapport van feitelijke bevindingen, opgesteld door een account op basis van vooraf overeengekomen specifieke werkzaamheden.
- a.
-
7. Het college kan nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde voorwaarden te controleren. Desgewenst geeft de aanbieder inzage in diens administratie. Dit kan onder meer betreffen:
- a.
Inkomensverklaringen of andere bewijzen hoogte gezinsinkomen;
- b.
verklaringen Geen recht op kinderopvangtoeslag van ouders;
- c.
plaatsingsovereenkomst peuter waaruit aantal uren, soort peuteropvang, ouderbijdrage en start- en (verwachte) einddatum blijken;
- d.
VVE-indicaties, afgegeven door de GGD, voor plaatsing van doelgroeppeuters.
- a.
-
8. Bij het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder i, overlegt de subsidieontvanger een inhoudelijke en financiele verantwoording van de activiteiten die zijn uitgevoerd ter aanvulling of versterken van het onderwijsachterstandenbeleid.
-
9. Bij het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder j, overlegt de subsidieontvanger een verantwoording van de scholingsresultaten en een onderbouwing van de daadwerkelijk gemaakte kosten ten behoeve van de VVE-certificering aan de hand van facturen.
Artikel 14. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Artikel 15. Slotbepalingen
-
1. Het besluit nadere regels subsidie peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) gemeente Venray 2024 ingetrokken bij de inwerkingtreding van deze regeling, zoals opgenomen in het tweede lid.
-
2. Deze subsidieregeling treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.
-
3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie gemeente Venray.
Ondertekening
Venray, 22 oktober 2024
de burgemeester,
M.C. Uitdehaag
de secretaris,
E.G.J. Voorn
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl