Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 29 oktober 2024 houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie ter stimulering van projecten die innovatieve activiteiten door studententeams bevorderen (Subsidieregeling Kickstarter en Innovatie studententeams Noord-Brabant)

Geldend van 30-10-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 29 oktober 2024 houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie ter stimulering van projecten die innovatieve activiteiten door studententeams bevorderen (Subsidieregeling Kickstarter en Innovatie studententeams Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat de provincie Noord-Brabant samen met alle hoger onderwijsinstellingen in Brabant het Kennispact Hoger Onderwijs hebben gesloten om nauwer samen te werken en de maatschappelijke uitdagingen in Brabant aan te pakken;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten deze ambitie willen bereiken door een financiële bijdrage te leveren aan de oprichting van studententeams en financiële ondersteuning van studententeams;

Overwegende dat deze studententeams daardoor in staat worden gesteld om op een hoger niveau te werken aan het ontwikkelen van nieuwe technologieën, diensten en oplossingen, die direct bijdragen aan de innovatie en werkgelegenheid in Noord-Brabant;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Kickstarter

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv : Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

BOOST: Brabantse Ondersteunende Organisatie Studententeams;

non-profitorganisatie: stichting of vereniging;

ondersteuningsbrief: brief van een Brabantse onderwijsinstelling waaruit blijkt dat de oprichting van het studententeam ondersteund wordt;

studententeam: interdisciplinaire groep studenten van een onderwijsinstelling, verenigd in een non-profitorganisatie, waarvan het bestuur ook enkel uit studenten bestaat.

Artikel 1.2 Doelgroep

  • 1. Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een groep studenten, met een uit hun midden gekozen penvoerder, die voornemens is een studententeam te vormen.

  • 2. Onder studententeam wordt niet verstaan een studie-, studentensport-, of studentenvereniging.

Artikel 1.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidie in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het oprichten van een studententeam in een non-profitorganisatie.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het studententeam reeds is opgericht in een juridische rechtsvorm;

  • b.

    voor het oprichten van het studententeam reeds een provinciale subsidie of een provinciale bijdrage is verstrekt.

Artikel 1.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie, als bedoeld in deze paragraaf, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is gericht op het oprichten van een studententeam;

  • c.

    de bestuursleden van het studententeam beschikken over een bewijs van inschrijving van de onderwijsinstelling waar zij hun studie volgen;

  • d.

    de subsidieaanvrager heeft een innovatief idee gericht op een van de volgende onderwerpen:

    • 1 °.

      Slimme mobiliteit;

    • 2 °.

      Circulaire economie;

    • 3 °.

      Energietransitie en duurzaamheid;

    • 4 °.

      Kunst, design en technologie;

    • 5 °.

      Kunstmatige intelligentie en datatechnologie;

    • 6 °.

      Financiële technologie en digitale economie;

    • 7 °.

      Gezondheid en welzijn;

    • 8 °.

      Agrifood en biobased innovatie;

    • 9 °.

      Semiconductor en hightech systemen.

  • e.

    de aanvraag wordt ondersteund door een deelnemende Brabantse onderwijsinstelling, blijkend uit een ondersteuningsbrief;

  • f.

    de subsidieaanvrager overlegt een projectplan met kostenoverzicht, met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format.

Artikel 1.7 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komt het lumpsum bedrag genoemd in artikel 1.10 bij deze regeling in aanmerking.

Artikel 1.8 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 4 november 2025 tot en met 30 april 2026.

Artikel 1.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.8, vast op € 30.000.

Artikel 1.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.4, bedraagt € 1.500.

Artikel 1.11 Verdelingswijze

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger zorgt voor communicatie over de oprichting van het studententeam.

Artikel 1.13 Verantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    inschrijving Kamer van Koophandel;

  • b.

    oprichtingsakte.

Artikel 1.14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder a, van de Asv direct vastgesteld.

Artikel 1.15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.

§ 2 Innovatie studententeams

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv : Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

innovatief: eigenschap van een product, proces, dienst, of idee dat meetbaar nieuw is en verbeteringen of veranderingen biedt in vergelijking met bestaande oplossingen, wat resulteert in aantoonbare technologische of maatschappelijke voordelen;

leeromgeving: totaal aan middelen, personen, faciliteiten, strategieën en voorzieningen die bijdragen aan het leerproces van een studententeam;

ondersteuningsbrief: brief van een Brabantse onderwijsinstelling waaruit blijkt dat een project van een studententeam ondersteund wordt;

opleidingsvorm : WO-, HBO-, of MBO-opleiding;

studententeam: interdisciplinaire groep studenten van een onderwijsinstelling, verenigd in een non-profitorganisatie, waarvan het bestuur ook enkel uit studenten bestaat.

Artikel 2.2 Doelgroep

  • 1. Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een studententeam met rechtspersoonlijkheid.

  • 2. Onder studententeam wordt niet verstaan een studie-, studentensport-, of studentenvereniging.

Artikel 2.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidie in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor innovatieve projecten gericht op het ontwikkelen van een prototype, product of dienst.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    de subsidie wordt aangevraagd door de onderwijsinstelling zelf;

  • c.

    voor het project reeds een provinciale subsidie of een provinciale bijdrage is verstrekt;

  • d.

    een studententeam al eerder in het kalenderjaar voor een innovatief project gericht op het ontwikkelen van een prototype, product of dienst provinciale subsidie heeft aangevraagd en toegekend heeft gekregen;

  • e.

    de aangevraagde subsidie minder bedraagt dan € 10.000.

Artikel 2.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in deze paragraaf in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is aantoonbaar innovatief en gericht op het ontwikkelen van een prototype, product of dienst;

  • c.

    de subsidieaanvrager is een studententeam, samengesteld uit een combinatie van studenten van universiteiten, hogescholen of mbo's en waarin tenminste twee verschillende opleidingsvormen worden vertegenwoordigd;

  • d.

    indien binnen het studententeam twee opleidingsvormen zijn vertegenwoordigd, toont de subsidieaanvrager aan dat hij zich heeft ingespannen om een student, afkomstig van een derde opleidingsvorm aan het studententeam toe te voegen;

  • e.

    de bestuursleden van het studententeam beschikken over een bewijs van inschrijving van de onderwijsinstelling waar zij hun studie volgen;

  • f.

    het project wordt ondersteund door een of meerdere Brabantse onderwijsinstellingen, blijkend uit een ondersteuningsbrief;

  • g.

    het project heeft een minimale looptijd van zeven maanden;

  • h.

    het project is gericht op een van de volgende onderwerpen:

    • 1°.

      Slimme mobiliteit;

    • 2°.

      Circulaire economie;

    • 3°.

      Energietransitie en duurzaamheid;

    • 4°.

      Kunst, design en technologie;

    • 5°.

      Kunstmatige intelligentie en datatechnologie;

    • 6°.

      Financiële technologie en digitale economie;

    • 7°.

      Gezondheid en welzijn;

    • 8°.

      Agrifood en biobased innovatie;

    • 9°.

      Semiconductor en hightech systemen;

  • i.

    het project heeft commercieel perspectief;

  • j.

    de subsidieaanvrager levert een projectplan aan met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten van dit artikel;

    • 2°.

      een realistische en sluitende begroting;

    • 3°.

      een risicoanalyse;

    • 4°.

      een haalbare en realistische planning;

  • k.

    de subsidieaanvrager heeft voor het project voor minimaal 15% van de subsidiabele kosten een bijdrage ontvangen vanuit het bedrijfsleven, dan wel een schriftelijke toezegging daartoe.

Artikel 2.7 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      interne arbeids- en personeelsuren, tot een maximum van € 20,00 per uur;

    • b.

      kosten derden in de vorm van uren, tot een maximum van € 85,00 per uur, exclusief btw, te verrekenen met eventueel niet verrekenbare btw;

    • c.

      materiaalkosten van prototypes of producten;

    • d.

      huur van ruimtes of machines ten behoeve van ontwikkeling of testen van prototypes of producten;

    • e.

      kosten voor huisvesting, die specifiek en onlosmakelijk zijn verbonden met het project;

    • f.

      kosten voor gebruik en aanschaf van licenties gedurende de looptijd van het project.

  • 2. De totale subsidiabele interne arbeids- en personeelsuren als bedoeld in het eerste lid, onder a, mogen niet meer bedragen dan 50% van de totale subsidiabele kosten.

  • 3. Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toe.

Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten die gemaakt zijn voor de startdatum van het project;

  • b.

    kosten derden in de vorm van uren van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    kosten van gerechtelijke procedures, boetes of sancties.

Artikel 2.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    8 januari 2025 tot en met 12 februari 2025;

  • b.

    3 februari 2026 tot en met 24 februari 2026.

Artikel 2.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 vast op:

  • a.

    € 320.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a;

  • b.

    € 320.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b.

Artikel 2.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000 per project.

Artikel 2.12 Verdelingswijze

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt op volgorde van trekking en de eerst getrokken aanvraag als eerstvolgende in aanmerking komt voor subsidie en de laatst getrokken aanvraag als laatste.

  • 5. De subsidie wordt verdeeld over aanvragen die:

    • a.

      opeenvolgend zijn in de rangschikking; en

    • b.

      volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger:

    • a.

      start het project binnen zes maanden na verlening van de subsidie;

    • b.

      rondt het project af binnen twee jaar na verlening van de subsidie;

    • c.

      bewaart facturen en ondertekende offertes.

  • 2. Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.

Artikel 2.14 Verantwoording

  • 1. Bij subsidies tot € 25.000, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van bijvoorbeeld facturen, ondertekende offertes of foto- of videomateriaal.

  • 2. Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 2.14a Subsidievaststelling

Bij subsidies tot € 25.000 wordt de subsidie op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

Artikel 2.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag;

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in één keer betaald.

Artikel 2.16 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kickstarter en Innovatie studententeams Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 29 oktober 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA