Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726246
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726246/1
Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2024 gemeente Buren
Geldend van 05-11-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2024 gemeente BurenIntitulé
Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2024 gemeente Buren
De raad van de gemeente Buren
gelet op het artikel 96, eerste en tweede lid van de Gemeentewet, de artikelen 3.1.4, eerste lid en 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers; gezien het advies van de fractievoorzitters van 29 mei 2024
besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2024 gemeente Buren, en besluit de verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 in te trekken
Artikel 1. Definitiebepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.
- b.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
- c.
raadslid: lid van de gemeenteraad.
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
Van de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt op jaarbasis 80% zonder meer uitgekeerd. 20% wordt uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde besluitvormende raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden besluitvormende raadsvergaderingen. Verrekening vindt pas plaats als aan het einde van het kalenderjaar blijkt dat een raadslid meer dan 25% van de in de afgelopen 12 maanden gehouden besluitvormende raadsvergaderingen niet aanwezig was. Indien van toepassing wordt de korting jaarlijks verwerkt in de raadsvergoeding over de maanden januari en februari (voor zover van toepassing) van het opvolgende kalenderjaar.
Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie [en bijzondere commissie]
- 1.
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een extra toelage toegekend (de toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers).
- 2.
Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal € 139,90 per maand.
Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en burgerleden
- 1.
Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:
- a.
de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeerkosten, veerkosten en tolkosten;
- a.
- 2.
Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
- 3.
Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.
- 4.
De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.
- 5.
De reis- en verblijfskostenvergoeding als bedoeld in lid 1 van dit artikel is ook van toepassing op reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van het bestuur van de VNG, of haar commissies.
Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
In gemeente Buren wordt niet gekozen voor een tegemoetkoming voor een dergelijke verzekering.
Artikel 6. Loopbaanoriëntatie raadsleden
Niet van toepassing voor de gemeente Buren in verband met de grootte van de gemeente.
Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Bovengenoemde scholing wordt gefaciliteerd door de griffie van de gemeente Buren. De kosten komen voor rekening van gemeente Buren. In uitzonderingen is het mogelijk dat er individuele verzoeken toegekend worden. Dit gaat dan als volgt:
- 1.
Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
- 2.
Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 3.
De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Artikel 8. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak
Een commissielid wordt een vergoeding toegekend van 110% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt als:
- a.
het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken; en/of
- b.
het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
- 1.
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 2.
Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.
Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
- 1.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten
- 1.
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen; of
- c.
betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.
- a.
- 2.
Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.
- 3.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 1 maand na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.
- 4.
Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
Artikel 13. Intrekking oude verordening
De verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 wordt ingetrokken.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmakingen en wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden gemeente Buren 2024.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 oktober 2024.
Ondertekening
F. Özdere
de voorzitter,
H.M. Ostendorp
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl