Verordening rechtspositie raadsleden en fractievolgers gemeente Montferland 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 07-11-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2024

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievolgers gemeente Montferland 2024

De raad van de gemeente Montferland;

gelezen het voorstel van de griffie van 7 oktober 2024;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievolgers gemeente Montferland 2024

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    fractievolger: commissielid als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 150,00 per maand.

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een maandelijkse toelage toegekend.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raadsleden en fractievolgers

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raadslid of fractievolger vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten.

  • 2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3. Als een raadslid of fractievolger een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of fractievolger maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden en fractievolgers

  • 1. Een raadslid of fractievolger dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4. In voorkomende gevallen beslist het presidium op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden en fractievolgers

  • 1. Een raadslid of fractievolger tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raadslid of fractievolger levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vrijwilligersvergoeding van fractievolgers, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding volgens de getekende presentielijst van de raadsberaden en raadsactiviteiten.

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 90 dagen na factuurdatum of betaling door het raadslid of fractievolger ingediend bij de griffier.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De ‘Verordening rechtspositie raadsleden en fractievolgers gemeente Montferland 2020’, vastgesteld op 16 april 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening rechtspositie raadsleden en fractievolgers gemeente Montferland 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Montferland van 17 oktober 2024.

De griffier,

H.M. van ‘t Westeinde

De voorzitter,

H.H. de Vries

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHING

Artikel 2 Toelage lid onderzoekscommissie [en bijzondere commissie] van raadsleden

De toelagen voor de raadsleden die lid zijn van zogenaamde ‘zware commissies’ zoals de vertrouwenscommissie, de rekenkamerfunctie en de onderzoekscommissie, die allen omschreven zijn in de Gemeentewet. Voor de hoogte van de toelage voor het werk in de eerdergenoemde drie zware commissies wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie, en anderzijds de onderzoekscommissie.

Wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie geldt een (belast) bedrag van per maand. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast. Zolang een commissie ‘slapend’ is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raadsleden en fractievolgers voor reizen

In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten kunnen krijgen.

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden en fractievolgers

Voor raadsleden en fractievolgers is expliciet bepaald dat kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. De aanvraag wordt van te voren ingediend bij de griffier, mochten de aanvrager en de griffier het niet eens zijn over een aanvraag dan beslist het presidium.

De scholing heeft als doel voor verbetering kennis en/of vaardigheden als raadslid/fractievolger. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding in aanmerking. De gemeente ook zelf scholing (laten) verzorgen.

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen

De gemeente verstrekt informatie- en communicatievoorzieningen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Dit geeft de gemeente ook de mogelijkheid om dit ICT-middel te schonen. Omdat gemeenten de ICT-middelen daarna niet allemaal hergebruiken en er onder politieke ambtsdragers soms een wens is de ICT-middelen over te nemen, voorziet de verordening met deze wijziging in een facultatieve bepaling om het ICT-middel na schoning over te nemen. De ambtsdrager dient dan wel een vergoeding voor het ICT-middel te betalen die gelijk is aan de resterende waarde van de het ICT-middel in het economisch verkeer.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.

Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen & artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raadsleden en fractievolgers. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Het college heeft een digitaal declaratieformulier vastgesteld waarmee raadsleden en fractievolgers gemaakte onkosten kunnen verantwoorden. Raadsleden en fractievolgers declareren in beginsel hun kosten bij de griffier. Als politieke ambtsdragers onkosten declareren dienen zij daarbij in beginsel bewijsstukken te verstrekken. In de Circulaire Introductie bij gemeenten van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is kenbaar gemaakt dat dit niet aan de orde is als de vergoeding een forfaitair bedrag betreft. In verband met vragen hierover, wordt dit ook in de verordening tot uitdrukking gebracht.

De presentievergoeding voor fractievolgers wordt omgezet naar een vrijwilligersvergoeding. De raadsactiviteiten tellen mee voor de hoogte van de vergoeding

De vergoeding is maandelijks niet hoger dan € 210 (uitgaande van 10 maanden per jaar).

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

Het overleggen van bewijsstukken is niet nodig als het gaat om vooraf bepaald vast bedrag.