Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726165
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726165/1
Beleidsplan participeren en meedoen Gemeente Oirschot 2024-2028
Geldend van 05-11-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsplan participeren en meedoen Gemeente Oirschot 2024-202819 april 2024
Voorwoord
Het collegeprogramma 2022-2026 ‘Samen werken aan een vitale gemeente’ stelt als ambitie voor de komende jaren:
“Oirschot: monumentaal ondernemend en groen. In onze gemeente voel je je thuis. Als inwoner, ondernemer en bezoeker. Als college van B&W zijn we daar trots op! Tegelijkertijd realiseren we ons dat onze monumentale, ondernemende en groene uitstraling alleen kan blijven bestaan als we werk blijven maken van de vitaliteit van onze centrumgebieden en ons buitengebied. En ook ‘thuis voelen’ is geen vanzelfsprekendheid. Je voelt je ergens thuis als je goed in je vel zit, als je gezond en vitaal bent en volop mee kunt doen met de mensen om je heen. Dáár ligt dus onze focus, de komende vier jaar. We gaan werk maken van vitaliteit.” 1
De ambitie in de Strategische visie sociale leefomgeving ‘Samen voor een sociaal Oirschot’, die werd vastgesteld in november 20212 , sluit daar nauw bij aan. Het sociaal beleid heeft als uitgangspunt: werken aan de zelfredzaamheid van onze inwoners en de samenredzaamheid van de maatschappij, in een positieve leefomgeving. Doel hiervan is dat er minder professionele ondersteuning nodig gaat zijn.
We willen bereiken dat onze inwoners zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en daarnaast in staat zijn om elkaar te helpen. Om minder snel een beroep te hoeven doen op professionele ondersteuning, is het nodig dat inwoners weten dat er hulp beschikbaar is om de weg te vinden naar sociale activiteiten of werk, er middelen zijn om mee te kunnen doen of schulden te voorkomen, of om het langer zelfstandig te kunnen redden. Hoe eerder we de vraag in beeld krijgen, hoe beter we kunnen adviseren. Daarom stimuleren we integraal werken; de toegang tot hulp en ondersteuning moet eenvoudiger worden.
Een mooie ambitie: zelfredzame inwoners en een samenredzame maatschappij. Wat houdt dat nu precies in?
Het betekent bijvoorbeeld dat iemand die lang tijd thuis heeft gezeten met een bijstandsuitkering terecht komt bij het Participatiehuis. Daar wordt deze persoon geholpen om weer een actieve rol te krijgen in de maatschappij en bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk als opstapje, weer aan het werk te gaan. Of het gaat over een oudere inwoner die door eenzaamheid veel alleen thuis zit, maar in principe nog vitaal genoeg is om andere ouderen te bezoeken. Deze oudere meldt zich aan als vrijwilliger bij De Zonnebloem en helpt andere ouderen, leert zelf nieuwe mensen kennen én krijgt het gevoel dat hij of zij iets kan bijdragen.
Of denk aan de penningmeester bij een sportvereniging, die dit vrijwilligerswerk combineert met een drukke baan, omdat deze persoon het belangrijk vindt zijn/haar talenten ook maatschappelijk in te zetten, zodat meer inwoners de mogelijkheid krijgen om mee te doen met de sport van hun keuze. Soms ontstaat deze maatschappelijk betrokkenheid al heel jong. Bijvoorbeeld bij de jongvolwassene die als kind deelnam aan de voetbal- en hockeydagen en daar heel goede herinneringen aan heeft. Die zal snel geneigd zijn om mee te helpen bij het organiseren van deze dagen voor de kinderen van nu. Bijvoorbeeld door zelf een groepje kinderen te begeleiden, zodat ook zij weer fijne herinneringen kunnen opdoen.
“Niemand staat graag aan de zijlijn. Mensen willen er juist toe doen, gezien worden en hun talenten verder kunnen ontplooien. Ook als werken (even) niet meer kan. Daarom is het zo belangrijk dat iedereen mee kan blijven doen in onze maatschappij. Dat is niet alleen goed voor het zelfvertrouwen, maar ook voor het onderhouden van contacten en uiteindelijk voor de fysieke en mentale gezondheid.” – wethouder Corine van Overdijk – |
Om te komen tot dit beleidsplan, is gesproken met het college en met raadsleden van de gemeente Oirschot over de belangrijkste uitgangspunten voor participeren en meedoen. Al vroeg in het proces zijn er bijeenkomsten geweest met onze ketenpartners van WIJzer, LEVgroep, MD3, KempenPlus, WSD, de Bibliotheek, MEE de Meentgroep, GGzE, GGD en een aantal zorgaanbieders in de gemeente. Verder spraken we met vertegenwoordigers van de Adviesraad Zorg en Samenleving en raadpleegden4 we vertegenwoordigers van verenigingen en maatschappelijke initiatieven over de aandachtspunten die volgens hen van belang zijn in een beleidsplan participeren en meedoen voor de komende vier jaar.
Ook de collega’s van de andere pijlers binnen het team sociale leefomgeving en collega’s op het gebied van wonen, economie en openbare ruimte hebben input geleverd voor dit. Graag bedanken we alle betrokkenen voor hun inbreng in het beleidsplan participeren en meedoen!
Leeswijzer
De kern van de plannen voor de komende jaren leest u in hoofdstuk 3 en 4. In deze hoofdstukken beschrijven we de ambities en doelen voor de komende jaren en de investering in randvoorwaarden voor de doorontwikkeling van participeren en meedoen. Deze hoofdstukken worden voorafgegaan door hoofdstuk 1 met een introductie van de visie sociale leefomgeving, de gemeentelijke opdracht in de drie belangrijkste wetten en het flankerend beleid rond participeren en meedoen. In hoofdstuk 2 schetsen we waar we nu staan met participeren en meedoen in de gemeente Oirschot. Hoofdstuk 5 schetst de aandachtspunten voor monitoring en evaluatie van de resultaten van het beleid. In hoofdstuk 6 tenslotte gaan we kort in op de bredere kaders en randvoorwaarden voor het realiseren van het beleidsplan en een overzicht van de planning en doorlooptijden van vooral de nieuwe initiatieven.
We hanteren in Oirschot als voorkeursstijl voor schrijven de eerste persoon meervoud. Daar waar staat ‘we’ wordt de gemeente Oirschot (het college) bedoeld.
Partners, ketenpartners en maatschappelijke partners
In het beleidsplan verwijzen we naar partners met wie we als gemeente samenwerken voor de uitvoering van het beleid op het gebied van participeren en meedoen. Daarin maken we in taal onderscheid in ‘ketenpartners’ en ‘maatschappelijke partners’. Ketenpartners zijn organisaties waaraan taken zijn gedelegeerd (GRSK, WSD) of waarmee overeenkomsten zijn gesloten voor het uitvoeren van wettelijke taken (KempenPlus, LEV groep, MEE, bibliotheek). Maatschappelijke partners zijn sport-, cultuur- of andere verenigingen, maatschappelijke organisaties, vrijwilligersinitiatieven, etc. die een belangrijke bijdrage leveren aan de basis van zelf- en samenredzaamheid en de voorwaarden voor participeren en meedoen. Als we het begrip partners gebruiken verwijzen we naar organisaties die onder allebei de definities kunnen vallen. In bijlage 3 geven we een beknopte beschrijving van de belangrijkste ketenpartners.
Burgerparticipatie of inwonersparticipatie is geen onderdeel van dit beleidsplan
‘Burgerparticipatie is het proces waarbij de gemeente, betrokken inwoners en eventueel externe deskundigen met een open en met een vooraf besproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het verhogen van draagvlak voor te nemen beslissingen.’ 5 Participeren en meedoen kan gericht zijn op meedoen in burgerparticipatie. Het onderwerp burgerparticipatie geen thema in dit beleidsplan.
Samenvatting
In het beleidsplan participeren en meedoen werken we het thema participeren en meedoen uit de Strategische visie sociale leefomgeving ‘Samen voor een sociaal Oirschot’ uit. In de visie zijn de gewenste beleidseffecten van zelfredzame inwoners en een samenredzame maatschappij en daardoor minder professionele ondersteuning geconcretiseerd naar een aantal doelen op het gebied van participeren en meedoen.
Zelfredzame inwoners:
- ✓
Participeren naar vermogen
- ✓
Wonen langer zelfstandig of ‘zoals thuis’
- ✓
Hebben gelijke kansen om mee te doen, doordat we kwetsbaarheden beter herkennen en daar hulp op aanbieden
In een samenredzame maatschappij:
- ✓
Zetten meer inwoners zich in voor de ander of in de buurt.
Het gewenste effect is dat daardoor minder beroep wordt gedaan op professionele ondersteuning:
- ✓
We bieden een betere en meer integrale toegang tot ondersteuning
- ✓
Kwetsbare inwoners met een ondersteuningsbehoefte komen vroeg in beeld zodat minder zware ondersteuning nodig is.
Participeren en meedoen
Participeren en meedoen noemen we in één adem. Participeren gaat vooral over werk en werk gerelateerde activiteiten. De term komt uit de Participatiewet. Meedoen gaat over de mogelijkheden voor een sociaal actief leven en maatschappelijk meedoen. De WMO geeft gemeenten een opdracht om ondersteuning te bieden aan inwoners die dit niet zelf kunnen vormgeven. In de Wet inburgering 2021 hebben gemeenten de opdracht om naast het leren van de taal inwoners ondersteuning te bieden om zo optimaal mogelijk mee te doen in de samenleving, bij voorkeur in betaald werk. Voor participeren en meedoen is ook het flankerend beleid op het gebied van laaggeletterdheid, ondersteuning aan inwoners met een laag inkomen, armoede of schulden, mantelzorg en dementievriendelijke gemeente en aandacht voor inclusie en toegankelijkheid van belang. Ook voor deze beleidsthema’s is het beleidsplan richtinggevend.
Ambities, meetbare doelen en voorgenomen acties voor de komende jaren
We werken aan onze doelen en ambitie vanuit vier ontwikkellijnen. Bij elk van de vier ambities zijn twee (meetbare) doelen opgenomen. Vervolgens beschrijven we wat we gaan doen om deze ambities te realiseren. Hieronder in één overzicht de ambities, doelen en acties. In dit overzicht van ambities, doelen en acties staan acties benoemd die ook horen bij de doorontwikkeling van de leefbaarheidsnetwerken of het gezondheids-, veiligheids- of woonbeleid. Dit sluit aan bij de ambitie om integraal te werken waar mogelijk. Sommige acties zijn al gestart en worden voortgezet, andere acties zijn nieuw. Samen leiden de acties tot het realiseren van de gewenste effecten.
Beleidseffecten en doelen uit de visie sociale leefomgeving |
Ambities participeren en meedoen |
Meetbare doelen voor participeren en meedoen |
Wat gaan we ervoor doen |
|
Ambitie 1 Meer inwoners participeren naar vermogen |
1.1: Het aandeel inwoners dat participeert binnen de Participatiewet neemt toe. 1.2: Het percentage niet-werkenden met een arbeidsbeperking en geen Participatiewet-uitkering dat doorstroomt naar werk (met beschikbare voorzieningen en regelingen binnen de arbeidsmarktregio) neemt toe. |
|
Wonen langer zelfstandig |
Ambitie 2 Ouderen en andere kwetsbare inwoners kunnen in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig leven met een goede kwaliteit van leven |
Doel 2.1: Het percentage ouderen (75+) en andere kwetsbare inwoners dat vindt dat zij zorg en ondersteuning goed geregeld hebben neemt toe. Doel 2.2: Het percentage ouderen en kwetsbare inwoners dat eigen regie heeft/ervaart over zijn leven neemt toe. |
|
|
Ambitie 3: Iedereen heeft een gelijke kans om mee te kunnen doen |
Doel 3.1: Meer inwoners maken gebruik van het collectief en preventief aanbod van voorzieningen. Zij vergroten daarmee hun kansen voor participeren en meedoen. Doel 3.2: We bieden tijdig ondersteuning waardoor zwaardere ondersteuning of de kans op crises bij kwetsbare inwoners wordt verminderd. |
|
Meer inwoners doen iets voor een ander of voor de buurt |
Ambitie 4: Meer inwoners zetten zich in voor de ander of voor de buurt |
Doel 4.1: Het sterke verenigingsleven blijft op peil. Doel 4.2: Een gelijkblijvend of hoger percentage inwoners maakt deel uit van sociale verbanden waarin zij betekenis vinden voor zichzelf of voor anderen, ondanks dubbele vergrijzing en de trend dat jongeren minder deelnemen in maatschappelijk leven. |
|
Randvoorwaarden om participeren en meedoen mogelijk te maken
Om participeren en meedoen te versterken investeren we de komende periode in 4 randvoorwaarden die bijdragen aan het realiseren van meerdere doelen. Deze randvoorwaarden zijn:
- 1.
Versterken van vindbaarheid en zichtbaarheid van voorzieningen en oplossingen voor participeren en meedoen voor inwoners zelf en voor onze professionele partners;
- 2.
Versterken van de ketensamenwerking en faciliteren van een sterk maatschappelijk veld;
- 3.
Versterken van integraal werken binnen het beleidsdomein sociale leefomgeving en tussen de collega’s van sociale en fysieke leefomgeving;
- 4.
Model Positieve gezondheid als methodiek voor het versterken van participeren en meedoen.
Monitoring en evaluatie
In de komende periode werken we een goede systematiek voor monitoring en evaluatie uit. We monitoren door te tellen en te vertellen en maken afspraken met onze partners over het verzamelen en leveren van data en de wijze waarop we resultaat, kwaliteit en kosten monitoren, evalueren en eventueel afspraken bijstellen.
Ten slotte
Het voorliggende beleidsplan heeft een looptijd van vier jaar. Een deel van de activiteiten is al gestart, andere activiteiten zullen in de komende periode starten. In hoofdstuk 6 is een stroomschema opgenomen van nieuwe en geplande activiteiten en de doorlooptijd daarvan.
1. Participeren en meedoen: definities en kaders
Meedoen in de maatschappij in sociale activiteiten of werk is niet voor iedereen vanzelfsprekend. De wens is om zoveel mogelijk inwoners zo actief mogelijk te laten participeren en zelf- en samenredzaam vorm te geven aan wonen, werken, vrije tijd en sociale contacten. In dit beleidsplan beschrijven we wat we als gemeente de komende vier jaar willen inzetten om de doelen uit het collegeprogramma en de visie te realiseren.
Het beleidsplan participeren en meedoen geeft richting aan de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Wet inburgering 2021 (Wi2021). De keuzes in dit beleidsplan vormen een basis voor besluiten over de inzet van beschikbare financiële middelen en aan de uitvoeringsafspraken met onze partners.
Het beleidsplan geeft eveneens richting aan de invulling van het flankerend beleid op het gebied van armoede en schulddienstverlening, laaggeletterdheid, mantelzorgondersteuning en de vorming van een dementievriendelijke gemeente. Het versterken van participeren en meedoen vraagt naast integraal werken binnen het domein sociale leefomgeving ook verbinding met de domeinen economie, fysieke leefomgeving en wonen.
Het vertrekpunt voor het beleidsplan participeren en meedoen is de in 2021 vastgestelde Visie sociale leefomgeving ‘Samen voor een sociaal Oirschot’. (Zie bijlage 1 voor een samenvatting van de visie.)
Het beleid participeren en meedoen draagt bij aan de realisatie van de volgende doelen:
Zelfredzame inwoners zijn inwoners die:
- ✓
Participeren naar vermogen;
- ✓
Langer zelfstandig wonen of ‘zoals thuis wonen’;
- ✓
Gelijke kansen hebben om mee te doen, doordat we kwetsbaarheden beter herkennen en daar hulp op aanbieden.
In een samenredzame maatschappij:
- ✓
Zetten meer inwoners zich in voor de ander of in de buurt.
Door sturing op deze doelen, samen met de inzet vanuit de andere integrale beleidsthema’s, hebben inwoners minder behoefte aan professionele ondersteuning. In het geval inwoners ondersteuning nodig hebben, zetten we in op:
- ✓
Een betere en meer integrale toegang tot ondersteuning;
- ✓
Kwetsbare inwoners met een ondersteuningsbehoefte komen vroeg in beeld zodat minder zware ondersteuning nodig is.
1.1 Definities participeren, meedoen en kwetsbare inwoners
“Iedereen doet mee” was een belangrijk uitgangspunt voor de drie decentralisaties in het sociaal domein in 2015. Gemeenten kregen een brede verantwoordelijkheid voor participatie en meedoen van hun inwoners bij de invoering van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. De opdracht aan gemeenten is om de randvoorwaarden te bieden aan inwoners om op het maximaal haalbare niveau aansluiting te maken in werk en/of sociale activiteiten.
Participeren en meedoen worden in één adem genoemd in dit beleidsplan. We gebruiken de beide begrippen naast elkaar omdat ze uit twee verschillende wetten komen: de Participatiewet en de Wmo. We vinden het belangrijk om de beide begrippen in samenhang te gebruiken om de glijdende schaal en de overlap in de beide vormen van participeren te laten zien.
Participeren: context van werk
Participeren is het leidende begrip binnen de Participatiewet en de Wet inburgering 2021. In dit beleidsplan verstaan we onder participatie arbeidsparticipatie en de toeleiding naar werk. Arbeidsparticipatie betekent zowel het hebben van betaald werk op eigen kracht, het werken in loondienst met een voorziening of compensatieregeling voor de werkgever als de investering in activiteiten en instrumenten om de afstand naar werk te overbruggen.
Meedoen als synoniem voor deelname aan sociale en maatschappelijke activiteiten
Veel inwoners vinden hun weg in het maatschappelijk leven en hebben naar eigen mening een goed sociaal leven met contacten via familie, vrienden, vrijetijdsbesteding of werk. Niet voor iedereen is dat vanzelfsprekend. Het begrip meedoen verbinden we aan meedoen in maatschappelijke activiteiten (niet zijnde werk). Meedoen kan gaan om lid zijn van een vereniging, bijdragen aan de buurt of zelf een rol nemen in het organiseren van maatschappelijke activiteiten of diensten. 6
Ondersteuning voor maatschappelijke participatie en meedoen bieden we door het organiseren en toegankelijk maken van algemene voorzieningen en als dat niet voldoende is, door het bieden van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget (pgb) waarmee de inwoner zelf zorg, ondersteuning of deelname aan maatschappelijke participatie kan inkopen.
Op het grensgebied van arbeidsparticipatie en meedoen vallen activiteiten zoals arbeidsmatige dagbesteding en ontwikkelingsgerichte arbeidsmatige dagbesteding. In deze activiteiten nemen inwoners deel aan activiteiten waarin de professionele begeleiding gericht is op het hebben van een dagritme en het hebben van sociale contacten en tegelijkertijd het onderzoeken van de mogelijkheden voor werk met loon.
Kwetsbare inwoners
Iedereen kan in een bepaalde fase van het leven een kwetsbare inwoner zijn of worden. Wanneer iemand zelf of samen met zijn of haar omgeving niet de middelen heeft om in de basisvoorwaarden voor zelfstandig leven te voorzien, is iemand kwetsbaar. De aanwezigheid van risicofactoren en/of de afwezigheid van beschermingsfactoren kan mensen (tijdelijk) kwetsbaar maken.
Onder basisvoorwaarden voor zelfstandig leven verstaan we het hebben van de mogelijkheid van zelfzorg, deelname aan maatschappelijke contacten of werk en voldoende inkomen voor levensonderhoud of het beschikken over een passende woning. Inwoners met een grotere kans op achterstanden zien we ook als mogelijk kwetsbare doelgroep.
De landelijke monitor zorg en participatie van Nivel onderscheidt negen thema’s om de mate van participatie en meedoen te omschrijven. 7 De maatschappelijke deelname van alle Nederlanders wordt vergeleken met de participatie van Nederlanders met een fysieke of verstandelijke beperking en met ouderen. Uit de monitor blijkt dat juist voor de laatstgenoemde groepen aandacht voor participeren en meedoen van belang is.
1.2 Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en Wet inburgering 2021
In de Wmo 2015 en in de Participatiewet is aan gemeenten de opdracht gegeven om beleid te ontwikkelen gericht op inwoners die hulp nodig hebben om zich staande te houden op het gebied van wonen, werken en maatschappelijke participatie. Daarnaast is de gemeente vanaf 2022 op basis van de Wet inburgering 2021 verantwoordelijk voor dienstverlening aan inburgeraars bij het leren van de taal en participatie in de samenleving, bij voorkeur in werk. Met dit beleidsplan voldoen we aan de wettelijke opdracht in de drie wetten.
1.2.1 Wmo 2015
De Wmo geeft gemeenten de verantwoordelijkheid om maatwerkvoorzieningen te bieden aan inwoners met het oog op:
- 1)
het bevorderen van de sociale samenhang, mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente en het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;
- 2)
het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving;
- 3)
het bieden van beschermd wonen en opvang.
Doel is inwoners met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen die niet zelf of met hulp van hun naaste omgeving voldoende zelfredzaam of in staat tot participatie zijn, ondersteuning aan te bieden om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen leefomgeving te kunnen blijven. 8
1.2.2 Participatiewet
De Participatiewet geeft gemeenten opdracht en budget voor het bieden van ondersteuning aan werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt bij het vinden en houden van werk. 9 Als een inwoner (tijdelijk) geen of te weinig inkomen heeft voorziet de Participatiewet in (aanvullende) ondersteuning in het inkomen.
Een ander deel van de middelen voor ondersteuning bij het vinden van werk voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt en de werkgeversdienstverlening die daarbij hoort loopt via Huis naar Werk in Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant.
Werkzoekende niet-uitkeringsgerechtigden en inwoners met een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering via UWV zijn niet actief in beeld voor dienstverlening door de gemeente, zij kunnen wel gebruik maken van de middelen van UWV of soms van de regionale middelen voor het vinden van werk of scholing.
1.2.3 Wet inburgering 2021
Vanaf 2022 hebben gemeenten onder de Wet inburgering 202110 een regierol bij het maken van een plan voor inburgering en participatie voor alle asiel- en gezinsmigranten die komen wonen in de gemeente. Voor asielmigranten is de gemeente verantwoordelijk voor een aanbod van taalles en participatie op maat om zo snel mogelijk in te burgeren in Nederland. Participeren en meedoen is een belangrijk thema voor het integreren in de Nederlandse maatschappij voor de nieuwe inwoners.
1.3 Flankerend beleid draagt bij aan kansen voor participeren en meedoen
Naast de hiervoor genoemde wetten zijn er landelijke beleidsspeerpunten met bijbehorende middelen waarmee gemeenten inwoners in een achterstands- of kwetsbare situatie kunnen ondersteunen bij participeren en meedoen.
Aanpak laaggeletterdheid
De Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) en de ‘Vervolgaanpak laaggeletterdheid 2020-2024’ geven gemeenten middelen om inwoners die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of digitale vaardigheden een aanbod te doen om deze vaardigheden te verbeteren.
Schuldhulpverlening en armoedebeleid
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs 2021), de bijzondere bijstand (onderdeel van de Participatiewet), incidentele extra gelden voor de aanpak van (kinder)armoede bieden de mogelijkheid om inwoners met een laag inkomen (financiële) hulp te bieden.
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
Vanaf 2022 is het Gezond en Actief Leven Akkoord11 van kracht. In GALA zijn diverse rijkssubsidieregelingen voor preventie gebundeld in één regeling. Onder GALA vallen bijvoorbeeld de middelen voor gezondheids-preventie, zowel fysiek als mentaal, kansrijke start (aandacht voor de 1e 1000 dagen), vitaal ouder worden, aandacht voor dementie en het versterken van de sociale basis.
Participeren en meedoen vraagt samenwerking en afstemming met het beleid in het fysieke domein. Passende woningen, toegankelijkheid van voorzieningen, inrichting van de openbare ruimte en de beschikbaarheid van vervoer zijn belangrijke voorwaarden voor meedoen en kans op werk. Een voorbeeld waarin deze samenwerking al zichtbaar is de ‘Beleidsvisie geschikt wonen voor ouderen’12 en de verdere uitwerking daarvan in het actieplan Wonen, zorg en welzijn voor ouderen.
In bijlage 2 beschrijven we de rol of opdracht van ketenpartners in de uitvoering van de WMO, Participatiewet, inburgeringswet en in het flankerend beleid in de gemeente Oirschot.
2. Participeren en meedoen: waar staan we nu
In dit hoofdstuk beschrijven we wat we al doen en waar we nu staan met het oog op participeren en meedoen. Uitgangspunt in het beleid is dat we willen behouden wat sterk is en verder verbeteren waar nodig.
De gemeente Oirschot is een regiegemeente
De gemeente Oirschot is een sterke gemeente, met een relatief welvarende bevolking, hoge arbeidsparticipatie, en een relatief sterke sociale structuur. Met haar ligging en een omvang van minder dan 20.000 inwoners is Oirschot een kleine, groene plattelandsgemeente in een actieve bestuurlijke regio.
De gemeente Oirschot is een regiegemeente en heeft de uitvoering van taken in het sociaal domein belegd bij externe partners. Als verantwoordelijke voor een breed scala aan te bieden ondersteuning, voorzieningen, hulp en arrangementen sturen we zoveel mogelijk op resultaten. We stimuleren verbinding en samenwerking tussen de verschillende organisaties. Met WIJzer Oirschot bieden we voor inwoners een lokale integrale toegang voor ondersteuningsvragen op het gebied van Wmo, jeugd en participeren en meedoen.
Transformatie
Vanaf 2021 loopt het proces van de transformatie van de dienstverlening in het sociaal domein om de eigen kracht van inwoners en de samenleving te versterken. We willen dat meer mensen meer mee kunnen doen en dat er minder (zware) zorg en ondersteuning nodig is. Inwoners krijgen steun wanneer dat nodig is: soms vanuit de samenleving, soms met inzet van het eigen aanbod via WIJzer en soms in de vorm van een maatwerkvoorziening vanuit de gemeente. We zien dat in de gemeente Oirschot het aantal ingezette maatwerkvoorzieningen Wmo nog steeds relatief laag is in vergelijking tot de andere Kempengemeenten en ten opzichte van de landelijke cijfers13. Vanaf 2023 investeren we extra in WIJzer om het buurt- en wijkgericht werken te versterken en zo de zelf- en samenredzaamheid verder te versterken. De doorontwikkeling van de leefbaarheidsnetwerken kan hier eveneens aan bijdragen.
2.1 Participeren naar vermogen
In de gemeente Oirschot is een relatief hoge mate van arbeidsparticipatie. Een relatief laag aantal inwoners maakt gebruik van een uitkering.
Aantal inwoners met werk en uitkering
In 2021 werkte bijna 74 % van de inwoners tussen 15 en 75 jaar14, 7% van alle inwoners tussen 15 en 75 geeft aan dat zij nu niet werkt maar wel wil werken of meer wil werken. Dit betekent een relatief hoge mate van arbeidsparticipatie. 15
Anderzijds betekent het dat nog meer mensen willen werken.
Eind december 2021 ontvangen in totaal 95116 (ca 8%) van de inwoners een uitkering via de gemeente of via UWV. Een uitkering van UWV is vanwege werkloosheid (WW) of arbeidsongeschiktheid (WIA, WAO of Wajong). Van de personen met een WIA- of WAO-uitkering heeft ongeveer 30 % wel gedeeltelijk arbeidsvermogen. In de statistiek is niet zichtbaar of inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naast de uitkering ook inkomen uit werk hebben.
Hulp bij het vinden van werk
Bij WIJzer kunnen inwoners terecht met vragen over werk of opleiding bij het Emplooi spreekuur.
In het kader van de uitvoering van de Participatiewet hebben we afspraken met KempenPlus en WSD voor het bieden van ondersteuning bij het vinden of houden van werk aan inwoners met een uitkering of een arbeidsbeperking. Daarnaast maken we deel uit van de arbeidsmarktregio 04 Werkt! Regionaal worden initiatieven ontwikkeld voor werkgeversdienstverlening en zijn er extra middelen beschikbaar om nog meer werkzoekenden te ondersteunen bij het vinden van werk als zij dit zelf niet kunnen vinden.
Soms zijn extra voorzieningen nodig om werk te vinden of om het werk in een reguliere context mogelijk te maken. KempenPlus heeft de opdracht om met uitkeringsgerechtigden een trajectplan te maken met daarin afspraken over re-integratie, vrijwilligerswerk of een ander traject van zorg of investeren in de randvoorwaarden voor werk. Als inwoners een uitkering van de gemeente hebben, wel kunnen werken, en zelf nog geen activiteiten hebben op het gebied van zorg, mantelzorg of vrijwilligerswerk, kan de tegenprestatie worden ingezet. Dit komt maar weinig voor. Inwoners die niet direct naar werk kunnen doorstromen, hebben vaak andere persoonlijke thema’s die aandacht vragen.
De volgende aantallen specifieke voorzieningen voor re-integratie voor inwoners met een verminderd verdienvermogen zijn ingezet in de afgelopen jaren: 17
Voorziening |
2019 |
2020 |
2021 |
Totaal re-integratievoorzieningen |
110 |
110 |
140 |
Waarvan*: |
|||
Loonkostensubsidie |
30 |
30 |
30 |
Jobcoaching |
20 |
20 |
30 |
Training of opleiding |
10 |
10 |
10 |
* De totaaltelling van de drie genoemde instrumenten telt niet tot 140 omdat CBS alleen de inzet van de wettelijke instrumenten onderscheiden registreert. De overige instrumenten die worden ingezet zijn bijvoorbeeld begeleiding door een participatiecoach, een werkervaringsplaats of sociale activering. |
In vergelijking met andere gemeenten is de inzet van re-integratie-instrumenten relatief laag. Enerzijds kan dit betekenen dat inwoners relatief minder ondersteuning nodig hebben, anderzijds kan het zijn dat met de inzet van meer ondersteunende voorzieningen nog meer inwoners kunnen participeren in werk. In het Lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie 2024-202518 inventariseren we onder meer de beschikbaarheid van re-integratieaanbod en de eventuele verbeteringen die nodig zijn.
Beschut werk
Eind 2021 werkten 108 personen in de gemeente Oirschot met een regeling WSW of beschut werk.
In januari 2015 waren dit nog 142 personen. De daling heeft enerzijds te maken met het sluiten van instroom in de WSW als voorziening. In de WSW stroomden ook werkzoekenden met een arbeidsbeperking direct vanuit een baan of een WIA/WAO uitkering in. In de Participatiewet komen deze werkzoekenden met een arbeidsbeperking minder in beeld. Anderzijds zien we dat in de WSW veel ouderen werken die nu uitstromen naar pensioen. Als gemeente Oirschot zijn we op koers met de taakstelling voor het aanbieden van Beschut werk, de vervangende regeling van de WSW.
2.2 Langer zelfstandig wonen
In 2020 is de beleidsvisie ‘Geschikt wonen voor ouderen, wonen met kwaliteit’ vastgesteld. Daarin is de verbinding gelegd tussen zorg en welzijn, de woonopgave en randvoorwaarden voor langer zelfstandig wonen.
Een geschikte en toekomstbestendige woningvoorraad is de beste basis voor een kwalitatief goed leven van oudere inwoners. Uiteraard kan zorgverlening om de hoek komen kijken maar als ouderen beschikken over goede en geschikte woonruimte dan hoeft dit niet onnodig of te vroeg aan de orde te zijn. 19
In de afgelopen periode is veel ingezet op mantelzorgwoningen. Er zijn nu 70 mantelzorgwoningen met BAG vergunning en er zijn naar schatting 115 mantelzorgwoningen vergunningsvrij geplaatst. We kijken ook naar wat er op korte termijn mogelijk is in het splitsen van bestaande woningen. In het eerste kwartaal van 2023 is het nieuwe woningsplitsingsbeleid vastgesteld. Uit de recente data- analyse van de regionale Task Force ‘Het juiste huis’ zouden er tot 2030 in Oirschot 200 nultreden woningen, 50 aangepaste ouderenwoningen en 100 geclusterde ouderenwoningen bij moeten komen. Deze lijken nu grotendeels in de planning te staan (12 tot 69 te kort). De vraag is of het lukt om deze voor 2030 te realiseren. Alles opgeteld lijkt het zo dat, als we uitvoeren wat in de planning zit, we goed op koers zijn met het realiseren van geschikte woningen. |
Aantal inwoners met een Wmo voorziening in de gemeente Oirschot
In de gemeente Oirschot maakten in 2022 922 unieke cliënten gebruik van een maatwerkarrangement voor een Wmo-voorziening. Na een daling in 2021 beweegt het aantal unieke inwoners met een voorziening weer richting het aantal van voor corona. Tijdens de pandemie-periode was met name het beroep op de vervoersvoorzieningen aanmerkelijk lager. 20
Wmo-voorzieningen worden onderscheiden in voorzieningen voor begeleiding bij zelfstandig functioneren (waaronder dagbesteding), hulp bij huishouden, rolstoelvoorzieningen, vervoersvoorziening, voorzieningen voor woningaanpassing en beschermd wonen.
Een derde van alle aangevraagde voorzieningen betreft hulp bij huishouden. Het gebruik van deze voorziening steeg sterk na de invoering van het abonnementstarief. De laatste periode lijkt het aantal aanvragen wat gestabiliseerd. Vanaf januari 2025 wordt weer meer rekening gehouden met de draagkracht van huishoudens. Ook bijna een derde van de aanvragen betreft vervoersvoorzieningen. Voor deze beide categorieën geldt dat 85-90% van de aanvragen wordt gedaan door oudere inwoners vanaf 55 jaar.
In bijlage 5 zijn meer cijfers over het gebruik van Wmo voorzieningen in de afgelopen jaren opgenomen.
Dubbele vergrijzing
In de gemeente Oirschot is een relatief grote groep inwoners tussen 50 en 70 jaar oud21. Oudere inwoners doen vaker een beroep op zorg. Deze grotere groep, die statistisch ook nog ouder wordt draagt voor de gemeente Oirschot bij aan het fenomeen ‘dubbele vergrijzing”. Gezien het relatief grotere beroep op voorzieningen van de Wmo door oudere inwoners vraagt de dubbele vergrijzing in combinatie met een krappe arbeidsmarkt aandacht om ook voor de komende jaren de ondersteuning aan inwoners die het nodig hebben te waarborgen. Een initiatief dat antwoord kan zijn op deze beweging is het werken met ‘voorzorgcirkels’. In De Beerzen loopt een verkenning wat deze werkwijze zou kunnen betekenen.
2.3 Iedereen een gelijke kans om mee te kunnen doen
“Kwetsbare groepen worden beter herkend om verschillen te verkleinen, zodat iedereen een gelijke kans heeft om mee te kunnen doen.”
In hoofdstuk 1 is een omschrijving gegeven van oorzaken van kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid kan de mogelijkheden om mee te doen verkleinen. Sommige oorzaken voor kwetsbaarheid hebben betrekking op randvoorwaarden die meerdere inwoners raken en vragen om die reden extra aandacht.
Laaggeletterdheid
In de gemeente Oirschot is naar schatting 12% van inwoners tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. De grootste groep daarvan betstaat uit Nederlandse werkenden en niet-werkenden van 50+.22 Inmiddels zien we landelijk dat de laaggeletterdheid onder jongeren oploopt. Laaggeletterdheid heeft een grote impact op werk, gezondheid, sociale netwerken, toegang tot financiële regelingen en daarmee op het hele gezin. Laaggeletterdheid is een belangrijke voorwaarde voor zelfredzaamheid en participeren of meedoen.
De bibliotheek heeft een belangrijke rol door het stimuleren van lezen op scholen, het aanbieden van cursussen digitale vaardigheden en haar rol in informatie en advies en het Informatiepunt Digitale Overheid.
In de afgelopen periode is geïnvesteerd in samenwerking met de Bibliotheek Oirschot, de LEVgroep, Stichting Lezen en Schrijven en TaalKracht. In 2024 worden de afspraken met de partners hernieuwd om meer inwoners te bereiken.
Naast laaggeletterde Nederlandse inwoners zijn er inwoners met Nederlands als tweede taal. Zij beheersen de taal vaak minder en hebben niet vanzelfsprekend een netwerk om aan te kloppen bij vragen. Ook na afronding van de inburgering blijft extra hulp bij taal vaak wenselijk. 23
Laag inkomen of schulden
Geldstress (rondkomen van een laag inkomen of schulden) heeft vaak grote gevolgen op denken, handelen en de fysieke en mentale gezondheid van mensen. Hulp bij schulden en het voorkomen van problematische schulden is een belangrijke voorwaarde voor werk of meedoen. WIJzer biedt inwoners met vragen over geldzaken een laagdrempelig inloopspreekuur en kan hulp bieden bij het doen van aanvragen. Ouders met kinderen kunnen voor extra financiële steun voor uitgaven voor school of vrije tijd terecht bij Stichting Leergeld. Met de bijzondere bijstand en de Participatieregeling 18+ kunnen we inwoners met een inkomen tot 120 % van het bijstandsniveau compenseren voor de kosten voor meedoen of bijzondere onverwachte uitgaven.
Als gevolg van inflatie en de sterke stijging van energiekosten is er landelijk een trend zichtbaar dat meer huishoudens moeite hebben met rondkomen of in financiële problemen raken. In onze gemeente zagen we in 2023 nog geen sterke stijging van de hulpvraag, mogelijk door de uitgekeerde energietoeslag van 1300 euro voor huishoudens met een laag inkomen. Voor hulp bij problematische schulden kunnen inwoners terecht bij team Maatschappelijke Dienstverlening (MD) van de GRSK. MD helpt bij het krijgen van inzicht en het op orde brengen van de financiën en het regelen van betalingsregelingen. Vanaf 2021 hebben is het instrument vroegsignalering van schulden beschikbaar. Inwoners met betalingsproblemen van de vaste lasten komen daarmee eerder in beeld. In 2024 starten we met een pilot huisbezoeken vroegsignalering. Voor 2024 en 2025 is extra ruimte om de dienstverlening op het gebied van preventie en hulp te versterken. In 2024 wordt daarvoor een plan van aanpak gemaakt.
Gezondheid
In de gemeente Oirschot leven inwoners in relatief goede gezondheid. Ook in vergelijking met andere kleine gemeenten.
- ➢
85 % van de inwoners van 18-65 jaar beoordeelt de eigen gezondheid als goed. Circa 25 % van de inwoners is ook langdurig ziek. Dit betekent dat ondanks langdurige ziekte mensen toch hun gezondheid als goed kunnen beoordelen.
- ➢
69 % van de inwoners van 65+ inwoners heeft een goede gezondheid, maar ook ca 42 % van hen is langdurig ziek.
- ➢
Dubbele vergrijzing: inwoners worden gemiddeld ouder en het aantal ouderen neemt snel toe. Kenmerkend is dat inwoners in Oirschot relatief gezond zijn.
- ➢
39% van de inwoners die de gezondheidsmonitor invult, scoort zichzelf als sociaal eenzaam. Dit laatste thema vraagt aandacht.
Voor het bieden van zorg en ondersteuning voor vragen die de zelf- en samenredzaamheid te boven gaan hebben we via de regionale inkoop van zorg en voorzieningen een breed palet van aanbieders die geïndiceerde zorg leveren. De komende jaren investeren we vooral in preventie. Het beleidsplan gezondheid is hiervoor de basis. Met het oog op de dubbele vergrijzing is de verwachting dat meer inwoners een beroep op voorzieningen en zorg zullen gaan doen, preventie van gezondheidsklachten en vroegtijdig zelf voorbereiden op de oude dag door inwoners is een belangrijke manier om het beroep op zorg te beperken.
Mobiliteit
Om participeren en meedoen mogelijk te maken is mobiliteit van belang. In onze gemeente zijn openbaar vervoer (lijnen 141 en 142) en de buurtbus beschikbaar. Daarnaast is er maatwerkvervoer via Taxbus (op indicatie kan vervoer van deur tot deur worden geregeld) en is er de vrijwillige vervoersdienst. Uit een inventarisatie blijkt dat deze vervoersvoorzieningen meer en meer worden gebruikt. Er blijkt ook dat onder inwoners veel onbekendheid is met deze voorzieningen. Naast openbaar vervoer indiceren we via de Wmo hulpmiddelen voor vervoer voor inwoners die dat nodig hebben.
Ketenpartners en maatschappelijke partners ondersteunen bij meedoen
Om de mogelijkheden voor meedoen te ondersteunen werken we samen met WIJzer, MEE, de bibliotheek, verenigingen en maatschappelijke organisaties, leefbaarheidsnetwerken en bijvoorbeeld ’t Bint. Deze partners bieden een breed en laagdrempelig scala van initiatieven voor meedoen.
Als meer ondersteuning nodig is in de vorm van professionele zorg of begeleiding op indicatie zijn er de ketenpartners zoals GGzE en MEE en de gecontracteerde professionele aanbieders van begeleiding en thuiszorg die maatwerk Wmo-voorzieningen aanbieden
Inwoners die meer zorg nodig hebben dan redelijkerwijs kan worden geboden in de thuissituatie gaan over naar de voorzieningen in de Wet langdurige zorg (Wlz). Ook met de aanbieders van deze zorg werken we samen voor het borgen van aanbod voor meedoen voor alle inwoners. In bijlage 2 is meer informatie opgenomen van de rollen van de verschillende partners.
Brede intake
Met onze ketenpartners hebben we afspraken gemaakt over het doen van een brede intake. Als een inwoner zich meldt voor dienstverlening, kijken we ook of er nog andere vragen zijn op andere leefgebieden om welzijn en zelfredzaamheid te versterken. Daarbij werken we vanuit het gedachtengoed van positieve gezondheid. De methodiek positieve gezondheid wordt toegelicht in bijlage 4.
2.4 Samenredzame samenleving
Onder betekenisvolle participatie of maatschappelijke inzet verstaan we vormen van actieve participatie die van belang is voor de inwoner zelf, tot doel heeft anderen te helpen óf bij te dragen aan een positieve leefomgeving. Het kan bijvoorbeeld gaan om actieve deelname aan het verenigingsleven, hulp aan buren, zorg voor een hulpbehoevende naaste, sociale steun aan buurtgenoten of de inzet voor maatschappelijke organisaties of doelen. 24 De bijdragen die mensen leveren hebben meerwaarde voor de inwoner zelf en voor de omgeving. We zien in de gemeente Oirschot dat een relatief hoog percentage inwoners maatschappelijk actief is en betrokken bij leefbaarheid, het verenigingsleven, mantelzorg en vrijwilligerswerk, ook in vergelijking tot andere niet-stedelijke gemeenten en heel Nederland25.
In de voorgesprekken met de ketenpartners en maatschappelijke organisaties is gebleken: het op peil houden van deze mate van maatschappelijke betrokkenheid is niet vanzelfsprekend.
Maatschappelijke organisaties zien het aantal vrijwilligers teruglopen. Eerstelijns partners zoals huisartsen en het welzijnswerk maken zich zorgen om de dubbele vergrijzing en de beperkte beschikbaarheid van betaalbare woningen voor jongeren om in de omgeving van hun familie te kunnen blijven wonen. Dit beeld past in landelijke en regionale trends. Enerzijds zijn er minder inwoners die lid worden van verenigingen, anderzijds zien we een vergrijzende bevolking die zelf meer zorg gaat vragen. In de bevolkingsprognose is de verwachting dat minder mensen ook zorg kunnen bieden door de vergrijzing. 26
Inclusie: meedoen/samenredzaamheid
We willen dat iedereen mee kan doen en zich ongeacht lichamelijke of andere beperkingen, taal, cultuur, religie of persoonlijke voorkeuren welkom voelt en de mogelijkheid heeft om te participeren en mee te doen in activiteiten of in werk. Inclusie vraagt aandacht in elk facet van het gemeentelijk beleid. We geven het thema aandacht in onze gesprekken met collega’s van andere beleidsvelden, in gesprekken met maatschappelijke partners en verenigingen. 27
Mantelzorg en dementievriendelijke gemeente
Voor veel inwoners is zelfredzaamheid nauw verbonden aan samenredzaamheid binnen een huishouden, of aan hulp van familie, buren of vrienden. Als meer nodig is dan iemand zelf kan, is vaak iemand uit het huishouden of een familielid de eerste die hulp biedt. Op dit moment is er via WIJzer ondersteuning voor mantelzorgers.
Dementie is een belangrijke oorzaak voor beroep op mantelzorgers. Op dit moment is er een actief netwerk Dementievriendelijk Oirschot (DVO) die werkt aan de voorwaarden voor certificering van de gemeente Oirschot als dementievriendelijke gemeente.
Vrijwilligerswerk
Iedereen doet wel eens iets voor iemand anders, zonder dat daar direct iets tegenover staat. Onder vrijwilligerswerk verstaan we onbetaalde inzet via een georganiseerd platform zoals bijvoorbeeld een vereniging, stichting of de kerk. Relatief veel inwoners zijn betrokken als vrijwilliger bij een vereniging, culturele organisatie, maatschappelijke belangenorganisatie, de kerk of via de leefbaarheidsnetwerken. Deze netwerken maken sociale contacten mogelijk en geven een basis aan inwoners om betekenisvol te zijn voor anderen. Oirschot voor Elkaar biedt een platform voor het werven van vrijwilligers voor alle initiatieven in de gemeente. Daarnaast biedt WIJzer ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties met een aanbod van trainingen en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.
Leefbaarheidsnetwerken en buurtinitiatieven
In de gemeente zijn nu negen leefbaarheidswerken28 actief. Doel van de netwerken is het opkomen voor de belangen van de buurt in het behouden of verbeteren van het fysieke- en sociale leefklimaat in de buurt. De focus in de gesprekken ligt nu vaak nog met name op het fysieke leefklimaat. Bij de doorontwikkeling van de leefbaarheidsnetwerken willen we naast het fysieke leefklimaat ook de sociale aspecten belichten die bijdragen aan een samenredzame samenleving.
Naast de leefbaarheidsnetwerken investeert de LEV-groep in meer werken vanuit de dorpskernen en wijken. Door middel van inzet van de ABCD methode29 activeert LEV inwoners om zelf aan de slag te gaan voor hun omgeving.
Medewerker kunst en cultuur
In 2023 is het kunst- en cultuur beleid vastgesteld. Met het aanstellen van de medewerker kunst en cultuur investeren we in het versterken van de organisaties die op dat thema verbindende activiteiten aanbieden voor de inwoners in de verschillende kernen.
3. Participeren en meedoen: ambities 2023 en verder
Voor het realiseren van de in de visie geformuleerde gewenste effecten: zelfredzame inwoners, samenredzame samenleving, positieve leefomgeving en daardoor minder beroep op professionele voorzieningen voor zorg en ondersteuning staan de volgende doelen centraal in het beleid voor participeren en meedoen in de komende vier jaar:
- ✓
Inwoners participeren naar vermogen
- ✓
Inwoners wonen langer zelfstandig
- ✓
Kwetsbare groepen worden beter herkend om verschillen te verkleinen, zodat iedereen een gelijke kans heeft om mee te kunnen doen
- ✓
Meer inwoners zetten zich in voor de ander of in de buurt
Uitgangspunten voor beleid
In de visie sociale leefomgeving zijn de volgende uitgangspunten voor beleid geformuleerd. Deze gelden ook voor het beleid op het thema participeren en meedoen.
Eigen kracht
Bij vragen van inwoners voor ondersteuning wordt eerst besproken wat zij zelf kunnen doen om zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Daarbij spreken we bijvoorbeeld inwoners ook aan op de eigen verantwoordelijkheid om te investeren in gezond ouder worden en te reserveren voor aanpassingen voor langer zelfstandig wonen en toekomstbestendige mobiliteit.
In de afgelopen jaren zien we een nuancering in het eigen kracht-denken. Het ervaren van grip en bestaanszekerheid is een belangrijke voorwaarde om zelf tot oplossingen te komen. Bij het inzetten van voorzieningen gaan we in gesprek over de vraag achter de vraag. Voor een toekomstbestendige uitvoering van onze taken zullen we deze koers van genuanceerd kijken naar eigen kracht versterken.
Zorgen dát is voorliggend aan zorgen voor
We geven prioriteit aan preventie en investeren in randvoorwaarden zodat inwoners zoveel mogelijk zelf en samen hun weg vinden. Daarbij kijken we vooral naar kansen voor het versterken van het collectieve aanbod en voorzieningen in het voorliggend veld zodat minder snel een individuele maatwerkvoorziening nodig is. Onder zorgen dát vallen bijvoorbeeld de activiteiten in het kader van versterken van mantelzorgondersteuning en de initiatieven voor een dementievriendelijke gemeente.
Integraal werken aan participeren en meedoen.
De gemeentelijke agenda is breder dan sociale leefomgeving. Ook bij thema’s van de andere domeinen in de gemeentelijke beleidsagenda vragen we aandacht voor het versterken van de randvoorwaarden voor participeren en meedoen. Participeren en meedoen, inclusie en toegankelijkheid komen ook aan bod in het woonbeleid, inrichting openbare ruimte, mobiliteitsbeleid, social return bij inkoopcontracten, stimulerende regelingen in het subsidiebeleid, etc.
Positieve gezondheid
Werken vanuit de visie van positieve gezondheid30 betekent een bredere kijk op gezondheid. Het accent ligt op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt. Het gaat over gezondheid in termen van het vermogen met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én het gaat over de kans om zo veel mogelijk eigen regie te voeren. Kijken naar wat er wél kan en het vermogen te vergroten om om te kunnen omgaan met de uitdagingen en ongemakken van het leven.
3.1 Inwoners participeren naar vermogen
Hoewel we als gemeente Oirschot, in vergelijking met andere gemeenten van vergelijkbare omvang, een relatief laag beroep op de Participatiewet en andere inkomenswetten zien, zetten we in op het verder versterken van de kansen voor participeren en meedoen voor de inwoners die nu (nog) niet werken.
De grootste groep inwoners met een uitkering, heeft een uitkering via UWV. Als deze inwoners een vraag hebben voor ondersteuning bij het vinden van werk kunnen zij een beroep doen op WIJzer. Op dit moment is er geen actieve gemeentelijke dienstverlening voor deze uitkeringsgerechtigden.
We zien dat sinds de invoering van de Participatiewet in 2015, er minder inwoners met een andere inkomens-achtergrond dan de Participatiewet zijn ingestroomd in beschut werk, dan vóór de Partcipatiewet in de WSW instroomden.Deze toegang is minder gebruikelijk geworden. Daarom kijken we vanuit de gemeentelijke dienstverlening en vanuit de mogelijkheden in de arbeidsmarktregio naar het versterken van de dienstverlening voor de inwoners die niet onder de Participatiewet vallen.
Ambitie 1: Meer inwoners participeren naar vermogen |
Doel 1.1: Het aandeel inwoners dat participeert naar vermogen binnen de Participatiewet neemt toe.
Doel 1.2: Het percentage niet-werkenden met een arbeidsbeperking en geen Participatiewet-uitkering dat doorstroomt naar werk (met beschikbare voorzieningen en regelingen binnen de arbeidsmarktregio) neemt toe.
Wat gaan we daarvoor doen
- ➢
Met elke inwoner met Participatiewet-uitkering stellen we een plan van aanpak op
Voor elke inwoner met een Participatiewet-uitkering stellen we een plan van aanpak op met afspraken over activering, re-integratie of, als dat nog niet kan, werken aan de uitgangspunten en randvoorwaarden voor werk of voor maatschappelijke participatie.
- ➢
We stellen een Lokaal plan arbeidsparticipatie vast en dragen zorg voor de uitvoering ervan
Het Lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie 2024-2025 is vastgesteld. Op basis van dit plan is er aandacht voor de volgende onderwerpen:
- -
meer inzicht in de vraag van inwoners die nu niet werken en mogelijk wel willen werken en daar hulp bij nodig hebben. Daarbij is de ondersteuning van jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs en onderwijs bij het vinden van werk ook een aandachtspunt;
- -
het aanbod van voorzieningen en de hiaten daarin in beeld brengen, lokaal en regionaal en versterken van de zichtbaarheid en vindbaarheid van het aanbod;
- -
versterken ketenregie en afspraken met de ketenpartners in het netwerk van werk. Het doel is de samenwerking met en tussen deze partners te versterken. We maken afspraken over ieders aandeel in de dienstverlening voor werk, re-integratie, activering en maatschappelijke participatie.
- -
In het kader van het lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie gaan we in gesprek met werkgevers om de werkkansen voor zoveel mogelijk inwoners te versterken.
- ➢
We verbeteren de vindbaarheid en zichtbaarheid van informatie over werk en ondersteunende instrumenten
Om arbeidsparticipatie te verhogen investeren we in de zichtbaarheid en vindbaarheid van informatie over voorzieningen en organisaties die bijdragen aan het vinden van werk en (om)scholingsmogelijkheden.
- ➢
We versterken de integraliteit van dienstverlening
Vanuit het begrip positieve gezondheid en het werken met de zelfredzaamheidsmatrix kijken we naar mogelijkheden en eventuele belemmeringen voor zelfredzaamheid en participeren en meedoen. Als werk (nog) niet kan, kiezen we voor participeren naar vermogen en werken aan de randvoorwaarden om kwetsbaarheid te verminderen.
- ➢
We versterken de dienstverlening voor werkzoekenden met een uitkering van UWV of zonder uitkering
Een relatief groot deel van de niet-werkende inwoners heeft een inkomen via UWV. We gaan in gesprek met UWV en versterken de verbinding met de voorzieningen in de arbeidsmarktregio voor ondersteuning bij het vinden van werk door/voor deze werkzoekenden.
3.2 Inwoners wonen langer zelfstandig
Participatie en meedoen en zo lang mogelijk zelfstandig wonen vraagt dat ouderen zelf regie kunnen houden op het dagelijks leven. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn veiligheid in de woonomgeving, bereikbaarheid van voorzieningen en het hebben van contacten die kunnen ondersteunen. In het kader van dit beleidsplan beschrijven we wat inwoners zelf kunnen doen en wat we als rol voor de gemeente zien.
Voor de komende jaren is de uitdaging, met het oog op de dubbele vergrijzing31 en de krappe arbeidsmarkt, om beschikbaarheid en de betaalbaarheid van de zorg voor alle inwoners te borgen. Normaliseren en positieve gezondheid als methodiek zijn sleutelbegrippen voor het beheersen van de zorgvraag en de kosten.
Met een ouder wordende en vergrijzende bevolking is voor de komende periode extra aandacht nodig voor het ondersteunen van mantelzorgers en het nemen van maatregelen om de gemeente Oirschot meer dementievriendelijk in te richten. We investeren in de randvoorwaarden voor het waarderen en ondersteunen van mantelzorgers. Daarnaast investeren we in het dementievriendelijker maken van de gemeente Oirschot.
Naast de ontwikkeling van ouder wordende inwoners is er de ontwikkeling in beschermd thuis.
De invoering van de wet beschermd thuis geeft de gemeente een verantwoordelijkheid voor inwoners die vanwege mentale kwetsbaarheid niet zelfstandig kunnen wonen en dit met begeleiding wel in hun eigen omgeving kunnen (blijven) doen. We werken daarvoor samen in de regio en benutten de kansen in het woonbeleid.
Langer zelfstandig wonen heeft ook een keerzijde: alleenstaande ouderen zijn vaker eenzaam en soms ontstaan er crisissituaties omdat bijvoorbeeld inwoners met verward gedrag voor overlast zorgen. Dit heeft grote invloed op het gevoel van sociale veiligheid. Vanuit het veiligheidsbeleid wordt extra maatschappelijke ondersteuning geboden in de vorm van een wijk-GGD’er. Voorkomen van toenemende eenzaamheid is een thema voor de komende jaren.
Ambitie 2: Ouderen en andere kwetsbare inwoners kunnen in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig leven met een goede kwaliteit van leven |
Doel 2.1: Het percentage ouderen (75+) en andere kwetsbare inwoners dat vindt dat het zorg en ondersteuning goed geregeld heeft neemt toe.
Doel 2.2: Het percentage ouderen en andere kwetsbare inwoners dat eigen regie heeft/ervaart over zijn leven neemt toe.
De gegevens om deze ambities te monitoren zijn nu nog niet beschikbaar. In de komende periode gaan we aan de slag met het ontwikkelen van instrumenten hiervoor. In hoofdstuk 5 gaan we hier nader op in.
Wat gaan we daarvoor doen
- ➢
In het ‘Actieplan geschikt wonen, welzijn en zorg voor ouderen’ werken we uit hoe we de informatie- en ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers en een dementievriendelijke gemeente vorm geven
Om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken, zijn steun aan mantelzorgers en een dementie-vriendelijke gemeente belangrijke randvoorwaarden. In het actieplan geschikt wonen, welzijn en zorg voor ouderen 2023-2024 worden doelen en activiteiten gericht op betere ondersteuning van mantelzorgers en het meer dementie-vriendelijk maken van de gemeente beschreven.
- ➢
We sturen op eigen verantwoordelijkheid bij inwoners om zich voor te bereiden op zo gezond en zelf- en samenredzaam mogelijk oud worden
We maken onze inwoners bewust van de eigen verantwoordelijkheid voor het met het oog op het ouder worden leeftijdsbestendig maken van de woning, investeren in gezond ouder worden en de eigen mogelijkheden voor mobiliteit, blijven leren en aansluiten op de digitale mogelijkheden en ontwikkelingen. Om dit doel te ondersteunen bieden we informatie over ondersteuningsmogelijkheden om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. De uitwerking hiervan wordt gegeven in het actieplan geschikt wonen, welzijn en zorg voor ouderen 2023-2024 dat in 2023 is vastgesteld.
- ➢
We versterken de samenwerking met de zorgaanbieders in geval thuis wonen niet langer gaat
Inwoners die niet meer thuis wonen ontvangen zorg via de Wlz en de Zorgverzekeringswet (Zw). We werken samen met de aanbieders van deze zorg voor afspraken over participeren en meedoen.
Langer thuis wonen kan ertoe leiden dat door ziekte of het wegvallen van steun van een partner plotseling een situatie optreedt dat direct hulp of een andere woonvoorziening nodig is. Beschikbaarheid daarvan is een belangrijk aandachtspunt in de inrichting en afspraken met aanbieders van zorg en partners in het werkveld.
- ➢
We werken integraal en leggen verbinding met andere beleidsthema’s
Langer zelfstandig wonen heeft nauwe verbinding met andere beleidsthema’s van sociale leefomgeving zoals gezondheid en leefstijl, digitale vaardigheid, leefbaarheid en veiligheid. Met de collega’s van wonen en inrichting openbare ruimte werken we integraal in de planontwikkeling om zoveel mogelijk de randvoorwaarden voor zelfstandig wonen voor alle doelgroepen te realiseren.
- ➢
We maken regionaal afspraken over beschermd wonen voor de inwoners van Oirschot (en regio)
Inwoners die vanwege mentale kwetsbaarheid (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen bieden we een woonaanbod met begeleiding zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving om terugkeer naar het gewone leven mogelijk te maken. Deze nieuwe vorm van beschermd thuis is aanvullend op het al bekende beschermd wonen dat voorziet in langdurige begeleiding bij wonen voor inwoners die het zelfstandig niet redden.
3.3 Kwetsbare groepen worden beter herkend om verschillen te verkleinen, zodat iedereen een gelijke kans heeft om mee te kunnen doen
Op persoonlijk niveau geeft actieve maatschappelijke deelname zingeving, kansen voor zelfontplooiing, verbondenheid en sociaal contact. Wanneer bepaalde randvoorwaarden ontbreken, is participeren en meedoen niet (meer) vanzelfsprekend. Belangrijk is dat de ondersteuning die we bieden om die randvoorwaarden te verbeteren onze inwoners voldoende bereikt.
Tijdens gesprekken met partners wordt opgemerkt dat onbekendheid met de dienstverlening en schaamte redenen kunnen zijn waardoor ondersteuning niet bij inwoners terecht komt die dat nodig hebben. Daarom zetten we in op het vergroten van de bekendheid en vindbaarheid van voorzieningen en outreachend werken.
Door kwetsbare inwoners eerder te herkennen voorkomen we mogelijk escalatie van problemen en een beroep op zwaardere zorg.
Ambitie 3: Iedereen heeft een gelijke kans om mee te kunnen doen |
Doel 3.1: Meer inwoners maken gebruik van het collectief preventieaanbod. Zij vergroten daarmee hun kansen voor participeren en meedoen.
Doel 3.2: We bieden tijdig ondersteuning waardoor zwaardere ondersteuning of de kans op crises bij kwetsbare inwoners wordt verminderd.
Wat gaan we daarvoor doen
- ➢
Bij het flankerend beleid leggen we de focus op inwoners die zich in een achterstandspositie bevinden en investeren in randvoorwaarden om mee te kunnen doen
We investeren in het beperken van risicofactoren of het vergroten van beschermingsfactoren, om mee te kunnen doen. Bijvoorbeeld door armoede- en minimabeleid en bijzondere bijstand32, het vergroten van taal-, lees-, reken en digitale vaardigheid33, de ondersteuning van mantelzorgers, vormgeven aan preventie en gezondheidsbeleid34, bieden van ondersteuning bij opvoeden en opgroeien, aandacht voor leefbaarheid, bereikbaarheid en sociale veiligheid.
- ➢
We werken met de inzet van de wijk-GGD’er
Vanuit het veiligheidsbeleid investeren we in de inzet van een wijk-GGD’er. Signalen van zorgen over inwoners worden door partners in de keten van sociale leefomgeving sneller herkend. Onze partners weten waar zij hun zorg kunnen melden en delen. De inzet van de wijk-GGD’er biedt specialistische expertise om bij problemen adequaat te kunnen handelen en mogelijke crisissituaties te voorkomen.
- ➢
Via WIJzer gaan we meer wijkgericht en outreachend werken
In de komende periode versterken we de wijkgerichte aanpak. Naast de huidige inzet van dorpsondersteuners en een breed aanbod van activiteiten voor alle doelgroepen in alle kernen gaat WIJzer nog meer outreachend werken.
- ➢
We herkennen beter en sneller de hulpvragen bij inwoners
Het bespreekbaar maken van ondersteuning of kansen voor het versterken van de positie van inwoners wordt genormaliseerd. Meer professionals herkennen en bespreken aandachtspunten van kwetsbaarheid bij inwoners (schulden, laaggeletterdheid en digitale vaardigheid, gezond leven, psychische kwetsbaarheid, etc.).
- ➢
We werken vanuit positieve gezondheid en een brede intake in het hele sociale domein
We stimuleren meedoen door vanuit de optiek van positieve gezondheid in gesprek te gaan met inwoners. Daarbij komen aspecten zoals ontmoeten, genieten, je veilig voelen en een zinvolle invulling kunnen geven aan het leven aan de orde. Belangrijk hierbij is dat inwoners zelf regie hebben en met hun netwerk hun leven kunnen leiden. Het gaat over wat nog wel kan en om het aanspreken van de veerkracht om ondanks de beperking een goed leven te blijven hebben. We vragen dit van al onze partners in de gemeentelijke opdracht en dit stimuleren we bij de organisaties die werken vanuit de eerste lijn.
- ➢
We verbeteren de vindbaarheid en zichtbaarheid van ondersteuning
WIJzer biedt het digitaal platform Oirschot voor Elkaar waar vraag en aanbod van hulp wordt verbonden. MEE ondersteunt kwetsbare inwoners in het organiseren van de randvoorwaarden voor wonen, werken en vrije tijd. In het vindbaar en zichtbaar maken van beschikbare voorzieningen houden we rekening met de mogelijkheden voor toegang tot informatie van verschillende groepen inwoners.
3.4 Samenredzaam: meer inwoners zetten zich in voor de ander of voor de buurt
In onze gemeente is een relatief sterke mate van onderlinge verbondenheid en een sterk veld van verenigingen, belangenorganisaties, leefbaarheidsnetwerken en buurtinitiatieven. Het behoud hiervan vormt de basis voor participeren en meedoen. Maatschappelijke participatie en meedoen draagt bij aan het welzijn van inwoners persoonlijk en aan de samenleving als geheel.
In het collegeprogramma ‘Samen werken aan een vitale gemeente, gemeente Oirschot 2022-2026’ is het volgende opgenomen over de waarde van een samenredzame samenleving:
“Ons verenigingsleven, onze vrijwilligers en onze mantelzorgers spelen een uiterst belangrijke rol in een ‘ samenredzame ’ maatschappij. Zij kunnen ons helpen om de MENS sterker te maken, perspectief te blijven bieden en de schaarse middelen te kunnen besteden aan zorg voor mensen die het echt nodig hebben. Als wij zien hoe de mensen in de gemeente Oirschot nu al met elkaar omgaan en bereid zijn om elkaar verder te helpen, zien wij gouden kansen om onze inwoners en onze samenleving veerkrachtig en vitaal te houden, zodat iedereen kan meedoen binnen zijn of haar mogelijkheden.” 35
De samenredzaamheid komt onder druk door de eerdergenoemde dubbele vergrijzing en het gegeven dat jongeren zich minder vaak langdurig binden aan vrijwilligerswerk of maatschappelijke initiatieven. Inwoners ontmoeten elkaar niet meer vanzelfsprekend bij lokale initiatieven. Dit vraagt dus extra aandacht voor de randvoorwaarden voor ontmoeting en verbinding.
Ambitie 4: Meer inwoners zetten zich in voor de ander of voor de buurt |
Doel 4.1: Het sterke verenigingsleven blijft op peil.
Doel 4.2: Een gelijkblijvend of hoger percentage inwoners maakt deel uit van sociale verbanden waarin zijbetekenis vinden voor zichzelf of voor anderen, ondanks dubbele vergrijzing en de trend dat jongeren minder deelnemen in maatschappelijk leven.
Wat gaan we daarvoor doen
- ➢
We ondersteunen verenigingen en maatschappelijke initiatieven
We houden de kracht van het maatschappelijk veld op peil door adequaat subsidiebeleid (in ontwikkeling), het bieden van ondersteuning aan organisaties bij het verbinden van vraag en aanbod van vrijwilligers, we organiseren jaarlijks een ontmoeting met de verschillende verenigingen en maatschappelijke organisaties, integraal of vanuit de verschillende beleidspijlers. De inzet van de cultuurverbinder en de buurtsportcoach zijn hierbij belangrijk.
- ➢
We denken mee bij nieuwe initiatieven die bijdragen aan samenredzaamheid
Vanuit de instrumenten van het subsidiebeleid en participatie bieden we organisaties steun bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Het in deze collegeperiode beschikbaar gestelde projectenbudget voor inwonersinitiatieven kan ook worden ingezet door verenigingen als dit bijdraagt aan het versterken van de maatschappelijke verbanden of samenredzaamheid.
- ➢
We ontwikkelen de leefbaarheidsnetwerken verder door
In de leefbaarheidsnetwerken zijn we met inwoners in gesprek over thema’s op het gebied van ruimtelijke inrichting, veilig wonen en leefbaarheid in de wijk. In sommige netwerken worden nu al veel sociale initiatieven ontwikkeld. In de notitie ‘Doorontwikkeling leefbaarheidsnetwerken’ is als speerpunt opgenomen om naast aandacht voor fysieke thema’s in de buurt ook aandacht te geven aan randvoorwaarden voor het versterken van de samenredzaamheid in wijken of buurten. De medewerker leefbaarheidsnetwerken heeft hierbij een belangrijke functie.
- ➢
We geven brede aandacht aan het thema inclusie
Inclusie vraagt een denk- en werkwijze waarin vragen centraal staan zoals: welke inwoners bereiken we met dit initiatief en wie willen we bereiken? Voelen inwoners zich welkom en uitgenodigd om aan te sluiten bij een initiatief? Zijn er drempels voor deelname die we kunnen verlagen? In het beleid sociale leefomgeving, in de adviezen voor andere beleidsdomeinen, in communicatie-uitingen, in opdracht- en voortgangsgesprekken met onze partners is inclusie de komende periode een vast thema.
- ➢
We sturen op het inzetten van de methodiek positieve gezondheid als instrument voor het versterken van samenredzaamheid en terugdringen eenzaamheid
Vanuit het concept positieve gezondheid en vanuit de nieuwe inzichten over het terugdringen van eenzaamheid is aangetoond dat het niet gaat over meedoen alleen, maar ook over ertoe doen, en iets betekenen voor anderen. In de gesprekken met inwoners in wijken, aan de keukentafel of als zij zich melden met een ondersteuningsvraag, stellen we de vraag: ”wat kunt of wilt u doen voor anderen’. Zo nodigen we actief onze inwoners uit om mee te doen en iets te doen voor anderen. Samenredzaamheid en iets doen voor anderen begint bij de vraag aan iemand stellen. 36
3.5 Daardoor hebben inwoners minder professionele ondersteuning nodig
Wanneer de bovenstaande ambities onder doel 1 t/m 4 bereikt worden, is de verwachting dat er minder zware, professionele ondersteuning nodig is. Daarmee houden we grip op de uitgaven voor sociale leefomgeving.
Of minder professionele ondersteuning nodig is, meten we aan de hand van de volgende effecten:
Zelfredzame inwoners
- ➢
Het aantal mensen met een participatiewet-uitkering daalt sterker of blijft minimaal gelijk aan de landelijke trend bij een gelijkblijvende sterke arbeidsmarkt;
- ➢
Het percentage arbeidsparticipatie van inwoners tussen de 15 en 75 jaar stijgt door doordat ook inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV vaker werken;
- ➢
Het aantal inburgeraars dat werk vindt of deelneemt aan maatschappelijke initiatieven stijgt;
- ➢
Het relatief lage percentage beroep op Wmo-voorzieningen blijft gelijk of daalt verder ondanks de dubbele vergrijzing;
- ➢
Er zijn relatief minder doorverwijzingen naar maatwerkvoorzieningen of voorzieningen in de tweede lijn;
- ➢
Meer inwoners met geldzorgen komen vroeg in beeld en het aantal inwoners met een problematische schuld daalt;
- ➢
Percentage inwoners dat zichzelf eenzaam noemt blijft gelijk of daalt ondanks de gemiddeld stijgende leeftijd van inwoners;
Samenredzame samenleving
- ➢
Het percentage inwoners dat zich inzet voor anderen of in de buurt blijft gelijk of stijgt, tegen de brede trend in (dubbele vergrijzing en minder jongeren worden lid van verenigingen of verbinden aan vrijwilligerswerk)
- ➢
Het percentage escalerende situaties door verward gedrag daalt.
4. Investeren in randvoorwaarden voor het versterken van participeren en meedoen
In hoofdstuk 3 zijn de ambities, doelen voor participeren en meedoen beschreven. Per doel zijn een aantal acties benoemd voor het bereiken van de gewenste resultaten. Een aantal acties komen terug bij verschillende doelstellingen. In dit hoofdstuk beschrijven we de gemeentelijke inzet voor de komende periode op vier belangrijke randvoorwaarden om participeren en meedoen te versterken.
De randvoorwaarden voor het versterken van participeren en meedoen in de komende periode zijn:
- 1.
Versterken van vindbaarheid en zichtbaarheid van beschikbare voorzieningen en oplossingen voor participeren en meedoen voor inwoners zelf en voor onze professionele partners;
- 2.
Versterken van de ketensamenwerking en het faciliteren van een sterk maatschappelijk veld;
- 3.
Integraal werken en maken van effectieve verbindingen binnen beleidsthema’s van sociale leefomgeving en tussen sociale en fysieke leefomgeving;
- 4.
Positieve gezondheid als methodiek voor het versterken van participeren en meedoen.
Onderstaand geven we per randvoorwaarde een korte toelichting en benoemen we waar mogelijk al concrete acties en een planning.
4.1 Verbeteren van vindbaarheid en zichtbaarheid van aanbod en integrale toegang
Om de zelf- en samenredzaamheid te versterken is het belangrijk dat inwoners en onze partners weten wat inwoners zelf kunnen doen om hun situatie te verbeteren (normaliseren). In de komende periode verbeteren we de vindbaarheid en zichtbaarheid van informatie over algemene voorzieningen in het voorliggend veld, en maken we het aanbod van instrumenten en voorzieningen voor extra ondersteuning inzichtelijk.
Bij het versterken van de vindbaarheid en zichtbaarheid van het aanbod houden we rekening met de verschillende manieren waarop inwoners van verschillende leeftijden en niveaus van digitale vaardigheid hun informatie zoeken. Ook inwoners met een beperkte lees- of digitale vaardigheid of lager taalniveau moeten toegang hebben tot de informatie. Onze ketenpartners betrekken we bij het in beeld brengen van de informatie voor inwoners die niet zelfstandig de informatie kunnen vinden.
Aan onze ketenpartners en de maatschappelijke partners vragen we zelf actief informatie te delen over hun activiteiten om steeds zo optimaal mogelijk het aanbod in beeld te hebben voor alle inwoners met een vraag.
Beoogde start en doorlooptijd:
In 2023 zijn de eerste gesprekken met partners gevoerd en is een start gemaakt om de wensen en mogelijkheden in beeld te brengen. Op het moment van schrijven wordt de informatie op de website al verbeterd.
Besluitvorming voor het versterken van vindbaarheid en verwachten we Q3 2024, daarna volgt de verdere uitrol.
4.2 Versterken ketensamenwerking, faciliteren van een sterk maatschappelijk veld
In de komende periode worden besluiten genomen over de samenwerking voor de uitvoering van de taken op het gebied van sociale leefomgeving. Staan blijft: het werken met verschillende ketenpartners in de uitvoering lokaal en in de regio vraagt aandacht voor regie en goede samenwerkingsafspraken.
Onze ketenpartners en de maatschappelijke organisaties in Oirschot, Spoordonk en de Beerzen bieden samen een breed aanbod van voorzieningen en activiteiten die bijdragen aan participeren en meedoen. Soms zien we overlap of hiaten in de dienstverlening ontstaan. In de komende periode versterken we de onderlinge verbindingen tussen de partners in het domein sociale leefomgeving. Daarbij maken we een onderscheid tussen eerstelijnsoverleg met de ketenpartners en wat minder frequent ontmoetingen met maatschappelijke partners. Door het organiseren van ontmoetingen leren de partners elkaar beter kennen en worden de verbindingen sterker. Onderlinge vindbaarheid en zichtbaarheid en afstemming wordt zo verbeterd.
Eerstelijns overleg
Per themagebied Wmo en gezondheid en Participatiewet starten we met eerstelijns overleggen voor het integraal uitwisselen van informatie over ontwikkelingen op het gebied van sociale leefomgeving vanuit de thema’s participeren en meedoen, gezondheid, leefbaarheid en opvoeden en opgroeien. In de werkgroepen van dementievriendelijke gemeente, overleggen over mantelzorg en het lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie spreken de ketenpartners elkaar vaker.
Ontmoetingsbijeenkomsten met het maatschappelijk veld
We investeren in het voorveld volwassenen om ontmoetingen met, en verbinding tussen, het grote aantal maatschappelijke organisaties dat meedoen mogelijk maakt in stand te houden. We leggen daarbij verbindingen met de activiteiten in het kader van onder meer het welzijnswerk, sportakkoord, kunst en cultuur, laaggeletterdheid en de leefbaarheidsnetwerken voor een breed netwerk van mogelijkheden voor participeren en meedoen.
Lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie Oirschot 2024-2025
Het lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie is vastgesteld. De samenvatting van het lokaal uitvoeringsplan is opgenomen in bijlage 3. In 2024 nemen we regie op de uitvoering van het lokaal uitvoeringsplan. In het lokaal plan gaan we met de partners voor arbeidsparticipatie aan de slag met drie doelen:
- 1.
We brengen de doelgroep niet-werkende inwoners met verdienvermogen beter in beeld;
- 2.
We maken een analyse van het huidige aanbod voor (arbeids-)activering, participatie en werk en dichten hiaten in het aanbod voor vinden en houden van werk;
- 3.
We investeren in het verder versterken van de ketensamenwerking.
Verder ontwikkelen van rolvastheid bij opdrachtgever- en opdrachtnemerschap
In de afspraken met de ketenpartners voeren we het goede gesprek over de ambities en de gewenste uitkomst van de dienstverlening. We sturen op wat we willen bereiken en maken gebruik van de expertise van onze ketenpartners om deze doelen te realiseren. We maken afspraken over de wijze van monitoring van resultaten en kwaliteit en de wijze van rapportage.
4.3 Versterken van integraal werken binnen het beleidsdomein sociale leefomgeving en tussen de domeinen sociale en fysieke leefomgeving
Echt integraal denken over de grenzen van beleidsthema’s of afdelingen heen vraagt investeren in het kennen van de ontwikkelagenda’s in de beleidsdomeinen. We ontwikkelen middelen voor communicatie en in overlegstructuren om de integraliteit van de thema’s van participeren en meedoen een plek te geven in alle relevante beleidsthema’s. Oog voor inclusie hoort bij deze integrale opdracht.
Beleidsoverleg sociale leefomgeving
Gezondheidsbeleid en preventie, beleid opvoeden en opgroeien, de investeringen voor het lokaal en regionaal veiligheidsbeleid, de doorontwikkeling van de leefbaarheidsnetweken, het lokaal kunst- en cultuurbeleid, het subsidiebeleid, armoede- en schuldhulp-maatregelen, aanpak laaggeletterdheid en de nieuwe werkwijze voor de integrale aanvraag van preventiegelden GALA, het actieplan geschikt wonen, welzijn en zorg voor ouderen 2023-2024. Al deze beleidsthema’s en de daaraan gekoppelde initiatieven dragen bij aan het versterken van de voorwaarden om de doelen van participeren en meedoen te realiseren. Het beleidsoverleg is de tafel om de samenhang te bewaken en om de kansen van participeren en meedoen te versterken.
Integraal overleg met collega’s van fysieke leefomgeving, servicebedrijf, economie, wonen, ruimte en mobiliteit
Zoals eerder genoemd is een deel van de randvoorwaarden voor participeren en meedoen gelegen in het beleid van andere afdelingen. We zijn alert op beleidsontwikkelingen die kansen bieden voor participeren en meedoen en communiceren zelf actief met collega’s binnen de gemeente over de mogelijkheden om met kleine aanpassingen meer inclusief te zijn en de kansen voor participeren en meedoen te versterken.
4.4 Positieve gezondheid als methodiek voor het versterken van participeren en meedoen
Gesprekken voeren met inwoners vanuit positieve gezondheid vraagt een omkering in denken van het hebben van een probleem naar denken in termen van ‘Wat kan ik doen om mijn leven zo goed mogelijk vorm te geven.’
Door deze werkwijze in te zetten op zoveel mogelijk plekken in de keten willen we stimuleren dat inwoners zelf de vraag gaan stellen: wat kan ik zelf doen om mijzelf te redden. Je bewust zijn van de eigen mogelijkheden is vaak een eerste stap om ook anderen te kunnen helpen. We investeren in een brede bekendheid met de werkwijze van een brede intake, positieve gezondheid en het goede gesprek met inwoners.
De gesprekken met onze ketenpartners en het eerstelijnsoverleg bieden hiervoor de basis.
Binnen het beleidsteam is één van de collega’s de verantwoordelijke kartrekker om het thema te versterken in de organisatie en bij de samenwerkingspartners. Dit traject zal starten vanaf 2025.
5. Monitoring en evaluatie
We monitoren nu de resultaten in het domein sociale leefomgeving op verschillende manieren en niveaus. De gegevens die we ontvangen van onze partners gaan bijvoorbeeld over het aantal uitkeringen, het aantal re-integratievoorzieningen of het aantal inwoners dat een voorziening Wmo aanvraagt en ontvangt.
Daarnaast zijn er een aantal regionale en landelijke monitors over de beleving van gezondheid, eenzaamheid, maatschappelijke participatie, werk en uitkering, etc. Deze gegevens zijn vindbaar op diverse vindplekken, waarbij ook landelijk inzet is om de beschikbare informatie per gemeente in beeld te brengen. ‘Waar staat je gemeente’ is daar een goed voorbeeld van.
Een deel van de verzamelde informatie presenteren we twee keer per jaar aan de raad via de monitor sociale leefomgeving.
Om te weten of we de goede dingen doen en of we inderdaad op koers zijn in het realiseren van de ambities in de visie is een verdere uitbouw van monitoring en evaluatie een randvoorwaarde.
5.1 Ontwikkelen van een systeem voor monitoring en evaluatie
In de visie sociale leefomgeving zijn doelen geformuleerd die een brede maatschappelijke waarde hebben maar die lastig meetbaar of kwantificeerbaar zijn. De meer uitgewerkte doelen in dit beleidsplan geven richting om informatie te gaan verzamelen over het gewenste effect: zelf- en samenredzame inwoners in een positieve leefomgeving, waardoor minder een beroep hoeft te worden gedaan op maatwerkvoorzieningen.
In de komende periode werken we aan een systeem om de monitoring vorm te geven. Er is een goede set van indicatoren nodig, te beginnen met een 0-meting, om de ontwikkelingen gaan volgen.
Wat gaan we monitoren
In de monitoring maken we onderscheid tussen verschillende soorten indicatoren. Procesindicatoren laten zien wat we doen en welke ondersteuning we aanbieden. Resultaatindicatoren geven zicht op de uitkomst van de inzet van voorzieningen. Ook de waardering van inwoners over de eigen situatie en over de dienstverlening vormt onderdeel van de indicatoren voor monitoring en evaluatie. Een vierde lijn is de monitoring op financiële aspecten van de inzet van voorzieningen en instrumenten voor het realiseren van de beleidsopdracht.
We monitoren door tellen en vertellen
Naast het monitoren van cijfers is ook het verhaal van de inwoners van belang. Cijfers geven een beeld van een trend, of een beeld een van de relatieve situatie ten opzichte van andere gemeenten. We duiden de cijfers en vertellen het verhaal bij de cijfers.
Op basis van de gegevens van monitoring sturen we bij als nodig
We werken met het plan-do-check-act model: we verzamelen data, formuleren verwachtingen, monitoren wat de effecten zijn, en stellen de werkwijze bij als de resultaten niet naar verwachting zijn.
Uitvoeringsplan monitoring en evaluatie
De inzet voor monitoring en evalueren beschrijven we in een startnotitie waarbij we de 0-situatie vastleggen, de indicatoren en de wijze van monitoren gaan vastleggen. In deze startnotitie brengen we ook in beeld welke aanvullende onderzoeken of rapportages daarbij nodig zijn en hoe we deze data willen verzamelen.
Medio 2024 start een nieuwe medewerker die een coördinerende rol heeft op dit thema.
Het bouwen en versterken van het instrumentarium vraagt een langere looptijd. We zijn tevreden als eind 2026 de monitoring staat en we de trends en resultaten meer zichtbaar kunnen maken.
6. Ten slotte
“Niemand staat graag aan de zijlijn. Mensen willen er juist toe doen, gezien worden en hun talenten verder kunnen ontplooien. Ook als werken (even) niet meer kan. Daarom is het zo belangrijk dat iedereen mee kan blijven doen in onze maatschappij. Dat is niet alleen goed voor het zelfvertrouwen, maar ook voor het onderhouden van contacten en uiteindelijk zelfs voor de fysieke en mentale gezondheid.” – wethouder Corine van Overdijk – |
Looptijd van 4 jaar
Het beleidsplan participeren en meedoen heeft een looptijd van 4 jaar. Een deel van de activiteiten loopt al, andere activiteiten moeten nog starten. De uitkomst en zichtbare resultaten vragen een soms langere termijn. Niet alles kan tegelijk worden gestart. Na het vaststellen van het beleidsplan zal voor de vier randvoorwaarden die zijn genoemd in hoofdstuk 4 een plan van aanpak worden opgesteld.
Voorbehoud van stabiele lijnen en ontwikkelingen
Dit beleidsplan komt tot stand na een bijzondere periode in het domein sociale leefomgeving. Eerst waren er
twee coronajaren, daarna startte een oorlog in Oekraïne met als gevolg opvang van vluchtelingen en sterk stijgende kosten voor energie en levensonderhoud. Deze onverwachte ontwikkelingen hebben naast een grote impact voor huishoudens ook een grote impact op de beleidscapaciteit bij de gemeente. De huidige krappe arbeidsmarkt maakt dat we regelmatig wisselingen in de bezetting hebben. In de afgelopen twee jaar is geïnvesteerd in de uitbreiding van de personele capaciteit voor Wmo en participatie. De verwachting is dat onder normale omstandigheden de capaciteit voldoende is om de uitvoering van het beleidsplan gefaseerd op te pakken.
Aansluiten bij landelijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in sociale zekerheid
We bewegen mee in landelijke ontwikkelingen in de verschillende themagebieden die in dit beleidsplan aan de orde zijn gekomen. We zien nieuwe technologische ontwikkelingen waardoor meer ouderen zelfstandig kunnen wonen, krapte op de arbeidsmarkt biedt ruimte om meer inwoners te laten participeren in werk. Dezelfde krapte geeft ook uitdagingen om de juiste zorg te kunnen blijven bieden. We sluiten aan bij de mogelijkheden voor het aanvragen van budget voor preventie, gezondheid en kansen voor kwetsbare inwoners.
Planning op hoofdlijnen
In de onderstaande tabel presenteren we de geplande nieuwe activiteiten voor de komende periode met start- en einddata van projecten.
Ambities beleidsplan |
Meetbare doelen
|
Activiteiten Planning en doorloop 2024 – 2027
|
1. Meer inwoners participeren naar vermogen |
1.1: Het aandeel inwoners dat participeert binnen de Participatiewet neemt toe. |
- Q2 2024-Q2 2025: uitvoering lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie. Daarin aandacht voor: - elke inwoner met een uitkering van de gemeente heeft een plan - versterken van aanbod instrumenten re-integratie en dichten van hiaten in lokaal aanbod - versterken ketensamenwerking arbeidsparticipatie naar een sluitende keten (met aandacht voor de positie van werkgevers) - in gesprek met UWV voor het bereiken van bredere doelgroep werkzoekenden - versterken van het gebruik van regionaal aanbod Huis naar Werk met instrumenten voor werk vinden zoals IPS, loopbaanadvies, banenmarkten, scholing, etc. - Q1-Q4 2024: vervolg Pilot Participatiehuis, laagdrempelig inzetten op trajecten voor meedoen of werk - Q1-Q4 2024: verkenning uitvoering Participatiewet met nieuwe partner, realisatie 2025. We verwachten daarmee meer instrumenten voor participeren en meedoen dichter bij huis beschikbaar te krijgen. |
1.2: Het percentage niet-werkenden met een arbeidsbeperking en geen Participatiewet-uitkering dat doorstroomt naar werk of meedoen neemt toe. |
||
2. Ouderen en kwetsbare inwoners kunnen in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig leven met een goede kwaliteit van leven |
2.1: Het percentage ouderen (75+) en andere kwetsbare inwoners dat vindt dat zij zorg en ondersteuning goed geregeld hebben neemt toe. |
- Q3 2024 en verder: uitvoeren actieplan wonen, zorg en welzijn ouderen - Q1-Q4 2024: Netwerk dementievriendelijke gemeente realiseert activiteiten voor bewustwording en scholing. Inzet is certificering van gemeente als dementievriendelijke gemeente - Q1 2025: verkenning uitvoering Wmo van GRSK naar WIJzer: versterken lokaal aanbod en oplossingen dichtbij, passend aanbod van maatwerkvoorzieningen als nodig - Q1 2024 en verder: korte lijnen met afdeling wonen voor passend woningaanbod - doorontwikkeling ondersteuning mantelzorgers - 2024 evaluatie: pilot leef samen: inzet technologie maakt langer zelfstandig wonen mogelijk. Na evaluatie besluitvorming vervolg. - 2024 en verder: verkennen van woonvormen in het kader van ‘het Juiste Thuis’ - 2024 en verder: versterken wijkgerichte aanpak WIJzer |
2.2: Het percentage ouderen en kwetsbare inwoners dat eigen regie heeft/ervaart over zijn leven neemt toe. |
||
3. Iedereen heeft een gelijke kans om mee te kunnen doen |
3.1: Meer inwoners maken gebruik van het collectief en preventief aanbod van voorzieningen. Zij vergroten daarmee hun kansen voor participeren en meedoen. |
Beleidsplannen en actieplannen voor gelijke kansen liggen met name in flankerend beleid Q4 2024-2025: herijken aanpak armoede en schulddienstverlening Q1 2025: herijken aanpak laaggeletterdheid Q1 2024 en verder: preventieactiviteiten GALA worden vervolgd en gestart Q3 2024 en verder: eerstelijns bijeenkomst gezondheid, Q2 2024: start periodieke netwerkbijeenkomsten partners armoede en schulden Q1 2024: doorlopende investering leefbaarheidsnetwerken en buurtactiviteiten - 2024 en verder: versterken wijkgerichte aanpak WIJzer - 2024: Evaluatie en besluit vervolg inzet Wijk-GGD-er - Q1 2025: Netwerkbijeenkomst met ketenpartners voor vroege herkenning kwetsbaarheid en werken vanuit positieve gezondheid |
3.2: We bieden tijdig ondersteuning waardoor zwaardere ondersteuning of de kans op crises bij kwetsbare inwoners wordt verminderd. |
||
4. Meer inwoners zetten zich in voor de ander of voor de buurt |
4.1: Het sterke verenigingsleven blijft op peil. |
- Q3 2024 en verder: medewerker voorveld volwassenen is actief. Actieplan wordt ontwikkeld. (ism leefbaarheid, welzijswerk, sportbeleid, subsidiebeleid, kunst- en cultuur, bibliotheek, etc.). |
4.2: Een gelijkblijvend of hoger percentage inwoners maakt deel uit van sociale verbanden waarin zij betekenis vinden voor zichzelf of voor anderen |
Ondertekening
Bijlage 1 Samenvatting Visie sociale leefomgeving
In 2021 is de Strategische visie sociale leefomgeving ‘Samen voor een sociaal Oirschot’ vastgesteld.
In de visie is de keuze gemaakt om “nog meer in te zetten op het versterken van de kracht van de inwoners en de samenleving, waardoor mensen meer mee kunnen doen en minder (zware) zorg en ondersteuning nodig hebben. Inwoners krijgen steun wanneer dat nodig is, soms vanuit de samenleving en soms in de vorm van een maatwerkvoorziening vanuit de gemeente.
Ambitie: ”In de gemeente Oirschot zijn inwoners en de samenleving vanuit eigen kracht en vanuit een positieve leefomgeving samenredzaam.”
Inzetten op transformatie
We zetten in op transformatie in het beleid sociale leefomgeving. Transformatie gaat over het versterken van de kracht van de inwoner en van de samenleving, waardoor mensen meer mee kunnen doen en minder (zware) zorg en ondersteuning nodig hebben. We maken de beweging van zorgen vóór naar zorgen dát. De nadruk ligt op het herstel van het gewone leven (normaliseren).
Integraal werken als kern van de strategische visie
We kiezen ervoor verschillende thema’s binnen de sociale leefomgeving nadrukkelijker in samenhang te organiseren: participatie en meedoen, gezondheid en leefstijl, opvoeden en opgroeien, sociale veiligheid en leefbaarheid zijn de overkoepelende thema’s. Door een integrale, samenhangende aanpak met aandacht voor alle leefgebieden van inwoners sluiten we aan bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van inwoners, zodat ze meetellen, bijdragen en mee kunnen doen naar vermogen. Door verschillende beleidsterreinen te verbinden komen we tot nieuwe betere manieren van organiseren die meer bijdragen aan de transformatie.
De inrichting van de woonomgeving draagt bij aan het realiseren van de doelen van sociale leefomgeving: een veilige, gezonde en sociale woonomgeving draagt bij aan de zelf- en samenredzaamheid, maatschappelijke effecten die we willen bereiken binnen het beleidsveld sociale leefomgeving.
Investeren in preventie, lichte en nabije ondersteuning en ondersteuning op maat als nodig
In de visie beschrijven we een andere, meer optimale, rolverdeling tussen inwoners, maatschappelijke instellingen en de gemeente. We investeren in lichte en nabije ondersteuning in voorzieningen in het maatschappelijk voorveld, in gerichte preventie en ondersteuning voor kwetsbare inwoners waar mogelijk en in individuele ondersteuning op maat wanneer dat nodig is.
We vinden het belangrijk om te sturen op de gewenste maatschappelijke effecten, waarbij we ruimte laten aan professionals in de uitvoering voor de invulling van de gewenste of noodzakelijke interventie. We willen voldoende ruimte voor innovaties houden. Vroegsignalering is een speerpunt: hoe eerder we problemen kunnen ondervangen, hoe hoger de winst. We vergroten het welzijn van inwoners en voorkomen kosten.
Positieve gezondheid
We werken vanuit het gedachtegoed van positieve gezondheid37 . Als inwoners een hulpvraag stellen focussen we op de mogelijkheden en beschikbare hulpbronnen zoals de eigen competenties en talenten en op wat het leven betekenisvol maakt, in plaats van op problemen en klachten. De focus ligt op beter worden of, als dat niet kan, ermee om leren gaan in het dagelijks leven en daarbij zoveel mogelijk eigen regie te voeren.
We onderzoeken samen met de inwoner welke hulpbronnen beschikbaar zijn en welke bronnen we kunnen versterken voor een zo goed mogelijk bestaan.
We sturen op maatschappelijke effecten
We richten ons op vier gewenste maatschappelijke effecten: zelfredzame inwoners, een samenredzame maatschappij, een positieve leefomgeving, waardoor inwoners minder professionele ondersteuning nodig hebben.
Zelfredzame inwoners
Zelfredzame inwoners doen naar vermogen38 mee aan de maatschappij. Ze kunnen zelf of met behulp van hun sociale omgeving eventuele problemen oplossen of opvangen. Kernbegrippen zijn: eigen kracht (zelf kunnen), eigen regie (zelf bepalen) en eigen verantwoordelijkheid (zelf moeten of mogen). Zelfredzaamheid is een basisvoorwaarde om te kunnen meedoen naar vermogen. We werken aan gelijke kansen om mee te kunnen doen.
Samenredzame maatschappij
We streven naar een maatschappij waarbij inwoners zo min mogelijk afhankelijk zijn van de overheid. Inwoners zoeken hun eigen oplossingen, helpen elkaar, al dan niet ondersteund door professionele of informele organisaties. Door vertrouwen te geven bouwen we aan vertrouwen in elkaar.
Positieve leefomgeving
Binnen sociale leefomgeving richten we ons op sociale veiligheid, in nauwe relatie met de andere aspecten van veiligheid en leefbaarheid. Sociale veiligheid betekent dat inwoners een positieve leefomgeving ervaren.
Beoogd effect: Inwoners hebben minder professionele ondersteuning nodig
De aanname is dat inwoners minder professionele ondersteuning nodig hebben als gevolg van de sturing op de drie voorgaande doelen.
In de visie zijn per kernbegrip een aantal doelen geformuleerd om inkleuring te geven aan de begrippen. Deze doelen zijn weergegeven in een doelenboom. Per doel is weergegeven vanuit welk integraal thema een bijdrage wordt geleverd voor de realisatie van het betreffende doel.
Leidende principes voor de uitvoering
Als regiegemeente vragen we onze partners in de uitvoering om te werken vanuit dezelfde leidende principes: “werken vanuit vertrouwen”, “eigen kracht staat centraal”, “samen met de samenleving”, “professionele ondersteuning op maat wanneer méér nodig is” en “een efficiënte bedrijfsvoering”.
Met de gekozen koers in de strategische visie is de ambitie om meer focus op resultaten te leggen en grip op de kosten te houden gezien de te verwachten groeiende vraag naar ondersteuning als gevolg van het gemiddeld ouder worden van onze inwoners.
Doelenboom Samen voor een Sociaal Oirschot
Bijlage 2 Ketenpartners en maatschappelijke partners
Vanaf 2018 werken we in de gemeente Oirschot met één centrale toegang voor inwoners met vragen op het gebied van het sociaal domein: WIJzer Oirschot. Voor de uitvoering van de taken rond participeren en meedoen zijn er uitvoeringsafspraken met verschillende ketenpartners: KempenPlus, WSD, WIJzer, MEE en de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant en team MD van GRSK. Onderstaand een korte beschrijving van de ketenpartners en maatschappelijke partners.
KempenPlus
KempenPlus (voorheen ISD De Kempen) verzorgt op basis van een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) de uitbetaling van de uitkeringen en de uitkeringsadministratie voor de Participatiewet. Daarnaast ondersteunen de Participatiecoaches van KempenPlus uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden bij het voorbereiden op en het vinden van werk eventueel met inzet van instrumenten zoals loonkostensubsidie en begeleiding.
KempenPlus verzorgt naast Participatiewet ook de brede intake en het persoonlijk inburgeringsplan voor inwoners die in het kader van de Wet inburgering 2021 een beroep op dienstverlening doen.
WSD
WSD biedt werk en begeleiding voor inwoners met een (grote) begeleidingsbehoefte. Dit kan gaan om werk in een beschutte omgeving in het eigen werkbedrijf of werk bij reguliere bedrijven. Daarnaast biedt WSD trajecten voor de Zelfredzaamheidsroute onder de Wet inburgering 2021.
WIJzer
WIJzer is in de gemeente Oirschot de integrale toegang voor alle vragen van inwoners op sociaal gebied zoals (mantel)zorg, jeugdhulp, WMO, wonen en (vrijwilligers)werk. Doel is dat inwoners zo drempelloos mogelijk hun vraag kunnen stellen. Voor vragen over het vinden van werk is er lokaal het emplooispreekuur en een regionaal (online en fysiek) Werkcafé als ontmoetingsplek voor werkzoekenden. Wanneer een inwoner vragen heeft over het aanvragen van een uitkering, verwijst WIJzer door naar KempenPlus of UWV, afhankelijk van de vraag. Bij een doorverwijzing naar werk met voorzieningen is WSD het eerste aanspreekpunt.
WIJzer, WSD en KempenPlus werken samen in de transformatiepilot Participatiehuis. In het Participatiehuis bieden we inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt door middel van maatwerkbegeleiding ondersteuning om naar vermogen te participeren.
Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant en Huis naar Werk
Met de invoering van de Participatiewet zijn gemeenten ingedeeld in 35 arbeidsmarktregio’s voor de afstemming van onder meer de werkgeversdienstverlening. De gemeente Oirschot maakt deel uit van de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant met Eindhoven als centrumgemeente. In de arbeidsmarktregio werken gemeenten, UWV, onderwijs, ondernemers en vakbonden samen om door middel van regionale projecten in Huis naar Werk vraag en aanbod van werknemers en werkgeversdienstverlening te verbinden, onder meer voor de invulling van de banenafspraak39.
Ketenpartners bij meedoen
WIJzer; Integrale toegang, hulp bij vragen, activiteiten voor inwoners met hulpvragen en vrijwilligerswerk
In de gemeente Oirschot biedt WIJzer advies en ondersteuning bij ‘alle vragen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning in het kader van de Wmo, mantelzorg, opvoeden en opgroeien, werken, ontmoeten, geldzaken en formulieren, actief worden in de buurt of vrijwilligerswerk’. WIJzer organiseert en ondersteunt veel activiteiten samen met vrijwilligers en andere organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn.40
WIJzer heeft een basis in Oirschot, maar vanuit Wijzer werkten bijvoorbeeld de dorpsondersteuners, de buurtsportcoach en het jongerenwerk op diverse locaties in de gemeente. Vanaf 2023 zal WIJzer nog meer dan voorheen ook in de andere kernen haar basis hebben.
MEE De Meent Groep
Als iemand een beperking of een chronische ziekte heeft, is het regelen van dagelijkse zaken soms ingewikkeld. MEE biedt onafhankelijke cliëntondersteuning (advies, hulp bij het aanvragen) bij bijvoorbeeld het vinden van een woonplek, passende zorg, geldzaken, opvoeding, dagbesteding, vervoer, onderwijs, vrijetijdsbesteding en werk. Op locatie bij WIJzer werkt parttime een ervaren consulent van MEE De Meent Groep.
Bibliotheek de Kempen
De bibliotheek heeft een belangrijke maatschappelijke functie als het gaat om het ondersteunen van zelfredzaamheid. Zij hebben een opdracht bij het versterken van taal-, lees-, reken en digitale vaardigheid en bieden voor de gemeente Oirschot de basis voor het Informatiepunt Digitale Overheid. Inwoners kunnen terecht met vragen over DigiD, belastingen en toeslagen, het vinden van zorg, werk of uitkering, rijbewijs, aanvragen van AOW, betalen van verkeersboetes, inburgering41.
GRSK team Maatschappelijke Dienstverlening (MD)
Bij MD van de GRSK kunnen inwoners van de gemeente terecht voor hulp zoals hulpmiddelen voor dagelijks zelfstandig wonen en zorg, ondersteuning en begeleiding onder de Wmo, Jeugdhulp en schuldhulpverlening.
Maatschappelijke partners: verenigingen, maatschappelijke organisaties en leefbaarheidsnetwerken
In de gemeente Oirschot zijn bovengemiddeld veel verenigingen en maatschappelijke initiatieven. Al deze initiatieven op het gebied van leefbaarheid, cultuur, sport, vrije tijd en informatie of hulp bieden een scala van ontmoetingsmogelijkheden en kansen voor sociale verbindingen voor inwoners.
Bijlage 3 Samenvatting lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie
Met het opstellen van het Lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie Oirschot 2024-2025 willen we bereiken dat meer inwoners van de gemeente Oirschot passend werk vinden.
In dit plan vertalen we de uitgangspunten uit de visie sociale leefomgeving “Samen voor een sociaal Oirschot”, de doelen uit het beleidsplan participeren en meedoen (i.o.) en de ambitie van WSD om met de kennis en expertise van WSD de lokale infrastructuur voor werk en ondersteuning bij het vinden en houden van werk te versterken, naar drie actielijnen:
- 1.
We brengen de doelgroep niet-werkende inwoners met verdienvermogen beter in beeld;
- 2.
We maken een analyse van het huidige aanbod voor (arbeids-)activering, participatie en werk en dichten hiaten in het aanbod voor vinden en houden van werk;
- 3.
We investeren in het verder versterken van de ketensamenwerking. Hoe? Wat missen we nu dan?
Als basis voor het uitvoeringsplan is een analyse gemaakt van de huidige mate van arbeidsparticipatie en uitkeringsafhankelijkheid in de gemeente Oirschot. Daaruit blijkt dat de doelgroep van 150 inwoners die bekend is in de gemeentelijke dienstverlening op basis van een bijstandsuitkering, IOAW (Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) en IOAZ (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) een relatief klein deel vormt ten opzichte van de inwoners met een uitkering via het UWV. Circa 788 inwoners ontvingen eind 2022 een uitkering op basis van werkloosheid (WW), of arbeidsbeperkingen (WIA, WAO en Wajong). Van de ruim 600 inwoners met een uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid heeft een deel wel (gedeeltelijk) arbeidsvermogen.
1) De doelgroep niet-werkende inwoners met verdienvermogen beter in beeld
Uit de CompetenSys-scan die in 2022 is uitgevoerd door KempenPlus blijkt dat een deel van de uitkeringsgerechtigden met een Participatiewet-uitkering niet direct bemiddelbaar is naar werk. We brengen in beeld wat deze groep nodig heeft om stappen te maken richting werk of participatie.
Ondertussen benaderen we actief en laagdrempelig inwoners die nu nog niet werken, maar wel zouden willen werken. Zij kunnen zichzelf melden als zij dienstverlening willen richting werk. We gaan in gesprek met UWV over wat zij kunnen betekenen voor de kans op werk en participatie voor deze inwoners. De instrumenten die worden ingezet zijn in eerste instantie instrumenten van UWV of van Huis naar Werk.
2) Analyse van het huidige dienstverleningsaanbod en dichten van hiaten
Met de partners in de werk- en participatieketen maken we een analyse van de huidige instrumenten voor ondersteuning bij het vinden van werk en participatie voor alle doelgroepen. Zo komt ook in beeld welke schakels ontbreken. We kijken naar het beschikbare aanbod vanuit het oogpunt van verschillende doelgroepen werkzoekenden. Daarbij is specifiek oog voor de behoefte van schoolverlaters uit het Praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en mbo entree.
Werkgevers bieden leer-en stagemogelijkheden en anderzijds zijn zij op zoek naar moeilijk te vinden personeel in de huidige krappe arbeidsmarkt. In samenwerking met de Oirschotse linking pin in het Werkgeversservicepunt (WSP) brengen we de mogelijkheden en de vragen van lokale ondernemers in beeld.
3) Verder versterken van de ketensamenwerking
In de gemeente Oirschot werken we met verschillende partners met ieder een eigen rol in de dienstverlening aan inwoners die werk zoeken. In het verleden zijn in projectvorm al goede ervaringen opgedaan. Door het verder ontwikkelen van de samenwerking en het benutten van ieders competentie versterken we de dienstverlening aan inwoners.
Om deze doelen te realiseren richten we een werkgroep in van de meest betrokken partners in het domein arbeidsparticipatie. De planning is om met de werkgroep in de komende periode tot voorjaar 2025 te werken aan de drie genoemde doelen.
Als de werkgroep haar taken heeft afgerond zijn de volgende resultaten bereikt:
- -
Inwoners die tot de doelgroep horen én die al bekend zijn bij één van de partners zijn goed in beeld en hebben een passend aanbod voor participatie of meedoen of werken aan de randvoorwaarden om de kans op werk te versterken.
- -
Inwoners die niet onder de dienstverlening van de Participatiewet vallen, vinden beter de weg naar ondersteuning bij het vinden of houden van werk met inzet van voor hen beschikbare lokale en regionale instrumenten.
- -
De beschikbare instrumenten lokaal en regionaal zijn bekend bij de ketenpartners, we zetten voor elke inwoner het best passende instrument voor het ondersteunen van arbeidsparticipatie in.
- -
We ontwikkelen (lokaal) aanbod voor de hiaten in de dienstverlening:
- •
het aanbod is laagdrempelig en breed toegankelijk;
- •
we sluiten aan bij wat mensen al wel kunnen en voegen voorzieningen toe waar nodig om te zorgen dat inwoners zoveel mogelijk zelf hun weg naar werk kunnen vormgeven;
- •
we betrekken waar mogelijk ondernemers en bedrijven om meer inwoners op weg naar werk te helpen.
- •
Achterliggend doel voor WSD is de omvang van het werknemersbestand op peil te houden op 2100 medewerkers. Daarvan zouden circa 140 inwoners uit de gemeente Oirschot afkomstig kunnen zijn. We verwachten dat we door het inzetten van de genoemde drie lijnen circa 30 inwoners extra in de komende 3 jaar een passend aanbod voor participatie en meedoen kunnen bieden.
Bijlage 4 Model positieve gezondheid
Machteld Huber introduceerde het concept positieve gezondheid42 in Nederland in 2012. In dit concept is gezondheid niet de af- of aanwezigheid van ziekte, maar is gezondheid het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. In deze visie is gezondheid niet meer het domein van de zorgprofessionals, maar van ons allemaal. Het gaat om het vermogen om met veranderende omstandigheden om te gaan.
Huber onderscheidt zes gezondheidsdimensies om het ‘gezondheidswelzijn’ te meten:
- 1.
lichaamsfuncties: medische feiten, medische waarnemingen, fysiek functioneren, klachten en pijn, energie;
- 2.
mentale functies en -beleving: cognitief functioneren, emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht;
- 3.
spiritueel/existentiële dimensie: zingeving, doelen/idealen nastreven, toekomstperspectief, acceptatie;
- 4.
kwaliteit van leven: kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaren gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans;
- 5.
sociaal maatschappelijke participatie: sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol werk;
- 6.
dagelijks functioneren: basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele ADL, werkvermogen, zelfredzaamheid op gezondheid.
Kansen
- •
De mens staat centraal.
- •
Het concept benadrukt het ‘potentieel’, niet wat niet meer gaat.
De focus op ‘gezondheid’ in plaats van op ziekte helpt beleidsmakers en politici anders te denken en het aanbod beter aan te laten sluiten bij de vraag.
Uitdagingen
- •
Meetbaar maken positieve gezondheid.
- •
De complexiteit van het brede begrip hanteerbaar maken en toepassen in de dagelijkse praktijk.
Positieve gezondheid in perspectief
Naast de potentie van het concept plaatsen professionals het concept positieve gezondheid ook in perspectief. Bijvoorbeeld:
- •
Gezondheid is een middel opdat iemand zijn/haar ding kan doen en geen doel op zich.
- •
Waar blijft ziekte in het concept positieve gezondheid?
- •
Is het wel voor iedereen haalbaar?
- •
Is het concept wel zo vernieuwend in de publieke gezondheidszorg?
Bijlage 5 Cijfers participeren en meedoen
Aantal Wmo voorzieningen in de gemeente Oirschot per jaar43 |
|||||||
|
jan-dec 2019 |
jan-dec 2020 |
jan-dec 2021 |
jan-dec 2022 |
jan-dec 2023 |
Duiding van de trend |
|
Begeleiding |
Begeleiding |
190 |
191 |
180 |
174 |
183 |
Stabiel |
Beschermd Wonen |
Beschermd Wonen |
16 |
8 |
12 |
10 |
8 |
Dalend na 2019 ws door overgang naar WLZ |
Hulp bij het huishouden |
Hulp bij het huishouden |
465 |
505 |
494 |
510 |
519 |
Hoog en stijgend sinds 2018 Ws vergrijzing als verklaring |
Rolstoelvoorziening |
Kindvoorziening |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
Onderhoud en reparatie |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
|
Overige rolstoelvoorziening |
3 |
6 |
7 |
8 |
10 |
Geleidelijke stijging |
|
Rolstoel |
179 |
163 |
133 |
116 |
110 |
Sterk dalende trend |
|
Sportvoorziening |
3 |
3 |
3 |
3 |
2 |
|
|
Tijdelijk Verblijf |
Tijdelijk Verblijf |
2 |
3 |
1 |
1 |
2 |
|
Vervoersvoorziening |
Bijzondere fiets |
47 |
49 |
41 |
29 |
24 |
Dalende trend |
CVV |
453 |
442 |
344 |
368 |
336 |
25% daling vanaf 2021 |
|
Overige vervoersvoorziening |
17 |
40 |
60 |
70 |
81 |
Sterke stijging va 2018 |
|
Scootmobiel |
113 |
119 |
115 |
122 |
122 |
Relatief stabiel |
|
Taxikosten |
6 |
7 |
4 |
4 |
4 |
|
|
Woonvoorziening |
Douche/toiletvoorziening |
24 |
22 |
23 |
21 |
20 |
Stabiel |
Onderhoud en reparatie |
53 |
43 |
32 |
26 |
24 |
25% daling 2021 |
|
Overige woonvoorzieningen |
14 |
20 |
20 |
22 |
28 |
Aantal is verdubbeld va 2019 |
|
Patiëntenliften /tilliften |
10 |
9 |
10 |
12 |
12 |
|
|
Trapliften |
51 |
64 |
60 |
62 |
72 |
Stijging vanaf 2018 Langer zelfstandig wonen? |
|
Verhuis/inrichtingskosten |
|
|
1 |
2 |
2 |
|
|
Woningaanpassing |
20 |
22 |
19 |
|
16 |
Stabiel |
|
Totaal |
1.668 |
1.712 |
1.558 |
1.573 |
1.573 |
|
Werknemers in beschut werk |
|
Stand per einde jaar |
Aantal inwoners werkzaam in het kader van WSW en P-wet bij of via WSD44 |
2013 |
135 |
2014 |
142 |
|
Aantal inwoners werkzaam in het kader van WSW én de PW bij of via WSD |
2019 |
121 |
2020 |
109 |
2021 |
108 |
2022 |
108 |
2023 |
106 |
|
|
Oorspronkelijke uitkeringsachtergrond van werkzame personen in de WSW op 1 januari 201545 |
|
Bijstand (ABW, WWB, WIK, IOAW) |
38 |
WAJONG |
24 |
WAO/WIA |
50 |
ZW/IVA/WW |
10 |
Onbekend |
25 |
NUG |
15 (mogelijk deels schoolverlaters) |
Totaal |
162* à ca 60 personen = 40% meldt zich niet meer aan na 2015 |
Onbenut arbeidspotentieel in Zuidoost-Brabant en in Oirschot46 |
De grafiek links laat de procentuele verdeling van het onbenut arbeidspotentieel zien in Zuidoost-Brabant. De rechter grafiek laat het percentage van de beroepsgeschikte bevolking zien dat binnen de doelgroep van onbenut arbeidspotentieel valt. Onder onbenut arbeidspotentieel vallen:
- 1.
Onderbenutte deetijdwerkers. Mensen die op korte termijn méér uren kunnen en willen werken.
- 2.
Semi-werklozen die wel recentelijk gezocht hebben naar werk, maar niet op korte termijn beschikbaar zijn.
- 3.
Semi-werklozen die wel op korte termijn beschikbaar zijn voor werk, maar niet recentelijk gezocht hebben.
- 4.
Werklozen. Mensen zonder betaald werk, die recentelijk actief naar werk hebben gezocht én daarvoor op korte termijn beschikbaar zijn (ILO-werkloosheidsindicator).
Bijlage 6 Gesprekken ter voorbereiding op het beleidsplan
- 1)
Bijeenkomst met ketenpartners:
Bibliotheek, GGD Brabant-Zuidoost, GGzE, KempenPlus, LEV, MD, MEE de Meentgroep, WSD.
- 2)
Bijeenkomst met collega’s van de teams fysieke leefomgeving, bouwen, wonen, economie en
servicebedrijf van de gemeente Oirschot
- 3)
Themasessie met het college van de gemeente Oirschot
- 4)
Themabijeenkomst met raadsleden van de gemeente Oirschot
- 5)
Klankbordgesprek met een afvaardiging van de Adviesraad Zorg en Samenleving Oirschot
- 6)
Bijeenkomst met vertegenwoordigers van de Leefbaarheidsnetwerken Oirschot en de Beerzen
- 7)
Bijeenkomst Maatschappelijke partners:
In gesprek met 28 vertegenwoordigers van 35 maatschappelijke organisaties en verenigingen in
de gemeente Oirschot
- 8)
Presentatie hoofdlijnen van het beleidsplan in het eerstelijns overleg sociale leefomgeving
- 9)
Presentatie conceptbeleidsplan aan een afvaardiging van de Adviesraad Zorg en Samenleving Oirschot
Bijlage 7 Lijst van afkortingen
ABW Algemene Bijstandswet
ADL Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen
AOW Algemene Ouderdomswet
BW Beschermd Wonen
CBS Centraal Bureau Statistiek
GGzE Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en omgeving
GRSK Gemeenschappelijk regeling samenwerkingsverband Kempengemeenten
IOAW Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
IOAZ Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
IVA Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
MD Team maatschappelijke dienstverlening
NUG Niet-uitkeringsgerechtigde
PBL Planbureau voor de Leefomgeving
Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten
WAO Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wi2021 Wet inburgering 2021
WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WIK Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars
WIJzer Integrale toegang voor inwoners in de gemeente Oirschot voor vragen op het sociaal domein
Wlz Wet langdurige zorg
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning 2025
WSD Werkvoorzieningsschap de Dommel
WSW Wet Sociale Werkvoorziening
WW Werkloosheidswet
WWB Wet Werk en Bijstand
ZW Ziektewet
Noot
1https://cuatro.sim-cdn.nl/oirschot/uploads/collegeprogramma_gemeente_oirschot_2022-2026_samen_werken_aan_een_vitale_gemeente_0.pdf?cb=HySUhn7j
Noot
2Gemeente Oirschot, Samen voor een sociaal Oirschot, Strategische visie sociale leefomgeving, 2021.
Noot
3MD: Team Maatschappelijke Dienstverlening van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK).
Noot
4Raadplegen: De gemeente vraagt inwoners om hun mening, hun opvattingen over of visie op bepaalde beleidsonderwerpen. De burgerrol is die van informant. De deelname is relatief kort en weinig inspannend, de verantwoordelijkheid is licht. De vrijheid van ‘de politiek’ om de resultaten te gebruiken is relatief groot. (Bron: www.participatiewijzer.nl)
Noot
5Nota Burgerparticipatie in Oirschot, juli 2018 .https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR611586
Noot
6In 2016 publiceerde Movisie een samenvatting van onderzoeksresultaten die de relatie tussen participeren en meedoen en gezondheid en welzijn in beeld brengen. De conclusies, kort samengevat luiden: anderen ontmoeten draagt overwegend bij aan gezondheid, zorgen voor anderen draagt bij aan gezondheid, bijdragen aan de samenleving heeft een positieve invloed op de ervaren gezondheid, werken maakt gezond en financieel de zaken op orde hebben draagt bij aan gezondheid. Vanuit deze kennis vinden we investeren in participeren en meedoen belangrijk.
Noot
7Nivel, Meedoen in de samenleving 2009 – 2019, Update kerncijfers Participatiemonitor, maart 2021 https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004004.pdf
Noot
8Artikel 2.1.2 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, https://wetten.overheid.nl/BWBR0035362/2021-07-01
Noot
15https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/nederland-regionaal/informatie-voor-gemeenten/nieuwsbrief-regionaal/nieuwsbrief-regionaal-december-2022
Noot
16Cijfers UWV: https://www.uwv.nl/overuwv/kennis-cijfers-en-onderzoek/statistische-informatie/atlas-sociale-verzekeringen-2021.aspx Cijfers Bijstandsuitkeringen gemeente: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80794ned/table?ts=1675092777857
Noot
18Een samenvatting van het lokaal uitvoeringsplan arbeidsparticipatie Oirschot 2024-2025 is opgenomen in bijlage 3 van dit beleidsplan.
Noot
23Cubiss kennisbank voorwaarden voor meedoen: https://www.cubiss.nl/sites/default/files/bestanden/kennisbank/Arbeidsmarktregio_ZuidoostBrabant.pdf
Noot
24https://www.waarstaatjegemeente.nl/Jive/ViewerReportContents.ashx?report=wsjg_bp_benchmark&inp_geo=gemeente_823
Noot
25Bron: waar staat je gemeente https://www.waarstaatjegemeente.nl/dashboard/embedded.aspx?dashboard=Dashboard&tileid=439&theme=c635882784903217881&Regionlevel=gemeente344&Regioncode=823&referencelevel=stedelijkheid&referencecode=4
Noot
26PBL en CBS, Regionale bevolkings- en huishoudensprognoses 2022 – 2050: https://longreads.cbs.nl/regionale-prognose-2022/vergrijzing/ en CBS-statline, sociale contacten en maatschappelijke participatiehttps://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82249NED/table?ts=1673278791630
Noot
28De huidige negen netwerken zijn Buurtbeheerprojecten De Notel, De Pullen Ekerschot, De Hei, Centrum Gildewijk, De Drossaard en Buurt Beheer Middelbeers en Westelbeers, Dorpsraad Oostelbeers, stichting Mooi Straten en Buurtbeheer/Dorpscafé Spoordonk..
Noot
31https://www.zorgvoorbeter.nl/veranderingen-langdurige-zorg/cijfers-vergrijzing https://www.rivm.nl/infographic-impact-van-vergrijzing
Noot
35Bron: Samen werken aan een vitale gemeente, collegeprogramma gemeente Oirschot 2022-2026 https://cuatro.sim-cdn.nl/oirschot/uploads/collegeprogramma_gemeente_oirschot_2022-2026_samen_werken_aan_een_vitale_gemeente_0.pdf?cb=HySUhn7j
Noot
38Meedoen naar vermogen wil zeggen: rekening houdend met gezondheid, privéomstandigheden, vaardigheden en competenties en belastbaarheid van de inwoner. Vanzelfsprekend telt ook de persoonlijke behoefte mee in het wegen van vermogen om mee te doen.
Noot
39In het Sociaal Akkoord van april 2013 is tussen overheid en ondernemers afgesproken dat er in tien jaar tijd 125.000 extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking; 100.000 bij bedrijven en 25.000 bij de overheid. Voor de regio Zuidoost Brabant betekent dit jaarlijks 475 nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Bron: https://www.04werkt.nl/home/04werkt/onze-opdracht/participatiewet
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl