Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Ermelo 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-11-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Ermelo 2024

De raad van de gemeente Ermelo;

gelezen het voorstel van nr. 240041278;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

b e s l u i t :

besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Ermelo 2024, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019.

Paragraaf 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

Paragraaf 2. Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 139,90 per maand.

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 139,90 per maand.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

    • a.

      € 1.000,- per jaar per raadslid;

    • b.

      € 1.000,- per jaar per commissielid.

  • 4. De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid krijgt ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen.

  • 2. Voor de in bruikleen gegeven apparatuur gelden de gebruikersvoorwaarden van het gemeentepersoneel.

  • 3. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

  • 4. Raads- en commissieleden ontvangen €20,- netto per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde apparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van de functie.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Paragraaf 3. De procedure van betaling en declaratie

Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden en de onkostenvergoedingen geschiedt maandelijks, tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen.

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 9. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2024.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Ermelo 2024.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 oktober 2024,

J.L. Vissers

griffier,

P.J.T. van Daalen,

voorzitter,