Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023

Geldend van 01-11-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer;

Gelet op de Participatiewet, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen en de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer;

Besluit vast te stellen de Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023.

Paragraaf 1 – Voorzieningen

Artikel 1 – Praktijkervaringsplek

  • 1. De toestemming voor een praktijkervaringsplek wordt door het college verleend voor maximaal drie maanden. Deze toestemming kan ten hoogste eenmaal voor de duur van maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 2. Indien de praktijkervaringsplek tegelijkertijd met scholing of opleiding wordt aangeboden, kunnen de activiteiten langer duren dan zes maanden, maar niet langer dan de scholing of opleiding.

Artikel 2 – Beschut werk

  • 1. Het college kan aan personen, die vermoedelijk tot de doelgroep zoals omschreven in de artikel 9 lid 1 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 behoren, een Praktijkervaringsplek bieden waarbij onder begeleiding onbetaald aangepast werk wordt verricht om arbeidsvaardigheden op te doen of te behouden.

  • 2. Als het college op basis van de uitgevoerde werkzaamheden op de Praktijkervaringsplek inschat dat een persoon in aanmerking komt voor een betaald dienstverband in het kader van de voorziening Beschut Werk zoals bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet, kan het college deze persoon voordragen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen voor indicering voor de voorziening Beschut Werk. Na verkregen indicatie biedt het college de betrokken persoon een dienstverband aan.

Artikel 3 – Werkgeverscheque

  • 1. De werkgeverscheque bedraagt maximaal € 4.500,- voor een dienstverband van één jaar met een arbeidsduur van ten minste 32 uur per week. De tegemoetkoming wordt bij een korter dienstverband in maanden en/of een kortere arbeidsduur per week naar rato berekend.

  • 2. De werkgeverscheque kan voor maximaal één jaar worden ingezet.

  • 3. Als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd gedurende de periode waarover de werkgeverscheque is toegekend, houdt de aanspraak op de werkgeverscheque op vanaf datum uitdiensttreding. In dat geval licht de werkgever het college in.

  • 4. Voor personen op wie het minimumjeugdloon van toepassing is wordt de hoogte van de werkgeverscheque vastgesteld naar rato van het minimumjeugdloon.

  • 5. Ten aanzien van personen die vanuit een andere gemeente in Zoetermeer komen wonen en reeds een door de vertrekgemeente gesubsidieerd dienstverband hebben, neemt de gemeente Zoetermeer de werkgeverscheque of een vergelijkbare voorziening met inachtneming van de eigen beleidsregels over, indien en voor zover dit gelet op de inschakeling in reguliere arbeid noodzakelijk is en indien en voor zover de vertrekgemeente niet meer voorziet in de betreffende werkgeverscheque.

  • 6. Voorwaarde voor verlening en verlenging van de werkgeverscheque is dat de werknemer inwoner is van Zoetermeer.

  • 7. Bij verhuizing naar een andere gemeente binnen een periode waarover een beschikking tot toekenning van de werkgeverscheque is gegeven, zet het college de werkgeverscheque voort tot deze periode is verstreken.

  • 8. In voorkomende gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in het zesde en zevende lid, indien de in de nieuwe woongemeente geldende regelingen niet aansluiten bij het ingezette en gewenste traject. Dit gebeurt slechts met toestemming van de nieuwe woongemeente.

Artikel 4 – Uitstroompremie

De premie zoals bedoeld in artikel 13 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 bedraagt € 750.

Artikel 5 – Doorstroompremie

De premie zoals bedoeld in artikel 14 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 bedraagt € 300.

Artikel 6 – Proefplaatspremie

De premie zoals bedoeld in artikel 15 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 bedraagt € 300.

Artikel 7 – Vrijwilligerswerk

De kostenvergoeding vrijwilligers zoals bedoeld in artikel 16 van Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 wordt verstrekt naar rato van het aantal dagdelen dat iemand vrijwilligerswerk verricht (grondslag: maximale kostenvergoeding artikel 31, tweede lid, onder k, van de Participatiewet voor tien dagdelen per week).

Artikel 8 – Proefplaats

  • 1. De toestemming voor een proefplaatsing wordt door het college verleend voor maximaal twee maanden.

  • 2. Indien de proefplaatsing tegelijkertijd met scholing of opleiding wordt aangeboden, kunnen de activiteiten langer duren dan zes maanden, maar niet langer dan de scholing of opleiding.

Artikel 9 – Persoonsgebonden re-integratiebudget

  • 1. Het persoonsgebonden re-integratiebudget, zoals bedoelt in artikel 18 van Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023, bedraagt maximaal € 5.000.

  • 2. De rekeningen worden door de uitvoeringsorganisaties rechtstreeks naar de gemeente verstuurd en vervolgens door de gemeente rechtstreeks betaald aan de betreffende uitvoeringsorganisatie.

Paragraaf 2 – Persoonlijke ondersteuning bij werk

Artikel 10. Verantwoordelijkheden jobcoach of interne werkbegeleider

  • 1. Persoonlijke ondersteuning bij werk, zoals bedoeld in artikel 20 t/m 31 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023, kan worden geboden in de vorm van een jobcoach of een interne werkbegeleider.

  • 2. Een jobcoach of interne werkbegeleider heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:

    • a.

      Het gaat om persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van taken in de vorm van structurele begeleiding, als de werknemer zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem of haar opgedragen taken te verrichten.

    • b.

      Een jobcoach of interne werkbegeleider begeleidt een werknemer gedurende een maximale periode op de werkplek bij het verrichten van zijn of haar werkzaamheden. Daarnaast heeft de jobcoach of interne werkbegeleider de taak om belemmeringen weg te nemen. Deze ondersteuning heeft als doel de werknemer in staat te stellen na afloop van de jobcoaching of interne werkbegeleiding zelfstandig het werk uit te voeren.

    • c.

      De jobcoach of interne werkbegeleider zorgt dat bij de werkgever en collega’s kennis en begrip komt voor de beperkingen en mogelijkheden van de werknemer die gecoacht wordt.

Artikel 11. – Duur en intensiteit jobcoaching of interne werkbegeleiding

  • 1. Over jobcoaching en interne werkbegeleiding geldt het volgende:

    • a.

      Jobcoaching of interne werkbegeleiding kan voor maximaal vier keer een half jaar worden toegekend.

    • b.

      Bij bijzondere persoonlijke omstandigheden kan de periode genoemd in het vorige lid worden verlengd met twee keer een half jaar.

    • c.

      In beginsel wordt per half jaar bepaald of jobcoaching of interne werkbegeleiding nog noodzakelijk is, aan de hand van het jobcoachplan.

    • d.

      De gemeente kan tussentijds de intensiteit van de jobcoaching of interne werkbegeleiding verhogen of verlagen binnen de kaders gesteld in artikel 21 van de verordening.

    • e.

      Een werknemer kan bij een andere werkgever opnieuw in aanmerking komen voor een jobcoach of interne werkbegeleider, indien het college dit noodzakelijk acht.

  • 2. Het is mogelijk om de uren jobcoaching of interne werkbegeleiding voor het tweede jaar deels over te hevelen naar het eerste jaar. Hieraan worden twee voorwaarden verbonden:

    • a.

      er is sprake van een dienstbetrekking van minimaal een jaar met de intentie om de dienstbetrekking na een jaar voor minimaal een half jaar te verlengen; en

    • b.

      de overheveling van de uren is noodzakelijk voor het bevorderen van een duurzame arbeidsinpassing.

  • 3. Extra inzet van jobcoaching afwijkend van de standaard intensiteit is mogelijk:

    • a.

      indien de werknemer meer uren begeleiding nodig heeft en jobcoaching de beste oplossing is voor de werknemer.

    • b.

      indien jobcoaching na drie jaar noodzakelijk blijft. Dan dient naar een andere vorm van begeleiding te worden gekeken en hierover gerapporteerd te worden. Alleen als er naar het oordeel van het college geen andere oplossing is, kan jobcoaching langer ingezet worden.

  • 4. Samenloop van verschillende soorten persoonlijke ondersteuning (d.w.z. verschillende vormen van jobcoaching en interne werkbegeleiding) in dezelfde periode is niet mogelijk.

Artikel 12. – Aanvraag en betaling jobcoach of interne werkbegeleider

  • 1. Conform artikel 22 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 kan een aanvraag voor een jobcoach of interne werkbegeleider worden ingediend door de werkgever of de werknemer.

    • a.

      Bij de aanvraag wordt een jobcoachplan gevoegd volgens gemeentelijk format.

    • b.

      Bij de aanvraag dienen de werknemer, jobcoachorganisatie en werkgever te verklaren uit eigen beweging of op verzoek van de gemeente direct alle feiten en omstandigheden mede te delen waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn, dat zij van invloed kunnen zijn op de verstrekte toekenning.

    • c.

      De aanvraag moet worden ingediend binnen 4 weken na start van de jobcoaching en 4 weken na verlenging van de jobcoach inzet.

  • 2. Bij jobcoachinzet door gemeentelijke strategische re-integratiepartners hoeft er geen individuele aanvraag te worden ingediend. Per kwartaal wordt de inzet van jobcoaching verantwoord.

  • 3. Het bedrag dat wordt besteed aan de inkoop van een jobcoach wanneer jobcoaching in natura wordt geboden zoals bedoeld in artikel 26 van de verordening, wordt rechtstreeks uitbetaald aan de jobcoachorganisatie via facturatie achteraf na iedere toegekende jobcoachperiode.

  • 4. Het bedrag voor subsidie voor het organiseren van jobcoaching of voor interne werkbegeleiding zoals bedoeld in artikels 27 en 28 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023, wordt door de gemeente verstrekt aan de werkgever via facturatie achteraf na iedere toegekende jobcoachperiode.

  • 5. Betalingen waarop de werkgever of de jobcoachorganisatie ten tijde van de verstrekking of naderhand geen recht had, worden door het college teruggevorderd of verrekend.

Artikel 13. – Verantwoording jobcoaching of interne werkbegeleiding

  • 1. Na afloop van iedere jobcoachperiode wordt binnen vier weken door de jobcoach of werkbegeleider een rapportage en urenregistratie waarin de voortgang wordt beschreven ingediend bij de klantmanager van de gemeente.

  • 2. Inzet door de strategische gemeentelijk re-integratiepartners wordt verantwoord via de kwartaalrapportages die de gemeente ontvangt.

  • 3. De volgende zaken dienen na afloop van de jobcoachperiode te worden ingeleverd:

    • a.

      een verantwoording van de geboden uren (naar datum met de uitgevoerde werkzaamheden) en eventuele afwijkingen hierin. Als bijlage wordt de urenregistratie jobcoaching ingevuld. Bij afwijking op het toegekende aantal jobcoachuren, kan de gemeente besluiten de marges in acht te nemen die in de toelichting op dit artikel worden gesteld;

    • b.

      een verantwoording over het jobcoachingsplan, waaruit blijkt in welke mate de jobcoachingsdoelen zijn gehaald; en

    • c.

      een handtekening van jobcoach of werkbegeleider, werkgever en werknemer.

  • 4. Als voor afloop van de toegekende periode een aanvraag voor een verlenging van de jobcoachperiode wordt ingediend, moet hierbij een tussentijdse verantwoording te worden ingediend

Paragraaf 3 – Overige voorzieningen

Artikel 14. – Voorwaarden overige voorzieningen

  • 1. In aanvulling op artikel 29 t/m 32 van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 worden voor overige voorzieningen (te weten: vervoersvoorziening, noodzakelijke intermediaire activiteit bij visuele of motorische beperking, meeneembare voorziening, en werkplekaanpassing) de volgende voorwaarden gesteld:

    • a.

      als er recht bestaat op een voorliggende voorziening, zoals verstrekking door het UWV dan wel vergoeding door de zorgverzekeraar, dan moet daar eerst een beroep op worden gedaan;

    • b.

      de structurele functionele beperking waarvoor de voorziening wordt aangevraagd heeft naar verwachting een duur van tenminste een jaar;

    • c.

      er vindt in beginsel geen vergoeding plaats wanneer de voorziening reeds is aangeschaft op het moment dat een aanvraag voor de voorziening door het college wordt ontvangen;

    • d.

      er is sprake van een contractduur van minimaal zes maanden; en

    • e.

      zaken die algemeen gebruikelijk zijn of die tot de standaarduitrusting van het bedrijf behoren, worden niet vergoed.

  • 2. Als tot toekenning wordt overgegaan, dan wordt er gekozen voor de voordeligst passende voorziening.

  • 3. Om de noodzaak van een bepaalde werkplekaanpassing vast te stellen, kan het college een medisch dan wel arbeidsdeskundig advies inwinnen.

  • 4. Het college hanteert een drempelbedrag van € 130,-.

Artikel 15 - Ontheffing van arbeidsplicht en tegenprestatie

  • 1. De beslissing van de gemeente om op grond van dringende redenen over te gaan tot ontheffing van de arbeidsplicht zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van de wet of de verplichting tot het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet is maatwerk. Het college maakt een afweging op basis van belastbaarheid en belasting.

  • 2. Gebruikelijke hulp zoals bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid van de Wet maatschappelijke opvang. kan niet leiden tot ontheffing zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De ontheffing zoals bedoeld in het eerste lid duurt maximaal één jaar.

  • 4. Indien de persoon op basis van onderzoek door een medisch adviseur blijvend gedeeltelijk arbeidsongeschikt is bevonden, kan de ontheffing ten hoogste drie jaar duren.

Artikel 16 - Verhuizing

  • 1. Bij verhuizing naar een andere gemeente binnen de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal (Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Voorschoten, Wassenaar) of de arbeidsmarktregio Haaglanden (Den Haag, Delft, Rijswijk, Midden-Delfland, Westland) blijft de belanghebbende zoveel mogelijk het afgesproken traject volgen. De trajectkosten zijn voor rekening van de vertrekgemeente. Dat geldt ook voor eventuele kosten voor kinderopvang die vergoed worden in het kader van het traject.

  • 2. De regie over de klant wordt in de situatie in het eerste lid overgedragen aan de nieuwe woongemeente.

Paragraaf 4 – Slotbepalingen

Artikel 17 - Hardheidsclausule

Als toepassing van deze beleidsregels voor de belanghebbende en/of zijn één meer gezinsleden tot een onbedoeld onredelijk resultaat zou leiden, wijkt het college ten gunste van de belanghebbende af van de bepalingen van de beleidsregels. Hieronder worden in ieder geval situaties begrepen waarin het doel van de Participatiewet en/of de doelstellingen van de overige wet- en regelgeving in het sociale domein door een letterlijke toepassing van deze beleidsregels wordt of worden belemmerd.

Artikel 18 - Intrekken oude beleidsregels

De Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Zoetermeer 2017 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden.

Artikel 19 - Inwerkintreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van het moment waarop de re-integratieverordening participatiewet gemeente Zoetermeer 2023 in werking treedt.

Artikel 20 - Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Zoetermeer 2023.

Ondertekening