Beleidsregels van de gemeente Amsterdam voor de toepassing van maatwerkvoorschriften geluidhinder door bouw- en sloopwerkzaamheden (bouwlawaai)

Geldend van 31-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels van de gemeente Amsterdam voor de toepassing van maatwerkvoorschriften geluidhinder door bouw- en sloopwerkzaamheden (bouwlawaai)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

besluit gelet op de artikelen 7.1 tot en met 7.5, artikel 7.17 eerste en tweede lid, artikel 7.23 van het Besluit bouwwerken leefomgeving en hoofdstuk 13 van het Omgevingsbesluit de volgende regeling vast te stellen:

Beleidsregels van de gemeente Amsterdam voor de toepassing van maatwerkvoorschriften geluidhinder door bouw- en sloopwerkzaamheden (bouwlawaai).

Artikel 1: Definities

  • 1. Bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden: werkzaamheden die worden uitgevoerd in de uitoefening van een bedrijf of met een bedrijfsmatige omvang.

  • 2. Beste beschikbare stille technieken: De meest doeltreffende methoden om geluidhinder voor de omgeving te beperken.

  • 3. Bouwproject: Geheel van samenhangende activiteiten, onder de verantwoordelijkheid van één opdrachtgever, die binnen een begrensd tijdsbestek worden gerealiseerd, met als resultaat één of meer bouwwerken die onderdeel zijn van het bouwproject. Als voor een bouwproject meerdere omgevingsvergunningen noodzakelijk zijn, gelden de tabellen 1, 2 en 3 van dit Afwegingskader, alsmede tabel 7.17 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) per bouwproject en niet per vergunning.

  • 4. Dagwaarde: aangesloten wordt bij de definitie in het Bbl.

  • 5. Feestdag: aangesloten wordt bij de definitie in de Algemene Termijnenwet.

  • 6. Geluidsgevoelig terrein: aangesloten wordt bij de definitie in het Bbl.

  • 7. Gevel of grens van een geluidsgevoelig terrein: gevel van een woonfunctie, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang, gezondheidszorgfunctie of onderwijsfunctie of op de grens van een geluidsgevoelig terrein zoals aangegeven in tabel 7.17 van het Bbl.

  • 8. LAeq,T: Het equivalente geluidniveau in dB(A) zoals aangegeven in bijlage IVh van de Omgevingsregeling.

  • 9. LAeq,60minuten: De beoordeling conform LAeq,T over een periode van 60 minuten.

  • 10. LAmax: het maximale A-gewogen geluidsniveau zoals aangegeven in bijlage IVh van de Omgevingsregeling, ook wel genoemd piekniveau.

  • 11. Maatschappelijke noodzaak: Als werkzaamheden om maatschappelijke redenen niet op werkdagen of op zaterdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur kunnen plaatsvinden.

  • 12. Niet bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden: werkzaamheden die niet worden uitgevoerd in de uitoefening van een bedrijf of met een bedrijfsmatige omvang.

  • 13. Technische noodzaak: Als werkzaamheden om technische redenen niet op werkdagen of op zaterdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur kunnen plaatsvinden.

  • 14. Werkdag: maandag tot en met vrijdag, niet zijnde een feestdag.

  • 15. Zaterdag: een zaterdag niet zijnde een feestdag.

Artikel 2: Doelstelling en beoogde effecten van het afwegingskader

  • 1. Geluidhinder als gevolg van bouw – en sloopwerkzaamheden voor de omgeving zo veel mogelijk te beperken en de leefbaarheid te verbeteren, door onder andere het voorkomen van slaapverstoring.

  • 2. Bewerkstelligen van eenduidigheid voor het kunnen stellen van maatwerkvoorschriften door het bevoegd gezag op verzoek van of namens de bouwers en slopers.

  • 3. Bewerkstelligen dat in de directe omgeving van de bouw- en sloopwerkzaamheden met name omwonenden vroegtijdig geïnformeerd worden over de tijdstippen van de te verwachten geluidhinder.

  • 4. Bewerkstelligen dat bouwers en slopers bij hun werkzaamheden de beste beschikbare stille technieken gaan gebruiken, waardoor de leefbaarheid voor de omgeving zal verbeteren.

Artikel 3: Toepassingsgebied van het afwegingskader

  • 1. Bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden die niet uitgevoerd worden op werkdagen of op zaterdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur (artikel 7.17 eerste lid van het Bbl).

  • 2. Bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden die uitgevoerd worden op werkdagen of op zaterdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur, waarbij de geluidsniveaus op de gevels van een woonfunctie, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang, gezondheidszorgfunctie of onderwijsfunctie, of op de grens van een geluidsgevoelig terrein, de dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur overschrijden (artikel 7.17 tweede lid en tabel 7.17 van het Bbl). Hierbij gelden de dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur per bouwproject. Indien de werkzaamheden van een bouwproject langer duren dan een jaar, gelden deze dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur per jaar, gemeten vanaf de eerste dag van een kwartaal.

  • 3. Bouw- en sloopwerkzaamheden die onnodige geluidhinder veroorzaken (artikel 7.4 van het Bbl).

  • 4. Niet bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden.

  • 5. Buiten dit afwegingskader vallen werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd voor het oplossen van een calamiteit. Hiertoe behoeft geen verzoek voor maatwerkvoorschriften te worden ingediend.

Artikel 4 : Beoordelingsregels voor het stellen van maatwerkvoorschriften

  • 1. Bij het stellen van maatwerkvoorschriften voor het afwijken van de dagwaarden, blootstellingsduur, tijdstippen en perioden of in de zin van artikel 7.5 van het Bbl gelden in de dit afwegingskader gestelde beoordelingsregels, waaronder conform artikel 7.23 van het Bbl gebruik dient te worden gemaakt van de beste beschikbare stille technieken.

  • 2. Als bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd tussen 19.00 uur en 7.00 uur of op zon- en feestdagen, dient sprake te zijn van een technische of een maatschappelijke noodzaak en mag het verwachte geluidniveau op de gevels van een woonfunctie, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang, gezondheidszorgfunctie of onderwijsfunctie of op de grens van een geluidsgevoelig terrein, de maximale geluidsniveaus, waaronder piekniveaus en blootstellingsduur zoals genoemd in de tabellen 1, 2 of 3 niet overschrijden. De maximale geluidsniveaus gelden niet als een gevel onderdeel uitmaakt van een bouwwerk, dat ten tijde van de werkzaamheden niet in gebruik is. Indien de bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden van een bouwproject langer duren dan een jaar, gelden deze maximale waarden per jaar, gemeten vanaf de eerste dag van een kwartaal.

  • 3. Bij bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden die plaatsvinden op werkdagen of op zaterdagen tussen 7.00 en 19.00 uur, geldt een inspanningsverplichting om middels toepassing van de beste beschikbare stille technieken, de overschrijding van tabel 7.17 van het Bbl beperkt te houden. Als volledige toepassing van stillere technieken niet haalbaar is, dient in sommige gevallen een vorm van compensatie aan de omgeving te worden gegeven.

  • 4. Er geldt een inspanningsverplichting om voor de omgeving de meest gunstige tijdsplanning toe te passen, waardoor de werkzaamheden met de meeste hinder voor de omgeving, overdag op zaterdagen na 8.00 uur, ’s avonds vóór 22.00 uur, ’s nachts in de randen van de nacht en op zon- en feestdagen na 9.00 uur plaatsvinden.

  • 5. De omwonenden tot een afstand van maximaal 250 meter vanaf de rand van het bouwproject, dienen op de hoogte te worden gebracht bij te verwachten geluidhinder door de werkzaamheden.

  • 6. Als de aaneengesloten bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden waarvoor maatwerkvoorschriften zijn gesteld, langer duren dan een half jaar, dient het geluid in ieder geval te worden gemonitord bij de gevels of op de grens van een geluidsgevoelig terrein. Hierbij wordt het aantal dagen dat er gebruik wordt gemaakt van de gestelde maatwerkvoorschriften gerelateerd aan de gemeten geluidsbelastingen, middels LAeq,60minuten of LAeq,T. De resultaten kunnen eventueel via digitaal openbaar toegankelijke platforms inzichtelijk worden gemaakt.

  • 7. Bij werkzaamheden binnen een gebouw gelden de geluidsniveaus ook op de binnenmuren van de ontvanger die de scheiding vormen tussen de werkzaamheden en de ontvanger.

Tabel 1: op zondagen en feestdagen van 9.00 uur tot 19.00 uur (dagperiode).

LAeq,T

≤ 60 dB(A)

60 tot 65 dB(A)

65 tot 70 dB(A)

>70 dB(A)

maximale blootstellingsduur op de gevel of op de grens van een geluidsgevoelig terrein

Onbeperkt

10 dagen

5 dagen

0 dagen

LAmax : 90 dB(A)

Tabel 2: ‘s avonds van 19.00 uur tot 23.00 uur (avondperiode).

LAeq,T

≤ 55 dB(A)

55 tot 60 dB(A)

60 tot 65 dB(A)

> 65 dB(A)

maximale blootstellingsduur op de gevel of op de grens van een geluidsgevoelig terrein

Onbeperkt

40 avonden

10 avonden

0 avonden

LAmax : 85 dB(A)

Tabel 3: ‘s nachts van 23.00 uur tot 7.00 uur (nachtperiode), op zon- en feestdagen tot 9.00 uur.

LAeq,60minuten of LAeq,T bij constante geluidsbronnen

≤ 45 dB(A)

45 tot 55 dB(A)

55 tot 60 d(BA)

> 60 dB(A)

maximale blootstellingsduur op de gevel of op de grens van een geluidsgevoelig terrein

Onbeperkt

20 nachten

5 nachten

0 nachten

LAmax : 80 dB(A)

Artikel 5 Bij afwijken van de beoordelingsregels (van artikel 4)

  • 1. In afwijking van artikel 4 tweede lid behoeft voor bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden op werkdagen tussen 19.00 uur en 22.30 uur geen sprake te zijn van een technische of maatschappelijke noodzaak indien het geluidniveau op de gevel of op de grens van een geluidsgevoelig terrein uitgedrukt in LAeq,T maximaal 50 dB(A) is, geen sprake is van impuls- of tonaalgeluid en de bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden op minimaal 250 meter van de gevel of van de grens van een geluidsgevoelig terrein worden uitgevoerd.

  • 2. In afwijking van artikel 4 tweede lid zijn maatwerkvoorschriften mogelijk voor bedrijven gelegen binnen een geluidgezoneerd industrieterrein, waarbij geen sprake mag zijn van impulsgeluid en de te verwachten geluidsniveaus minimaal 5 dB(A) lager zijn dan de geluidsruimte, die aan dat betreffende bedrijf is toegekend.

  • 3. In afwijking van artikel 4 tweede lid kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld boven de maximale geluidsniveaus, blootstellingsduren en piekniveaus van de tabellen 1, 2 en 3. Hiervoor dient als hardheidsclausule te worden aangetoond, dat ondanks de toepassing van de beste beschikbare stille technieken niet voldaan kan worden aan deze maximale geluidsniveaus en blootstellingsduren. Bij de afweging zal het bevoegd gezag rekening houden met het heersende geluid in de omgeving op de tijdstippen dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

  • 4. In aanvulling op het derde lid geldt dat als werkzaamheden plaatsvinden tussen 23.00 uur en 7.00 uur, waarbij het geluidsniveau LAeq,60minuten hoger is dan 55 dB(A) en deze werkzaamheden meer dan 1 nacht achter elkaar plaatsvinden, compensatie dient te worden aangeboden, middels een slaapplaats elders of bijvoorbeeld het plaatsen van voorzetramen. Deze compensatie is niet noodzakelijk als aangetoond kan worden dat het geluidsniveau binnen – bij een gesloten raam van een slaapkamer- niet hoger is dan 25 dB(A). Bij de afweging zal het bevoegd gezag rekening houden met het heersende geluid in de omgeving op de tijdstippen dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

  • 5. In aanvulling op het derde lid, dient het geluid te worden gemonitord bij de gevels of op de grens van een geluidsgevoelig terrein. Hierbij wordt het aantal dagen dat er gebruik wordt gemaakt van de gestelde maatwerkvoorschriften gerelateerd aan de gemeten geluidsbelastingen, middels LAeq,60minuten of LAeq,T. De resultaten kunnen eventueel via digitaal openbaar toegankelijke platforms inzichtelijk worden gemaakt.

Artikel 6: Procedure voor het kunnen stellen van maatwerkvoorschriften

  • 1. Een verzoek tot het kunnen stellen van maatwerkvoorschriften dient minimaal 4 weken voor de start van de betreffende werkzaamheden bij het bevoegd gezag te worden ingediend. In overleg met het bevoegd gezag kan van deze termijn worden afgeweken.

  • 2. In het verzoek dient te worden omschreven welke werkzaamheden het betreft, de bronniveaus van het materieel, de verwachte geluidsniveaus op de gevels of op de grens van een geluidsgevoelig terrein, alsmede de tijdsperiodes van de werkzaamheden.

  • 3. In het verzoek dient aangegeven te worden welke beste beschikbare stille technieken worden toegepast en indien niet voldaan kan gaan worden aan de maximale geluidsniveaus en blootstellingduren volgens de tabellen 1, 2 of 3, waarom verdere toepassing van de beste beschikbare stille technieken vanwege technische uitvoerbaarheid, qua kosten en planning niet kunnen worden toegepast.

  • 4. In het verzoek dient, indien sprake is van artikel 4, tweede lid, van dit Afwegingskader, gemotiveerd te worden waarom sprake is van een technische of een maatschappelijke noodzaak.

  • 5. In het verzoek dient aangegeven te worden hoe de communicatie met de omgeving wordt vormgegeven.

  • 6. De verwachte geluidsniveaus op de gevels of op de grens van een geluidsgevoelig terrein, zoals bedoeld in het tweede lid, dienen te worden berekend middels een akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd conform artikel 5.60 en Bijlage IVh van de Omgevingsregeling. De verwachte geluidsniveaus dienen in ranges volgens de tabellen van artikel 4 of voor werkdagen en zaterdagen tussen 7.00 en 19.00 uur volgens tabel 7.17 van het Bbl te worden aangegeven. Hierbij dient voor de nachten de meest maatgevende LAeq,60minuten genomen te worden, die vervolgens bepalend is voor de gehele nacht. Indien sprake is van constante geluidsbronnen, alsmede bij werkzaamheden overdag en in de avonden, mogen de geluidsniveaus berekend worden met LAeq,T. Daarnaast dienen de te verwachten piekniveaus (LAmax) te worden aangegeven.

  • 7. In afwijking van het zesde lid mag bij werkzaamheden met één type geluidsbron volstaan worden met het aangeven van het bronniveau, de afstand tot de dichtstbijzijnde gevel of de grens van een geluidsgevoelig terrein en het verwachte geluidsniveau op die gevel of de grens van dat terrein, zonder rekening te hoeven houden met afscherming en reflectie van het geluid.

  • 8. Indien de voorwaarden van monitoring en of compensatie volgens artikel 4 of 5 van toepassing zijn, dient aangegeven te worden hoe het geluid wordt gemonitord en of hoe de compensatie wordt geboden. De aanvrager dient hiervoor een compensatieplan in te dienen.

Artikel 7: Overige bepalingen ter beperking van geluidhinder

  • 1. De uitvoerder van de werkzaamheden heeft conform artikel 7.4 van het Bbl de zorgplicht onnodige geluidhinder te voorkomen, hetgeen ook geldt bij degene die particuliere werkzaamheden uitvoert.

  • 2. De uitvoerder van bouw- en sloopwerkzaamheden wordt, als geluidhinder verwacht wordt, gevraagd de direct omwonenden te informeren.

Toelichting op het Afwegingskader Bouwlawaai

landelijke regels geluidhinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden (bouwlawaai)

Bouwlawaai heeft in tegenstelling tot industrie-, weg-, spoorweg- en luchtvaartlawaai een tijdelijk karakter. Toch kan ook bouwlawaai gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen die in de omgeving verblijven. Daarom zijn ook voor bouwlawaai nabij geluidsgevoelige objecten (zoals woningen en ziekenhuizen) landelijke regels gesteld.

Sinds de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 is bouwlawaai landelijk gereguleerd. Dat blijft zo onder het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl), aangestuurd door de Omgevingswet. Het oogmerk voor de regels over bouwlawaai is “het waarborgen van de veiligheid en het beschermen van de gezondheid in de directe omgeving van bouw- en sloopwerkzaamheden”. De prestatievoorschriften voor bouwlawaai in het Bbl zijn inhoudelijk niet veranderd ten opzichte van de laatste versie van het Bouwbesluit 2012. Een verschil is wel dat niet bedrijfsmatige bouwwerkzaamheden nu ook zijn gereguleerd in het Bbl. Deze werkzaamheden vallen niet meer onder de APV, maar onder zorgplicht van artikel 7.4 van het Bbl.

In artikel 7.17 van het Bbl staat opgenomen dat bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden gedurende de werkdagen (maandag tot en met vrijdag) of op zaterdagen tussen 7.00 en 19.00 uur dienen te worden uitgevoerd, waarbij bij het uitvoeren van die werkzaamheden de dagwaarden op de gevels van geluidsgevoelige objecten met bijhorende blootstellingsduur in dagen niet mogen worden overschreden, volgens tabel 7.17:

Dagwaarde

≤ 60 dB(A)

> 60 dB(A)

> 65 dB(A)

> 70 dB(A)

> 75 dB(A)

> 80 dB(A)

Onbeperkt

50 dagen

30 dagen

15 dagen

5 dagen

0 dagen

Maximale blootstellingsduur op de gevel van een woonfunctie, bijeenkomstfunctie voor kinderopvang,

gezondheidszorgfunctie of onderwijsfunctie, of op de grens van een geluidsgevoelig terrein

Volgens artikel 7.23 van het Bbl kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld – dit is hetzelfde als wat in het Bouwbesluit 2012 een ontheffing werd genoemd - , waarbij de dagwaarden, blootstellingsduur, tijdstippen en perioden, alleen kunnen worden versoepeld. Middels deze maatwerkvoorschriften worden mogelijkheden geboden om bouw- en sloopwerkzaamheden uit te voeren op andere tijdstippen dan maandag t/m zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur (de zogenaamde reguliere werktijden), alsmede hogere dagwaardes en blootstellingsduren toe te staan op maandag t/m zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur.

Aangezien hoofdstuk 7 van het Bbl rechtstreeks werkend is, betekent dat dat maatwerkvoorschriften ook van toepassing zijn als sprake is van het (ver)bouwen van een bouwwerk, waarvoor een bouwmelding - in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen -moet worden gedaan volgens artikel 2.17 van het Bbl of als sprake is van bouwwerkzaamheden die technisch vergunningsvrij zijn volgens artikel 2.25, 2.26 en 2.27 van het Bbl.

aanleiding tot dit afwegingskader

In 2016 is de Richtlijn bouwlawaai (vanaf hier: de richtlijn) verschenen, die daarna bestuurlijk is vastgesteld voor de gemeente Amsterdam en voor de provincie Noord-Holland. Deze richtlijn was een handvat voor de bevoegde bestuursorganen met als doel eenduidigheid voor de behandelingen van verzoeken tot ontheffing volgens artikel 8.3 van het Bouwbesluit 2012 en had als doel de geluidhinder als gevolg van bouw- en sloopwerkzaamheden te zoveel mogelijk te beperken, binnen de mogelijkheden van de landelijke regelgeving.

Met de Omgevingswet komt de bouwregelgeving in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) te staan, waarbij de inhoudelijke regels voor bouwlawaai ongewijzigd blijven met de prestatievoorschriften (ook wel genoemd middelvoorschriften) van het Bouwbesluit 2012. Wel komen er met de Omgevingswet maatwerkvoorschriften in plaats van de ontheffing, hetgeen alleen een ander woordgebruik is. Verder worden niet bedrijfsmatige bouwwerkzaamheden nu ook gereguleerd in het Bbl. Dit zijn al twee van de redenen de richtlijn te actualiseren.

Een andere reden is dat bij verzoeken voor een afweging tot het komen van een ontheffing, bevindingen naar boven kwamen die om verbetering vroegen. Om die reden heeft in 2022 een evaluatie van de richtlijn plaatsgevonden bij inspecteurs en geluidspecialisten van Amsterdam en de Omgevingsdienst NZKG. Zij hebben de richtlijn in de praktijk gebracht en zitten daarbij dicht bij de actoren, zoals bouwers, hun adviseurs en de omgeving. Al eerder – in 2019- is de richtlijn geëvalueerd in het kader van het Actieplan geluid 2020-2023 van Amsterdam, waarbij ook de GGD is meegenomen. Daarnaast kwam naar boven dat de richtlijn te strikt was als er geen sprake is van (extra) geluidhinder voor de omwonenden, bijvoorbeeld complexe bedrijven, die binnen de geluidsvoorschriften van een vergunning voor hun bedrijfsactiviteiten blijven. Uit deze evaluaties zijn de volgende aanpassingen verwerkt in de opvolger van de richtlijn, met de titel afwegingskader:

  • Verduidelijken wanneer en welke beste beschikbare stille technieken dienen te worden toegepast;

  • Verduidelijken diverse definities, bijvoorbeeld feestdag, alsmede technische en maatschappelijke noodzaak;

  • Aanpassen aan de praktijkervaring van de communicatie- en compensatieverplichting;

  • Wijziging van de toetsingtabellen voor de avonden en zon- en feestdagen;

  • Het omgevingslawaai is geen primair toets-criterium, maar wordt wel meegewogen als ondanks toepassing van stille technieken niet voldaan kan worden aan de maximale geluidsniveaus uit de toetsingstabellen;

  • Schrappen toetsingstabel geluid voor werkdagen, om te verduidelijken dat een aannemer zijn bouwwerk wel moet kunnen uitvoeren, mits in principe op werkdagen en door toepassing van de beste beschikbare stille technieken de hinder voor de omgeving te beperken;

  • Opnemen van de tonaaltoeslag bij maatwerkvoorschriften, vanwege de hinderlijkheid;

  • Vereenvoudigen van de procedure bij bijvoorbeeld vlinderen van betonvloeren;

  • Opnemen van mogelijkheden tot maatwerkvoorschriften indien geen sprake is van geluidhinder; en

  • Geluidsnormen voor werkzaamheden binnen een in gebruik zijn gebouw.

doel van dit afwegingskader

In dit afwegingskader is in artikelen vastgelegd wanneer maatwerkvoorschriften mogelijk zijn, welke voorwaarden daaraan gesteld zijn en hoe een verzoek dient te worden ingediend. Het doen van een afweging door het bevoegd gezag blijft echter maatwerk, tussen enerzijds de hinder op de omgeving en anderzijds het belang om een bouwwerk tot stand te kunnen brengen. In situaties dat dit afwegingkader niet voorziet, kan worden teruggegrepen op de functionele eis artikel 7.1 van het Bbl: het waarborgen van de veiligheid en het beschermen van de gezondheid in de directe omgeving van bouw- en sloopwerkzaamheden, alsmede op de doelstelling en beoogde effecten in het tweede artikel van dit afwegingskader. In de artikelsgewijze toelichting wordt achtergrondinformatie gegeven en staan voorbeelden beschreven.

Regels omtrent geluidhinder als gevolg van overige werkzaamheden, zoals werkzaamheden aan de weg of het spoor zijn opgenomen in de gemeentelijke algemene plaatselijke verordeningen (vanaf hier: APV), overeenkomstig de model APV van de VNG. De model APV kent een bepaling (geluid)hinder, waarin staat dat het verboden is toestellen, geluidsapparaten of machines in werking te hebben, of anderszins handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving hinder wordt veroorzaakt of toe te laten dat deze handelingen worden verricht. Tevens is in de APV veelal opgenomen dat het college van dit verbod ontheffing kan verlenen. Het verschil met de bepalingen in het Bbl, is dat de APV wel werkzaamheden toestaat buiten de reguliere werktijden, mits er geen sprake is van hinder, dat in de APV weer niet gekwantificeerd is.

Niet-bedrijfsmatige bouwwerkzaamheden vallen niet meer onder de APV, maar onder zorgplicht van artikel 7.4 van het Bbl. Om die reden zijn deze werkzaamheden in dit afwegingskader opgenomen.

artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Beste beschikbare stille technieken: Deze kunnen bestaan uit geluidsreducerende maatregelen door:

  • Toepassing van materieel met een (veel) lager bronniveau en/of zonder een impuls- of tonaalachtig karakter, bijvoorbeeld boorpalen, schroefpalen, drukken van damwanden of toepassing van elektrisch materieel;

  • Gebruik van technieken om het geluid bij de bron te reduceren, bijvoorbeeld toepassing van geluidsmantels of dempers;

  • Maatregelen tussen bron en de gevels, bijvoorbeeld plaatsen tijdelijke geluidsschermen of gestapelde containers; en/of

  • Maatregelen bij de gevels, bijvoorbeeld het plaatsen van voorzetramen.

In het Bbl wordt niet nader uitgelegd wat onder beste beschikbare stille technieken wordt verstaan. Daarom wordt aansluiting gezocht bij de definitie van beste beschikbare technieken uit de milieuwetgeving: de meest doeltreffende methoden om uitstoot (in vaktaal: emissies) en andere nadelige gevolgen voor het milieu van een bedrijf te voorkomen. Hier wordt rekeningen gehouden met het voorzorg- en preventiebeginsel, een afweging tussen voorzienbare lasten versus de baten van de maatregelen. Dit betekent dat de eis ook voor de toepassing van de beste beschikbare stille techniek niet onbeperkt is. Er zal een belangenafweging moeten plaatsvinden tussen de doelmatigheid van de te toe te passen maatregelen (wat de mate van de beperking geluidhinder) en de daarbij extra lasten. Hierbij is te denken aan de technische (on)uitvoerbaarheid, kosten en planning.

Bouwproject: Middels deze definitie vallen meerdere samenhangende bouwwerken die onder de verantwoordelijkheid van één opdrachtgever worden uitgevoerd onder één bouwproject. Gebouwen van verschillende opdrachtgevers vallen -zoals volgt uit het BBL- niet onder één bouwproject. Met deze definitie is beoogd een balans te vinden tussen het belang van de opdrachtgevers/ bouwers en de belangen van de omgeving bij het reguleren van geluidhinder bij bouwwerkzaamheden.

Dagwaarde: In Bijlage 1 van het Bbl staat bij de definitie voor dagwaarde: de waarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor geluid tussen 07.00 uur tot 19.00 uur op de gevel van een woonfunctie, bijeenkomst-functie voor kinderopvang, gezondheidszorgfunctie of onderwijsfunctie, of op de grens van een geluidsgevoelig terrein, met inbegrip van een eventuele toeslag voor geluid met een impulsachtig karakter (K2), bepaald volgens bijlage IVh van de Omgevingsregeling (opvolger van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, HMRI). Hiermee is bedoeld dat voor de bepaling van de dagwaarde de tonaaltoeslag (K1) niet behoeft te worden meegenomen. Er gelden gedurende de werkdagen en zaterdagen overdag geen grenzen aan het piekniveau (LAmax).

LAeq,T: Het geluidsniveau gedefinieerd als “het A-gewogen equivalent geluidsniveau ten opzichte van een referentiedruk van 20µPa” en gemeten in de meterstand “Fast”, over een bepaalde periode. De beoordeling is over een periode T dat de werkzaamheden worden uitgevoerd. Dit betekent dat geen bedrijfsduurcorrectie mag worden toegepast voor het deel van de dag en avondperiode waarin geen (akoestisch relevante) werkzaamheden plaatsvinden. Aangezien de bepaling ervan conform bijlage IVh van de Omgevingsregeling is, betekent dat voor de bepaling van LAeq,T naast de impulstoeslag (K2), ook de tonaaltoeslag (K1) van toepassing is.

LAeq,60minuten: Het doel hiervan is om ’s nachts te voorkomen dat een aanzienlijke toename van de geluidsbelasting binnen een dergelijke periode rekenkundig gecompenseerd wordt door de lage geluidsniveaus in stille perioden waarin geen (akoestisch relevante) werkzaamheden plaatsvinden. Net als bij de bepaling van LAeq,T mag geen bedrijfsduurcorrectie worden toegepast en is naast de impulstoeslag (K2), ook de tonaaltoeslag (K1) van toepassing. Indien in de nacht sprake is van constante bronnen mag gerekend worden met LAeq,T.

LAmax : Conform Bijlage IVh van de Omgevingsregeling behoeft voor de bepaling van LAmax de tonaaltoeslag (K1) en de impulstoeslag (K2) niet te worden meegenomen.

Maatschappelijke noodzaak: Er is in ieder geval sprake van een maatschappelijke noodzaak, als werkzaamheden niet overdag op werkdagen of zaterdagen kunnen plaatsvinden, omdat dat onevenredig veel andere hinder veroorzaakt. Een voorbeeld is werkzaamheden aan bruggen en tunnels van hoofdwegen en spoorlijnen, waarbij de laatste afhankelijk zijn van treinvrijeperiodes, die lang van te voren zijn gepland.

Niet bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden: Werkzaamheden uitgevoerd door particulieren (klussers), meestal in hun eigen woning. Deze werkzaamheden vallen niet meer onder de APV, maar onder zorgplicht van artikel 7.4 van het Bbl. APV gaat over hinder die niet op een andere manier is geregeld.

Technische noodzaak: Er is sprake van een technische noodzaak, als werkzaamheden die overdag zijn begonnen, in de avond moeten worden afgerond, omdat onderbreking er toe leidt dat een bouwwerk niet aan de voorschriften kan voldoen. Een voorbeeld hiervan het vlinderen van betonvloeren. Om planning technische redenen moeten doorwerken is zeker geen technische noodzaak. Er is sprake van werkzaamheden met zowel een technische als maatschappelijke noodzaak, als de veiligheid voor de omgeving in het geding is. Een voorbeeld zijn werkzaamheden die ’s nachts moeten plaatsvinden, omdat er dan geen personen in de directe omgeving aanwezig zijn en afsluiten overdag van de omgeving onevenredig veel hinder zou veroorzaken.

Artikel 3

Eerste lid: Bij werken buiten maandag tot en met zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur gaat het om werken in de avond (tussen 19.00 uur en 23.00 uur), in de nacht (tussen 23.00 uur en 7.00 uur) of op zondagen of feestdagen (vanaf 9.00 uur, daarvoor geldt de nachtperiode).

Derde lid: Binnen de zorgplicht van artikel 7.4 van het Bbl worden in artikel 7 van dit Afwegingskader mogelijkheden genoemd om extreme en onnodige geluidhinder voor de omgeving, met name voor omwonenden, te beperken.

Vijfde lid: Het gaat hier om werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd voor het oplossen van een calamiteit. Gezien het spoedeisende karakter hiervan kan een verzoek voor maatwerkvoorschriften niet worden verlangd. De situatie waarbij een aannemer door onvoorziene omstandigheden ’s avonds, ’s nachts of op zon- en feestdagen wil doorwerken, wordt niet gezien als een calamiteit.

Artikel 4

Eerste lid: Alhoewel deze eis al van toepassing is vanuit het Bbl, is dit lid ter volledigheid voor de aanvrager en het bevoegd gezag toegevoegd aan dit afwegingskader. Volgens het Bbl hoeven beste beschikbare stille technieken strikt genomen niet te worden toegepast als voldaan wordt aan artikel 7.17 eerste en tweede lid.

Tweede lid: In de Circulaire bouwlawaai 2010 heeft de minister al geadviseerd aan de bevoegde gezagen om bouw- en sloopwerkzaamheden buiten de werkdagen overdag als een uitzondering te zien. Dit advies is overgenomen. Om die reden is in dit afwegingskader beschreven, om bouw- en sloopwerkzaamheden buiten de werkdagen overdag (maandag tot en met zaterdag tussen 7.00 en 19.00 uur) in principe alleen toe te staan bij een technische of een maatschappelijke noodzaak.

De maximale geluidsniveaus in de tabellen zijn in afwijking van de tabel 7.17 van het Bbl, gesteld in ranges. Er wordt ook voldaan aan de tabellen als het aantal dagen, avonden of nachten niet groter is dan de opgetelde waardes van de twee ranges. Bijvoorbeeld: 45 avonden tussen 55 en 60 dB(A) en 5 avonden tussen 60 en 65 dB(A).

Derde lid: Voor het stellen van maatwerkvoorschriften op werkdagen en zaterdagen tussen 7.00 uur en 19.00 uur, omdat niet voldaan kan worden aan de tabel 7.17 van het Bbl, is geen specifiek toetsingstabel in dit afwegingskader opgenomen. De reden is omdat een initiatiefnemer die een vergunning heeft, deze wel moet kunnen uitvoeren. Hierbij geldt dat de werkzaamheden in principe binnen de bovengenoemde werktijden moeten worden uitgevoerd. Ook geldt de voorwaarde dat door toepassing van de best beschikbare stille techniek de hinder voor de omwonenden dient te worden beperkt.

Door het bevoegd gezag wordt een beschouwing gedaan naar de toepassing van de beste beschikbare stille technieken en het geven van een vorm van compensatie aan de gehinderden, bijvoorbeeld als te verwachten geluidsniveaus op de gevels overdag lange tijd hoger zijn dan 70 dB(A).

Vijfde lid :In de maatwerkvoorschriften kan worden vastgelegd in hoeverre de communicatie met de omwonenden plaatsvindt. Bij de werkzaamheden in de nachten, bijvoorbeeld de omwonenden waar het geluid op de gevel meer is dan 45 dB(A).

Zesde lid: Monitoring dient te geschieden vanwege de aanvraag van de gestelde maatwerkvoorschriften. Bij het verlenen van maatwerkvoorschriften wordt vastgelegd hoe en met welke frequentie daarover gerapporteerd moet worden.

De metingen dienen plaats te vinden volgens bijlage IVh van de Omgevingsregeling. Gezien het feit dat deze regeling niet bijzonder bedoeld op monitoring, zijn daarop - in afwijking van bijlage IVh van de Omgevingsregeling - de volgende regels van toepassing:

  • de metingen geschieden middels van onbemande geluidmeters , mogelijk aangevuld met resultaten van bemande geluimetingen;

  • de geluidmeters moeten op een vergelijkbare hoogte geplaatst worden welke zo veel mogelijk overeenkomen met de hoogtes van het invallend niveau op betreffende omliggende gevels;

  • over de gemeten waarde wordt geen correctie toegepast.

Metingen worden bij alle van weerscondities en windrichtingen uitgevoerd. Een deel van de metingen zal dus buiten de z.g. meteoraamcondities, bij tegenwind uitgevoerd gaan worden. De resultaten van de metingen buiten het meteoraam moeten, in tegenspraak met de bepalingen van bijlage IVh van de Omgevingsregeling meegenomen worden in de beoordeling, echter wel met de restrictie dat de meteo-correctieterm (Cm) in het kader van de monitoring niet van toepassing is op deze (bij tegenwind verkregen) meetresultaten. Ook voor metingen die wel verricht zijn met meewind (binnen het meteoraam) mag geen Cm in mindering worden gebracht. Verder geldt dat:

  • Bij de rapportage moet de invloed van kortstondig stoorgeluiden als door passerende voertuigen – niet afkomstig van het betreffende werk- handmatig uit de rapportage verwijderd te worden;

  • bij structureel stoorgeluid door b.v. omliggende wegen kan bevoegd gezag aangeven dat een gestandaardiseerde stoorgeluid-correctie in de rapportage doorgevoerd kan worden;

  • bij structureel stoorgeluid die geluid van het betreffende werk overschrijdt kan bevoegd gezag aangeven dat de monitoring moet geschieden op basis van metingen dichter bij het betreffende werk, dan wel bestaan uit bronmetingen;

  • Om zoveel mogelijk het in de prognose berekende invallend niveau op de betreffende gevels te benaderen moet de positie van de geluidmeter zodanig gekozen worden dat er zo min mogelijk reflecterend vlak achter de meter bevindt . Hiertoe dient de geluidmeter zo mogelijk naast de betreffende gevel wordt opgesteld;

  • het bevoegd gezag kan verzoeken door middel van verificatie-meting het aangeleverde prognosemodel met gerichte bemande geluidmetingen te verifiëren.

De bepaling van hoeveel hinderdagen in dag-, avond of nachtdelen van een verkregen ontheffing daadwerkelijk veroorzaakt zijn, geschiedt op basis van rapportage van deze monitoring als daarbij de volgende situaties aan de orde zijn:

Voor de nachtperiode (19:00 uur tot 23:00 uur) geldt dat indien het werk over enige tijdsperiode van 60 minuten gemeten equivalent geluidsniveau LAeq,T meer bedraagt dan 60 dB(A) of indien er meer dan 2 dB meer geluid veroorzaakt wordt dan het in de aanvraag vermelde (berekende) geluidsniveau over de betreffende periode waarin het werk werd uitgevoerd (LAeq), dan wordt de gemeten waarde van LAeq,60min bij de beoordeling aangemerkt als de geconstateerde waarde van geluidsniveau (LAeq) over de gehele nachtperiode.

Bovenstaande impliceert dat er enige metingen noodzakelijk kunnen zijn om vast te stellen of aan deze randvoorwaarden voldaan wordt. Indien de hinderdagen op basis van bovenstaande niet gerelateerd behoeven te worden aan de monitoring worden zij getoetst aan de in het maatwerk vastgestelde geluidniveau gebaseerd op de tijd dat er daadwerkelijk geluid veroorzakende werkzaamheden verricht gaan worden : de LAeq:T.

Zevende lid: Dit artikel is van toepassing als binnen een gebouw werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl dat gebouw (bijvoorbeeld woningen) in gebruik is.

Artikel 5

Eerste lid: Het gaat om werkzaamheden in de avonden op werkdagen (maandag tot en met vrijdag), waarbij geen technische of maatschappelijk noodzaak speelt, maar nauwelijks geluidhinder geven. Hierbij wordt gedacht aan werkzaamheden als het afronden van vlechten van wapening voor de stort de volgende dag en het werken binnen een gebouw in de afbouwfase. In het artikel is een eindtijd van de werkzaamheden van 22.30 uur opgenomen, omdat het doel is dat iedereen die deze werkzaamheden uitvoert, het bouwterrein om 23.00 uur verlaten heeft.

Tweede lid: Bij de afweging door het bevoegd gezag wordt gekeken naar de redenen, bijvoorbeeld de veiligheid voor de medewerkers, de voortgang van de bedrijfsprocessen of het halen van milieudoelstellingen. Bij het verzoek tot het stellen van maatwerkvoorschriften zal gespecificeerd moeten worden om welke type werkzaamheden het betreft en op welke tijdstippen (exacte datums van avonden, nachten en zondagen) buiten de reguliere tijdstippen gewerkt zal gaan worden. Verder geldt een inspanningsverplichting om met het bevoegd gezag afspraken te maken, om cruciale toezichtsmomenten van onderdelen die achteraf niet meer controleerbaar of onomkeerbaar zijn, te borgen. Dit zou kunnen betekenen dat sommige werkzaamheden op de reguliere tijdstippen dienen plaats te vinden.

Derde lid: Het stellen van maatwerkvoorschriften door het bevoegd gezag, omdat niet voldaan kan worden aan de geluidstabellen, zal bij uitzondering plaatsvinden. Om die reden zal de bouwer of sloper er alles aan moeten doen om de geluidsniveaus binnen de waardes van de geluidstabellen te houden. In de praktijk zal dit bijvoorbeeld betekenen dat er geen sprake is van heien en dat damwanden worden gedrukt, tenzij wordt aangetoond dat deze toepassingen technisch niet mogelijk zijn, om een bouwwerk te laten voldoen aan de bouwregelgeving, waaronder het Bbl.

Vierde lid: Voor het kunnen aantonen dat het geluidsniveau binnen in de woning niet hoger is dan 25 dB(A), kan worden uitgegaan van het van rechtens verkregen niveau.

Vijfde lid: Voor verdere toelichting over monitoring zie bij artikel 4 zesde lid.

Artikel 6

Eerste lid: Bij verzoek voor maatwerkvoorschriften voor vlinderen van betonvloeren kan in overleg met het bevoegd gezag een kortere termijn dan 4 weken worden afgesproken, ervan uitgaand dat het verzoek volledig is.

Bij projecten die langer duren dan een jaar wordt geadviseerd de benodigde stukken, zoals de akoestische onderzoeken en de voorgestelde beste beschikbare stille technieken, in een vooroverleg te bespreken, alvorens het verzoek voor maatwerkvoorschriften in te dienen.

Tweede lid: In het verzoek dient aangegeven te worden om welke werkzaamheden het betreft, waarvoor de maatwerkvoorschriften (ruimere werktijden en/of hogere geluidsbelasting op de gevels) noodzakelijk zijn. Bij werkzaamheden over een langere termijn (half of geheel jaar), wordt geadviseerd de tijdstippen ruimer aan te vragen, waarbij ook mogelijke uitloop van werkzaamheden (bijvoorbeeld van de avond naar de nacht) aangeven.

Vijfde lid: Hierin zal bijvoorbeeld dienen te worden aangegeven, dat een aannemer continu bereikbaar moet zijn bij klachten uit de omgeving, bijvoorbeeld op een bord op het bouwhek.

Zesde lid: Bij het langdurig uitvoeren van gelijksoortige (akoestisch gezien vergelijkbare) handelingen zullen slechts kleine verschillen ontstaan tussen het beoordelingsniveau LAeq,T over de gehele gewerkte nachtperiode en het niveau LAeq,60minuten over de afzonderlijke tijdsintervallen van 60 minuten. Vaak is echter een inschatting over deze korte perioden niet, of zeer moeilijk mogelijk. Als dat aan de orde is, mag het geluidsniveau LAeq,T bepaald door de geluidsbelasting worden uitgemiddeld over het deel van de nachtperiode waarin de werkzaamheden plaatsvinden en niet over de gehele nachtperiode (tabel 3). Dit betekent dat bij het berekenen van het niveau LAeq,T geen bedrijfsduurcorrectie mag worden toegepast voor het deel van de nachtperiode waarin geen (akoestisch relevante) bouwwerkzaamheden plaatsvinden.

Zevende lid: Voor deze berekeningen, bijvoorbeeld bij het vlinderen van betonvloeren, zijn gratis online-programma’s beschikbaar.

Achtste lid: Voor monitoring zie ook toelichting bij artikel 4, zesde lid.

Artikel 7

Eerste lid: Het Besluit bouwwerken leefomgeving kent bij bouw- en sloopwerkzaamheden artikel 7.4 (specifieke zorgplicht): Degene die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de werkzaamheden tot gevaar voor de gezondheid of veiligheid in de directe omgeving kunnen leiden, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevraagd om dat gevaar te voorkomen of niet te laten voortduren.

In de toelichting hiervan staat dat dit artikel getransponeerd is vanuit Bouwbesluit 2012 artikel 8.2. Net zoals het Bouwbesluit 2012 is het Besluit bouwwerken leefomgeving uitputtend, hetgeen betekent dat de uitvoerder alleen de zorg heeft onnodige geluidhinder te voorkomen. Hierbij is te denken aan vermijden van hard praten, gebruik van radio’s, dichtslaan van portieren en indien mogelijk beperken van achteruitrijpiepjes. Verder om werkzaamheden met veel te verwachten geluidhinder, indien mogelijk zo veel als mogelijk van de gevels af te laten plaatsvinden en werken op zaterdagen vanaf 8.00 uur als dat volgens de planning mogelijk is. Tenslotte is te denken aan het vermijden van geluidhinder ten tijde van landelijke schoolexamens.

In de bouw zijn verschillende mogelijkheden om de hinder, met name geluidhinder voor de omgeving te beperken, zoals de toepassing van emissieloos of elektrisch materieel. Bij funderingswerkzaamheden zijn er alternatieven om niet te hoeven heien of damwanden te trillen. Door hiertoe al voorwaarden over op te nemen in tenders of bij aanbestedingen, zal de hinder van de omgeving afnemen en zal de noodzakelijk voor het stellen van maatwerkvoorschriften niet meer spelen.

Tweede lid: Het is algemeen bekend dat er minder klachten zijn, als omwonenden op de hoogte zijn van uit te voeren werkzaamheden, waaronder ook niet bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden (waaronder klussers). Door hen op de hoogte te brengen en afspraken te maken over tijdstippen van de werkzaamheden, hebben zij de gelegenheid indien mogelijk op tijdstippen van niet te vermijden geluidhinder, tijdelijk elders te verblijven.

Artikel 1

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als het Afwegingskader Bouwlawaai.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 oktober 2024.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink