Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726031
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726031/1
Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats 2025Het college van de gemeente Tilburg:
- -
gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2025 artikel 3 lid 1, artikel 11 lid 2, artikel 12 lid 1 en lid 2, artikel 13 lid 2, artikel 14 lid 1 tot en met 8 , artikel 16, artikel 18 lid 3, artikel 19 lid 3, artikel 25 lid 1 en artikel 27 lid 1 en lid 2;
Besluit
vast te stellen de volgende nadere regels: Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats 2025.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;
- b.
begraafplaats: de begraafplaats van de gemeente Tilburg genaamd de Centrale Begraafplaats West, ongeacht welke bijzondere bestemming een of meer gedeelten daarvan gekregen hebben;
- c.
graf: een graf, een zandgraf of grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van lijken of het plaatsen van asbussen;
- d.
zandgraf: een algemeen of particulier uitgegraven graf in de vaste grond;
- e.
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;
- f.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- g.
urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
- h.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- i.
particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.
- 1.
- j.
particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- k.
grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;
- l.
gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;
- m.
grafbeplanting: beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;
- n.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
- o.
rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- p.
gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- q.
beschermd graf: een graf waarvoor door het college een beschermd bijzondere status is vastgesteld, ongeacht de categorie waartoe het graf behoort. Een beschermd bijzondere status kan onder meer van toepassing zijn op een categorie bijzonder graf, een eerste klas graf, een tweede klas graf, een urnengraf en een kindergraf;
- r.
beschermd bijzondere status: een graf waarvoor door het college een beschermd bijzondere status is vastgesteld met als doel het graf voor onbepaalde tijd te beschermen zodat het nooit geruimd mag worden, ongeacht de categorie waartoe het graf behoort;
- s.
KNIL-militair: een Molukse oud-militair die gediend heeft voor het Koninklijk Nederlands-Indië Leger (KNIL);
- t.
schudden: het ‘schudden’ van een graf is een vorm van het ruimen van een graf waarbij de verzamelde resten dieper onder hetzelfde graf ter aarde worden besteld. Die stoffelijke overschotten tellen dan niet meer als een bijzetting. Als een graf geschud is, is in het graf ruimte gemaakt voor nieuwe begravingen;
- u.
grafrecht termijn: de termijn waarvoor het grafrecht is uitgegeven of verlengd; ook wel grafrusttermijn genoemd.
Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen
-
1. De begraafplaats Centrale Begraafplaats West is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende de volgende tijden:
- a.
Ingang Hoflaan 150: van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur;
- b.
Ingang Karel Boddenweg 5:
- -
maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur;
- -
zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur;
- -
zondag van 11.00 tot 18.00 uur.
- -
- a.
-
2. De begraafplaats Gilzerbaan is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende de volgende tijden:
- -
van 1 april tot 1 oktober van 09.00 tot 20.00 uur;
- -
van 1 oktober tot 1 april van 09.00 tot 17.00 uur.
- -
Artikel 3. Indeling begraafplaats
-
1. Op de begraafplaats wordt op verzoek gelegenheid gegeven tot het begraven op het Rooms Katholiek gedeelte, het Islamitisch gedeelte of op het Anders Gezindten gedeelte.
-
2. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in de voorgaand lid.
Artikel 4. Categorieën en uitgifte der graven
-
1. De algemene graven worden onderverdeeld in:
- a.
standaardgraven; graven waarin eenieder gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van maximaal 10 jaren.
- b.
graven voor levenloos geborenen; graven waarin eenieder gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van maximaal 10 jaren.
- a.
-
2. De particuliere graven worden onderverdeeld in:
- a.
bijzondere graven; graven uitgegeven voor de tijd van minimaal 20 jaren met telkens recht op verlenging van 10 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 lijken dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen.
- b.
graven eerste klasse; graven uitgegeven voor de tijd van minimaal 20 jaren met telkens recht op verlenging van 10 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen.
- c.
graven tweede klasse; graven uitgegeven voor de tijd van minimaal 20 jaren met telkens recht op verlenging van 10 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen.
- d.
kindergraven; graven uitgegeven voor de tijd van minimaal 20 jaren met telkens recht op verlenging van 10 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen.
- e.
urnengraven; graven uitgegeven voor de tijd van minimaal 20 jaren met telkens recht op verlenging van 10 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 3 asbussen, met of zonder urnen.
- a.
Artikel 5. Beschermd bijzondere status
-
1. Een particulier graf waarvoor een beschermd bijzondere status is vastgesteld wordt uitgegeven en/of verlengd voor onbepaalde tijd, ongeacht in welke categorie het graf is ingedeeld.
-
2. De gestelde termijn in lid 1 overschrijft alle gestelde termijnen genoemd in artikel 4 lid 2, ongeacht in welke categorie het graf is ingedeeld.
Artikel 6. Aantal lijken en asbussen in een graf
-
1. In een graf mogen niet meer dan twee lijken worden begraven.
-
2. Op verzoek wordt in een graf waarin één lijk is begraven gelegenheid gegeven tot het plaatsen van maximaal twee asbussen.
-
3. Op verzoek wordt in een graf waarin twee lijken zijn begraven gelegenheid gegeven tot het plaatsen van maximaal één asbus.
-
4. In een urnengraf mogen niet meer dan drie asbussen worden geplaatst.
-
5. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het bepaalde in de voorgaande leden.
Artikel 7. Het schudden van een graf
-
1. Uitgezonderd van het bepaalde in artikel 6 lid 1 zijn graven die geschud worden. Hier kunnen meer dan twee lijken worden begraven.
-
2. Een (toekomstige) grafrechthebbende kan bij de beheerder van de begraafplaats een schriftelijk of mondeling verzoek doen voor het schudden van een graf.
-
3. Graven die hiervoor in aanmerking komen zijn:
- a.
Een particulier graf van de (toekomstige) grafrechthebbende zelf waarin een overledene al minimaal 10 jaar begraven ligt en waar in de toekomst een tweede en/of derde persoon bij begraven wordt;
- b.
Een graf dat verlopen is en schriftelijk is vrijgegeven waardoor een overledene in de buurt van een bepaald graf begraven kan worden. Wanneer er in zo’n graf een persoon begraven ligt kan de beheerder van de begraafplaats deze op verzoek van de nieuwe rechthebbende schudden zodat dit graf als nieuw wordt uitgegeven.
- a.
Artikel 8. Grafafmetingen
Voor de graven gelden de volgende afmetingen:
Algemene graven |
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Standaard graven |
260 |
125 |
Graven voor levenloos geborenen |
70 |
50 |
Particuliere graven |
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Bijzondere graven |
350 |
200 |
Graven 1e klasse |
280 |
125 |
Graven 2e klasse |
260 |
125 |
Kindergraven 0 - 6 jaar |
140 |
65 |
Kindergraven 7 - 12 jaar |
220 |
85 |
Urnengraven |
50 |
50 |
Artikel 9. Grafkelder
Het aanbrengen van een grafkelder is slechts mogelijk op een bijzonder graf.
Artikel 10. Verstrooien van as
Het is niet toegestaan om op de begraafplaatsen de as van een overledene uit te strooien.
Artikel 11. Aflopen van een grafrecht termijn
-
1. Bij het aflopen van een grafrecht termijn wordt de rechthebbende minimaal zes maanden voordat het grafrecht verloopt, door de gemeente schriftelijk per brief op de hoogte gesteld via de bij de begraafplaats bekende adresgegevens van de rechthebbende. Dit heeft als doel dat de rechthebbende tijdig geïnformeerd wordt en zo voldoende tijd heeft om na te denken over het wel of niet verlengen van een grafrecht en de daarmee samenhangende kosten.
-
2. In de brief zoals genoemd in het eerste lid wordt de rechthebbende op de hoogte gesteld van de datum waarop het grafrecht eindigt en de mogelijkheid om binnen zes maanden voor het aflopen van het grafrecht:
- a.
het grafrecht te verlengen voor 10 jaar met de daarbij vermelde kosten conform de bedragen van de dan geldende gemeentelijke grafrechtenverordening. Hierbij wordt duidelijk vermeld dat deze kosten pas bij het aflopen van het huidige termijn en het ingaan van het verlengtermijn hoeft te worden voldaan;
- b.
schriftelijk afstand te nemen van een graf. Hierbij wordt de rechthebbende duidelijk geïnformeerd over de consequentie dat een graf waarvan schriftelijk afstand is genomen, door de gemeente geruimd kan worden.
- a.
-
3. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het actueel houden van de contactgegevens van de rechthebbende bij de gemeentelijke begraafplaats, zodat de gemeente de rechthebbende goed kan informeren en contacteren indien nodig.
Artikel 12. Aanvraag vergunning gedenkteken
Een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken dient ter attentie van het college schriftelijk bij de beheerder van de begraafplaats te worden ingediend, met een werktekening waarop tenminste dienen voor te komen:
- a.
een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;
- b.
de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;
- c.
de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;
- d.
de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);
- e.
het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.
Artikel 13. Aanvraag beschermd bijzondere status
-
1. Een aanvraag voor een beschermd bijzondere voor een particulier graf dient ter attentie van het college, schriftelijk bij de beheerder van de begraafplaats te worden ingediend.
-
2. Het bepaalde in lid 1 dient door de grafrechthebbende van dat graf worden ingediend.
-
3. Van het bepaalde in lid 2 kan worden afgeweken als anders de bescherming van het graf in het gedrang zou raken. In dat geval mag ook een ander persoon dan genoemd in lid 2 de aanvraag voor een beschermd bijzondere status indienen.
-
4. Een aanvraag voor een beschermd bijzondere status voor een graf moet tenminste bevatten:
- a.
de achternaam van de overleden persoon van het graf waarop de aanvraag betrekking heeft;
- b.
de voornaam dan wel de volledige voornamen van de overleden persoon van het graf waarop de aanvraag betrekking heeft;
- c.
de geboorte- en sterftedatum van de overleden persoon van het graf waarop de aanvraag betrekking heeft;
- d.
de (geschatte) dienstperiode van de overleden persoon, diens partner of diens ouder voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) of de marine in Nederlands-Indië;
- e.
het aankomstjaar in Nederland.
- a.
-
5. Indien de aanvraag voor een beschermd bijzondere status het graf van een toenmalige partner betreft moet de aanvraag daarnaast bevatten:
- a.
de periode van diens partnerschap met de oud KNIL-militair of marinier;
- a.
-
6. Een aanvraag als genoemd in lid 1 mag indien relevant en bekend bevatten:
- a.
het legernummer, stamboeknummer of marine nummer van de overleden persoon waarop de aanvraag betrekking heeft;
- b.
het grafnummer waarop de aanvraag betrekking heeft;
- c.
de roepnaam van de overleden persoon waarop de aanvraag betrekking heeft.
- a.
Artikel 14. Besluit
-
1. De beheerder beoordeelt een aanvraag zoals gesteld in artikel 12 en brengt een advies aan het college uit.
-
2. De beheerder beoordeelt een aanvraag zoals gesteld in artikel 13 en brengt een advies aan het college uit.
-
3. Een beslissing op een aanvraag zoals gesteld in artikel 12 wordt door het college vastgesteld en schriftelijk door het college medegedeeld.
-
4. Een beslissing op een aanvraag zoals gesteld in artikel 13 wordt door het college vastgesteld en schriftelijk door het college medegedeeld.
Artikel 15. Afmetingen gedenkteken particuliere graven
-
1. Gedenktekens mogen worden geplaatst met inachtneming van de volgende afmetingen:
- a.
bijzondere graven: een onderbouw van 140 cm x 65 cm met aan de voorzijde een hoogte van 10 cm en aan de achterzijde een hoogte van 20 cm, als basis voor een dekplaat van 150 cm x 75 cm met een dikte van 12 cm.
- b.
Voor eerste en tweede klas graven gelden maximale afmetingen voor het staande monument: maximaal 100 cm hoog maximaal 70 cm breed maximaal 20 cm dik
-
Onder het monument mag een voetstuk geplaatst worden van 80 cm breed, 10 cm hoog en 20 cm diep. Heeft de steen een niet symmetrische vorm dan mag deze iets breder zijn dan 70 cm, maar niet breder dan 80 cm. De uiteindelijke maximale hoogte van het monument inclusief een eventuele voetstuk bedraagt 100 cm.
- c.
kindergraven van 0 tot 6 jaar: een plaat van maximaal 50 cm x 50 cm x 50 cm.
- d.
kindergraven van 7 tot 12 jaar: een staande plaat met een hoogte van maximaal 70 cm en een dikte van maximaal 8 cm en met een breedte van maximaal 50 cm.
- e.
urnengraven: een liggende plaat van 50 x 50 cm en een dikte van 5 cm.
- a.
-
2. Een gedenkteken als bedoeld in het eerste lid mag aan de voorzijde worden voorzien van een liggende plaat met eenzelfde breedte als het gedenkteken en een lengte van 20 cm, welke van de grond af gemeten ten hoogste 5 cm is.
Artikel 16. Materiaalgebruik gedenkteken
-
1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek of duurzame kunststoffen.
-
2. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.
Artikel 17. Losse bloemen en planten
Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.
Artikel 18. Winterharde gewassen
De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.
Artikel 19. Andere grafbedekking
-
1. Voor het gedenkteken mag een strook grond met eenzelfde breedte als de grafruimte en een lengte van 50 cm, een liggende plaat als bedoeld in artikel 12 daarin mede begrepen, worden benut voor het aanbrengen van beplanting.
-
2. De beplanting mag de omvang van de plantstrook niet overschrijden en mag niet hoger zijn dan 150 cm.
-
3. Andere alternatieven zijn niet toegestaan. Deze kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.
Artikel 20. Losse voorwerpen op en rondom graven
Het is niet toegestaan losse voorwerpen (zoals gieters, tuingereedschap e.d.), die bedoeld zijn voor het onderhoud van de aanwezige beplanting op en rondom de graven, te plaatsen of te bewaren.
Deze kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.
Artikel 21. Bijzondere bepalingen
De gestelde termijn als bedoeld in artikel 3 lid 3 dient te allen tijde ongewijzigd en overeenkomstig te worden opgenomen en overgenomen in het uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats zodat het grafrecht voor onbepaalde tijd voor graven waarvoor een beschermd bijzondere status is vastgesteld nooit teniet kan worden gedaan, toekomstige aanpassingen van het onderhavige uitvoeringsbesluit begraafplaats daarbij inbegrepen en ieder besluit of verordening dat het onderhavige uitvoeringsbesluit vervangt.
Artikel 22. Slotbepalingen
-
1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2025 óf zoveel later met de inwerkingtreding van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2025 als laatstgenoemde verordening later dan op 1 januari 2025 in werking treedt.
-
2. Met de inwerkingtreding van het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats 2025 vervalt: Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen 1997.
-
3. Deze nadere regels worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaats 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van 15 oktober 2024,
De secretaris,
De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl