Algemeen Delegatiebesluit 2024

Geldend van 31-10-2024 t/m heden

Intitulé

Algemeen Delegatiebesluit 2024

De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard;

gelet op artikel 83 Waterschapswet;

overwegende dat het Algemeen Delegatiebesluit 2005 geactualiseerd en aangevuld moet worden en dat de gedelegeerde bevoegdheden bij voorkeur worden verankerd in één besluit;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 20 augustus 2024;

B E S L U I T :

Vast te stellen het navolgende delegatiebesluit:

Algemeen Delegatiebesluit 2024

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Delegatie:

Het overdragen van bevoegdheden krachtens artikel 83 lid 1 Waterschapswet jo. afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht;

Dijkgraaf en hoogheemraden:

Het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap als bedoeld in artikelen 10 en 40 Waterschapswet en artikel 8 Reglement van bestuur;

Financieringsbehoefte:

De hoeveelheid geld die het Hoogheemraadschap moet lenen voor het uitvoeren van bepaalde economische activiteiten, en waarvan de hoogte is vastgesteld in de treasuryparagraaf van de jaarlijkse programmabegroting van het Hoogheemraadschap.

Kasgeldlimiet:

Het overeenkomstig de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden in de programmabegroting vastgestelde bedrag ter grootte van maximaal 23% van het begrotingstotaal bij aanvang van het desbetreffende begrotingsjaar.

Legger:

Een document waarin is omschreven waaraan de waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen als bedoeld in artikel 2.39 Omgevingswet;

Hoogheemraadschap:

Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;

Treasuryparagraaf:

Het gelijknamige onderdeel van de toelichting op de jaarlijkse programmabegroting van het Hoogheemraadschap waarin de geplande activiteiten worden vermeld die betrekking hebben op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

Verenigde vergadering:

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap als bedoeld in artikelen 10 en 12 Waterschapswet en artikel 8 Reglement van bestuur;

Reglement van bestuur:

Het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

§ 2 Gedelegeerde bevoegdheden

Artikel 2 Juridische procedures

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot:

  • a.

    het voeren van verweer in bezwaarprocedures die tegen het hoogheemraadschap zijn ingesteld.

  • b.

    het voeren van gerechtelijke procedures bij de bestuursrechter, de belastingrechter, de burgerlijke rechter en de strafrechter, alsmede het nemen van besluiten gedurende dergelijke procedures, met inbegrip van de procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie en de procedures bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

  • c.

    het starten en voeren van bezwaarprocedures tegen besluiten van andere overheden.

  • d.

    het indienen van inspraakreacties, zienswijzen en adviezen in procedures ter voorbereiding van besluiten van andere overheden.

  • e.

    het aangaan van schriftelijke overeenkomsten en het voeren van gedingen voor buitengerechtelijke instanties, ter voorkoming of beëindiging van privaatrechtelijke - of publiekrechtelijke geschillen.

Artikel 3 Financiën

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot:

  • a.

    het aangaan van geldleningen met een looptijd van ten hoogste één jaar ter voorziening in de behoefte aan kasgeld tot tweemaal het bedrag dat in de programmabegroting van het betreffende begrotingsjaar als kasgeldlimiet wordt vastgesteld, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet financiering decentrale overheden.

  • b.

    het aangaan van vaste geldleningen ter voorziening in de financieringsbehoefte, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet financiering decentrale overheden.

  • c.

    het oninbaar verklaren van vorderingen op huurders, pachters of gebruikers van eigendommen van het hoogheemraadschap en andere zakelijke gerechtigden.

  • d.

    het beschikken over de posten onvoorziene uitgaven van de begroting van het hoogheemraadschap.

  • e.

    het indienen van zienswijzen op de (ontwerp-)begroting als bedoeld in de artikelen 50g, 68, 81 en 91 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 4 Onroerende zaken

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot:

  • a.

    het kopen, ruilen, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken tot een bedrag van € 500.000 per transactie;

  • b.

    het in spoedeisende gevallen kopen van grond en daarop aanwezige opstallen zonder limiet ten behoeve van de uitvoering van waterhuishoudkundige maatregelen;

  • c.

    het vaststellen en het van toepassing verklaren van nieuwe erfpachtvoorwaarden.

Artikel 5 Aanbesteding

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot het houden van alle aanbestedingen voor uit te voeren werken, leveringen en diensten.

Artikel 6 Schenkingen

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot het aanvaarden van schenkingen voor zover hieraan geen bezwarende voorwaarden zijn verbonden.

Artikel 7 Erfstellingen en legaten

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot het aanvaarden van erfstellingen en legaten voor zover hieraan geen bezwarende voorwaarden zijn verbonden.

Artikel 8 Personeel

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot:

  • a.

    het vaststellen en uitwerken van regelingen van rechtspositionele aard waarover overeenstemming is bereikt in het centraal arbeidsvoorwaardenoverleg waterschapspersoneel.

  • b.

    het uitvoeren van de Wet op de Ondernemingsraden.

Artikel 9 Verkeer

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot:

  • a.

    het nemen van verkeersbesluiten van tijdelijke aard.

  • b.

    het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 87 RVV (1990).

  • c.

    het nemen van een verkeersbesluit zoals bedoeld in artikel 18 Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 10 Legger

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot het vaststellen van een legger.

Artikel 11 Wet open overheid

De verenigde vergadering delegeert aan dijkgraaf en hoogheemraden de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet open overheid, gericht aan de verenigde vergadering.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Voorwaarden

  • 1. De dijkgraaf en hoogheemraden oefenen de gedelegeerde bevoegdheden uit binnen het door de verenigde vergadering vastgestelde beleid.

  • 2. De dijkgraaf en hoogheemraden maken van de in artikel 3 onder a bedoelde bevoegdheid een zodanig gebruik dat de desbetreffende incidentele overschrijding van de kasgeldlimiet niet langer duurt dan twee aaneengesloten kwartalen.

  • 3. De dijkgraaf en hoogheemraden oefenen de in artikel 4 onder b bedoelde bevoegdheid eerst uit nadat de commissie Algemene Zaken en Middelen positief over desbetreffende koop heeft geadviseerd, tenzij dit advies redelijkerwijs niet kan worden afgewacht gelet op de vereiste spoed.

  • 4. De dijkgraaf en hoogheemraden rapporteren ieder half jaar aan de verenigde vergadering over de uitoefening van de aan hen gedelegeerde bevoegdheden.

Artikel 13 Inwerkingtreding,

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 14 Intrekking

Met de inwerkingtreding van dit besluit vervallen de volgende besluiten:

  • (i)

    het Algemeen Delegatiebesluit 2005;

  • (ii)

    het Delegatiebesluit Erfpachtvoorwaarden; en

  • (iii)

    het Delegatiebesluit Verkeersbesluiten.

Artikel 15 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als het “Algemeen Delegatiebesluit 2024”.

Ondertekening

Rotterdam, 2 oktober 2024

de verenigde vergadering voornoemd,

secretaris,

voorzitter,

Bijlage I

Algemene toelichting

In de bestuurlijk organisatie van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is momenteel (mei 2024) een aantal bevoegdheden van de verenigde vergadering gedelegeerd aan de dijkgraaf van hoogheemraden. Deze delegatie heeft plaatsgevonden via één algemeen delegatiebesluit, drie bijzondere delegatiebesluiten en één verordening:

  • 1.

    het Algemeen Delegatiebesluit 2005;

  • 2.

    het Delegatiebesluit Erfpachtvoorwaarden;

  • 3.

    het Delegatiebesluit Verkeersbesluiten;

  • 4.

    het Delegatiebesluit Waterschapsverordening; en

  • 5.

    artikel 3 Onderhoudsverordening.

Het overzicht van de overgedragen bevoegdheden is hierdoor versnipperd. Daarbij komt dat het Algemeen Delegatiebesluit HHSK 2005 geactualiseerd en aangevuld moet worden.

Gelet hierop is het Algemeen Delegatiebesluit 2024 (hierna: AD 2024) opgesteld. Hierin zijn drie geldende delegatiebesluiten geïntegreerd: (i) het Algemeen Delegatiebesluit 2005; (ii) het Delegatiebesluit Erfpachtvoorwaarden; en (iii) het Delegatiebesluit Verkeersbesluiten. De voorschriften van deze delegatiebesluiten zijn vervolgens gecategoriseerd, geactualiseerd, redactioneel en/of inhoudelijk gewijzigd, aangevuld, en/of geschrapt. Niettemin is de inhoud of de strekking van deze besluiten grotendeels gehandhaafd.

Het recentelijk in werking getreden Delegatiebesluit Waterschapsverordening is niet overgeheveld. Onder meer omdat de inhoud nog geen rustig bezit is. Ook artikel 3 Onderhoudsverordening is niet gecentraliseerd. Dit omdat deze delegatiebepaling het beste kan worden begrepen in de context van de Onderhoudsverordening.

Hierna zullen de delegatiebepalingen artikelsgewijs worden besproken. Althans voor zover ze een wijziging inhouden ten opzichte van de nu geldende bepalingen. Zie in dit verband ook de in Bijlage II opgenomen transponeringstallen.

In algemene zin geldt dat iedere gelegeerde bevoegdheid impliceert dat de dijkgraaf en hoogheemraden mogen beslissen tot bevoegdheidsuitoefening. Deze beslissingsbevoegdheid wordt dan ook niet uitdrukkelijk vermeld, maar kan er telkens in worden gelezen.

Artikelsgewijze toelichting

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nieuw artikel ingevoegd: definitiebepaling. Zoals te doen gebruikelijk worden de in de regeling gehanteerde begrippen omschreven wanneer relevant. De begripsomschrijvingen zijn opgesteld met inachtneming van diverse interne of externe bronnen. Denk bijvoorbeeld aan het Treasurystatuut van HHSK. De omschrijvingen zijn bevorderlijk voor het begrip en de leesbaarheid van diverse bepalingen. In verband hiermee konden bepalingen in voorkomende gevallen worden ingekort (vgl. art. 3).

§ 2 Gedelegeerde bevoegdheden

Artikel 2 Juridische procedures

Artikel 2, onderdelen a tot en met d hebben betrekking op de gedelegeerde bevoegdheden bij gerechtelijke procedures. Inhoudelijk zijn deze bevoegdheden verduidelijkt. Het artikel bevat de bestuursrechtelijke procedures zoals het indienen van bezwaar, het instellen van beroep en hoger beroep, de civielrechtelijke procedures zoals het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie, en het indienen van zienswijzen. Verder ziet het op beroep bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of het EHRM.

De zinsnede uit het AD 2005: ”het berusten in tegen het hoogheemraadschap ingestelde rechtsvorderingen” is niet opnieuw opgenomen omdat het overbodig kan worden beschouwd nu het voeren van civiele procedures al is geregeld; het onbenut laten van deze mogelijkheid is daarmee immers gegeven.

Omwille van de duidelijkheid en volledigheid is de bevoegdheid bij gerechtelijke procedures uitdrukkelijk verwoord in de onderdelen a tot en met d. Zie transponeringstabel B in Bijlage II.

Gelet op artikel 2 hoeft geen invulling meer te worden gegeven aan artikel 86, vierde lid Waterschapswet omdat de bevoegdheid in het geheel en in alle gevallen gedelegeerd is aan het college.

Artikel 2, onderdeel e heeft betrekking op de gedelegeerde bevoegdheid in buitengerechtelijke procedures. Hierbij zij uitdrukkelijk opgemerkt dat onder meer het treffen van schikkingen, arbitrage en mediation zijn ingesloten.

Artikel 3 Financiën

Dit artikel is een samenvoeging van artikel I, onderdelen c, d, f, g en o Algemeen Delegatiebesluit. Daarbij zijn de onderdelen c en d redactioneel gewijzigd in verband met de definities van de begrippen financieringsbehoefte, kasgeldlimiet en treasuryparagraaf.

Artikel 4 Onroerende zaken

Onderdeel a is de opvolger van artikel I, onderdeel i Algemeen Delegatiebesluit 2005. Daarbij is het maximumbedrag verhoogd van €250.000 naar €500.000 omdat de prijzen op de vastgoedmarkt fors zijn gestegen terwijl deze ontwikkeling tot op heden niet is verwerkt in het Algemeen Delegatiebesluit 2005.

Onderdeel b sluit als zodanig aan op het bepaalde in artikel I, onderdeel i Algemeen Delegatiebesluit 2005.

In artikel 4, onderdeel c is het Delegatiebesluit Erfpachtvoorwaarden opgenomen. Dit bijzondere delegatiebesluit kan hierdoor komen te vervallen. Zie ook artikel 13.

Artikel 5 Aanbesteding

Geen inhoudelijke wijziging ten opzichte van artikel I, onderdeel e Algemeen Delegatiebesluit 2005.

Artikel 6 Schenkingen

Artikel 6 is ontleend aan artikel I, onderdeel j Algemeen Delegatiebesluit 2005, voor zover schenkingen betreffend. Dit artikelonderdeel is gesplitst in “schenkingen” (artikel 6) en “Erfstellingen en legaten” (artikel 7). Hierdoor wordt een knip gelegd tussen enerzijds het schenken bij leven en anderzijds de erfrechtelijke begrippen die een rol spelen na overlijden van betrokkene(n). Inhoudelijk geen wijziging.

Artikel 7 Erfstellingen en legaten

Artikel 7 is ontleend aan artikel I, onderdeel j Algemeen Delegatiebesluit 2005, voor zover erfstellingen en legaten betreffend. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aangebracht. Zie voorts de toelichting op artikel 6.

Artikel 8 Personeel

Artikel 8, onderdelen a en b corresponderen met respectievelijk de onderdelen k en l van artikel I Algemeen Delegatiebesluit 2005. Het zinsdeel over het mandaatbesluit tot aanwijzing van de bestuurder als bedoeld in onderdeel l is weggelaten in onderdeel b. Ten eerste omdat de verenigde vergadering hier geen aanwijzingsbevoegdheid heeft. En zo de verenigde vergadering ter zake bevoegd zou zijn, is die mandaatfiguur hier overbodig of misplaatst. Overbodig omdat die bevoegdheid tot mandaatverlening besloten ligt in de gedelegeerde bevoegdheid (vgl. art. 10:3 Awb). En ingeval onderdeel l zelf moet worden opgevat als de verlening van het mandaat om een bestuurder aan te wijzen, is de regeling misplaatst omdat mandaten niet thuis horen in een Delegatiebesluit maar in het Bevoegdhedenregister van HHSK.

Artikel 9 Verkeer

Dit artikel 9 is een samenvoeging van artikel I, onderdelen m en n Algemeen Delegatiebesluit 2005 én het Delegatiebesluit Verkeersbesluiten. Dit bijzondere delegatiebesluit kan hierdoor komen te vervallen. Zie ook artikel 13.

Artikel 10 Legger

Dit artikel ziet op zowel de normatieve legger als bedoeld in art. 2.39 van de Omgevingswet (vgl. definitiebepaling) als de onderhoudslegger als bedoeld in art. 78 lid 2 Waterschapswet.

De delegatie van de bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van de onderhoudslegger is ook neergelegd in art. 3 van de Onderhoudsverordening HHSK.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Voorwaarden

De voorwaarden van artikel 11 zijn geïnspireerd op artikel II aanhef en onderdelen a tot en met c Algemeen Delegatiebesluit 2005. 

In overeenstemming met de huidige praktijk schijft artikel 11 lid 4 voor dat de dijkgraaf en hoogheemraden ieder half jaar aan de verenigde vergadering rapporteren over de uitoefening van de aan hen gelegeerde bevoegdheden. Dankzij deze rapportage moet inzichtelijk worden hoe vaak de gedelegeerde bevoegdheden zijn uitgeoefend. In principe heeft deze voorwaarde betrekking op uitoefening van de bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden (paragraaf 2). Maar idealiter wordt in de rapportage ook melding gemaakt over de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het Delegatiebesluit Waterschapsverordening en in artikel 3 Onderhoudsverordening. Zie in dit verband ook de rapportagetabel in Bijlage III van dit besluit.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Het Algemeen Delegatiebesluit 2024 is een ‘besluit’ in de zin van artikel 1:3 Awb. Nadat het door de verenigde vergadering is vastgesteld, treedt het eerst in werking nadat het bekend is gemaakt door plaatsing in het Waterschapsblad (vgl. artikelen 3:40 en 3.42 Awb in samenhang met artikel 6 Bekendmakingswet).

Artikel 14 Intrekking

Door de overheveling van het bepaalde in enkele bijzondere delegatiebesluiten naar het Algemeen Delegatiebesluiten, kunnen de desbetreffende besluiten komen te vervallen. Zie ook de artikelen 4 en 9, en de transponeringstabellen in Bijlage II

Artikel 15 Citeertitel

Nieuw artikel. Het Algemeen Delegatiebesluit is zodanig vernieuwd dat een andere citeertitel passend is.