Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024

Geldend van 07-11-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Aanbieder:

De aanbieder van peuteropvang op locatie(s) die zijn geregistreerd in het LRK

ASV:

Algemene subsidieverordening Hardinxveld-Giessendam

College:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

Doelgroeppeuter:

Een bij de gemeente ingeschreven peuter in de leeftijd van 2,5 jaar tot de start op de basisschool die op indicatie van de JGZ, vanwege (het risico op) een onderwijsachterstand, in aanmerking komt voor een VE-peuterplaats

Gemeente:

Gemeente Hardinxveld-Giessendam

Inkomensverklaring:

Een recente officiële verklaring (voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van de ouders in een bepaald belastingjaar

Kinderopvangtoeslag:

Tegemoetkoming voor ouders in de kosten van kinderopvang, uitbetaald via de belastingdienst

Landelijk maximum uurtarief:

Maximum uurtarief dat het ministerie van SZW hanteert voor de kinderopvangtoeslag voor de hele dagopvang

LRK:

Landelijk Register Kinderopvang, het register waarin kinderopvanglocaties zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen

Ouder:

De bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder/verzorger van de doelgroeppeuter

Ouderbijdrage:

De inkomensafhankelijke bijdrage die ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen aan de aanbieder

Overdrachtsformulier:

Het formulier dat gebruikt wordt door de aanbieder om informatie over de doelgroeppeuter, die is opgenomen in het kindvolgsysteem, over te dragen aan de basisschool

Peuter:

Bij de gemeente ingeschreven kind in de leeftijd van 2 jaar tot de start op de basisschool

Doelgroeppeuter:

Bij de gemeente ingeschreven kind in de leeftijd van 2 jaar tot de start op de basisschool met een VE-indicatie

Peuteropvang:

Kinderopvang voor kinderen vanaf de leeftijd van 2 jaar oud tot de start op het basisonderwijs met een aanbod van maximaal 4 uur per dagdeel gedurende 40 weken per jaar met een aanbod van VE

Reguliere peuterplaats:

Plaats in de peuteropvang van één of twee dagdelen per week en maximaal één dagdeel per dag

VE:

Voorschoolse Educatie. Aanbod van een VE-programma met als doel om doelgroeppeuters beter voor te bereiden op de basisschool en onderwijsachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en in te lopen

VE-opplus:

een aanvullende subsidie per doelgroeppeuter vanaf 2,5 jaar op een VE-peuterplaats voor de meerkosten van het VE-aanbod

VE-peuterplaats:

plaats voor een doelgroeppeuter in de peuteropvang met VE

VE-programma:

een voorschools programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal-emotionele ontwikkeling

Artikel 2. Doel

Het doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een kwalitatief hoogwaardig aanbod Voorschoolse Educatie in de gemeente Hardinxveld-Giessendam zodat er binnen de gemeente gelijke en optimale ontwikkelkansen zijn voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verleend voor:

  • a.

    VE-peuteropvang voor een peuter die woonachtig is in de gemeente Hardinxveld-Giessendam, tot het maximaal aantal uren waarvoor subsidiering mogelijk is;

  • b.

    subsidie kan worden verleend voor de inzet van een hbo-beleidsmedewerker/ coach ter verhoging van de kwaliteit van het VE aanbod binnen een geregistreerd kind centrum;

  • c.

    subsidie kan worden verleend voor andere activiteiten die een bijdrage leveren aan het behalen van de doelstelling van deze subsidieregeling.

Artikel 4. De aanvrager

Subsidie op grond van deze nadere regels kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder van een VE geregistreerd kindercentrum dat is gevestigd in Hardinxveld-Giessendam.

Artikel 5. Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt voor 1 oktober voorafgaande aan het (eerste) subsidiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend bij het college.

  • 2.

    Bij een aanvraag voor subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het college hiervoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal (doelgroep)peuters en de te factureren ouderbijdragen. Hiervoor dient de Peutermonitor gebruikt te worden.

Artikel 6. Weigeringsgronden

In aanvulling op de in de Algemene wet bestuursrecht en de ASV Hardinxveld-Giessendam genoemde weigeringsgronden kan het college een verzoek om subsidieverlening weigeren als:

  • 1.

    De aanvraag onvoldoende of niet in het belang dan wel in strijd is met de doelstelling van deze regeling als bedoeld in artikel 1.2.

  • 2.

    De aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden voor subsidieverlening als genoemd in deze regeling.

  • 3.

    Het college een handhavingsbesluit heeft genomen naar aanleiding van een constatering van een overtreding door een toezichthouder, dan wel bij het college het voornemen bestaat om handhavend op te treden.

Artikel 7. Subsidiecriteria

Om voor subsidieverlening in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de aanvrager is een houder van een VVE-geregistreerd kindercentrum dat is gevestigd in Hardinxveld Giessendam;

  • b.

    de aanvrager voldoet aan de eisen die voortvloeien uit de Wet Kinderopvang, alsmede de landelijk vastgestelde kwaliteitseisen die voortvloeien uit het Besluit kwaliteit kinderopvang;

  • c.

    de aanvrager voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Voorschoolse Educatie;

  • d.

    er is sprake van hbo-inzet;

  • e.

    de hbo-inzet is aanvullend op het aantal uren dat vanuit de Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang moet worden ingezet, en;

  • f.

    de hbo-inzet is ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van Voorschoolse Educatie en betreft de totstandkoming en implementatie van beleidsvoornemens met betrekking tot Voorschoolse Educatie en coaching van beroepskrachten Voorschoolse Educatie.

Artikel 8. Verplichtingen

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht en de ASV Hardinxveld-Giessendam, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidieontvanger dient de VE-peuteropvang aan te bieden in een horizontale groep van kinderen van twee tot vier jaar;

  • b.

    de subsidieontvanger werkt met een door het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) erkend VVE-programma;

  • c.

    de subsidieontvanger maakt gebruik van een kind volgsysteem waarmee de brede ontwikkeling van peuters wordt gevolgd. Dit kind volgsysteem voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs;

  • d.

    de subsidieontvanger draagt zorg voor de inzet van hbo'ers minimaal gedurende 40 weken;

  • e.

    de groepen op de VE-locaties zijn zo veel mogelijk samengesteld uit reguliere peuters en peuters met een VVE-indicatie. De VE-locatie spant zich dan ook in om peuters met een VE-indicatie veelvuldig in contact te laten komen met taalrijkere kinderen.

Artikel 9. Hoogte subsidie peuteropvang en VE

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks het subsidiabel uurtarief voor Voorschoolse Educatie vast op basis van;

    • a.

      het fiscaal maximum voor kinderopvangtoeslag, vastgesteld door de Belastingdienst;

    • b.

      een opslag per uur voor de uitvoering van de wettelijke kwaliteitseisen en de door het college gehanteerde bovenwettelijke kwaliteitseisen voor Voorschoolse Educatie.

  • 2.

    Subsidie voor voorschoolse educatie wordt verleend:

    • a.

      per peuter op een reguliere peuterplaats van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag: maximaal 8 uren per week gedurende 40 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief minus de gefactureerde ouderbijdrage over deze uren;

    • b.

      per doelgroeppeuter op een VE-peuterplaats van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag: 16 uren per week gedurende 40 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief minus de gefactureerde ouderbijdrage over 8 uren per week en 40 weken per jaar;

    • c.

      per doelgroeppeuter op een VE-peuterplaats van ouders met recht op kinderopvangtoeslag: 8 uren per week gedurende 40 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief; ouders nemen aanvullend nog ten minste 8 uren per week gedurende 40 weken per jaar af, waarover zij kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen;

    • d.

      per doelgroeppeuter op een VE-peuterplaats: een aanvullende subsidie in de vorm van een VE opplus;

    • e.

      per doelgroeppeuter op een VE-peuterplaats op 1 januari van het subsidiejaar: een aanvullende subsidie voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE voor netto 10 uren per jaar. Deze inzet wordt gerealiseerd in werkelijk ingezette uren en niet in contracturen. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met afwezigheid door vakantie-, verlof- en feestdagen.

  • De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van het aantal uren dat een peuter van de opvang gebruik heeft gemaakt en het geldende uurtarief als bedoeld in lid 1. Er geldt een maximum van 960 subsidiabele uren per peuter gedurende anderhalf jaar.

  • 3.

    Voor peuters zonder VVE-indicatie geldt dat de kosten voor VE-peuteropvang, per peuter, in anderhalf jaar voor maximaal 480 uur subsidiabel zijn, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week.

  • 4.

    Voor peuters met VVE-indicatie geldt dat de kosten voor VE Peuteropvang, per peuter, in anderhalf jaar voor maximaal 960 uur subsidiabel zijn, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week.

Zonder VVE indicatie

VVE indicatie

met recht op

kinderopvangtoeslag

ouderbijdrage:

uren die zij afnemen x landelijk maximum uurtarief

gemeentesubsidie:

geen

ouderbijdrage:

ten minste 320 uur per jaar x landelijk maximum uurtarief

gemeentesubsidie:

320 uren per jaar x landelijk maximum uurtarief

+ VE opplus

+ subsidie inzet PBM’er VE*

zonder recht op

kinderopvangtoeslag

ouderbijdrage:

uren die zij afnemen (maximaal 320 uren per jaar) o.b.v. de VNG-adviestabel

gemeentesubsidie:

uren die zij afnemen (maximaal 320 uren per jaar) x landelijk maximum uurtarief

minus de gefactureerde ouderbijdrage over deze uren

ouderbijdrage:

320 uren per jaar o.b.v. de VNG-adviestabel

gemeentesubsidie:

640 uur per jaar x landelijk maximum uurtarief minus de gefactureerde ouderbijdrage over 320 uren

+ VE opplus

+ subsidie inzet PBM’er VE*

* subsidie inzet pedagogisch medewerker VE wordt gebaseerd op aantal doelgroeppeuters per 1 januari van betreffende jaar

Artikel 10. Ouderbijdrage en inkomensverklaring

  • 1.

    De houder brengt bij ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een inkomensafhankelijke bijdrage in rekening voor de VE-peuteropvang gebaseerd op de meest recente VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang.

  • 2.

    Ouders van doelgroep peuters betalen geen ouderbijdrage over maximaal 480 uur verdeeld over anderhalf jaar. Dit betreft de aanvullende/extra uren voor geïndiceerde kinderen (derde en vierde dagdeel).

  • 3.

    Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen inkomensverklaring van de Belastingdienst.

  • 4.

    Voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en een minimuminkomen hebben, wordt geen ouderbijdrage in rekening gebracht door de houder. Deze ouders dienen hun minimuminkomen aan te tonen met een inkomensverklaring van de belastingdienst.

Artikel 11. Aanvraag voor subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient, uiterlijk 1 mei na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag in voor subsidievaststelling.

  • 2.

    De subsidieontvanger maakt bij het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling gebruik van het door het college hiervoor beschikbaar gesteld vaststellingsformulier.

Artikel 12. Verantwoording subsidie

  • 1.

    De aanbieder dient uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt, de aanvraag voor vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat ten minste de volgende informatie:

    • a.

      het door de gemeente gehanteerde format met gerealiseerde aantallen (doelgroep)peuters en gefactureerde ouderbijdragen (eindverantwoording).

    • b.

      bij een subsidiering van meer dan € 50.000,- een controleverklaring bij de eindverantwoording afgegeven door een onafhankelijk accountant.

  • 3.

    Het college kan tussentijds steekproeven afnemen.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van de bepalingen in deze regeling voor zover de toepassing daarvan kan leiden tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen of groepen van gevallen.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2024.

  • 2.

    De subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Hardinxveld-Giessendam 2023, vastgesteld op 10 november 2022, wordt ingetrokken per 1 oktober 2024

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door gemeenteraad van gemeente Hardinxveld-Giessendam in de vergadering van d.d. 26 september 2024,

de griffier, de voorzitter,

Annemarie van der Ploeg, Dirk Heijkoop