Permalink
PrintenPermanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725945
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725945/1
Nulbeleid coffeeshops gemeente Midden-Delfland 2024
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 29-10-2024
Intitulé
Nulbeleid coffeeshops gemeente Midden-Delfland 2024De burgemeester van de gemeente Midden-Delfland;
Overwegende dat:
In artikel 2:27 eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Midden-Delfland 2022 is opgenomen dat onder een openbare inrichting wordt verstaan een besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt;
In de geldende Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland 2022 de burgemeester de bevoegdheid heeft tot het verlenen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting waaronder een coffeeshop, artikel 2:28, lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Midden-Delfland 2022;
De burgemeester bevoegd is om beleidsregels vast te stellen ter maximering van het aantal coffeeshops (Raad van State 13 september 2023) en de burgemeester in beginsel de vrijheid toekomt om ter bescherming van het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde geen enkele coffeeshop toe te staan, mits deugdelijk wordt gemotiveerd waarom een dergelijk beleid redelijk en wenselijk is (Raad van State 22 mei 1997);
De gemeente Midden-Delfland een Nota horecabeleid Midden-Delfland 2010 heeft, waarin voor coffeeshops een zogenaamd nulbeleid wordt gevoerd;
In de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Midden-Delfland 2021 is opgenomen dat het in de gemeente niet is toegestaan een coffeeshops te vestigen.
gelet op:
- •
Artikel 172 en 174 Gemeentewet;
- •
Artikel 2, 3 en 13b van de Opiumwet;
- •
Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
Het gevoerde nulbeleid ten aanzien van de exploitatie van coffeeshops in de gemeente Midden-Delfland te actualiseren door de beleidsnota 'Nulbeleid coffeeshops gemeente Midden-Delfland 2024' vast te stellen.
1. Geen coffeeshops in de gemeente Midden-Delfland
Het exploiteren van een coffeeshop1 is en blijft niet mogelijk in de gemeente Midden-Delfland. Binnen de gemeente Midden-Delfland is de exploitatie van een coffeeshop al geruime tijd niet toegestaan. De gemeente voert een zogenaamd nulbeleid. Het onderliggende nulbeleid is echter tot op heden niet uitgebreid in een aparte beleidsregel vastgelegd.
Deze notitie licht het beleid van de gemeente Midden-Delfland nader toe en gaat in op het beleid zoals wordt gevoerd door het Openbaar Ministerie (OM) en de politie.
2. Waarom een nulbeleid?
Met de vaststelling van het nulbeleid kan in voorkomende gevallen duidelijker worden opgetreden tegen de vestiging van een coffeeshop. Het voornaamste doel van de gemeente voor het vaststellen van een nulbeleid is de bescherming van de gezondheid, leefbaarheid en openbare orde en veiligheid.
3. Het nulbeleid
3.1. Lokaal beleid
Dit nulbeleid is voor een belangrijk deel lokaal beleid. Het beleid is afgestemd met het Openbaar Ministerie en de politie. Behalve een goede afstemming tussen gemeente, OM en de politie is het ook van belang dat er rekening gehouden wordt met het beleid van de omliggende gemeenten. De omliggende gemeenten hebben geen bezwaren tegen het voeren van dit beleid.
3.2. Overwegingen voor het voeren van een nulbeleid
Op basis van een analyse is er in de gemeente Midden-Delfland voor gekozen geen coffeeshops te gedogen. Deze keuze is als volgt gemotiveerd:
3.2.1. Bescherming van de gezondheid van onze inwoners
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat cannabisgebruik schadelijk kan zijn voor jongeren. Zo zijn er aanwijzingen dat gebruik van cannabis de ontwikkeling van de hersenen kan verstoren2 . Door de vestiging van een coffeeshop in de eigen gemeente is het risico aanwezig dat jongeren sneller en eenvoudiger in aanraking komen met softdrugs. Uitgaande van een bepaalde vraag naar softdrugs onder minderjarigen, betekent ieder extra handelspunt een risico op een toename van drugsgebruik onder jongeren. Ook kan de zeer onwenselijke situatie ontstaan dat in de nabijheid van een coffeeshop de drugs aan minderjarigen worden doorverkocht (straathandel).
De gemeente investeert om het middelengebruik bij de jeugd te verminderen en bewustwording over de schade die middelengebruik met zich meebrengt te vergroten3. Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om in 2035 een rookvrije generatie te hebben. Een coffeeshop past niet binnen deze visie4.
3.2.2. Negatief effect op de leefomgeving
Uit onderzoek blijkt dat omwonenden van een coffeeshop overlast en onveiligheidsgevoelens kunnen ervaren5. Dit heeft een negatief effect op de leefomgeving.
3.2.3. Een coffeeshop past niet bij het karakter van Midden-Delfland
Gelet op het landelijke karakter (het typische groene deels recreatieve buitengebied) van de gemeente Midden-Delfland is het vestigen van een coffeeshop niet passend bij de gemeente. Coffeeshops worden steeds meer geconcentreerd in stedelijke gebieden. Bovendien zijn er in de dorpskernen geen onroerende zaken te vinden, waarin coffeeshops zich zouden kunnen vestigen, die op voldoende afstand (750 meter) van scholen of club- en verenigingsruimten gelegen zijn.
3.2.4. Aanzuigende werking op georganiseerde criminaliteit
Meerdere onderzoeken laten zien dat er bij coffeeshops altijd in meer of mindere mate sprake is van illegale contacten met leveranciers en/of afnemers van illegale middelen6. Daarnaast zijn coffeeshops aantrekkelijk voor criminele organisaties om geld te investeren7. De aanpak van ondermijnende criminaliteit is een van de prioriteiten in het integraal veiligheidsbeleid. Het toestaan van een coffeeshops past niet bij dit beleid.
3.2.5. Voldoende aanwezigheid coffeeshops in omliggende gemeenten
Omliggende gemeenten die coffeeshops gedogen zijn de gemeenten Delft, Schiedam, Rotterdam, Maassluis en Vlaardingen. Er zijn in de directe omgeving van de gemeente Midden-Delfland voldoende coffeeshops gevestigd die in de behoefte kunnen voorzien.
4. Juridisch Kader
4.1. Gedoogbeleid coffeeshops
Het is in Nederland formeel niet toegestaan om softdrugs te produceren of te verhandelen. De wet verbiedt dit. Er bestaan landelijke richtlijnen, uitgevaardigd door het College van Procureurs-generaal over de wijze waarop de wet wordt nageleefd; het gedoogbeleid. De basis van het gedoogbeleid is de Aanwijzing Opiumwet van het OM. Onder strenge voorwaarden, die in de Aanwijzing staan beschreven, wordt er niet strafrechtelijk opgetreden tegen de verkoop van hennepproducten die op Lijst II van de Opiumwet staan. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. De voorwaarden worden ook wel aangeduid als AHOJGI-criteria.
Op grond van de AHOJGI-criteria is het voor een coffeeshop verboden te:
- •
Afficheren: dit betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op betreffende lokaliteit. Het afficheringsverbod is aangescherpt in de zin dat ook internet-affichering verboden is;
- •
Harddrugs te verhandelen: er mogen geen harddrugs voorhanden zijn en/of verkocht worden;
- •
Overlast te veroorzaken: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, doorverkoop in de nabije omgeving, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;
- •
Jeugdigen onder de 18 jaar in de coffeeshop toe te laten of aan hen te verkopen;
- •
Grote hoeveelheden te verhandelen (niet meer dan 5 gram per persoon per transactie) of op voorraad te hebben (niet meer dan 500 gram);
- •
toegang te verlenen en te verkopen aan anderen dan Ingezetenen van Nederland.
4.2. Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles)
Dit nulbeleid is gefundeerd op artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) waarin de burgemeester bevoegd is verklaard tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige bij lokalen behorende erven (soft)drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. De burgemeester kan op basis van het nulbeleid handhavend optreden (zie ook de uitspraak van de Raad van State hierover op 29 juni 2011).
5. Handhaving nulbeleid
5.1. Strafrechtelijke handhaving van een nulbeleid
Uit de richtlijnen van het OM blijkt dat als in de lokale driehoek is afgesproken tot het voeren van nulbeleid het OM kan overgaan tot vervolging van elke vorm van handel in softdrugs, ook als het verkooppunt voldoet aan de zogenaamde AHOJGI-criteria. Deze bevoegdheid is nog eens nadrukkelijk bevestigd door de Hoge Raad naar aanleiding van een zaak in de gemeente Kampen (uitspraak 15 oktober 1996). Het optreden van het OM tegen de exploitant van een niet gedoogd verkooppunt was naar het oordeel van de Hoge Raad niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
5.2. Bestuurlijke handhaving van een nulbeleid
5.2.1. Verzoek tot vestiging van een coffeeshop
De burgemeester kan op basis van het nulbeleid de toestemming tot vestiging van een coffeeshop weigeren. De burgemeester beroept zich bij zijn besluit op de argumenten die in het nulbeleid staan gemotiveerd. Gelet op de aanvaardbaarheid van het nulbeleid ter wering van verkooppunten voor softdrugs, is de burgemeester in beginsel niet verplicht om in ieder concreet geval nog eens afzonderlijk te motiveren waarom er sprake zal zijn van ontoelaatbare aantasting van woon- en leefklimaat in de naaste omgeving en/of van de openbare orde (Rechtbank Den Bosch 1 oktober 1998).
5.2.2. Illegale vestiging van een coffeeshop
De burgemeester kan overgaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, wanneer ondanks het nulbeleid toch een coffeeshop (verkooppunt van drugs) zich vestigt, dan wel aanwezig is. De burgemeester gebruikt hiervoor artikel 13b van de Opiumwet. Dit blijkt ook uit de uitspraak van de Rechtbank in Utrecht (29 oktober 1999), waarin wordt geoordeeld dat ook zonder schending van de AHOJGI-criteria de burgemeester mocht overgaan tot zijn sluitingsbevel.
6. Inwerkingtreding
De beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
7. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Nulbeleid coffeeshops gemeente Midden-Delfland 2024'.
Ondertekening
Aldus besloten door de burgemeester van gemeente Midden-Delfland op 18 oktober 2024.
De burgemeester van gemeente Midden-Delfland,
F. Noordermeer
Noot
1Met coffeeshop wordt bedoeld een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt.
Noot
2Informatiecentrum Cannabis. Geraadpleegd op 2023-02-13. Van, Risico's van cannabisgebruik - Informatiecentrum Cannabis.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl