Verordening onjuist gebruik Participatiewet, IOAW en IOAZ Gooise Meren 2024

Geldend van 29-10-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening onjuist gebruik Participatiewet, IOAW en IOAZ Gooise Meren 2024

Artikel (1) Begrippenlijst

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren

Pw

Participatiewet.

IOAW

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

IOAZ

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Onjuist gebruik

Deze term komt in de plaats van het begrip ‘oneigenlijk gebruik’ in de Pw, IOAW en IOAZ. Het betreft het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met (of buiten) de bedoeling die bij de totstandkoming of wijziging van die wet heeft bestaan.

Misbruik

Het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften.

Handhaven

Alle activiteiten die erop zijn gericht dat de regelgeving vanuit de Pw, de IOAW en IOAZ wordt nageleefd.

Artikel (2) Voorkoming en opsporing van onjuist gebruik en misbruik van de wet

Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet door:

  • a.

    onjuist gebruik en misbruik van de wet te voorkomen;

  • b.

    onjuist gebruik en misbruik van de wet op te sporen;

  • c.

    te controleren op onjuist gebruik en misbruik van de wet, door onder andere het uitvoeren van heronderzoeken.

Artikel (3) Het Handhavingsplan

  • 3.1 Het college stelt een plan vast met daarin de aanpak op gebied van handhaving en bestrijding van onjuist gebruik en misbruik van de Pw, IOAW en IOAZ. Het college biedt het plan aan de gemeenteraad aan.

  • 3.2 Het college stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd.

Artikel (4) Verantwoording

Het college zorgt jaarlijks voor een verslag over de handhaving waarin het college verantwoording aflegt aan de gemeenteraad van de verrichte werkzaamheden in het kader van het Handhavingsplan volgens Artikel 3.

Artikel (5) Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere individuele gevallen in het voordeel van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel (6) Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening onjuist gebruik Participatiewet, IOAW en IOAZ Gooise Meren 2024

Artikel (7) Slotbepalingen

De Verordening onjuist gebruik Participatiewet, IOAW en IOAZ Gooise Meren 2024 treedt in werking één dag na publicatie. Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Fraudeverordening Participatiewet Gooise Meren 2016 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Gooise Meren, gehouden op 18 september 2024

De griffier

Mevrouw drs. M.G. Knibbe

De voorzitter

drs. H.M.W. ter Heegde

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de opdracht om regels te stellen waarmee onjuist gebruik en misbruik wordt voorkomen en tegengegaan van uitkeringen op grond van de Pw, IOAW en IOAZ. Op grond van artikel 8b van de Pw stelt de gemeenteraad regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand én het tegengaan van onjuist gebruik en misbruik van de wet. Hetzelfde geldt op basis van artikel 35 onderdeel b van de IOAW en IOAZ.

De gemeente streeft naar een rechtmatige uitvoering van wet- en regelgeving. Uitgangspunt is dat klanten goed worden voorgelicht. Onjuist gebruik en misbruik moeten worden voorkomen en bestreden. Misbruik is maatschappelijk onaanvaardbaar en ondermijnt het draagvlak voor de sociale zekerheid. Ten onrechte verstrekte bijstand wordt teruggevorderd. Een maatregel of boete kan worden opgelegd aan degene die zich verwijtbaar niet aan de regels houdt.

Artikelsgewijs

In Artikel 1 worden de gehanteerde begrippen toegelicht.

In Artikel 2 staat de taak aan het college beschreven om onjuist gebruik en misbruik van de regelingen te voorkomen en tegen te gaan.

In Artikel 3 staat beschreven dat het college een Handhavingsplan vaststelt en aan de raad aanbiedt. Vergeleken met de ‘Fraudeverordening Participatiewet Gooise Meren 2016’ is hierin de periode gewijzigd: het plan wordt niet langer jaarlijks opgesteld, maar voor meerdere jaren met een maximum looptijd van 4 jaren. De reden daarvan is dat de aanpak van onderzoek en handhaving niet jaarlijks wijzigt en daarom niet jaarlijks hoeft te worden vastgesteld door het college.

In Artikel 4 staat de taak aan het college vermeld om jaarlijks verantwoording aan de raad af te leggen over uitgevoerde handhavingstaken.

Artikel 5 vormt de hardheidsclausule.

In Artikel 6 wordt de citeertitel vermeld.

In Artikel 7 wordt beschreven vanaf welke datum de nieuwe verordening van kracht is en tegelijkertijd de oude wordt ingetrokken.