Groenbeleidsplan Heiloo 2024-2034

Geldend van 29-10-2024 t/m heden

Intitulé

Groenbeleidsplan Heiloo 2024-2034

Voorwoord

Beste lezer,

Heiloo is een prachtige groene gemeente met circa 16.000 (geregistreerde) bomen in beheer en circa 188 hectare beplantingen, gras en natuurvriendelijke oevers.

Dit is 175 vierkante meter per huishouden en dat is meer dan het landelijke richtgetal van 75 vierkante meter groen per huishouden. Wij zijn hier trots op en willen dit graag zo houden. Maar het behouden van groen is niet altijd een vanzelfsprekendheid. Voor de schaarse buitenruimte maken wij continu een belangenafweging tussen verschillende functies.

Woningbouw is naast klimaatadaptatie en de energietransitie, een van de opgaven waar wij de komende jaren voor staan. Deze ontwikkeling beïnvloedt het groen en de buitenruimte en daarmee de identiteit van ons dorp. Door in nieuwbouwwijken aanwezig groen in te passen in groenontwerpen proberen wij de identiteit van Heiloo te behouden en waar mogelijk te versterken. Het behouden en aanplanten van elzenhakhout in de nieuwe wijk Zuiderloo is hier een voorbeeld van.

Dit is slechts een uitgangspunt van de velen, die staan in het voorliggende groenbeleidsplan. Wij hebben hierin opgeschreven hoe wij de komende 10 jaar met ons groen in Heiloo willen omgaan.

Het plan bevat vier thema’s waar de komende jaren extra aandacht voor moet zijn. Dit zijn biodiversiteit, klimaatadaptatie, gezondheid en identiteit. Een groene omgeving is belangrijk voor het behoud van de biodiversiteit en het opvangen van clusterbuien. Maar groen draagt ook bij aan een betere mentale gezondheid. Een groene omgeving nodigt uit om te bewegen en te ontspannen.

Een droombeeld zou zijn om het groen rondom Heiloo vanaf de Noorder- en Zuiderneg via de Zandzoom te verbinden met het Oosterbos, zodat een aaneengesloten groene ring ontstaat. Voor de biodiversiteit is een robuuste groene verbinding belangrijk, maar het vraagt offers van ander landgebruik.

Naast openbaar groen kent Heiloo ook bijzondere plekken zoals Ter Coulster, het Heilooërbos en Landgoed Willibrordus. Samen met onder meer onze inwoners, Natuurmonumenten, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Landschap Noord-Holland werken wij continu aan het behoud van onze mooie, groene gemeente.

Met vriendelijke groet,

Antoine Tromp Wethouder Groen

Samenvatting

Groen is van grote waarde en vormt voor een groot deel de identiteit van Heiloo. Groen draagt naast de identiteit ook bij aan de actuele thema’s gezondheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie.

Het is van groot belang om het groen te beschermen, aan te vullen, en op de juiste wijze te beheren. Het groenbeleidsplan biedt kaders voor het groenbeleid en sluit aan bij bestaand beleid met betrekking tot het handhaven, beschermen, inpassen en beheren van bestaande (historische) groenstructuren. Voorbeeld van historische structuren zijn de houtwallen die op veel plaatsen in Heiloo nog voorkomen. De gemeente Heiloo stelt eisen en uitgangspunten voor nieuwbouw en reconstructies op. Deze gebruikt de gemeente bij de toetsing van ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld een nieuwe woonwijk.

Het groenbeleidsplan toont daarnaast de groenstructuur van Heiloo. De groenstructuur is al erg sterk, mede door de bijna complete groene ring om de kern Heiloo heen. De stand van zaken om de groene ring compleet te maken vindt u terug in dit plan. Heiloo is een schakel in Natuurnetwerk Nederland en ligt vlakbij Natura 2000-gebied het Noordhollands duinreservaat. Ook binnen de gemeentegrenzen zijn veel groenstructuren te vinden. Denk bijvoorbeeld aan het Heilooërbos, landgoed Ter Coulster en het Gemeentebos (bij ’t Beestenboetje). Dit zijn enkele van de groenparels van het dorp. Ook de bomenstructuur is erg beeldbepalend, belangrijk voor de biodiversiteit en een verbindende schakel tussen verschillende groengebieden. Deze moet worden behouden en waar het kan worden aangevuld.

Ten slotte geeft het groenbeleidsplan concrete maatregelen aan waar de gemeente zich de komende jaren op gaat richten. Zoals het verbeteren van de biodiversiteit in de Noorder- en Zuiderneg, het aanbrengen van kleurrijke accenten in woonwijken en bij de entrees van het dorp, en het wegnemen van barrières in de groenstructuur voor dieren.

Zo blijft Heiloo een groene gemeente, nu en in de toekomst!

1 Inleiding

1.1 Groene ambitie

Gemeente Heiloo is een groene, natuurvriendelijke gemeente. Zij is trots op haar groen en natuur. In een tijd waarin veel functies om ruimte vragen, is het de uitdaging om groen te behouden en waar mogelijk te versterken. De raad heeft aangegeven een nieuw groenbeleidsplan wenselijk te vinden. Voor de inbedding van de actuele maatschappelijke thema’s zoals biodiversiteit, klimaatverandering en behoud en ontwikkeling van groenstructuren. Een nieuw groenbeleidsplan is noodzakelijk om tot een samenhangend en geactualiseerd beleid voor de gemeente Heiloo te komen. Dit nieuwe beleidsplan besteedt ook aandacht aan de realisatie van de groene zoom aan de westflank van Heiloo, als onderdeel van de groene ring rondom Heiloo en het vergroten van de biodiversiteit in natuur- en recreatiegebieden Noorder- en Zuiderneg.

De gemeente Heiloo geeft met dit nieuwe groenbeleidsplan invulling aan het Collegeprogramma 2022-2026 ‘Heiloo Natuurlijk!’. De opdracht in dit collegeprogramma is als volgt:

  • Versterk de biodiversiteit;

  • Ga uit van ecologisch groenbeheer;

  • Behoud de natuur;

  • Stimuleer initiatieven van inwoners;

  • Stimuleer behoud en beheer van de houtwallen;

  • Plant meer bomen in Heiloo.

Visie

Volgend op de opdracht van het college is het ideaalbeeld voor het groen in Heiloo:

  • Het groen wordt behouden en waar mogelijk versterkt;

  • Het groene erfgoed en andere belangrijke groene elementen worden beschermd;

  • Het onderhoud van het groen is van hoge kwaliteit (niveau B of hoger, CROW);

  • De biodiversiteit in het groen is verhoogd en de gemeente is meer klimaatadaptief;

  • Er is een vitaal bomenbestand dat wordt beschermd en versterkt;

  • Ecologische verbindingen zijn versterkt;

  • De groene ring rondom Heiloo is compleet.

Samengevat is de visie van Heiloo op haar groen: Heiloo is groen en wil groen blijven!

Van visie naar groenbeleid

Het groenbeleidsplan geeft de groenstructuur aan, biedt kaders voor het groenbeleid en sluit aan bij bestaand beleid m.b.t. het handhaven, beschermen, inpassen en beheren van bestaande (historische) groenstructuren. Daarnaast worden beleidsuitgangspunten genoemd, concrete maatregelen besproken waar de gemeente zich de komende jaren op gaat richten. En eisen en voorwaarden voor nieuw en te behouden groen opgesomd. Deze eisen en voorwaarden worden gebruikt tijdens de Omgevingstafel voor ruimtelijke plannen. Zie de begrippenlijst voor een uitleg over de Omgevingstafel.

Het bomenbeleid is ook opgenomen in dit beleidsplan, zie Bijlage 1.

Het beleidsplan geldt voor een periode van tien jaar en wordt iedere twee jaar geëvalueerd.

1.2 Participatie en de groene thema’s

Voor het groenbeleid sluiten we aan op het participatiebeleid van de gemeente. In de aanloop naar het groenbeleidsplan zijn meerdere momenten georganiseerd waarbij bestuur en bewoners apart of samen hun ideeën, vragen en bijdragen konden leveren als input voor het plan. Er is veel kennis en betrokkenheid bij de bewoners als het om groen en natuur gaat. Bij alle bijeenkomsten waren zes thema’s het uitgangspunt:

  • Identiteit

  • Gezondheid

  • Biodiversiteit

  • Klimaatadaptatie

  • Groen- en ecologische verbindingen

  • Groenadoptie

In augustus en september 2022 is een enquête gehouden onder de bewoners. Hier hebben 256 deelnemers aan meegedaan. Met als opvallende resultaat dat het totaal aan groen in Heiloo als voldoende wordt ervaren maar er wel behoefte is aan meer bloei en kleur.

De enquête werd afgesloten met een bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst werden diverse ideeën geopperd door deelnemers, variërend van een sturende rol voor de gemeente bij semi-openbare ontwikkelingen, ‘groene’ voorlichting en concrete streefcijfers voor het toepassen en behouden van bomen.

In november 2022 zijn in een Raadsinformatieavond de zes thema’s in de vorm van stellingen aan de Raad voorgelegd. Op basis daarvan heeft de raad de ambitie uitgesproken om het groen meer klimaatadaptief in te richten en bestaande groene structuren te beschermen.

In dit plan komen de eerste vier thema’s, identiteit, gezondheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie, als rode draad terug. Het thema groen- en ecologische verbindingen wordt namelijk gezien als een middel om tot de andere vier doelen te komen. Groenadoptie is zeker een onderdeel van het groenbeleid, maar in dit plan geen thema op zich. De uitgangspunten voor groenadoptie vindt u in paragraaf 3.7.

1.3 De groene geschiedenis van Heiloo

Het dorp Heiloo ligt in het ‘strandwallenlandschap’. Dit landschap werd circa 4000 jaar geleden gevormd. Dit landschap wordt gekenmerkt door hogere delen, de strandwal, en de lagere delen, de strandvlakten, tussen de duinen en de strandwal. Deze strandwallen waren door de hogere ligging het meest geschikt voor bewoning (circa 200 voor Christus). Dankzij de aanleg van de Limmerdam en de Zanddijk (circa 1100 na Christus) kregen de bewoners meer grip op het landschap. Er werden greppels gegraven die het water afvoerden naar de strandvlakten. De grond die hierbij vrijkwam werd naast de greppels gelegd en beplant. Zo ontstond een kleinschalig landschap van houtwallen met greppels. De houtwallen fungeerden als perceelsgrenzen. De boerderijen lagen op de overgang van de strandwal naar de strandvlakte. De oude strandvlakten werden vooral gebruikt als weidegebied. In het landschap zijn nog steeds resten van deze structuur zichtbaar.

In latere eeuwen is door herverkaveling en door de bouw van niet-agrarische gebouwen het gebied ingrijpend veranderd. De wegenpatronen zijn nog steeds aanwezig en ook komen op sommige plaatsen resten van houtsingels en houtwallen voor. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hagen die langs de oude doorgaande wegen zijn geplant om het vee te leiden bij het verplaatsen. In de 19e eeuw groeit Heiloo mede door de aanleg van een spoor- en tramverbinding. Rond de nieuwe woonwijken van Heiloo ontstaan forse groene zones (Noorder- en Zuiderneg). Er is ook nog steeds sprake van een open landschap. Dit wordt gekenmerkt door de zichtlijnen met de abdij in Egmond-Binnen en de Zanddijk. Met het ontwikkelen van woonbuurten ontstond ook het ‘openbaar groen’. Onder groen verstaan we o.a. bomen, gras, struiken, bloembollen en kruiden. Dit groen wordt in een leef- en werkomgeving steeds hoger gewaardeerd. Het groen maakt de gemeente Heiloo een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en recreëren. De bestaande groenstructuur is vooral bepaald door de vroege ontginningen, de ligging op de hogere zandgronden en de historische ontwikkeling van de gemeente. Karakteristiek zijn het Oosterbos en het Heilooërbos, de bomenlanen en de houtwallen en ook de kwaliteit van het buurtgroen in de verschillende wijken.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat dieper in op de thema’s van dit beleidsplan, en welke waarden deze thema’s opleveren voor de gemeente.

In hoofdstuk 3 worden de beleidsuitgangspunten en kaders voor de komende tien jaar toegelicht.

De huidige groenstructuur van Heiloo is in hoofdstuk 4 beeldend gemaakt en beschreven.

Hoofdstuk 5 beschrijft de concrete maatregelen waar de gemeente zich de komende jaren op wil richten.

Na hoofdstuk 5 zijn een begrippenlijst en een literatuurlijst opgenomen. Bijlage 1 is het bomenbeleid en in Bijlage 2 zijn scenario’s voor de Noorder- en Zuiderneg te vinden.

2 Groene thema’s

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat groen veel oplevert! De aanwezigheid van groen bevordert de gezondheid en heeft een positieve invloed op de waarde van vastgoed. De huizenprijzen in een groene wijk liggen hoger dan de prijzen van vergelijkbare huizen in een wijk zonder groen. Uit diverse onderzoeken blijkt de waarde van onroerend goed hoger te liggen bij uitzicht op water (+15%), openbare ruimte (+10%), park (+6%) of plantsoen (+5%). Ook geeft groen structuur aan woonwijken. Dit hoofdstuk gaat per thema verder in op wat groen ons oplevert.

2.1 Identiteit

De gemeente Heiloo heeft een groene uitstraling. Deze is beeldbepalend en vormt mede de identiteit. De aanwezigheid en vorm van het groen bepaalt in grote mate de beleving van een centrum, woonwijk of weg. Uit het participatietraject kwam duidelijk naar voren dat de hoeveelheid bomen en bomenlanen belangrijk is voor de herkenbaarheid van het dorp. En dat het aantal bomen hiervoor moet worden beschermd én uitgebreid. Belangrijk voor de identiteit is het groene erfgoed. Dit dient ook beschermd te worden, zie paragraaf3.3. Daarnaast is het Heilooër profiel erg herkenbaar voor Heiloo, zie paragraaf 4.5.

In Heiloo zijn diverse historische structuren en elementen in het landschap aanwezig, die samen de ruimtelijke identiteit van het gebied vormen. Om de ruimtelijke identiteit van Heiloo te behouden, heeft gemeente Heiloo beleid opgenomen in de Nota Cultuurhistorie (Gemeente Heiloo, 2011). Samengevat wordt de basis van de ruimtelijk identiteit van Heiloo door de volgende elementen gevormd:

  • Contrast bebouwde strandwal en lege strandvlaktes;

  • Stedenbouwkundige opbouw met sterk noord - zuid gericht wegenpatroon;

  • Herkenbaar oost - west gericht verkavelingspatroon, houtwallen en hagen;

  • Bewust gebruik van de (oostelijke) overgang van strandwal naar strandvlakte (door versterkte huizen, buitens, nijverheid en industrie);

  • Van oorsprong agrarisch karakter met stolpboerderijen, die gelegen zijn op de overgangen van strandwal en strandvlaktes;

  • 19e en 20e eeuwse tuinderactiviteiten aan de zuidzijde van Heiloo;

  • Protestantse en katholieke dorpskernen die gescheiden worden door het Gemeentebos;

  • Invulling van de historische linten met losse, individuele en niet te grootschalige bebouwing;

  • Waterputten waar om heen de twee middeleeuwse kernen van Heiloo zijn ontstaan; bij de witte kerk en op het terrein van Onze Lieve Vrouw ter Nood;

  • Nieuwere 20e eeuwse uitbreidingswijken, overwegend met groene bermen en zachte overgangen tussen openbaar en privégebied;

  • Het geheel aan archeologische relicten, dat niet zichtbaar, in de bodem van Heiloo aanwezig is.

2.2 Gezondheid

Groen nodigt uit tot beweging en brengt mensen samen. En groen zorgt voor een aantrekkelijke omgeving voor inwoners, bedrijven en toeristen.

Bewoners voelen zich beter in een groene omgeving. Gevoelens van stress nemen sneller af in een groene omgeving en groen bevordert de concentratie. Ook zijn mensen in een groene omgeving minder snel geïrriteerd en zodoende minder snel geneigd crimineel of agressief gedrag te vertonen. Ook hebben ze meer onderling contact, dit geeft meer sociale veiligheid wat ook weer tot minder stress leidt. Verder is het voor kinderen van groot belang dat zij kunnen spelen in het groen.

2.3 Biodiversiteit

Openbaar groen met natuurwaarden biedt ruimte voor een verscheidenheid in plant- en diersoorten. Deze verscheidenheid noemen we biodiversiteit. Hoe groter de diversiteit in het gebiedsspecifieke groen, hoe groter de potentie voor een grotere diversiteit aan diersoorten. De beplantingsvorm, soortkeuze en relatie met de omgeving bepalen de potentie voor de biodiversiteit. Een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van biodiversiteit is de mate waarin grotere groengebieden met elkaar in verbinding staan (ecologische verbindingen). Tussen gebieden moet verplaatsing van soorten kunnen plaatsvinden. Een voorbeeld van een groenvoorziening met hoge natuurwaarden is het Heilooërbos.

Natuurwaarden worden zowel door de inrichting, toepassing van inheemse bomen en planten, als door het beheer, snoei- en maairegime, beïnvloed. In het participatietraject is de behoefte aan meer biodiversiteit, meer natuurlijk (inheems) groen buiten de woonkernen en communicatie over natuur en biodiversiteit veelvuldig uitgesproken. Waar mogelijk streeft de gemeente met het juiste beheer naar een hogere biodiversiteit door later en gefaseerd te maaien. Ook het achterlaten van dood hout, waar dit kan, draagt in belangrijke mate bij aan de biodiversiteit.

2.4 Klimaatadaptatie

Het klimaat verandert. Het wordt natter, heter en er zijn steeds langere periodes van droogte. Groen kan ons op veel manieren helpen de (schadelijke) gevolgen van de klimaatverandering op te vangen en zelfs tegen te gaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan filtering van vervuilde lucht en het vastleggen van CO2. Beplanting vangt wind en beschermt tegen zonlicht (hittestress) en werkt zodoende isolerend in een woonwijk.

Plantvakken moeten zo worden ingericht dat deze tijdelijk water bergen bij hevige regenval waardoor ze waterbufferend werken en wateroverlast tegengaan.

3 Groene kaders

Dit hoofdstuk licht per onderwerp de beleidskaders en -uitgangspunten voor het groen in Heiloo toe. Keuzes in het groenbeleid zijn onderhevig aan verschillende plaatselijke, provinciale en landelijke wet- en regelgeving. De gemeente stelt zelf ook kaders aan het groen.

3.1 Wettelijk kader

Zorgplicht Bomen

De gemeente is verantwoordelijk voor een veilige openbare ruimte volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Uitvoering van de Boomveiligheidscontrole zorgt ervoor dat de gemeente voldoet aan deze zorgplicht.

Boomveiligheidscontrole

Elk jaar dient een derde van het bomenbestand beoordeeld te worden. De beoordeling is als volgt:

  • Boom zonder problemen: Dit is een gezonde boom. Deze bomen worden elke drie jaar gecontroleerd.

  • Attentieboom: Is een boom met een gebrek, bijvoorbeeld rotting of schimmel. Deze bomen worden voortaan beter in de gaten gehouden en worden jaarlijks gecontroleerd.

  • Risicoboom: Is een boom die dood hout of gevaarlijke takken heeft, of is aangetast. Bij deze bomen worden de dode takken verwijderd, gesnoeid, de kroon verankerd, of de boom wordt verwijderd vanuit veiligheidsoverwegingen.

Klimaatadaptieve en natuurinclusieve gemeente

Het uitvoeringsprogramma ‘Op weg naar klimaatadaptieve en natuurinclusieve gemeenten’ geeft kaders die in dit plan zijn opgenomen (de BUCH, 2022). Klimaatadaptief handelen en natuurinclusief bouwen maakt de gemeente Heiloo meer robuust voor de toekomst.

3.2 Beheer

In het beheer zijn ecologische principes van wezenlijk belang. De volgende beleidsuitgangspunten gelden voor beheer:

  • De gewenste streefbeelden realiseren en in stand houden door gericht beheer. Dat geldt voor het natuurlijke groen (ecologisch beheer), het cultuurlijke groen in de woonwijken (regulier beheer) en voor de bomen (specialistisch beheer). Het beheer gebeurt zonder chemische bestrijdingsmiddelen.

  • Ecologisch beheer kenmerkt zich door gericht gefaseerd te beheren. Dat betekent dat tijdens het beheren niet overal op dezelfde tijd wordt ingegrepen, maar dat naar plaats, in tijd en frequentie wordt gefaseerd. Op deze manier blijven continu plaatsen behouden waar wilde planten en dieren kunnen overleven. Dit geldt voor het maaien van oevers, snoeien van beplanting en baggeren van de waterbodems. Vooral het zoeken naar verbindingen in de (ecologische) groenstructuren heeft een positief effect op de biodiversiteit.

  • In het algemeen geldt hoe dichter bij de woning hoe minder natuurlijk het beeld van het groen en dus hoe intensiever het beheer. Dit geldt ook voor plaatsen waar veel mensen komen zoals de drie centrumlocaties; het stationsgebied, ’t Loo en ’t Hoekstuk.

  • Dit regulier beheer bestaat voor een groot deel uit machinaal werk zoals grasmaaien en het snoeien van lage heesters met een maaibalk. Ook schoffelen en het snoeien van opgaande heesters is regulier beheer. Dit gebeurt handmatig.

  • Openbaar groen en bomen worden beheerd op beeldkwaliteitsniveau B. Minimaal 95% moet aan dit beeld voldoen. Zie de begrippenlijst voor een toelichting op het begrip beeldkwaliteit. Om dit te toetsen wordt geadviseerd om jaarlijks de beeldkwaliteit onafhankelijk te laten monitoren;

  • We beheren de gazons ook binnen de bebouwde kom in Heiloo ecologisch, tenzij er een zwaarwegende reden is dit niet te doen. De grashoogte van de ecologsich beheerde gazons wordt niet beheerd op beeldkwaliteit.

Wanneer de raad besluit te bezuinigen op het groen zijn de volgende maatregelen te overwegen:

  • Groen als een ander beheertype beheren. Bijvoorbeeld gazons en bermen als ruw gras beheren (beeldkwaliteit). De beeldkwaliteit wordt hierdoor behouden, maar de frequentie van het beheer is minder. Dit scheelt in de kosten. Een bijkomend voordeel is dat dit ook beter is voor de biodiversiteit. Hierover moet wel goed gecommuniceerd worden, omdat het beeld iets verandert.

  • Het omvormen van vaste plantenvakken naar bijvoorbeeld (bloeiende) heesters. Dit onderhoud is veel minder intensief en dus goedkoper. Dit vraagt wel een kleine investering vooraf.

  • Bij het aanleggen van nieuw groen kiezen voor goed te beheren groen en bijvoorbeeld zorgen dat bomen vrij kunnen uitgroeien waardoor minder snoei nodig is. De groeiplaats van de boom zo inrichten dat deze ook ondergronds voldoende ruimte heeft. Een bijkomend voordeel hiervan is dat er minder wortelopdruk verwacht wordt in de omliggende bestrating, wat zorgt voor een veiligere openbare ruimte en een besparing aan herstelkosten.

De voorwaarden bij bezuinigingsmaatregelen zijn dat het groene erfgoed, zoals de houtwallen, altijd beheerd moet blijven, de veiligheid gegarandeerd moet blijven door het uitvoeren van boomveiligheidscontroles en het kwaliteitsniveau van het groen niet mag verslechteren.

Kennis

Kennis van het toepassen van het juiste beheer of aanpassingen in de inrichting is ruim aanwezig binnen de gemeente. Medewerkers van de gemeente zijn opgeleid voor zorgvuldig handelen volgens de voormalige Wet natuurbescherming en hebben ervaring met het toepassen van Kleurkeur.

3.3 Erfgoed

Heiloo is rijk aan erfgoed. Ook aan groen erfgoed in de vorm van eeuwenoude waterlopen, houtwallen die al honderden jaren op dezelfde plek wortelen en hagen. Het zijn objecten, vaak historisch, die zo kenmerkend en belangrijk zijn, dat ze bewaard moeten blijven voor de toekomst. Er zijn verschillende manieren om groen erfgoed te beschermen:

  • Het groene erfgoed aanwijzen als gemeentelijk monument (zoals Landgoed ter Coulster);

  • Het groene erfgoed beschermen in het Omgevingsplan, voorheen bestemmingsplan (zoals de houtopstanden op landgoed Nijenburg, en de houtwallen in Zandzoom);

  • Bewustwording creëren bij bewoners over de waarde van onbeschermd groen erfgoed (zoals in Zuiderloo).

De identiteit en landschappelijke verscheidenheid, die gevormd wordt door de cultuurhistorische groenelementen, moet behouden en versterkt worden. De landschappelijke onderlegger en ontstaanswijze van Heiloo moeten afleesbaar blijven uit de inrichting van de openbare ruimte in het stedelijk- en buitengebied. Hierbij zijn de beeldkwaliteit, het laten beleven van de openbare ruimte en het oriënteren van groot belang.

Respect hebben voor de landschappelijke onderlegger betekent dat bij uiteenlopende opgaven van ontwerp tot beheer rekening gehouden wordt met verschillen in bodemsoorten, landschapstypen, waterstromen, plantensoorten en natuurlijk reliëf.

Uitzichten naar het landschap, lanen met bomen en entrees van het dorp zijn elementen die de duidelijkheid en oriëntatie voor inwoners en bezoekers vergroten. Door de herkenbare eenheden met eigen karakteristieken op een duidelijke wijze in te richten en te beheren blijft de cultuurhistorie en daarmee de kwaliteit van het landschap gewaarborgd.

3.4 Nieuwbouw en reconstructies

Een nieuwbouwplan biedt kansen om groen en robuuste groenstructuren toe te voegen aan een gebied. Dit geldt met name bij gronden die nu bijvoorbeeld intensief agrarisch gebruikt worden. Wanneer er (particuliere) gronden zijn waar nu natuurwaarden aanwezig zijn vormt nieuwbouw juist een bedreiging voor het groene karakter van Heiloo. Daarom stellen wij in dit plan kaders aan het groen bij nieuwbouw en andere ruimtelijke ontwikkelingen, zoals reconstructies/herinrichtingen van straten. Het beeldkwaliteitsplan voor nieuwe realisatie beschrijft de gewenste beeldkwaliteit van de bebouwing en de buitenruimte en bevat toetsbare criteria.

Algemene kaders nieuwbouw en reconstructies

  • Houtwallen behouden;

  • Bestaand groen inpassen in ontwerp;

  • Geen snippergroen;

  • Bij nieuwbouw en ruimtelijke ontwikkelingen geldt een richtgetal van minimaal 75 m² openbaar groen per huishouden, zoals vastgesteld in de Nota Ruimte. Dit openbaar groen moet binnen het plangebied gerealiseerd worden;

  • Nieuwe houtwallen hebben bij voorkeur een ruimte van 5 meter breed, en minimaal 2,80 meter breed;

  • Naast bestaande en nieuwe houtwallen en greppels altijd een (werk)ruimte van minimaal 3 meter behouden;

  • Inrichting van het openbaar groen moet aan de vier doelen bijdragen: identiteit, gezondheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie;

  • Groen wordt op strategische plekken aangelegd om groenstructuren te verbinden en te versterken;

  • Er worden natuurinclusieve en klimaatadaptieve maatregelen toegepast uit het klimaat- en biodiversiteitsbeleid (de BUCH, 2022):

    • Het horizontale en verticale oppervlak wordt in samenhang met de groenblauwe structuren en ecosystemen in de bredere omgeving ingericht (met minimaal 30% groen op buurtniveau, boomkroonoppervlak telt mee);

    • Er is tenminste 40% schaduw in het plangebied op de hoogste zonnestand (21 juni) voor verblijfsplekken en gebieden waar langzaam verkeer zich verplaatst;

    • Koele, schaduwrijke verblijfsplekken van minimaal 200 m² zijn op loopafstand (300 meter) aanwezig en openbaar toegankelijk;

    • Ecologische oplossingen hebben de voorkeur boven technische klimaatadaptieve oplossingen;

    • Klimaatbestendige beplanting toepassen;

    • Het plangebied creëert, afhankelijk van de grootte, een hoogwaardige habitat voor een of meer soortencategorieën. Dit gebeurt door voldoende kwalitatieve natuur toe te voegen aan de gebouwde omgeving;

    • Om de uitgangspunten voor natuurinclusief en biodiversiteit werkbaar te maken, hanteert de gemeente voor nieuwbouw het puntensysteem natuurinclusief bouwen;

    • Bij nieuwbouw en reconstructies ook de andere uitgangspunten uit het klimaat- en biodiversiteitsbeleid toepassen;

  • In samenwerking met ontwikkelaars voorlichting geven over een groene tuinaanleg aan bewoners van nieuwbouwwijken (geen zand en verharding in de tuin aanbrengen voor oplevering maar tuingrond);

  • Bij herinrichting en nieuwbouw wordt samen met de inwoners naar de beste oplossingen gezocht om het groen in te richten. Het groen moet integraal meegenomen worden indien herinrichting aan de orde is;

  • Nieuw aan te leggen groen moet goed beheerbaar zijn. Bomen moeten bij voorkeur vrij uit kunnen groeien zodat snoei minder frequent nodig is. Voor vaste planten geldt dat deze binnen twee groeiseizoenen sluitend moeten zijn, en de planten met tweemaal per jaar handmatig onkruid wieden te onderhouden zijn.

Bomen

  • Bij ontwerp met bomen altijd werken volgens het Handboek Bomen;

  • Bij werkzaamheden in de nabijheid van bomen altijd volgens het Handboek Bomen werken;

  • Bestaande bomen zoveel mogelijk behouden. Als een boom gekapt wordt, deze elders compenseren;

  • Bij nieuwbouw minimaal één boom per vijf huishoudens planten die tot volle wasdom kan komen, bij voorkeur meer bomen (één boom per huishouden);

  • Bomen niet in monocultuur planten;

  • Boom- en plantkeuze hangt af van het bodemonderzoek en de cultuurhistorie van de plek;

  • Kiezen voor de juiste boom op de juiste plek, soms is een klimaatbestendige boomsoort beter dan een inheemse boomsoort;

  • Hou rekening met vruchten, bladeren en naalden in relatie tot de plek van de boom (bijvoorbeeld geen giftige planten bij speeltuinen);

  • In linten bomen van de 1e grootte toepassen;

  • Verder eisen uit het Kwaliteitshandboek Openbare Ruimte Woningbouwlocaties (Gemeente Heiloo, 2019).

Nieuwbouwwijk Zuiderloo

Helaas zijn in Zuiderloo enkele houtwallen verloren gegaan. Echter, er zijn in Zuiderloo nog meerdere waardevolle groenstructuren over, waaronder twee unieke houtwallen met dubbele greppels aan de Haagbeuk en de Hazelaar. Langs de Krommelaan liggen houtwallen met enkele greppels en er zijn fraaie hagen direct grenzend aan de openbare weg (van Breugel, 2017).

De gemeente beschermt deze waardevolle groenstructuren niet in het bestemmingsplan. Wel creëren we bewustwording bij bewoners in Zuiderloo om de houtwallen te beschermen. En de houtwallen zijn uitgebreid onderzocht en in kaart gebracht in de toelichting bij het

bestemmingsplan. De houtwallen dienden als stedenbouwkundig uitgangspunt voor de inrichting van Zuiderloo.

Nieuwbouwwijk Zandzoom

Voor de nieuwbouw in Zandzoom is een uitgebreide analyse gemaakt van het aanwezige waardevolle groen en zijn kaders meegegeven om dit te behouden en te versterken. Dit is te vinden in de stukken IPOR Zandzoom en het Ruimtelijk Kwaliteitskader Zandzoom (Gemeente Heiloo, 2019). Omdat het overwegend private gronden zijn die ontwikkeld worden tot woningbouwlocaties is een beschermde status van de hagen en houtwallen cruciaal om deze te behouden.

Ten zuiden van Groeneweg 10 liggen nog enkele gave houtwallen. Er ligt ook een noord-zuidlopende watergang midden in het gebied; de kwaliteit zit in de afmeting van de greppels die bijna altijd vol water staan, maar ook in de karakteristieke beplanting erlangs.

Achter het bedrijf aan de Hoogeweg 59 ligt een fraai, door drie houtwallen omzoomd perceel (van Breugel, 2017).

De historische houtwallen in Zandzoom zijn beschermd middels het bestemmingsplan. Verder zijn de volgende regels opgenomen over de al aanwezige groenstructuren:

  • 1.

    De groenstructuren in de categorieën 1, 2, 3 en 4 dienen behouden te blijven en te worden hersteld door bijvoorbeeld het tussenplanten van bomen. Daarnaast is de wens aanwezig structuren te versterken door het verlengen van de structuren door nieuwe aanplant. Doorsnijding of verwijdering van de groenstructuren van categorie 1, 2, 3, of 4 ten behoeve van linten of woonstraten wordt alleen toegestaan indien dit is vastgelegd in een nadere overeenkomst of volgens de vergunningsvoorwaarden in het vergunningenstelsel conform het bestemmingsplan.

  • 2.

    Groen wordt zonder schriftelijke toestemming niet verwijderd.

Zie het stuk IPOR Zandzoom voor een toelichting op de categorieën (Projectteam Zandzoom Heiloo, 2019).

3.5 Bomen

Bomen zijn belangrijke structuur- en identiteitsdragers van Heiloo. Daarnaast zijn bomen belangrijk voor vleermuizen, vogels, kleine zoogdieren en insecten. Bomen nemen fijnstof op, filteren geluid, isoleren en geven schaduw. Om deze redenen zijn de boomstructuren opgenomen in de hoofdgroenstructuur van de gemeente Heiloo, zie paragraaf 4.1.

De gemeente Heiloo streeft naar de instandhouding en ontwikkeling van een duurzame bomenstructuur. We streven naar een kwaliteitsgericht bomenbeheer om bomen tot volle wasdom te laten ontwikkelen. Het uitgangspunt voor de bomen in Heiloo is het in stand houden van het huidige boomareaal. Met de huidige 15.626 (geregistreerde) bomen als absolute ondergrens, en daar waar mogelijk het bomenbestand uit te breiden. Bij alle werkzaamheden en beslissingen die met bomen te maken hebben, wordt gewerkt volgens het meest recente Handboek Bomen van Normeninstituut Bomen. Om de solitaire bomen die zijn opgenomen in de hoofdgroenstructuur te beschermen en te kunnen onderhouden voor de toekomst, moeten deze worden opgenomen in de Bomenlijst. Het bomenbeleid is te vinden in Bijlage 1.

3.6 Bomen op landgoederen

De gemeente vindt het belangrijk om ook de bomen op landgoederen te beschermen, mede vanuit cultuurhistorisch oogpunt.

In het Omgevingsplan neemt de gemeente op dat een kapvergunning nodig is voor deze bomen. En de gemeente wijst een ‘bebouwingscontour houtkap’ aan voor het gebied waarin deze regel geldt. Zo worden deze bomen beschermd. De gemeente maakt daarnaast een groene kaart. Daar komen, naast de bomen van de bomenlijst, ook de bomen van landgoederen op te staan die aangemerkt worden als cultureel erfgoed, bijvoorbeeld als groene (aangelegde) monumenten of als cultuurlandschap. Hierover gaat de gemeente in gesprek met de eigenaren van de landgoederen. Heiloo kan in het Omgevingsplan ook aanvullende regels opnemen om bomen en houtopstanden te beschermen.

3.7 Groenadoptie en burgerparticipatie

Groenadoptie is onder voorwaarden mogelijk in de gemeente Heiloo. De gemeente stimuleert dit.

Groenadoptie houdt in dat minimaal drie inwoners het onderhoud van een haag of plantsoen in hun straat overnemen. Het eigendom van het groen blijft bij de gemeente.

De actuele regels omtrent groenadoptie vindt u op de website van de gemeente Heiloo.

De gemeente Heiloo wil inwoners meer betrekken bij het beheer van het groen.

Dit willen wij doen door:

Bewoners te betrekken bij de praktische invulling van groenreconstructies;

Bewoners goed te informeren op het gebied van beheer en onderhoud.

3.8 Snippergroen

De gemeente krijgt soms van inwoners een verzoek om gemeentegroen te mogen kopen. Gemeentegrond is bedoeld voor algemene voorzieningen en wordt daarom niet verkocht.

De gemeente stimuleert groene buurtprojecten die door bewoners zelf geïnitieerd en georganiseerd worden. Zoals minder verstening van tuinen, de aanleg van buurttuinen, pluktuinen, speelnatuur, groene gevels, groen daktuinen en klimaatvriendelijke tuinen. Het project Groen in de Buurt is hier een voorbeeld van.

4 Groene bouwstenen

De diversiteit aan groen in het dorp en het omliggende landschap vormt een waardevol geheel en moet worden bewaard en versterkt. De gemeente Heiloo heeft 15.626 (geregistreerde) bomen in beheer en circa 188 hectare beplantingen, gras, ruw gras en natuurvriendelijke oevers. Heiloo scoort hoog op het aantal m² groen per huishouden; 175 m² groen per huishouden. Veel meer dan het landelijke richtgetal van 75 m² groen per huishouden.

Het groen is een mozaïek van lijnen, vlakken en punten. De lijnen zijn bijvoorbeeld bermen langs wegen en sloten met hun oevers. Bossen, grasvelden en beplantingvakken zijn vlakken en bomen zijn de punten. Samen zorgen deze elementen voor herkenbaarheid, oriëntatie, afwisseling en geleiding. De samenhang tussen de elementen geeft structuur aan de gemeente.

4.1 Groenstructuur

De groenstructuur is een samenhangend geheel van groene punten, lijnen en vlakken die bepalend zijn voor de beleving en uitstraling van de gemeente. Dit is het structurele groen. Het groenbeleidsplan heeft de groenstructuur als uitgangspunt en koppelt daar de beleidsuitgangspunten en ingrepen die voortkomen uit de vier thema’s aan.

Ook de doorgaande groene structuren die gemeentegrens overstijgend zijn maar wel een belangrijke rol spelen bij het vergroten van biodiversiteit zijn opgenomen. Heiloo is namelijk een schakel in het grote geheel aan groenstructuren van Nederland. Nederland kent het Natuurnetwerk Nederland (NNN), waarvan binnen de gemeentegrenzen van Heiloo al verschillende gebieden voorkomen. Op Europese schaal worden Natura 2000-gebieden aangewezen, waaronder het Noorhollands Duinreservaat dat ten westen van Heiloo ligt.

Op de groenstructuurkaart van Heiloo zijn te zien:

  • De groene hoofdstructuur: dit is de groene ring om de kern Heiloo en de verbindingen van deze groene ring met groen- en natuurgebieden buiten de gemeente zoals Natura 2000-gebied

  • het Noordhollands duinreservaat, en natuurpark Egmonderhout in Alkmaar;

  • De groene substructuur: dit zijn de groenstructuren binnen de gemeentegrenzen die de verschillende natuur- en groengebieden met elkaar verbinden;

  • Natuurnetwerk Nederland (NNN) gebied binnen de gemeentegrenzen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen al ingericht NNN-gebied en nog in te richten NNN-gebied.

  • Groengebieden binnen de gemeente zoals het gemeentebos.

  • Sportparken;

  • Agrarisch gebied, want ook dit levert groene waarden op voor de gemeente;

  • De belangrijkste bomenstructuren binnen de gemeente;

  • De groenparels: groengebieden met bijzondere kenmerken of kwaliteiten. Zie paragraaf 4.2 voor een toelichting op de groenparels;

  • En het plangebied van de nieuwe woonwijk Zandzoom: Omdat dit gebied een belangrijke schakel vormt tussen de Zuiderneg en het Oosterbos. Daarmee completeert Zandzoom met een groene inrichting de groene ring rondom Heiloo.

Duurzame instandhouding

De hoofdgroenstructuur moet zowel kwalitatief als kwantitatief in stand worden gehouden. Het groen dat deel uitmaakt van de groenstructuur moet in Omgevingsplannen als zodanig worden omschreven en komt niet in aanmerking voor verkoop. De duurzaamheid van het groen wordt in belangrijke mate bepaald door de inrichting en het beheer.

Knelpunten in de groenstructuur

Knelpunten in de groenstructuur zijn fysieke barrières, zoals wegen. De groenstructuur wordt door deze barrières als het ware doorsneden. In het belang van de doelen identiteit, gezondheid, klimaatadaptatie en met name biodiversiteit, dienen deze barrières aangepakt te worden.

Het oplossen van de knelpunten leidt tot een robuustere en duurzamere groenstructuur ten behoeve van grondgebonden zoogdieren.

Manieren om groenstructuren te verbinden zijn bijvoorbeeld het aanleggen van faunapassages en het aanplanten van extra bomen.

De belangrijkste knelpunten in de groenstructuur van Heiloo zijn de A9 en de spoorverbinding Alkmaar – Haarlem.

4.2 Groenparels

De groenparels van de gemeente zijn groene gebieden met bijzondere kwaliteiten of kenmerken.

Groenparel 1: Het Heilooërbos / Landgoed Nijenburg

Het landgoed Nijenburg is 285 hectare groot en bestaat uit de woning met tuinen, het Heilooërbos en een groot deel van de Oosterzijpolder. Het landgoed is in beheer van Natuurmonumenten. Het is een belangrijk onderdeel van de hoofdgroenstructuur van Heiloo.

Enkele jaren geleden is ontdekt dat het middeleeuws landschap van vóór de aanleg van het landgoed, in grote mate nog aanwezig en herkenbaar is. De oude perceelgrenzen in de vorm van houtwallen zijn soms wat ingezakt, maar nog wel herkenbaar. Langs de Belieslaan, net ten westen van de spoorlijn is nog een fraaie houtwal van het landgoed Nijenburg direct zichtbaar en aanwezig (van Breugel, 2017).

Groenparel 2: Noorderneg

De Noorderneg is een groene buffer die de overgang van het bebouwde dorp naar het omringende landschap verzacht. Inwoners kunnen hier de natuur opzoeken en recreëren. Binnen de Noorderneg is er een langgerekte waterpartij om op te kanoën, wandel- en fietspaden, een groot grasveld om te voetballen en een evenemententerrein.

De Noorderneg vormt een verbinding tussen het Heilooërbos en de Zuiderneg, en is daardoor een belangrijke schakel in de groene ring rondom Heiloo.

Groenparel 3: Zuiderneg

De Zuiderneg ligt in het verlengde van de Noorderneg. Samen vormen ze de “groene rand” langs het westen van Heiloo. En vormt daardoor een belangrijke schakel in de groene ring rondom Heiloo. De Zuiderneg is in tegenstelling tot de Noorderneg zeer bosrijk. Deze bosschages zijn bewust aangelegd ter beschutting van de woonwijken tegen de zeewind.

Groenparel 4: De Achtkant

Dit is het park nabij de straat de Achtkant, en het representeert het typische schaduwrijke karakter van de wijk. Het is ruim opgezet met veen, groen en met name veel bomen. Het is een belangrijk element voor de groenstructuur van Heiloo.

Groenparel 5: Algemene Begraafplaats aan de Holleweg

De gemeentelijke begraafplaats heeft een rijke historie. Het oudste deel is aangewezen als gemeentelijk monument. De begraafplaats is een groene omgeving, op de begraafplaats staan veel oude bomen en er is een vijver. In het voorjaar staan de rododendrons in bloei.

Groenparel 6: Gemeentebos

Het gemeentebos ligt midden in het centrum van Heiloo. Hier is ook kinderboerderij ’t Beestenboetje te vinden. Het gemeentebos is door een laan verbonden aan landgoed Ter Coulster.

Het gemeentebos heeft een unieke historische betekenis als fysieke scheiding tussen het protestantse en katholieke deel van het dorp (Nota omgevingskwaliteit, 2023).

Het bos is een overgebleven perceel van hoe het vroeger overal op de strandwal was. Er groeien hier ook plantensoorten die van oorsprong op de strandwal voorkomen, inheemse soorten zoals eiken en dennen. Het bos is een groene stapsteen van Ter Coulster naar bijvoorbeeld de Noorder- en Zuiderneg. Het maakt daardoor een belangrijk onderdeel uit van de hoofdgroenstructuur van Heiloo.

Groenparel 7: Frederica’s Hof

Park Frederica’s Hof heeft een nat karakter door de grote waterpartijen. Dit past bij de veenrijke strandvlakte waar het op ligt. De vijver staat in verbinding met andere waterpartijen in Plan Oost.

Het park is eigendom van de gemeente. Het park heeft mooie zichtlijnen die in stand gehouden moeten blijven door snoeien van bomen en beplanting. Er is een grote diversiteit aan soorten bomen en struiken. De natuurwaarde is hoog omdat het park ook in verbinding staat met Landgoed Ter Coulster en het gemeentebos.

Groenparel 8: Landgoed Ter Coulster

Landgoed Ter Coulster bestaat uit een oud boscomplex. Tussen 1400 en 1788 stond hier een kasteel. Het bos bestaat voornamelijk uit inheemse soorten als iepen, beuken, eiken en kastanjes.

Het boscomplex fungeert als leefomgeving voor veel soorten flora en fauna, en is ook een belangrijke schakel in de groenstructuur tussen andere groengebieden zoals de Oostkanter en het gemeentebos. Het beheer van het landgoed is in particuliere handen.

Groenparel 9: Oostkanter en Laan van Frans

Dit zijn twee parken aan de oostkant van Heiloo. Beide parken hebben net als Frederica’s Hof een nat karakter door grote vijvers. Langs de Oostkanter liep van oorsprong een veenstroom die op enkele plekken in het landschap nog goed te zien is. Beide parken zijn belangrijke onderdelen van de hoofdgroenstructuur, ze liggen in de groene ring om Heiloo.

Groenparel 10: Plan Zuid-West

In Plan Zuid-West is de dichtheid aan woningen groot. Om dit te compenseren en de inwoners een leefbare omgeving te geven, waar groen beleefd wordt en in gerecreëerd kan worden, zijn er zeer brede zones van groen en water ingepast. Deze groene zones zijn onderdeel van de groene substructuur van Heiloo.

Groenparel 11: Wijkpark Ypestein

Wijkpark Ypestein is een kenmerkend onderdeel van het ontwerp van de wijk. Het park ligt nabij een school en wordt door spelende kinderen zeer intensief gebruikt. Ook vinden er enkele evenementen plaats op het terrein. Er is een grote waterpartij aanwezig. De ecologische waarde van het park is laag. Het onderhoud is intensief door de hoge gebruiksintensiteit.

Groenparel 12: Oosterbos

In 1997 is het Oosterbos aangelegd in opdracht van de gemeente Heiloo. Nu is het in beheer bij Landschap Noord-Holland. Het gebied is totaal 18 hectare groot. Naast een recreatieve waarde heeft het Oosterbos ook een ecologische waarde door natuurlijke (moeras) bossen, natuurlijke oevers en inheemse beplanting. Het Oosterbos is onderdeel van de hoofdgroenstructuur van Heiloo, want het bevindt zich in de groene ring.

Groenparel 13: Onze Lieve Vrouw ter Nood

Dit heiligdom is een heilige plek en bedevaartsplaats door de Runxput met geneeskrachtig water. Het is een parkachtig geheel in een Engelse landschapsstijl. Het heeft een groen, rustig en besloten karakter van een bosgebied.

4.3 Blauw in het groen

Binnen de groenstructuur van de gemeente Heiloo komt in diverse verschijningsvormen water voor. De beken, sloten, grachten, wadi’s en poelen zijn medebepalend voor de waarde van het groen. Water en oevers zijn belangrijk voor de biodiversiteit. Water en (natuurlijk ingerichte en beheerde) oevers trekken veel vogels, insecten en amfibieën aan. Een natuurlijke oever met een plas/dras zone die geschikt is om aan te spelen vergroot de groenbetrokkenheid door pootje baden en kikkertjes te kijken en is ook klimaatadaptief. Denk bijvoorbeeld aan infiltratie en opslag van regenwater.

4.4 Houtwallen en hagen

Houtwallen vormen een uitgebalanceerd middeleeuws historisch water- en perceelsysteem. In Heiloo heeft dit ingenieuze systeem de basis gelegd voor het landschap zoals we het nu kennen.

Naast de historische waarde hebben houtwallen en hagen ook een grote ecologische waarde als schuilplaats voor vogels, insecten, salamanders, egels en kikkers. De houtwallen en hagen vormen voor een belangrijk deel ook de identiteit van Heiloo (van Breugel, 2017).

Historische houtwallen die nog aanwezig zijn:

  • Achter Holleweg 100;

  • Achter Stationsweg 28;

  • Op Landgoed Nijenburg;

  • In Zuiderloo;

  • In het Zandzoomgebied.

Houtwallen en hagen die op particulier terrein liggen, worden door de eigenaar onderhouden.

Manieren waarop Heiloo haar houtwallen wil beschermen:

  • Houtwallen betrekken bij nieuwe ontwikkelingen, door ze op te nemen in stedenbouwkundige ontwerpen;

  • Beschermen van houtwallen integraal regelen in het toekomstige

  • definitieve Omgevingsplan;

  • Als andere vormen van bescherming niet volstaan, kan een houtwal als object worden aangewezen als gemeentelijk monument, waarmee de eigenaar verplicht wordt tot instandhouding.

4.5 Het Heilooër profiel

Langs de bebouwingslinten en in veel woonwijken in Heiloo is het Heilooër wegprofiel te vinden. Dit profiel heeft een eenvoudige wegindeling en een groen karakter door de groene voortuinen, gazonstroken, solitaire bomen en soms laanbeplanting. Dit is karakteristiek voor Heiloo. De gemeente wil dit karakter behouden door onder andere de scheiding tussen privé en openbaar gebied niet te groot te maken. Verder onderzoekt de gemeente mogelijkheden om de groene stroken, die karakteristiek zijn voor het Heilooër profiel, in te zaaien met kruidenrijke mengsels voor meer biodiversiteit. Of waar het kan wadi’s en greppels aan te brengen voor betere klimaatadaptatie.

4.6 Groen in woonwijken

Hoe werd omgegaan met groen tijdens de bouw van woonwijken, verschilt per bouwperiode. De informatie in deze paragraaf komt voor een groot deel uit de Nota Omgevingskwaliteit (Gemeente Heiloo, 2023). Per wijktype wordt aangegeven hoe gevoelig het wijktype in algemeenheid is voor wateroverlast. Dit hangt echter niet alleen af van het groen in de wijken, maar ook van bijvoorbeeld het bodemtype en reliëf. De klimaateffectatlas geeft hier ook inzicht in.

Het wijktype met zijn kenmerken kan mede bepalend zijn voor welke maatregelen uit hoofdstuk 5 kunnen worden toegepast.

1900-1940

De woonwijken die in deze periode zijn gebouwd, zijn de eerste planmatige dorpsuitbreidingen. De straten hebben een uitgesproken groen karakter door rondom de huizen gelegen tuinen met grote bomen, de toepassing van straatbomen in de grasbermen en het ontbreken van trottoirs.

Dit type woonwijk kan kwetsbaar zijn voor wateroverlast omdat het aandeel gemeentelijk groen relatief laag is, en de invloed van de inrichting van tuinen groot.

De woonwijken Blockhovepark en Tuindorp in Heiloo zijn in deze periode gebouwd.

1940-1975

Deze woonwijken werden gebouwd na de oorlog, toen de bouwopgave groot was. In deze periode ontstonden de eerste rijwoningen in Heiloo.

De openbare ruimte in dit soort typen woonwijken is ruim opgezet met een functionele en groene inrichting door de aanwezigheid van grasbermen, voortuinen, laanbeplanting en vele waterpartijen.

Dit type wijken is minder gevoelig voor wateroverlast en droogte door de aanwezigheid van bomen, waterpartijen en veel gemeentelijk groen. Er is voldoende ruimte om maatregelen voor klimaatadaptatie te nemen.

De woonwijken Noordwest (Plan West 1), Noordergeest, Oost, Wilgenlaan, Zuid West, Zuid en Akkerbuurt in Heiloo zijn in deze periode gebouwd.

1975-1990

In dit type woonwijken is aandacht voor de menselijke schaal. Tuinen worden van de openbare weg afgeschermd door schuttingen, mede doordat veel achterzijden van woningen richting de weg zijn georiënteerd. Zones met hagen en struiken vervangen hier de grasbermen.

De kwetsbaarheid voor wateroverlast en droogte is in dit type wijken klein, door veel groen en bomen in de openbare ruimte.

De woonwijken Zuiderneg en Ypestein (Noord) zijn in deze periode gebouwd.

1990-2015

Bij woonwijken die zijn gebouwd tussen 1990 en 2015 is sprake van een integraal ontwerp waarbij de landschappelijke ondergrond (lintstructuren en overgang strandwal-strandvlakte), de stedenbouwkundige uitleg en de architectonische invulling op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Dit type wijken is niet heel kwetsbaar voor wateroverlast.

De woonwijken De Rietvink, Egelshoek, Noordwest (het Baafje) Koningsveld, Oosterbos, Ypestein en Zilverhof zijn in deze periode gebouwd.

2015 tot nu

Bewustwording voor klimaat en duurzaamheid is in de periode vanaf 2015 verder toegenomen. Het ontwerpen van de openbare ruimte is meer verschoven van de architect naar de landschapsarchitect. In het straatbeeld is er meer ruimte voor groen, en aandacht voor het eindbeeld van het groen. Openbaar groen wordt vaak gecombineerd met klimaatadaptatie, bijvoorbeeld in de vorm van wadi’s. Soms worden nieuwe woonwijken juist gebouwd met weinig groen en veel woningen en verharding. Dit blijft een aandachtspunt. De kaders uit paragraaf 3.4 dragen bij aan groenere nieuwe woonwijken.

De woonwijken Nieuw Varne, Melco en Oosterzij (De Lus) zijn in deze periode gebouwd.

Zuiderloo en Zandzoom zijn momenteel nog in ontwikkeling. Zuiderloo heeft een meer dorps karakter en Zandzoom krijgt een meer landelijk karakter waarbij de verkaveling, openbare ruimte en het architectuurbeeld nog meer geënt worden op de landschappelijke structuur en karakteristieken.

4.7 Compleet maken groene ring rondom Heiloo

Om de ring rondom Heiloo compleet te maken, missen nog belangrijke schakels tussen de Zuiderneg en plangebied Zandzoom, en tussen plangebied Zandzoom en het Oosterbos. Vanwege de nieuwbouw in Zandzoom, is er behoefte om een impuls te geven aan de groene ruimte.

Om inzicht te krijgen in de potentiële natuurwaarden ten oosten en westen van de toekomstige woonwijk Zandzoom is een beknopte landschapsecologische structuuranalyse opgesteld. Op basis van bestaande informatie over met name bodem en water zijn indicatief de natuurpotenties verkend (met name voor de vegetatie). Het resultaat is een technisch rapport dat gebruikt wordt in het vervolgproces.

De onderstaande kaart geeft de natuurpotenties aan. De hoogste natuurpotenties worden bij voorrang ontwikkeld. Omdat de gemeente de gronden niet in eigendom heeft is dit een langdurig proces.

5 Groene aanpak

In dit hoofdstuk leest u de algemene maatregelen voor Heiloo. En maatregelen die gelden voor specifieke locaties, zoals de Noorder- en Zuiderneg. Hier gaat de gemeente zich de komende jaren op richten. Dit om de groenstructuur van Heiloo, die is beschreven in het voorgaande hoofdstuk, te versterken en verbeteren. En bij te dragen aan de vier hoofdthema’s. Gemeente Heiloo gaat voor divers, kwalitatief hoogwaardig groen, dat volwaardig kan uitgroeien, zowel bovengronds als ondergronds.

5.1 Identiteit behouden en versterken

Historische linten en groenstructuren aanvullen

Uitgangspunt is de landschappelijke groene elementen langs de historische linten te behouden en zo mogelijk uit te breiden door nieuwe beplanting aan te brengen. En langs hoofdroutes inzetten op het volwaardig kunnen uitgroeien van laanbeplanting. Dit waarborgt het karakter van de historische linten en vergroot de identiteit. Ook is dit goed voor de biodiversiteit en draagt het bij aan de doelen uit het klimaatbeleid.

Ditzelfde principe past de gemeente toe bij het aanvullen en versterken van houtwallen.

Kleurrijke accenten

Uitgangspunt is de entrees tot het dorp groen van karakter te maken door herkenbare en/of opvallende beplanting toe te passen. Bijvoorbeeld door het planten van kleurrijke, bloeiende beplanting.

Op buurtniveau kiest de gemeente ook voor beplanting met bijzondere accenten en richt ze zich op sierwaarde, in samenspraak met de bewoners. Tijdens de participatie voor dit groenbeleidsplan is door bewoners aangegeven dat zij in hun buurt graag voorjaarsbollen zien.

Door in de woonwijken inheemse planten op de juiste manier te combineren met uitheemse planten, ondersteunen we de biodiversiteit én behoud je het hele seizoen de groenstructuur en de identiteit. Dit is van belang omdat insecten ook in de winter plekken nodig hebben waar ze zich kunnen nestelen en voor mensen heeft die een grote belevingswaarde. Het voordeel van het toepassen van een diversiteit in beplanting is dat het de monocultuur doorbreekt. En door het toepassen van uitheemse beplanting kan ook vaker worden gekozen voor klimaatbestendig plantmateriaal.

Dit alles zorgt voor een verhoging van de biodiversiteit en een versterking van de identiteit van de gemeente.

5.2 Biodiversiteit verhogen

Noorder- en Zuiderneg

De Noorder- en Zuiderneg zijn twee zeer belangrijke groengebieden in Heiloo. Ze vormen een schakel in de groene ring om Heiloo. De gebieden worden gebruikt voor recreatie. Ze hebben een grote potentie om ook voor de natuur een belangrijke plek te zijn. Uit een onderzoek blijkt dat de biodiversiteitsscore in de gebieden momenteel laag is.

Om deze score te verhogen zijn twee scenario’s opgesteld. Een basisscenario met kleine aanpassingen in het beheer. En een optimaal scenario met een aantal inrichtingsmaatregelen, herstelbeheer en vervolgens specifiek regulier beheer voor het gewenste natuurdoeltype (zie begrippenlijst). Zie Bijlage 2 voor de maatregelen voor de Noorder- en Zuiderneg.

Door het uitvoeren van deze maatregelen verwachten wij een toename van de biodiversiteit. Als daarbij ook de groene ring rondom Heiloo compleet wordt, ontstaat een sterke ecologische groenverbinding rondom Heiloo.

Voorgesteld wordt om op korte termijn het achterstallig onderhoud aan te pakken en hiervoor een financiële aanvraag te doen bij het Nationaal Groenfonds. De gemeente wil met de provincie Noord-Holland

onderzoeken of het gebied Natuurnetwerk Nederland (NNN) gebied kan worden. Daarna kan Heiloo met een natuurbeheerorganisatie, zoals Landschap Noord-Holland, om tafel of het beheer van het gebied kan worden overgedragen. Wanneer het NNN-gebied is, worden de beheerkosten voor maximaal 50% vergoed door de provincie.

In een later stadium kan de raad beslissen wat er met dit gebied moet gebeuren.

Bermen ecologisch beheren

Op dit moment beheert Heiloo circa 55% van de bermen ecologisch. Dit gebeurt volgens Kleurkeur; een richtlijn voor ecologisch maaibeheer van de Vlinderstichting. Er wordt 1 tot 2 keer per jaar gefaseerd gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Dit zorgt voor meer biodiversiteit (Groenbeheerplan 2021-2031). De groenaannemers voeren een jaarlijkse Kleurkeur monitoring uit van de biodiversiteit. En we passen bijvoorbeeld de frequentie van het beheer aan waar nodig, als de biodiversiteit verslechtert of niet toeneemt. Wij onderzoeken welke bermen ook ecologisch beheerd kunnen worden.

Ecologischer beheer grasvelden

De gemeente wil het gazon en de heesters in Groenparel 4 De Achtkant ecologischer onderhouden, door later en minder (maximaal één of twee keer per jaar) te maaien en maaisel af te voeren. Zo ontstaat er meer natuurwaarde. Dit moet uiteraard geen afbreuk doen aan het schaduwrijke karakter van het park. Ook in groenparel de Noorderneg kunnen grote delen ecologischer beheerd worden, zie Bijlage 2.

Voor gazons buiten de groenparels wordt ook onderzocht of deze ecologisch beheerd kunnen worden. Hierbij houden we rekening met zichthoeken en randen langs wegen en verhardingen.

Barrières voor dieren tussen groengebieden wegnemen

Om barrières in de groenstructuren te doorbreken worden groenstructuren aangevuld of faunapassages aangelegd. Bijvoorbeeld onder wegen door.

Ook op kleinere schaal kunnen faunapassages worden toegepast. Bijvoorbeeld door duikers te vervangen voor duikers met loopstroken voor dieren. Of door faunapassages aan te leggen onder wegen die groenparels afscheiden van andere groenstructuren. Hierbij moet rekening worden gehouden met de aanwezige soorten zoals marterachtigen en amfibieën.

Bijenkasten

De gemeente krijgt regelmatig aanvragen van imkers of er bijenkasten in openbaar groen geplaatst mogen worden. Voorgesteld wordt deze aanvragen af te wijzen. Omdat honingbijen, gehouden door imkers, concurreren met wilde bijen om voedsel. Dat kan de biodiversiteit schaden. Daarnaast hebben solitaire bijen geen kolonie en honingvoorraden om te verdedigen en hebben daarom geen redenen om agressief te worden of om aan te vallen. Honingbijen kunnen dit wel doen en ook daarom is het niet verstandig deze te plaatsen in de openbare buitenruimte.

5.3 Klimaatadaptatie verbeteren

Aanleggen van natuurvriendelijke oevers en verbinden van waterlopen

Het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het verbinden van waterlopen voor een betere doorstroming en uitbreiden van leefgebied van dieren. Dit verhoogt de biodiversiteit en verbetert de klimaatadaptatie.

Infiltratie rondom bomen

Een eenvoudige wijze om de biodiversiteit te verhogen is het beplanten van boomspiegels. Dit zijn de stukken open grond rondom bomen in verharding. Het beplanten van de boomspiegels versterkt ook de infiltratie van regenwater en vergroot daarmee de klimaatadaptatie. Hiervoor wordt beplanting gebruikt dat tegen droogte kan, en aantrekkelijk is voor vlinders en bijen. Bloeiende planten toepassen zorgt daarnaast voor een hogere belevingswaarde. Bij oudere bomen is dit niet altijd mogelijk omdat de kans groot is dat de beplanting verdroogt.

5.4 Gezondheid verbeteren

Fruitbomen toepassen

De gemeente ondersteunt het idee om meer fruitbomen en vruchtdragende heesters toe te passen. Dit is wel locatieafhankelijk, ze kunnen het beste worden toegepast in plantsoenen. Deze bomen en struiken hebben dan een goede functie als voedselbron voor bijen, vlinders en vogels. Fruitbomen toepassen zorgt voor betrokkenheid van bewoners, het heeft een educatief karakter en draagt zo bij aan een betere gezondheid.

Bedrijventerreinen vergroenen

De gemeente stimuleert de aanleg van groen op bedrijventerrein. Omdat het de uitstraling en verblijfskwaliteit verbetert. En een belangrijke bijdrage levert aan het voorkomen van hittestress in deze vaak versteende gebieden.

5.5 Vervolgstappen

De komende tien jaar richt de gemeente zich op de vier groene thema’s en op de concrete maatregelen beschreven in dit hoofdstuk. En indien nodig stelt de gemeente het beleidsplan bij.

Verder past de gemeente naar aanleiding van dit nieuwe beleidsplan het groenbeheerplan in 2025 aan. In het groenbeheerplan zijn ecologische principes van wezenlijk belang.

Wij willen de uitgangspunten uit dit plan bereiken door:

Het behouden en versterken van de identiteit, door:

  • Historische linten en groenstructuren aan te vullen;

  • Kleurrijke accenten toe te voegen.

Het verhogen van de biodiversiteit, door:

  • Noorder- en Zuiderneg op termijn aan te laten wijzen als Natuurnetwerk Nederland;

  • Bermen en grasvelden ecologisch te beheren;

  • Barrières voor dieren tussen groengebieden weg te nemen.

Het verbeteren van de klimaatadaptatie, door:

  • Natuurvriendelijke oevers aan te leggen;

  • Waterlopen te verbinden;

  • Boomspiegels te beplanten.

Het verbeteren van de gezondheid, door:

  • Fruitbomen toe te passen;

  • Bedrijventerreinen te vergroenen.

Op deze manier werken we aan de visie en is en blijft Heiloo een prachtige groene gemeente!

Begrippenlijst

Beeldkwaliteit

Veel Nederlandse beheerders van openbare ruimten gebruiken beeldkwaliteit om ambitieniveaus te formuleren en beeldbestekken in de markt te zetten. Per object gelden één of meer kwaliteitscriteria. Voor elk kwaliteitscriterium is een beeldmeetlat samengesteld waar met foto’s, beschrijvingen en prestatie-eisen het onderhoudsniveau meetbaar is gemaakt. Dit maakt het mogelijk inzichtelijk te communiceren met bestuurders, gebruikers en uitvoerders van het onderhoud (CROW, 2023). Het is aan de gemeente om de gewenste beeldkwaliteit in een onderhoudsbestek uit te vragen, aan de aannemer om het werk conform deze beeldkwaliteit te onderhouden, en aan de gemeente om het areaal te controleren aan de hand van de beeldmeetlatten.

Boomveiligheidscontrole (BVC)

Elk jaar dient een derde van het bomenbestand beoordeeld te worden. De beoordeling is als volgt:

  • Boom zonder problemen: Dit is een gezonde boom. Deze bomen worden elke drie jaar gecontroleerd.

  • Attentieboom: Is een boom met een gebrek, bijvoorbeeld rotting of schimmel. Deze bomen worden voortaan beter in de gaten gehouden en worden jaarlijks gecontroleerd.

  • Risicoboom: Is een boom die dood hout of gevaarlijke takken heeft, of is aangetast. Bij deze bomen worden de dode takken verwijderd, gesnoeid, de kroon verankerd, of de boom wordt verwijderd vanuit veiligheidsoverwegingen.

Omgevingstafel

Is een vooroverleg voor ruimtelijke plannen onder de Omgevingswet. Dit vindt plaats voor de vergunningsaanvraag.

Tijdens de Omgevingstafel komen de initiatiefnemer, de relevante gemeentelijke disciplines (bijvoorbeeld verkeer, beheer openbare ruimte, groen), en andere belanghebbenden samen. Het initiatief wordt besproken vanuit de gedachte het mogelijk te maken. De initiatiefnemer krijgt hierdoor een integraal advies waarmee hij de vergunningaanvraag kan opstellen en indienen.

Natuurdoeltype

De naamgeving van de natuurdoeltypen is conform de Index Natuur en Landschap (BIJ12, 2023). Door deze index is een uniforme, breed erkende ‘natuurtaal’ ontstaan, die zorgt dat alle partijen op het gebied van natuur(beheer) dezelfde terminologie hanteren. De meeste beheermaatregelen die genoemd worden in bijlage 2 komen ook uit de Index Natuur en Landschap.

Literatuurlijst

BIJ12. (2023). Index Natuur en Landschap. Opgehaald van BIJ12: HYPERLINK "http://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-"https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index- natuur-en-landschap/

CROW. (2023). Werken met beeldkwaliteit. Opgehaald van Kennisplatform CROW: https://www.crow.nl/thema-s/management- openbare-ruimte/beeldkwaliteit/werken-met-beeldkwaliteit

Cyclomedia. (sd). Street Smart. Opgeroepen op 2024

de BUCH. (2022). Op weg naar klimaatadaptieve en natuurinclusieve gemeenten.

Gemeente Heiloo. (2011). Nota Cultuurhistorie

Gemeente Heiloo. (2019). Kwaliteitshandboek openbare ruimte woningbouwlocaties 2019.

Gemeente Heiloo. (2019, april 8). Ruimtelijk Kwaliteitskader Zandzoom.

Gemeente Heiloo. (2021). Groenbeheerplan 2021-2031.

Gemeente Heiloo. (2023). Nota omgevingskwaliteit.

Gemeente Heiloo. (sd). Bomen. Opgehaald van Gemeente Heiloo: https://www.heiloo.nl/over-de-gemeente/bomen

Gemeente Heiloo. (sd). Groenadoptie. Opgehaald van Gemeente Heiloo: https://www.heiloo.nl/aanvragen-en-regelen/groenadoptie/

Projectteam Zandzoom Heiloo. (2019). Zandzoom te Heiloo; De kwaliteit van de openbare ruimte.

van Breugel, A. (2017). Beleidsnotitie cultuurhistorisch waardevolle groenstructuren Zandzoom-gebied.

Ondertekening

Bijlage 1: Bomenbeleid

In de komende planperiode wordt de aandacht gericht op het in stand houden en het versterken van het bomenareaal. Voor dit doel zijn vier ambities geformuleerd.

De eerste ambitie is om het aantal bomen geleidelijk te laten groeien door met name in herinrichtingsplannen en nieuwbouwplannen extra bomen te planten. Dit hangt af van de locatie. Verder wordt de herplantplicht altijd toegepast voor te kappen bomen in de openbare ruimte. Om de stand van het bomenareaal bij te houden, wordt er jaarlijks een overzicht van het aantal gekapte en geplante bomen opgesteld (bomenbalans) en ter informatie naar de raad gezonden.

De tweede ambitie is om het bomenareaal daar waar mogelijk te versterken. Met name door het uitbreiden van de bomenstructuur. De keuze voor de boomhoogte gaat van hoog naar laag, afhankelijkheid van de mogelijkheden. Daar waar mogelijk kiezen we voor kroonbomen. Alleen bij goed onderbouwde uitzonderingen worden er zuilvormige bomen geplaatst.

De derde ambitie betreft het professionaliseren en verduurzamen van het beheer. Door planmatige opzet van het jaarlijkse onderhoud kan efficiëntiewinst worden geboekt, zodat de huidige bezetting van de bomenploeg en wijkteams het beheer voor een deel zelfstandig kan uitvoeren. Hier is inmiddels een goede stap in gemaakt en de efficiëntiewinst is grotendeels gehaald. Door het onderhoud nog meer te richten op het eindbeeld van de bomen, kan de duurzaamheid van het beheer en de kwaliteit van de bomen worden vergroot. Goed hulpmiddel is het, door alle BUCH-gemeenten, aangeschafte Handboek Bomen van Het Normeninstituut Bomen.

De vierde ambitie is het beschermen van de monumentale bomen en groenparels, conform het Bomenbeleidsplan 2008. Oudere beeldbepalende bomen met grote cultuurhistorische, dendrologische en/of ecologische waarde worden op de lijst beschermwaardige bomen gezet. Deze lijst bestaat uit monumentale bomen uit het landelijke register, de bijzondere en beschermwaardige gemeentelijke bomen en de bijzondere en beschermwaardige particuliere bomen.

In het Omgevingsplan regelt de gemeente dat cultuurhistorische bomen op landgoederen kapvergunningsplichtig zijn. In het Omgevingsplan neemt de gemeente ook een ‘bebouwingscontour houtkap’ op, om aan te geven tot hoever de reikwijdte van deze regels is. Hiervoor gaat de gemeente in overleg met de eigenaren van de landgoederen.

Heiloo kan ook aanvullende regels opnemen om bomen en houtopstanden te beschermen, bijvoorbeeld voor cultuurhistorische bomen op landgoederen.

Kappen van bomen

Het kappen van bomen kan nodig zijn als dit uit de boomveiligheidscontrole blijkt. Ook kan noodkap aan de orde zijn voor acuut gevaar. Verder kunnen bomen die op de bomenlijst staan, en bomen die beschermd zijn in het Omgevingsplan, alleen met een kapvergunning worden gekapt.

Herplantplicht

De herplantplicht wordt altijd toegepast voor te kappen bomen in de openbare ruimte. Uitgangspunt is om de getaxeerde waarde van de te kappen monumentale en bijzondere bomen als uitgangspunt te nemen voor deze herplant. Deze getaxeerde waarde geldt ook voor illegale kap van bomen. Daarnaast dient een boom-effectanalyse plaats te vinden voor alle bomen. Deze geeft inzicht in de conditie van de te kappen bomen. De taxatie vindt plaats op basis van het rekenmodel van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB). Bij gemeentelijke en particuliere plannen wordt op deze wijze een objectieve maatstaf gebruikt om de herplant te realiseren. Bomen kunnen niet altijd op dezelfde plek teruggeplant worden, het is bijvoorbeeld niet reëel om een boom terug te planten in een zeer smalle berm met veel kabels en leidingen. In die gevallen wordt de herplantplicht toegepast door de boom op een andere locaties te compenseren. Het al dan niet terugplanten van een boom op dezelfde locatie is altijd een integrale afweging.

Daarnaast kan het noodzakelijk zijn om bomen te verplaatsen. Deze kunnen dan gestald worden bij de Nationale Bomenbank en daarna op een geschikte locatie worden herplant. Gezien de kosten is dit alleen mogelijk bij zeer waardevolle bomen.

Bijlage 2: Maatregelen Noorder- en Zuiderneg

De Noorder- en Zuiderneg zijn twee zeer belangrijke groengebieden in Heiloo. Ze vormen een schakel in de groene ring om Heiloo. De gebieden worden gebruikt voor recreatie. De gebieden hebben een grote potentie om ook voor de natuur een belangrijke plek te zijn. Uit een onderzoek blijkt dat de biodiversiteitsscore in het gebied momenteel laag is.

Om deze score te verhogen zijn twee scenario’s opgesteld. Een basisscenario waarin de inrichting hetzelfde blijft en minimale aanpassingen in beheer worden gedaan. En een optimaal scenario waarin een aantal inrichtingsmaatregelen en aanpassingen in beheer nodig zijn. Eerst herstelbeheer, om de juiste omstandigheden te creëren, en vervolgens specifiek regulier beheer voor het gewenste natuurdoeltype.

Basisscenario

In dit scenario blijft het beheer grotendeels hetzelfde. De inrichting van het gebied blijft hetzelfde, en er wordt geen herstelbeheer toegepast. Met een minimale aanpassing aan het huidige beheer wordt geprobeerd de biodiversiteit te verhogen.

Natuurdoeltype Vochtig schraalgrasland en Droge schraalgraslanden

Dit natuurdoeltype bevindt zich vooral in de Noorderneg op lage open delen langs het Maalwater aan de westoever en op de hogere open delen aan de westzijde van de Noorderneg.

  • Schapenbeheer toepassen op percelen waar de potentiële ecologische waarden minder groot zijn en verruiging niet wenselijk is.

  • Maaien betreft het éénmaal per jaar afmaaien van het bovengrondse deel van de vegetatie. Maaien in principe niet met klepelmaaier maar met een schotelmaaier of messenbalk om hoge sterfte van fauna te voorkomen. Het maaisel wordt altijd goed afgevoerd. Hierdoor wordt het grasland schraler.

  • Verwijderen opslag, dit betekent het uitsteken/trekken van zaailingen van bomen en struiken die het grasland koloniseren.

Natuurdoeltype Vochtige bossen en Park- en stinzenbos

Dit natuurdoeltype is te vinden in de Noorderneg, de lagergelegen bosvakken horen hierbij. En de bosvakken in de Zuiderneg.

Het beheer bestaat voornamelijk uit reactief beheer. Zo wordt de veiligheid in het bos gewaarborgd door regelmatig boomveiligheidscontroles (BVC) uit te laten voeren voor bomen met valbereik op de paden. Pas als het nodig is, wordt er ingegrepen.

Om de bomen beter tot hun recht te laten komen, is het advies in ieder geval 10% van de bomen in de bosvakken te dunnen.

Resultaat basisscenario

Door het uitvoeren van het basisscenario en dus kleine aanpassingen in het beheer te doen, zal de biodiversiteit minimaal toenemen. De kosten zijn ook laag.

Optimaal scenario

In dit scenario worden de potentiële natuurwaarden geoptimaliseerd. Hierdoor ontstaat bloemrijk schraalgrasland en wordt gestreefd naar een gevarieerd bos met zoomvegetaties.

Inrichtingsmaatregelen

Door het toepassen van deze inrichtingsmaatregelen ontstaat een gevarieerder landschap met meer verschillende natuurdoeltypen.

  • Het hondenlosloopgebied beperken tot de oostzijde van het Maalwater. De recreatieve voorzieningen ook beperken tot de oostzijde van het Maalwater, door de steiger te verplaatsen naar de overkant. De westzijde van het Maalwater kan zich dan ontwikkelen tot natuur;

  • De delen waar veel organische stof aanwezig is afplaggen om te verschralen. Daarna twee keer maaien;

  • Opschonen greppels;

  • Verwijderen ongewenste vegetatie, zoals bramen;

  • Uitdunnen van bosvakken met veel concurrentie;

  • Natuurvriendelijke oevers aanleggen;

  • Broedeiland voor vogels aanleggen in het Maalwater;

  • Heuvels aanleggen op de lig- en speelweide, om de grondbalans te sluiten;

  • Asfalt onder de paden verwijderen;

  • Zoom- en mantelvegetatie toepassen bij de bosvakken;

  • Takkenrillen aanleggen;

  • Broeihopen aanleggen voor ringslangen;

  • Poelen aanleggen;

  • Knotwilgenrij aanvullen;

  • Voorzieningen voor oeverzwaluw en ijsvogel aanbrengen.

Per natuurdoeltype (zie begrippenlijst) dient herstelbeheer te worden uitgevoerd en vervolgens passend regulier beheer. Herstelbeheer moet intensief worden uitgevoerd tot de gewenste verschraling bereikt is of tot negatieve effecten optreden. Herstelbeheer kan tot wel vijf jaar duren.

Natuurdoeltype Vochtige schraalgraslanden

Dit natuurdoeltype bevindt zich vooral in de Noorderneg op lage open delen langs het Maalwater aan de westoever.

Het herstelbeheer bestaat uit het herstellen van de hydrologie, extra maaien en afvoeren, en kleinschalig plaggen.

Na het herstelbeheer kan op regulier beheer worden overgegaan:

  • Alle gebieden met kwetsbare ecologische waarden en potentiële ecologische waarden (dus niet alleen de westzijde van de Noorderneg) moeten met aangepast materieel worden gemaaid. Dat betekent maaien met de messenbalk en handmatig afruimen;

  • De gebieden worden eenmaal per jaar gemaaid;

  • Schapenbeheer toepassen op percelen waar de potentiële ecologische waarden minder groot zijn en verruiging niet wenselijk is;

  • Verwijderen van opslag.

Natuurdoeltype Droge schraalgraslanden

Dit type bevindt zich voornamelijk op de hogere open delen aan de westzijde van de Noorderneg.

Het herstelbeheer bestaat uit het afplaggen van de vermeste bovengrond, begin juli maaien en binnen een week maaisel verwijderen,. En tweemaal per jaar, in juni en september extra maaien als de productiviteit meer dan 5 ton droge stof/ha bedraagt.

Het regulier beheer bestaat uit:

  • Alle gebieden met kwetsbare ecologische waarden en potentiële ecologische waarden (dus niet alleen de westzijde van de Noorderneg) moeten met aangepast materieel worden gemaaid. Dat betekent maaien met de messenbalk en handmatig afruimen;

  • Eenmaal per jaar maaien;

  • Schapenbeheer toepassen op percelen waar de potentiële ecologische waarden minder groot zijn en verruiging niet wenselijk is. De begrazing moet op een specifieke manier gebeuren, zodat de schapen zo min mogelijk mesten in deze gebieden;

  • Verwijderen van opslag.

Natuurdoeltype Vochtige bossen

Dit natuurdoeltype is te vinden in de Noorderneg, de lagergelegen bosvakken horen hierbij.

Als herstelbeheer worden ongewenste soorten gekapt. Dat zijn met name exoten die niet thuishoren in bossen met natuurfunctie. De bomen kunnen ook worden geringd in plaats van gekapt, dan draagt de dode boom als staand hout bij aan de biodiversiteit. Verder mag 30% van de bosvakken gedund worden om te zorgen dat de bomen meer ruimte krijgen.

Als regulier beheer moeten boomveiligheidscontroles (BVC) worden uitgevoerd voor bomen met valbereik op paden en de zomen langs de bosranden worden gemaaid. Maaisel moet worden afgevoerd.

Natuurdoeltype Park- en stinzenbos

Dit betreft voornamelijk de Zuiderneg.

Als herstelbeheer worden ongewenste soorten gekapt. Dat zijn met name exoten die niet thuishoren in bossen met natuurfunctie. De bomen kunnen ook worden geringd in plaats van gekapt, dan draagt de dode boom als staand hout bij aan de biodiversiteit. Verder mag 30% van de bosvakken gedund worden om te zorgen dat de bomen meer ruimte krijgen. Daarnaast worden stinzenflora en rhododendrons aangeplant.

Hierna mag worden overgegaan op regulier beheer:

  • Uitvoeren van Boomveiligheidscontroles voor bomen met valbereik op paden;

  • Verwijderen van opslag, overmatig braamstruweel en ongewenste exotische struiken;

  • Maaien van ruigte en afvoeren van dit maaisel;

  • Aanbrengen van kalk en/of organisch materiaal en eventuele grondbewerking, met als doel een losse, kalkrijke bodem met gunstige voorwaarden voor een rijke voorjaars-stinzenflora.

Resultaat optimale scenario

Na het uitvoeren van al deze maatregelen zal de biodiversiteit in het gebied toenemen.

De investeringskosten voor de inrichtingsmaatregelen bedragen zo’n €1.000.000,-. De beheerkosten voor het specifieke beheer per natuurtype zijn daarnaast beduidend hoger dan de beheerkosten in het basisscenario.