Agressieprotocol politieke ambtsdragers gemeente Hollands Kroon

Geldend van 29-10-2024 t/m heden

Intitulé

Agressieprotocol politieke ambtsdragers gemeente Hollands Kroon

Inleiding

Raadsleden, collegeleden en fractieondersteuners (hierna gezamenlijk: politieke ambtsdragers) moeten vrij zijn om hun politieke mening en standpunten te kunnen verkondigen. De gevolgen van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers zijn vaak ingrijpend voor de persoon in kwestie. Daarnaast wordt de democratie ondermijnd op het moment dat een politieke ambtsdrager niet in vrijheid zijn of haar stem uit kan brengen. Ter bescherming van de politieke ambtsdragers en ter bescherming van de lokale democratie stelt het gemeentebestuur het volgende:

Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers is onacceptabel en wordt nimmer getolereerd.

Dit protocol benoemt de rollen en de stappen die in voorkomende gevallen van agressie en geweld worden gezet. Alvorens dit besproken wordt, is het goed om te verduidelijken welke gedragingen getolereerd worden (emotioneel gedrag) en welke als grensoverschrijdend worden gezien.

Emotioneel en grensoverschrijdend gedrag

Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een burger op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn (persoonlijke) situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is vaak van korte duur en laat zich corrigeren of bijbuigen. Dit gedrag kan zich als volgt manifesteren:

  • a.

    zeuren, klagen, begrip vragen, uitzondering vragen;

  • b.

    kritiek op de organisatie, de regels of het beleid.

Grensoverschrijdend gedrag is aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat - nadat de burger erop is aangesproken - niet verandert of juist verergert.

Het gedrag is gericht op:

  • het teweegbrengen van onlustgevoelens, bijvoorbeeld door belediging, bedreigingen, intimidaties, impliciete uitspraken;

  • het verstoren van de orde of op ontoelaatbare wijze beïnvloeden van de taakuitoefening;

  • het veroorzaken van pijn, letsel of schade;

  • het verkrijgen van iets dat men wel wil.

Dit gedrag kan zich als volgt manifesteren:

  • a.

    kritiek op de persoon, treiteren, uitlokken, schelden, intimideren of beledigen;

  • b.

    agressie in alle vormen van (dreigen met) geweld, wapens laten zien, emotioneel chanteren naar politieke ambtsdragers en/of nabije contacten als familie.

Onder agressie wordt in navolging van de zogenaamde Eenduidige landelijke afspraken (ELA) verstaan: Lichamelijke en verbale agressie, belaging, intimidatie en bedreiging gepleegd in of door omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de publieke taak. Dit kan gepaard gaan met beschadiging van goederen. Onder agressie wordt in dit protocol ook verstaan ieder gebruik van geweld.

1. Basisafspraak

De basisafspraak is dat de individuele politieke ambtsdrager grensoverschrijdend gedrag altijd intern bespreekbaar maakt, meldt en vervolgens de vastgelegde handelswijze in dit protocol volgt. Melden is belangrijk omdat het melden van intimidatie, bedreiging of andere misdragingen het startpunt is voor hulp aan de politieke ambtsdrager. Ook helpt de melding bij eventuele strafrechtelijke vervolging van de dader, het in kaart brengen van de problematiek binnen de gemeente en het op gang brengen van het gesprek over intimidatie en bedreiging binnen het politieke ambt.

2. Melden van grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd eerst intern besproken en gemeld. Hiervoor bestaat voor raadsleden en fractieondersteuners een iets andere procedure dan voor wethouders en de burgemeester:

  • Raadsleden en fractieondersteuners bespreken en melden incidenten bij de griffier. De griffier zorgt voor de eerste opvang en het in gang zetten van vervolgstappen. De griffier stelt onverwijld de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • Wethouders bespreken en melden incidenten bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris zorgt voor de eerste opvang en het in gang zetten van vervolgstappen. De gemeentesecretaris stelt onverwijld de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • De burgemeester meldt een incident bij de gemeentesecretaris. De griffier wordt hier direct van op de hoogte gebracht.

  • De griffier c.q. de gemeentesecretaris registreren het incident in het Klant Informatie Systeem met het daarvoor bestemde meldformulier.

Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van belang dat van mogelijk strafbaar gedrag aangifte wordt gedaan. Bij deze aangifte wordt de privacy van het slachtoffer zo veel mogelijk beschermd, onder andere door de mogelijkheid om anoniem de melding of aangifte te doen. Enkele voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag die strafbaar kunnen zijn:

  • Beledigingen, (doods)bedreigingen uiten (ook op sociale media);

  • Bedreiging met represailles, bedreigen (van familieleden) en uitvoeren van dreigementen;

  • Vormen van fysieke agressie.

De volgende stappen worden genomen in het geval van grensoverschrijdend gedrag:

  • 1.

    Een bedreigd raadslid, fractieondersteuner of collegelid meldt altijd elke vorm van grensoverschrijdend gedrag aan de griffier c.q. gemeentesecretaris. Het slachtoffer wordt geadviseerd om zo veel mogelijk feiten te verzamelen. Hiervoor kunnen de 7 W’s worden gebruikt: wie, wat, waar, waarmee, op welke wijze, wanneer en waarom?

  • 2.

    De griffier c.q. gemeentesecretaris informeert direct de burgemeester over deze melding.

  • 3.

    De burgemeester informeert het OM en politie hier zo spoedig mogelijk over.

  • 4.

    De burgemeester agendeert elke melding van grensoverschrijdend gedrag jegens een raadslid, fractieondersteuner of collegelid in de eerstvolgende vergadering met het OM en politie (lokale driehoek). De burgemeester informeert ook team OOV. De reden hiervoor is dat OOV vaak bekend is met mensen die agressief gedrag vertonen en dan ook weten of er al maatregelen getroffen zijn. Het team OOV stemt de agendering met het secretariaat van de lokale driehoek af.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk na de melding volgt een gesprek met het raadslid, de fractieondersteuner of het collegelid die een melding gemaakt heeft en een politieambtenaar die vaststelt of er sprake is van strafbare feiten. Ook als er naar aanleiding van dit gesprek geen aangifte wordt gedaan, is het toch van belang om incidenten ook bij de politie te melden. Meldingen worden niet doorgestuurd naar de officier van justitie, maar wel opgenomen in het dossier.

  • 6.

    Als er geen sprake is van strafbare feiten dat is het altijd mogelijk contact op te nemen met de griffier c.q. gemeentesecretaris. Na het contact wordt bepaald of en wat er verder nodig is. Ook als er geen strafrechtelijke reactie volgt kan het zijn dat er passende alternatieven voorhanden zijn (zie hoofdstuk 3: Maatregelen).

  • 7.

    Als er sprake is van strafbare feiten doet in alle gevallen met instemming van de betrokkene, de gerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente daarvan aangifte waarbij materiele en immateriële schade altijd wordt verhaald op de dader. De gerechtigd vertegenwoordiger is in het geval van raadsleden en fractieondersteuners de griffier, en in het geval van de wethouders en/of burgemeester de gemeentesecretaris. Het is van belang om bij de aangifte te melden dat het slachtoffer een publieke taak heeft aangezien de politie en het OM agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak hoge prioriteit geven. Ook is het van belang om privégegevens te beschermen door bij de aangifte het adres van de organisatie op te geven als woonadres zodat het adres van het slachtoffer geheim blijft. Bij aangifte tegen belaging, stalking of stelselmatige intimidatie (klachtdelicten) kan alleen tot vervolging worden overgegaan als het slachtoffer zelf daarom verzoekt. Het slachtoffer zelf wordt gehoord als getuige.

  • 8.

    Over de aangifte wordt alleen gecommuniceerd als het betreffende raadslid, de fractieondersteuner of het collegelid daarmee instemt ten behoeve van het onderzoek.

  • 9.

    Het betreffende raadslid, de fractieondersteuner of het collegelid wordt juridisch als benadeelde beschouwd.

  • 10.

    Het betreffende raadslid, de fractieondersteuner of het collegelid verleent als benadeelde volledige medewerking aan het politieonderzoek.

3. Maatregelen

Na iedere interne melding wordt tussen de burgemeester, griffier en gemeentesecretaris besproken welke maatregelen naar de agressor worden genomen. Daarbij is team OOV van de gemeente beschikbaar voor ondersteuning.

Al naargelang de ernst van het grensoverschrijdend gedrag kan de gemeente:

  • de persoon oproepen voor een gesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het ongewenste gedrag;

  • de persoon verwijderen uit een gebouw/van een terrein;

  • de persoon mondeling of schriftelijk waarschuwen;

  • (tijdelijk) de dienstverlening beperken of (tijdelijk) de toegang ontzeggen tot de gemeentelijke gebouwen. De burgemeester of loco-burgemeester of de plaatsvervangend raadsvoorzitter zijn te allen tijde bevoegd een burger te verzoeken een gebouw te verlaten en mondeling de toegang tot een gebouw te ontzeggen. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven dan wordt de politie direct in kennis gesteld en is er sprake van een strafbaar feit (huisvredebreuk) waarvan aangifte wordt gedaan;

  • het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel grensoverschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie);

  • aangifte doen bij de politie.

Maatregelen kunnen worden toegepast na iedere (interne) melding. Ook als wordt besloten dat van een incident melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De maatregelen die door de gemeente worden genomen jegens de agressor worden zo mogelijk meteen bij het doen van aangifte of bij de melding aan de politie doorgegeven en anders zo spoedig mogelijk na het nemen van deze maatregelen. Belangrijk is dat de maatregel kort na het voorval wordt genomen.

4. Noodgevallen en alarmeren beveiliging

Wanneer zich een noodgeval voordoet, belt de bedreigde altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en wat de situatie is. Tijdens een noodgeval in het gemeentehuis wordt naast 112 ook de beveiliging (indien aanwezig) gebeld.

Zolang de dreiging duurt en de bedreigde niet weg kan komen, staat de eigen veiligheid van het slachtoffer voorop. De bedreigde geeft de agressor zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken. Het slachtoffer probeert kalm te blijven en de bedreiger niet te provoceren en weg te komen. Het slachtoffer draagt zo mogelijk zorg voor alle informatie die kan leiden tot een snelle aanhouding van de verdachte.

5. Opvolging na melding en/of aangifte bij de politie.

  • De gebiedsofficier van Justitie wordt door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen, in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het bewaken en beveiligen, bij de gebiedsofficier van Justitie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • Als de burgemeester zelf onderwerp is van dreiging, blijft de hoofdofficier van Justitie verantwoordelijk en kan worden overlegd met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Als de burgemeester slachtoffer is, wordt tevens de commissaris van de Koning op de hoogte gesteld.

  • Als het te verwachten effect en de aard van de gebeurtenis op het terrein van de openbare orde ligt, dan maakt de burgemeester zo nodig gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de Gemeentewet. Aanvullende beveiligingsmaatregelen worden in goed overleg tussen gemeente, politie en OM getroffen en uitgevoerd.

  • De politie en de gemeente voeren zo nodig maatregelen in de openbare ruimte uit (surveillance, cameratoezicht).

  • De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijzondere maatregelen aan de woning in het kader van (be)dreiging en maatregelen die noodzakelijk zijn vanwege specifieke omstandigheden en risico’s en eventueel herstel na afloop van de dreiging.

  • De Arbeidsinspectie (0800-5151) wordt binnen 24 uur gewaarschuwd door de gemeentesecretaris of door de griffier als sprake is van een ernstig incident waarbij een politieke ambtsdrager lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • De gemeentesecretaris en/of de griffier zorgen voor terugkoppeling aan de betrokkenen en aan de gemeenteraad over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

6. Nazorg

Nazorg is belangrijk, de politieke ambtsdragers - en indien nodig ook de directe familieleden en collega’s - kunnen ervan uitgaan dat ze ondersteund worden tijdens en na het incident van agressie en geweld. De burgemeester en gemeentesecretaris vangt de wethouder op, de gemeentesecretaris en de locoburgemeester vangt de burgemeester op en de burgemeester en griffier de raadsleden en fractieondersteuners. De griffier c.q. de gemeentesecretaris neemt indien nodig contact op met de naasten van het slachtoffer. De burgemeester en griffier c.q. de gemeentesecretaris organiseren de benodigde hulp. Zij kunnen te allen tijde deskundigen om hulp vragen.

Er kan contact opgenomen worden met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur via het nummer 070-3738314: zij staan klaar voor advies en ondersteuning en kunnen collega-ambtsdragers koppelen aan het slachtoffer.

Hiernaast kunnen politiek ambtsdragers contact opnemen met het Instituut voor Psychotrauma (IVP). Het IVP biedt acute gespecialiseerde psychosociale ondersteuning, waarop dag en nacht beroep kan worden gedaan door politieke ambtsdragers, die te maken hebben gehad met agressie, geweld en bedreigingen. Het alarmnummer/meldpunt van het Instituut voor Psychotrauma kan worden ingeschakeld via 020-8407620 en buiten kantoortijden via 088-3305112.

7. Communicatie

De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer politieke ambtsdragers. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester en eventueel de commissaris van de Koning de handelwijze bepaald.

Andere politieke ambtsdragers worden, alleen met instemming van het slachtoffer, op de hoogte gebracht van een incident, tijdens een collegevergadering of een seniorenconvent. Vertrouwelijkheid wordt daarbij in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand van de betrokkenen uitspraken doet die leiden tot verhoging van veiligheidsrisico’s. Zodra er een strafrechtelijk onderzoek is begonnen ligt de woordvoering bij het OM. Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan het OM. De communicatieadviseur van de gemeente stemt, over een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging, altijd af met de afdeling voorlichting van het Openbaar Ministerie. Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.

8. Familieleden van politieke ambtsdragers

Dit agressieprotocol benoemt expliciet dat ook familieleden van politieke ambtsdragers doelwit kunnen zijn van agressie in verband met de politieke werkzaamheden van de politieke ambtsdrager. Agressie en geweld gericht op familieleden van politieke ambtsdragers, inclusief bedreigingen, intimidatie of fysiek geweld tegen hen, wordt beschouwd als een ernstige overtreding en wordt eveneens nimmer getolereerd. Het gemeentebestuur verbindt zich ertoe om familieleden van politieke ambtsdragers, evenals de ambtsdragers zelf, te beschermen tegen alle vormen van agressie en geweld.

Het melden en opvolgen van agressie en geweld tegen familieleden van politieke ambtsdragers gebeurt op dezelfde wijze als beschreven in hoofdstuk 2: Melden van grensoverschrijdend gedrag en hoofdstuk 5: Opvolging na melding en/of aangifte bij de politie. Familieleden kunnen bij grensoverschrijdend gedrag of agressieve incidenten via het verwante raadslid, fractieondersteuner of collegelid contact opnemen met de griffier c.q. gemeentesecretaris om melding te maken van het voorval.

Nazorg en ondersteuning die wordt aangeboden aan politieke ambtsdragers na een agressief incident, worden tevens uitgebreid naar hun familieleden die mogelijk ook getroffen zijn door de agressie. Door deze aanvulling erkent het gemeentebestuur de impact van agressie op familieleden van politieke ambtsdragers en zet het zich in voor een veilige werkomgeving voor iedereen die betrokken is bij het politieke ambt.

9. Medewerkers op de griffie

Ook agressie en geweld tegen medewerkers op de griffie, die politieke ambtsdragers adviseren en ondersteunen is onacceptabel en wordt nimmer getolereerd. Gelet op hun positie ligt het in de rede dit agressieprotocol op hen van overeenkomstige toepassing te laten zijn. Het melden en opvolgen van agressie en geweld tegen medewerkers op de griffie gebeurt op dezelfde wijze als beschreven in hoofdstuk 2: Melden van grensoverschrijdend gedrag en hoofdstuk 5: Opvolging na melding en/of aangifte bij de politie. Medewerkers op de griffie kunnen bij grensoverschrijdend gedrag of agressieve incidenten contact opnemen met de griffier c.q. de burgemeester (ingeval van de griffier) om melding te maken van het voorval.

Als er sprake is van strafbare feiten doet in alle gevallen met instemming van de betrokkene, de gerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente daarvan aangifte waarbij materiele en immateriële schade altijd wordt verhaald op de dader. De gerechtigd vertegenwoordiger is in het geval van de medewerkers op de griffie de griffier. In het geval van de griffier, is dit de voorzitter van de werkgeverscommissie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hollands Kroon van

17 oktober 2024.

griffier

J.M.M. Vriend

voorzitter

A. van Dam

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon van 17 september 2024

secretaris

J.W. Kradolfer

burgemeester

A. van Dam