Inspraakverordening Barendrecht 2024

Geldend van 22-10-2024 t/m heden

Intitulé

Inspraakverordening Barendrecht 2024

De raad van de gemeente Barendrecht;

overwegende, dat de mogelijkheid ingezetenen en belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid kan bijdragen tot een grotere betrokkenheid en invloed op het besluitvormingsproces door de gemeenteraad;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en de Omgevingswet;

besluit:

tot vaststelling van de Inspraakverordening Barendrecht 2024.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • 2.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • 3.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • 4.

    bestuursorgaan: orgaan als beschreven in artikel 1:1 Algemene Wet Bestuursrecht;

  • 5.

    raad: de gemeenteraad van Barendrecht.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht;

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;

    • g.

      indien sprake is van een ruimtelijk plan dat afwijkt van het omgevingsplan.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor één of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 6 Intrekking

De “Algemene Inspraakverordening Barendrecht 2010” wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding van de “Inspraakverordening Barendrecht 2024”.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op de dag na die van bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Inspraakverordening Barendrecht 2024".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 1 oktober 2024.

De griffier,

mevr. C.M. Krouwel

De voorzitter,

dhr. R.E. Schneider

TOELICHTING

Technische wijziging in het kader van de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet dienen enkele wetten en artikelen gewijzigd te worden. Om deze regeling onder de Omgevingswet voort te kunnen zetten, zijn in de regeling enkele artikelen gewijzigd met verwijzing naar de juiste wetgeving.

Algemeen

Aan inspraak kan op zeer uiteenlopende manieren worden vormgegeven. Door het van toepassing van de procedureregeling van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), resteert een bondige en goed leesbare verordening van slechts zeven artikelen. Een gedetailleerde en daardoor rigide wijze van regelgeving dient niet het belang van insprekers.

Artikel 150 van de Gemeentewet:

De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

Deze inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Awb, voor zover in de verordening niet anders is bepaald.

Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb):

Ter uniformering en deregulering is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikel 3:10 tot en met 3:18 Awb is de inspraakprocedure te vinden.

Artikel 4 Inspraakprocedure:

Na ter inzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. Indien de genoemde zes weken door het bestuursorgaan te lang wordt bevonden kan de termijn bij besluit op grond van het tweede lid worden aangepast.