Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725629
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725629/1
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024 gemeente Hengelo
Geldend van 18-10-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024 gemeente HengeloDe raad van de gemeente Hengelo:
Gelezen het voorstel van het presidium van 23 september 2024;
Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024 gemeente Hengelo.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.
- b.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
- c.
raadslid: lid van de gemeenteraad, bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Toelage raadslid bijzondere commissie
Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commisie een toelage toegekend van € 139,90 per maand.
Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente
-
1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:
- a.
de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;
- a.
-
2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
-
3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.
-
4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.
Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
-
1. Een raads- of commissielid heeft recht op deelname aan niet- partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, welke scholing de gemeente (door tussenkomst van de burgemeester en/of de griffier) aan alle raads- en commissieleden aanbiedt;
-
2. Algemene niet- partijpolitiek georiënteerde scholing als bedoeld in lid 1 wordt door tussenkomst van de burgemeester en/of de griffier aangeboden, gehoord de fractievoorzitters;
-
3. Vergoeding van niet- partijpolitiek georiënteerde scholing als bedoeld in dit artikel vindt plaats uit het beschikbare griffiebudget.
Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
-
1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
-
2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.
Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
-
1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
-
2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers driemaandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten
-
1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door betaling vooruit uit eigen middelen.
-
2. Een aanvraag voor vergoeding van kosten moet voorzien van bewijsstukken digitaal via selfservice in Youforce worden ingediend. Voor uitbetaling in de lopende maand moet de aanvraag uiterlijk de tiende van die maand zijn ingediend. Op andere wijze ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen.
-
3. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.
Artikel 9. Intrekking oude verordening
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 (raadsbesluit d.d. 18 november 2018) en de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015, 1e wijziging (raadsbesluit d.d. 30 januari 2019) worden ingetrokken.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.
Artikel 11. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hengelo van 9 oktober 2024,
De griffier,
De voorzitter,
Toelichting Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024
ALGEMEEN DEEL
Wettelijke regelingen
In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raads- en commissieleden alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nader regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.
Hoofdlijnen gemeentelijke verordening
In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie (Staatsblad 15 oktober 2018), betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken. Het ministerie van BZK publiceert jaarlijks circulaires waarin artikelen uit het Rechtspositiebesluit en de onderliggende Regeling wijzigen. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op (bedragen in) de gemeentelijke verordening.
Indien een gemeente besluit om bij verordening voorzieningen voor politieke ambtsdragers te regelen, zijn een aantal regels van belang.
In artikel 99 Gemeentewet is bepaald dat ’buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend’, ontvangen de leden van de raad en/of door de raad ingestelde commissie (in de zin van artikel 82, 83 of 84 Gemeentewet) als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente. Deze verordening vormt een (nadere) uitwerking van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen.
De arbeidsverhoudingen en fiscale positie
Raadsleden en commissieleden hebben geen dienstbetrekking bij de gemeente. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij voor zover het betreft het raadslidmaatschap niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking vallen raads- en commissieleden niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten belast in de Wet inkomstenbelasting 2001. Wel kunnen raads- en commissieleden opteren voor de loonbelasting als voorheffing door samen met de gemeente te kiezen voor het fictief werknemerschap, het zogenaamde opting-in. Het fictief werknemerschap kan worden aangevraagd met behulp van een ‘opting-in verklaring’ bij de Belastingdienst.
Als de raads- en commissieleden en gemeente niet kiezen voor het fictief werknemerschap, dan geldt dat de onkostenvergoedingen en raadsvergoeding als inkomsten moeten worden verantwoord en mogen de (beroeps)kosten die worden gemaakt worden afgetrokken. Het resultaat zal het raads- of commissielid moeten verantwoorden in de aangifte inkomstenbelasting, onder de post inkomsten uit overige werkzaamheden. De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen voor de raads- en commissieleden die niet als fictief werknemerschap te kwalificeren zijn op grond van deze verordening aan de Belastingdienst doorgeven middels een formulier IB-47. Omdat raads- en commissieleden op persoonlijke titel worden gekozen, zijn zij niet aan te merken als (fiscaal) ondernemer. Er hoeft dan ook geen VAR-verklaring / Modelovereenkomst ZZP overgelegd te worden aan de gemeente.
De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is niet van toepassing op raads- en commissieleden.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2Toelage lid bijzondere commissie van raadsleden
Voor de hoogte van de toelage voor het lidmaatschap van de bijzondere commissie geldt een vast bedrag van € 139,90 per maand. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast. Zolang een commissie ‘slapend’ is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage. Niet de duur van het lidmaatchap is van belang maar de duur van de activiteiten.
Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente
Volgens artikel 96, in samenhang met artikel 97, van de Gemeentewet kunnen kosten voor (dienst)reizen buiten het grondgebied van de gemeente alleen op basis van een verordening van de gemeenteraad worden vergoed. In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente kunnen krijgen ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Onder reizen “buiten de gemeentegrenzen” kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is niet nader ingevuld en is een lokale aangelegenheid per gemeente. Omdat in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers verder geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, kan aansluiting worden gezocht bij de vergoedingsregelingen voor wethouders. Vergoeding vindt plaats op basis van openbaar vervoer 2e klasse tenzij er zwaarwegende redenen zijn om 1e klasse te reizen.
Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Dit artikel regelt de mogelijkheid om niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van het ambt van raadslid te vergoeden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een cursus debatteren of een cursus effectief voorzitten voor de leden van het presidium.
Een deel van de scholing voor raads- en commissieleden loopt via het griffiebudget en een ander deel van de scholing loopt via het budget dat de fracties krijgen op basis van de verordening fractieondersteuning, zodat de fracties zelf de vrijheid hebben om af te wegen of en zo ja welke scholing een fractiegenoot nodig heeft om als raads- of commissielid beter te kunnen functioneren.
De scholing die via deze verordening wordt geregeld gaat over om niet partij- politiek gerichte scholing die de gemeente (door tussenkomst van de burgemeester en/of de griffier) aan alle raadsleden (of een specifieke doelgroep vanuit de raad, zoals scholing voor het presidium) aanbiedt. Deze scholing wordt bekostigd uit het beschikbare griffiebudget (= het budget raads- en raadscommissies).
En daarnaast kunnen raads- en commissieleden er zelf voor kiezen om niet- partijpolitiek georiënteerde scholing te volgen die bekostigd wordt uit het budget dat via de verordening fractieondersteuning aan elke fractie beschikbaar wordt gesteld. Zie de verordening fractieondersteuning 2019.
Bij lid 3: Hengelo kent vanuit onze systematiek geen maximum vergoeding maar een verdeling van het budget voor scholingskosten tussen enerzijds het griffiebudget (= het budget raads- en raadscommissies welk budget in beheer is bij de griffier) en anderzijds het budget fractievergoeding dat per fractie verstrekt wordt.
De gemeente (burgemeester of griffier) biedt scholing aan die wordt betaald uit het griffiebudget (= het budget raads- en raadscommissies). Scholing die de gemeente niet aanbiedt betaalt de fractie uit het fractiebudget.
Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen
De huidige regeling is dat raadsleden een bedrag van €1.000,- bruto ontvangen dat zij kunnen besteden aan een device. Commissieleden ontvangen dit bedrag niet. In verband met aangescherpte privacy regels is een device in bruikleen, dat wordt beheerd door de gemeente zuiverder. De zittende raadsleden hebben echter net hun ‘devices’ aangeschaft. Daarom wordt vanaf de volgende raadsperiode overgegaan op een bruikleen stelsel.
Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Ook commissieleden kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een smartphone een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts een één computer verstrekt worden. Geadviseerd wordt te verstrekken op basis van een bruikleenovereenkomst. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer.
Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.
Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.
Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen & artikel 12 Betaling en declaratie van onkosten
Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raads- en commissieleden. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen en later gedeclareerd worden. Het verdient aanbeveling dat het college een formulier vaststelt waarmee raads- en commissieleden gemaakte onkosten kunnen verantwoorden. Indien de driemaandelijkse uitbetaling voor een commissielid onverhoopt tot problemen leidt, dan kan er in overleg met de griffier bij uitzondering tot een maandelijkse betaling worden overgegaan.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl