Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022

1.1 De Omgevingswet: rolverdeling gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders

In essentie blijft de rolverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders na de inwerkingtreding van de Omgevingswet onveranderd. De gemeenteraad stelt kaders vast, en het college geeft uitvoering aan deze kaders (en toetst of initiatieven passen binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders). Daarnaast houdt de gemeenteraad gedurende het beleids- en besluitvormingsproces vinger aan de pols en stuurt op de gewenste doelen. Dat is met de komst van de Omgevingswet niet anders.

Ook in de nieuwe situatie is het college het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. Het college krijgt wel meer bevoegdheden bij de uitvoering van het beleid en de gemeenteraad is nadrukkelijker belast met de hoofdlijnen en het monitoren van de resultaten.

1.2 De huidige situatie: ‘verklaring van geen bedenkingen’

Het kan zijn dat een bouwplan niet past in het bestemmingsplan en het niet mogelijk is om via een binnenplanse afwijking of via bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (kruimellijst) medewerking te verlenen.

Daarnaast kan onder de huidige wetgeving het college van burgemeester en wethouders uitsluitend een omgevingsvergunning voor een initiatief of (bouw)plan dat in strijd is met het bestemmingsplan verlenen met instemming van de gemeenteraad. Voor activiteiten in strijd met het bestemmingsplan moet de gemeenteraad altijd instemmen als er met behulp van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3 Wabo buitenplans wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Als de gemeenteraad wil instemmen, beslist hij dat hij ‘geen bedenkingen’ heeft en geeft hij een zogenoemde verklaring van geen bedenkingen (VVGB) af. Om het werkbaar te houden, heeft de gemeenteraad op 22 november 2011 gevallen aangewezen waarin hij vooraf toestemming geeft: de algemene verklaring van geen bedenkingen. Voor alle overige gevallen is per aanvraag een afzonderlijke verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig.

1.3 Het adviesrecht vervangt de VVGB

Onder de Omgevingswet is het precies omgekeerd. Dan wijst de gemeenteraad gevallen aan waarin wel een bindend advies nodig is van de raad om af te wijken van het omgevingsplan (artikel 16.15a onder b Omgevingswet). Voor de niet-aangewezen gevallen vervalt het adviesrecht; dan gaat de gemeenteraad er niet over. Het college kan dan zelfstandig beslissen op de aanvraag.

1.4 De status van het raadsadvies

Als de gemeenteraad een negatief advies geeft, dan mag het college de omgevingsvergunning niet verlenen. Dit adviesrecht van de gemeenteraad is een zogenaamd verzwaard, bindend advies. Het college van burgemeester en wethouders mag daar niet van afwijken.

1.5 Raadsbesluit nodig over adviesrecht

De gemeenteraad moet - vóórdat de Omgevingswet van kracht wordt (naar verwachting op 1 juli 2022) - een besluit nemen over de gevallen waarin hij advies wil geven. Het huidige raadsbesluit ‘Verklaring van geen bedenkingen omgevingsvergunningen’ d.d. 22 november 2011 is namelijk niet meer van toepassing op aanvragen voor omgevingsvergunningen die worden ingediend na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Regelt de gemeenteraad niets, dan hoeft het college niet naar de gemeenteraad voor activiteiten die in strijd zijn met het omgevingsplan.

1.6 Concrete gevallen

De Omgevingswet bepaalt dat de gemeenteraad gevallen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit op de advieslijst mag zetten. De Raad van State heeft in 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1655) bepaald dat een dergelijk besluit alleen duidelijk omschreven gevallen mag omvatten. Het moet, uit het oogpunt van rechtszekerheid, voor belanghebbenden van te voren duidelijk zijn of het adviesrecht op een aanvraag voor een omgevingsvergunning van toepassing is. Dit betekent dat wensen van de gemeenteraad vertaald moeten worden in concrete gevallen.

1.7 Eenvoudigere en snellere procedures

De gemeenteraad moet bij het bepalen van de gevallen meewegen dat de Omgevingswet als doel heeft om besluitvorming over initiatieven sneller en overzichtelijker te laten verlopen. Ook bij afwijkingen van het omgevingsplan is de reguliere procedure van toepassing (met een beslistermijn van in principe 8 weken met optioneel eenmalig 6 weken verlenging). Hoewel er enkele gevallen zijn waarbij de termijn kan worden verlengd (onder meer op verzoek van aanvrager of als bevoegd gezag dat beslist) is de planning van de raadscyclus – en daarmee het agenderen in de gemeenteraad – daarbij echter geen reden om de procedure te verlengen.

Het is dan ook zinvol dat de gemeenteraad vooraf bepaalt waar hij wel en geen rol voor zichzelf ziet.

1.8 Uitgangspunten van het adviesrecht

Op 6 december 2021 heeft de commissie Fysiek Domein gesproken over uitgangspunten over het adviesrecht. Naar aanleiding van de commissievergadering zijn de uitgangspunten als volgt:

• 1.

  de gemeenteraad moet niet over alles willen gaan (gewijzigd);

• 2.

  de gemeenteraad gaat over zaken die politiek en maatschappelijk gevoelig liggen;

• 3.

  sturing op participatie is wenselijk;

• 4.

  onafhankelijke deskundigheid is soms voldoende;

• 5.

  bestaande en expliciet benoemde gevallen blijven voortbestaan.

1.9 Opbouw van de advieslijst

Met behulp van de bovenstaande uitgangspunten is de advieslijst opgesteld.

Figuur 1: Keuzemodel voor de opbouw van de advieslijst

1.10 Onafhankelijke deskundigheid in de advieslijst

Onder de Omgevingswet kan gemeenteraad onafhankelijke en deskundige commissies aanwijzen. In een enkel geval kan het gaan om een externe commissie die alleen in opdracht van de overheid werkt of een exclusief contract heeft met de gemeente en dan geen diensten aan inwoners verleent. Voor het merendeel gaat het om commissies die door de gemeenteraad worden ingesteld en waarvan de leden door de gemeenteraad worden benoemd.

De onafhankelijke en deskundige commissie beoordeelt een aanvraag op de voorwaarden die de gemeenteraad in de advieslijst heeft vastgesteld. Voldoet een aanvrager niet aan deze voorwaarden, dan wenst de gemeenteraad in die specifieke gevallen wel het college te adviseren over de aanvraag omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Hiermee versterkt de gemeenteraad haar kaderstellende rol.

Het instellen van de onafhankelijke en deskundige commissies en het benoemen van leden gebeurt in een apart raadsbesluit.

1.11 Participatie in de advieslijst

Onder de Omgevingswet is participatie vormvrij. In hoofdstuk 4 wijst de gemeenteraad gevallen aan waarin vormvrije participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten verplicht is. In beginsel houden de wettelijke mogelijkheden voor sturing op participatie daarmee op.

De gemeenteraad wenst echter meer op participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten te sturen. Daarom worden sommige gevallen op de advieslijst omschreven als minimale prestaties voor participatie. Dit wordt de ‘drempelwaarde participatie’ genoemd. Voldoet een aanvrager niet aan deze minimale prestaties, dan wenst de gemeenteraad in die specifieke gevallen het college te adviseren over de aanvraag omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De gemeenteraad kan de aanvrager dan ook horen/aanspreken op het feit dat hij minder aan participatie gedaan heeft dan dat de gemeenteraad wenst.

Door gevallen te omschrijven als minimale prestaties voor participatie creëert de gemeenteraad een extra sturingsmogelijkheid.

De gemeenteraad wil in de volgende gevallen gebruik maken van zijn adviesbevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 16.15a onder b van de Omgevingswet:

2.1 Wonen

Toelichting:

Het onderwerp Wonen heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Arbeidsmigrantenlogiesactiviteit, Woonactiviteit, Woonzorgactiviteit, Afhankelijke woonactiviteit, Agrarische woonactiviteit, Bedrijfswoonactiviteit , Dienstwoning activiteit, Kamerverhuuractiviteit, Overtuinactiviteit , Permanente woonactiviteit, Plattenlandswoningactiviteit, Terras-bij-woningactiviteit, Woonschipactiviteit, Woonwagenactiviteit, Zorgwoonactiviteit

1 Onder ‘hetzelfde erf’ wordt in dit geval verstaan het bedrijfscentrum van de werkgever van de arbeidsmigrant/werknemer. Voorbeelden: een boer kan dus werknemers huisvesten binnen het bouwvlak zoals opgenomen in het omgevingsplan, een bouwbedrijf of hovenier doet dat op het erf van zijn eigen bedrijfsgebouw.

2 Onder ‘kwetsbare doelgroepen’ wordt, enkel in het geval van deze advies- en participatielijst, verstaan: groepen van mensen die niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien, waarbij veelal meerdere problemen tegelijkertijd aanwezig zijn en waar specifiek voor deze doelgroepen wooneenheden worden gerealiseerd, veranderd, vervangen en/of uitgebreid. Denk hierbij onder andere aan gezamenlijk wonen, opvang- of doorstroomlocaties. Doelgroepen die hieronder kunnen vallen zijn statushouders, illegale vreemdelingen, (dreigende) dak-en thuislozen, woonwagenbewoners, ex-gedetineerden, inwoners met psychische problematiek, of uitstromers uit maatschappelijke opvanglocaties en beschermd wonen.

2.2 Gebouwen en monumenten

Toelichting:

Het onderwerp Gebouwen en monumenten heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Archeologische onderzoeksactiviteit, Beperkingengebiedactiviteit , Beschermd dorpsgezichtactiviteit , Buitenplaatsactiviteit , Cultureel erfgoed activiteit, Karakteristiekactiviteit, Molenbiotoopactiviteit, Monumentenactiviteit, Rijksmonumentenactiviteit, Sloopactiviteit, Werelderfgoedactiviteit

2.3 Evenementen

Toelichting:

Het onderwerp Evenementen heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Evenementactiviteit, Evenemententerreinactiviteit, Festiviteitactiviteit

2.4 Bedrijvigheid

Toelichting:

Het onderwerp Bedrijvigheid heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Ambachtelijke bedrijfsactiviteit, Atelieractiviteit, Bedrijf-aan-huisactiviteit, Bedrijfsactiviteit, Beroep-aan-huisactiviteit, Galerie-activiteit, Horeca-activiteit, Hoveniersbedrijfsactiviteit, Kantooractiviteit, Nevenactiviteit, Ondergeschikte horeca-activiteit, Ondergeschikte kantooractiviteit, Opslagactiviteit, Opslagbedrijfsactiviteit, Reclameactiviteit, Terrasactiviteit (horeca), Voertuigopslagactiviteit , Vuurwerkbedrijfsactiviteit

2.5 Detailhandel

Toelichting:

Het onderwerp Detailhandel heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Detailhandelsactiviteit, Dienstverleningsactiviteit (evt. maatschappelijk), Groothandelsactiviteit, Grootschalige detailhandelsactiviteit, Kioskactiviteit, Ondergeschikte detailhandelsactiviteit, Perifere detailhandelsactiviteit, Snackkioskactiviteit, Standplaatsactiviteit, Detailhandelsactiviteit in motorbrandstoffen

2.6 Recreatie en toerisme

Toelichting:

Het onderwerp Recreatie en toerisme heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Bed-&- Breakfastactiviteit , Cultuuractiviteit, Dagrecreatieactiviteit, Hooiberghutactiviteit , Hotelactiviteit, Kampeeractiviteit, Kleinschalige kampeeractiviteit, Kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteit, Logiesactiviteit, Ontspanningsactiviteit, Pensionactiviteit, Recreatieactiviteit, Recreatief- medegebruikactiviteit , Recreatieve bedrijfsactiviteit, Recreatieve nevenactiviteit, Recreatieve verblijfsactiviteit, Verblijfsrecreatieactiviteit

2.7 Erotiek

Toelichting:

Het onderwerp Erotiek heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Erotisch getinte horeca-activiteit, Erotisch getinte vermaaksactiviteit, Parenclubactiviteit, Prostitutieactiviteit, Seksinrichtingsactiviteit

2.8 Infrastructuur

Toelichting:

Het onderwerp Infrastructuur heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Aansluitactiviteit, Afmeeractiviteit, Alarminstalatieactiviteit , Jaagpadactiviteit, Kavelwegactiviteit, Landinrichtingsactiviteit, Ligplaatsactiviteit, Luchthavenactiviteit, Nutsvoorzieningenactiviteit, Parkeeractiviteit, Pontwachtersactiviteit, Rijkswegactiviteit, Ruilverkavelingsactiviteit, Spoorwegactiviteit, Uitritactiviteit, Vaartuigopslagactiviteit , Waterstaatswerkenactiviteit, Wegactiviteit

3 Jaagpaden lopen vaak over private gronden, maar zijn openbaar toegankelijk. In dit geval wenst de gemeenteraad ook advies uit te brengen over (openbare) jaagpaden op privaat terrein.

4 Onder vaartuigopslag wordt in elk geval verstaan een botenhuis, botenberging, boatsaver, bootlift.

5 Deze wegen betreffen niet alleen gemeentelijke wegen, maar ook provinciale wegen en rijkswegen.

2.9 Natuur, milieu en water

Toelichting:

Het onderwerp Natuur, milieu en water heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Afvalinzamelingsactiviteit, Baggeractiviteit, Flora-en-fauna-activiteit, Grondwateractiviteit, Hemelwaterafvoeractiviteit, Jachtactiviteit, Kapactiviteit, Lozingsactiviteit, Milieubelastende activiteit, Natura 2000-activiteit, Natuuractiviteit, Ontgrondingsactiviteit, Oppervlakteverhardingsactiviteit , Oppervlaktewateractiviteit, Scheepsafvalactiviteit , Stortingsactiviteit, Valkeniersactiviteit, Waterhuishoudingskundigeactiviteit , Waterinfiltratieactiviteit , Wateronttrekkingsactiviteit

2.10 Landbouw

Toelichting:

Het onderwerp Landbouw heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Agrarisch handel- en hulpbedrijfsactiviteit, Agrarische loonbedrijfsactiviteit, Agrarische bedrijfsactiviteit, Agrarische beheersactiviteit, Agrarische medeactiviteit, Grondgebonden agrarische (bedrijfs)activiteit, Intensieve veehouderijactiviteit, Kwekerijactiviteit, Loonbedrijfsactiviteit, Manege-activiteit, Ondersteunende teeltactiviteit, Paardenhouderijactiviteit (productiegericht, gebruiksgericht), Paardenpensionactiviteit, , Zorgboerderijactiviteit

2.11 Maatschappelijk

Toelichting:

Het onderwerp Maatschappelijk heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Buurthuisactiviteit, Eerstelijnszorgverleningsactiviteit, Grafactiviteit, JOP-activiteit, Kinderopvangactiviteit, Maatschappelijke activiteit, Mantelzorgactiviteit, , Religieuze activiteit, Sanitaire voorzieningenactiviteit, Speelactiviteit, Speelterreinactiviteit, Sportactiviteit, Zorginstellingsactiviteit, Zorgverleningsactiviteit

2.12 Energie

Toelichting:

Het onderwerp Energie heeft in elk geval betrekking op de volgende activiteiten:

Vergistingsactiviteit, Windenergieactitiveit , Zonne-energieactiviteit

2.13 Algemene regels behorende bij de advieslijst

3.1 Participatie in de Omgevingswet

Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. En het is verplicht voor het bevoegd gezag. De gemeente moet ervoor zorgen dat alle belanghebbenden hun meningen kunnen geven over een visie of plan. Zoals een omgevingsvisie of een omgevingsplan. Belanghebbenden zijn bijvoorbeeld inwoners, bedrijven, verenigingen, scholen. Hiervoor heeft de gemeente een eigen ‘participatieleidraad’ opgesteld.

Bij een omgevingsvergunning moet de aanvrager aangeven of hij omwonenden bij de aanvraag betrokken heeft. En hij moet duidelijk maken wat er uit die participatie is gekomen. De aanvrager mag zelf weten op welke manier hij de belanghebbenden bij de aanvraag betrekt. Om aanvragers te helpen om de participatie bij hun plan vorm te geven, heeft de gemeente een participatieleidraad voor initiatiefnemers opgesteld.

3.2 Participatie bij vergunningverlening

Wanneer een plan vergunningsvrij is of wanneer een initiatiefnemer een vergunning voor een (binnenplanse) omgevingsplanactiviteit aanvraagt, is participatie voor een initiatiefnemer niet verplicht. Dit zijn activiteiten die binnen de regels van het omgevingsplan vallen. En bij het vaststellen van het omgevingsplan zelf heeft al participatie plaatsgevonden. Participatie door de initiatiefnemer wordt wel gestimuleerd. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning hoeft de initiatiefnemer alleen aan te geven of er participatie heeft plaatsgevonden.

Participatie kan wel verplicht zijn als iemand een vergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten aanvraagt. Dat zijn activiteiten die niet in het omgevingsplan staan. Hierover heeft dus nooit eerder participatie plaatsgevonden. Of participatie in deze situatie wel of niet verplicht is, is aan de gemeenteraad om te bepalen. De gemeenteraad kan namelijk categorieën van gevallen aanwijzen waarvoor deze verplichting geldt. Dat staat in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet.

Bij deze categorieën van verplichte participatie geldt dat de aanvrager bij de aanvraag van de vergunning moet laten zien hoe hij belanghebbenden bij de aanvraag heeft betrokken. De aanvrager mag echter zelf weten op welke manier hij de belanghebbenden bij de aanvraag betrekt.

3.3 Keuzemogelijkheden voor de gemeenteraad

De gemeenteraad beslist dus of participatie ook verplicht moet zijn bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (opa’s). Hier zijn drie opties om uit te kiezen:

• 1.

  Participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten is niet verplicht;

• 2.

  Alleen in bepaalde categorieën van gevallen is participatie verplicht.

• 3.

  Participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten is zo vaak mogelijk verplicht;

Ad 1.

Voorstanders van deze optie willen terughoudend zijn in het opleggen van regels en dus ook de verplichting van participatie.

Ad 2.

Voorstanders van deze optie kiezen ervoor om heel bewust te kijken naar initiatieven die het meest impact maken. Vaak wordt hier een koppeling gemaakt met de lijst van gevallen waarvoor de gemeenteraad gebruik wil maken van haar adviesrecht. Maar het staat de gemeenteraad geheel vrij om eigen categorieën van gevallen aan te wijzen.

Ad 3.

Voorstanders van deze optie menen dat het niet logisch is dat participatie in alle instrumenten van de Omgevingswet verplicht is, behalve bij deze buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Als je het overal verplicht, wees dan ook consequent. Vooral ook omdat er bewust wordt afgeweken van de regels uit het omgevingsplan. Dat kan nogal consequenties hebben voor omwonenden en belanghebbenden.

Echter, een algemeen besluit om ‘in alle gevallen’ van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten participatie verplicht te stellen, is niet toegestaan. Er dient expliciet gemaakt te worden in welke gevallen de verplichte participatie dus wel geldt. In deze optie wordt een zo compleet mogelijke lijst van categorieën van gevallen vastgesteld.

3.4 Het besluit van de gemeenteraad

De gemeenteraad van Stichtse Vecht heeft de voorkeur dat participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten zo vaak mogelijk verplicht wordt gesteld.

Een lijst met categorieën van gevallen waarvoor de verplichte participatie geldt, is opgenomen in hoofdstuk 4.

De gemeenteraad wijst de volgende categorieën van gevallen aan voor verplichte participatie, zoals bedoeld in artikel 16.55 lid 7 van de Omgevingswet:

4.1 Wonen

In de categorie Wonen, bij de volgende activiteiten:

Arbeidsmigrantenlogiesactiviteit, Woonactiviteit, Woonzorgactiviteit, Afhankelijke woonactiviteit, Agrarische woonactiviteit, Bedrijfswoonactiviteit , Dienstwoning activiteit, Kamerverhuuractiviteit, Overtuinactiviteit , Permanente woonactiviteit, Plattenlandswoningactiviteit, Terras-bij-woningactiviteit, Woonschipactiviteit, Woonwagenactiviteit, Zorgwoonactiviteit

4.2 Gebouwen en monumenten

In de categorie Gebouwen en monumenten, bij de volgende activiteiten:

Archeologische onderzoeksactiviteit, Beperkingengebiedactiviteit , Beschermd dorpsgezichtactiviteit , Buitenplaatsactiviteit , Cultureel erfgoed activiteit, Karakteristiekactiviteit, Molenbiotoopactiviteit, Monumentenactiviteit, Rijksmonumentenactiviteit, Sloopactiviteit, Werelderfgoedactiviteit

4.3 Evenementen

In de categorie Evenementen, bij de volgende activiteiten:

Evenementactiviteit, Evenemententerreinactiviteit, Festiviteitactiviteit

4.4 Bedrijvigheid

In de categorie Bedrijvigheid, bij de volgende activiteiten:

Ambachtelijke bedrijfsactiviteit, Atelieractiviteit, Bedrijf-aan-huisactiviteit, Bedrijfsactiviteit, Beroep-aan-huisactiviteit, Galerie-activiteit, Horeca-activiteit, Hoveniersbedrijfsactiviteit, Kantooractiviteit, Nevenactiviteit, Ondergeschikte horeca-activiteit, Ondergeschikte kantooractiviteit, Opslagactiviteit, Opslagbedrijfsactiviteit, Reclameactiviteit, Terrasactiviteit (horeca), Voertuigopslagactiviteit , Vuurwerkbedrijfsactiviteit

4.5 Detailhandel

In de categorie Detailhandel, bij de volgende activiteiten:

Detailhandelsactiviteit, Dienstverleningsactiviteit (evt. maatschappelijk), Groothandelsactiviteit, Grootschalige detailhandelsactiviteit, Kioskactiviteit, Ondergeschikte detailhandelsactiviteit, Perifere detailhandelsactiviteit, Snackkioskactiviteit, Standplaatsactiviteit, Detailhandelsactiviteit in motorbrandstoffen

4.6 Recreatie en toerisme

In de categorie Recreatie en toerisme, bij de volgende activiteiten:

Bed-&- Breakfastactiviteit , Cultuuractiviteit, Dagrecreatieactiviteit, Hooiberghutactiviteit , Hotelactiviteit, Kampeeractiviteit, Kleinschalige kampeeractiviteit, Kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteit, Logiesactiviteit, Ontspanningsactiviteit, Pensionactiviteit, Recreatieactiviteit, Recreatief- medegebruikactiviteit , Recreatieve bedrijfsactiviteit, Recreatieve nevenactiviteit, Recreatieve verblijfsactiviteit, Verblijfsrecreatieactiviteit

4.7 Erotiek

In de categorie Erotiek, bij de volgende activiteiten:

Erotisch getinte horeca-activiteit, Erotisch getinte vermaaksactiviteit, Parenclubactiviteit, Prostitutieactiviteit, Seksinrichtingsactiviteit

4.8 Infrastructuur

In de categorie Infrastructuur, bij de volgende activiteiten:

Aansluitactiviteit, Afmeeractiviteit, Alarminstalatieactiviteit , Jaagpadactiviteit, Kavelwegactiviteit, Landinrichtingsactiviteit, Ligplaatsactiviteit, Luchthavenactiviteit, Nutsvoorzieningenactiviteit, Parkeeractiviteit, Pontwachtersactiviteit, Rijkswegactiviteit, Ruilverkavelingsactiviteit, Spoorwegactiviteit, Uitritactiviteit, Vaartuigopslagactiviteit , Waterstaatswerkenactiviteit, Wegactiviteit

4.9 Natuur, milieu en water

In de categorie Natuur, milieu en water, bij de volgende activiteiten:

Afvalinzamelingsactiviteit, Baggeractiviteit, Flora-en-fauna-activiteit, Grondwateractiviteit, Hemelwaterafvoeractiviteit, Jachtactiviteit, Kapactiviteit, Lozingsactiviteit, Milieubelastende activiteit, Natura 2000-activiteit, Natuuractiviteit, Ontgrondingsactiviteit, Oppervlakteverhardingsactiviteit , Oppervlaktewateractiviteit, Scheepsafvalactiviteit , Stortingsactiviteit, Valkeniersactiviteit, Waterhuishoudingskundigeactiviteit , Waterinfiltratieactiviteit , Wateronttrekkingsactiviteit

4.10 Landbouw

In de categorie Landbouw, bij de volgende activiteiten:

Agrarisch handel- en hulpbedrijfsactiviteit, Agrarische loonbedrijfsactiviteit, Agrarische bedrijfsactiviteit, Agrarische beheersactiviteit, Agrarische medeactiviteit, Grondgebonden agrarische (bedrijfs)activiteit, Intensieve veehouderijactiviteit, Kwekerijactiviteit, Loonbedrijfsactiviteit, Manege-activiteit, Ondersteunende teeltactiviteit, Paardenhouderijactiviteit (productiegericht, gebruiksgericht), Paardenpensionactiviteit, , Zorgboerderijactiviteit

4.11 Maatschappelijk

In de categorie Maatschappelijk, bij de volgende activiteiten:

Buurthuisactiviteit, Eerstelijnszorgverleningsactiviteit, Grafactiviteit, JOP-activiteit, Kinderopvangactiviteit, Maatschappelijke activiteit, Mantelzorgactiviteit, , Religieuze activiteit, Sanitaire voorzieningenactiviteit, Speelactiviteit, Speelterreinactiviteit, Sportactiviteit, Zorginstellingsactiviteit, Zorgverleningsactiviteit

4.12 Energie

In de categorie Energie, bij de volgende activiteiten:

Vergistingsactiviteit, Windenergieactitiveit , Zonne-energieactiviteit

5.1 Titel en citeertitel

De titel van deze nota is de ‘Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022 – Adviesrecht van de gemeenteraad, onafhankelijk advies en verplichte participatie bij buitenplanse omgevingsvergunningen’. De citeertitel is ‘Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022’.

5.2 Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van de Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022 is gelijk aan de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

5.3 Monitoring, evaluatie en aanpassing

Aangezien het op dit moment niet precies duidelijk is voor de gemeenteraad, het college en de ambtelijke organisatie hoe de invoering van de Omgevingswet juist zal lopen, wenst de gemeenteraad betrokken te blijven bij de monitoring en de evaluatie van het adviesrecht. De volgende cyclus van monitoring en evaluatie zal worden gevolgd:

Ondanks deze voorgestelde cyclus van monitoring en evaluatie heeft de gemeenteraad uiteraard de mogelijkheid om de advies- en participatielijst voortijdig aan te passen indien dat noodzakelijk blijkt.

5.4 Status van de bijlagen

De in bijlage 1 opgenomen begrippen en begripsomschrijvingen maken integraal deel uit van de Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022.

De in bijlage 2 opgenomen wijze van meten maakt integraal deel uit van de Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht 2022.

De in bijlage 3 opgenomen Reactienota adviesrecht maakt integraal deel uit van de Advies- en participatielijst gemeenteraad Stichtse Vecht.

6.1 Bijlage 1: Begrippen

Aansluitactiviteit:

het aansluiten van een nutsvoorziening op een netwerk.

Afhankelijke woonactiviteit:

het uit een oogpunt van zorg huisvesten van een gedeelte van de huishouding in een onderdeel van het hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk.

Afmeeractiviteit:

het op een goede en veilige manier afmeren van vaartuigen, al dan niet met behulp van afmeerpalen, steigers, kades en bolders.

Afvalinzamelingsactiviteit:

het inzamelen van huishoudelijk afval, glas en dergelijke al dan niet met behulp van geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken/voorzieningen.

Agrarisch handels- en hulpbedrijfsactiviteit:

een niet-industriële activiteit, die is gericht op het leveren van dieren, goederen en diensten aan agrarische bedrijven dan wel op het verwerken of opslaan van dieren en goederen, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.

Agrarische bedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten, door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, mits de exploitatie van deze bedrijven geheel of grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden.

Agrarische beheersactiviteit:

het beheren en onderhouden van gronden, gericht op het voortbrengen van producten en behoud en herstel van het cultuurlandschap en natuurwaarden door middel van het telen van gewassen en/of het (hobbymatig) houden van dieren. Intensieve vormen van agrarische productie en (boom)kwekerijen vallen niet onder deze definitie.

Agrarische loonbedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig uitsluitend of in overwegende mate verrichten van werkzaamheden voor en/of de levering van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur.

Agrarische medeactiviteit:

kleinschalig agrarisch gebruik waarbij het gebruik ondergeschikt en ondersteunend is aan de niet-agrarische hoofdfunctie van de gronden.

Agrarische woonactiviteit:

een woonactiviteit in of bij een agrarische bedrijfsgebouw of op dan wel bij een agrarisch erf, (uitsluitend) bestemd voor het huishouden van een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de agrarische bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is.

Alarminstallatieactiviteit:

een activiteit die verband houdt met een waarschuwings- en alarmeringssysteem.

Ambachtelijke bedrijfsactiviteit:

het grotendeels bedrijfsmatig handmatig vervaardigen, verwerken, installeren, herstellen of bewerken van producten en voorwerpen.

Arbeidsmigrantenlogiesactiviteit:

het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf aanbieden, waarbij de logiesontvanger het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of de arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, en gezamenlijk de huishouding doen.

Archeologische onderzoeksactiviteit:

een onderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf conform de actuele Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie.

Atelieractiviteit:

een kunstzinnige activiteit die wordt uitgevoerd door een kunstenaar in een daarvoor bedoelde ruimte.

Baggeractiviteit:

een activiteit gericht op het weghalen van zand, slip en andere lagen van de waterbodem en ook landaanwinning en het opschonen van het oppervlaktewater.

Bed-&-breakfastactiviteit:

een activiteit ondergeschikt aan een woning die gerund wordt door de eigenaren tevens bewoners van de betreffende woning, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kortdurend recreatief nachtverblijf in combinatie met het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten.

Bedrijf-aan-huisactiviteit:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk), dat niet krachtens milieuregelgeving vergunnings- of meldingsplichtig is, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

Bedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren, verhandelen en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;

Bedrijfswoonactiviteit:

een woonactiviteit in of bij een bedrijfsgebouw of op dan wel bij een bedrijfsterrein, uitsluitend bestemd voor het huishouden van een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is.

Beperkingengebiedactiviteit:

een activiteit binnen een bij of krachtens de Omgevingswet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object.

Beroep-aan-huisactiviteit:

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

Beschermd dorpsgezichtactiviteit:

een activiteit binnen een gebied, dat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht, zoals bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988 en opvolgende wetgeving.

Boatsaver:

een drijvende voorziening ter opslag en/of overkapping van een boot.

Bouwactiviteit:

het plaatsen, slopen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of vergroten van een standplaats.

Buitenplaatsactiviteit:

een activiteit binnen een (historische) buitenplaats of buitenplaatsbiotoop. Een buitenplaats kan deel uitmaken van een landgoed. Het geheel wordt met name gevormd door een, eventueel thans verdwenen, in oorsprong versterkt huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, omgeven door tuinen en/of park met één of meer van de volgende onderdelen, zoals grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, (sier)weiden, moestuinen en ornamenten. De samenstellende delen, een ensemble vormend, van terreinen (met beplanting), lanen, waterpartijen en waterlopen, gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten zijn door de opzet of ontwerp van tuin en park en het (utilitair) gebruik historisch en architectonisch met elkaar verbonden en vormen zo een onlosmakelijk geheel. Onderdeel van een (historische) buitenplaats vormen die gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten, die compositorisch deel uitmaken van het ontwerp en de opzet en inrichting van de tuin- en/of parkaanleg dan wel dienen voor gebruik in samenhang met de oorspronkelijke bestemming.

Buurthuisactiviteit:

een activiteit voor het sociale en culturele leven in een buurthuis;

Cultureel erfgoedactiviteit:

een activiteit in, op, bij, met, aan, tegen, onder of anderszins op enigerlei wijze verband houdend met een cultureel erfgoed zoals bedoeld in de Omgevingswet.

Cultuuractiviteit:

een activiteit waarmee cultuur tot uiting gebracht wordt, zoals een opvoering, tentoonstelling of andere cultuuruiting.

Dagrecreatieactiviteit:

een recreatieve activiteit in de vorm van een ‘dagje uit’ zonder overnachting ter plaatse.

Detailhandelsactiviteit:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een bedrijfs- of beroepsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook gerekend verkoop via internet waarbij de goederen ter plaatse worden opgeslagen.

Detailhandelsactiviteit in motorbrandstoffen:

het uitoefenen van een detailhandel in motorbrandstoffen, zoals benzine, gas, waterstof en elektriciteit, waaronder begrepen smeermiddelen voor motorvoertuigen en benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen alsmede accessoires daarvoor en daarbij behorende detailhandel in voedings- en genotsmiddelen.

Detailhandel in volumineuze goederen:

Een detailhandelsactiviteit die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, alsmede de verkoop van auto's, boten en caravans, fietsen, hout, doe het zelfartikelen, hondenvoer, pallets en daarmee gelijk te stellen goederen.

Dienstverleningsactivititeit (ook maatschappelijk):

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en wordt geholpen, zulks met uitzondering van horecaondernemingen en seksinrichtingen/prostitutie.

Distributieactiviteit:

het bedrijfsmatig concentreren van de logistiek van goederen en dataverkeer al dan niet gecombineerd met flitsbezorging.

Dienstwoningactiviteit:

een woonactiviteit in een woning die verbonden is aan een bepaalde functie of beroep waarvan een van de bewoners meestal continu oproepbaar is, dicht bij de werkplek gelegen.

Eerstelijnszorgverleningsactiviteit:

een activiteit ten behoeve van het bedrijfsmatig bieden van eerstelijns zorg, bijvoorbeeld in een huisartsenpraktijk, apotheek, fysiotherapiepraktijk, gezondheidscentrum en hiermee gelijk te stellen voorzieningen.

Erotisch getinte horeca-activiteit:

het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotisch-pornografische aard en tevens het bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken. Hieronder vallen eveneens een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

Erotisch getinte vermaaksactiviteit:

een vermaaksactiviteit, die is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

Evenementactiviteit:

• 1.

  het houden van een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • a.

    bioscoopvoorstellingen;

  • b.

    markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van de APV of opvolgende regelgeving;

  • c.

    kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • d.

    het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

  • e.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • f.

    activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van de APV of opvolgende regelgeving.

• 2.

  Onder een evenement wordt mede verstaan, het houden van:

  • a.

    een herdenkingsplechtigheid;

  • b.

    een braderie;

  • c.

    een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van de APV of opvolgende regelgeving, op de weg;

  • d.

    een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

  • e.

    een straatfeest, buurtfeest of buurtbarbecue op één dag (klein evenement).

• 3.

  In de categorieën zoals bedoeld in het Uitvoeringsbeleid Evenementen zoals vastgesteld op 21 november 2017 of daaropvolgende regelgeving.

Evenemententerreinactiviteit:

Het beheren van een terrein geschikt voor het houden van evenementen.

Festiviteitactiviteit:

Een evenementactiviteit.

Flora- en fauna-activiteit:

een activiteit met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten, zoals bedoeld in de Omgevingswet.

Galerieactiviteit:

het tentoonstellen en verkopen van kunstwerken.

Gebiedsontsluitingsweg:

Een weg die primair bedoeld is om woon- en werkgebieden op een vlotte manier te ontsluiten, enkel zoals als GOW aangegeven op de kaart in hoofdstuk 6.4: bijlage 4: Gebiedsontsluitingswegen.

Grafactiviteit:

het begraven dan wel in een urnenmuur of urnenveld of mausoleum bijzetten (van as) van overledenen.

Groot voertuig:

een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter.

Grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteit:

een agrarische bedrijfsactiviteit die overwegend afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende gronden als agrarisch productiemiddel.

Grondwateractiviteit:

een activiteit met mogelijke gevolgen voor het grondwater. Grondwater is het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat zoals bedoeld in de Omgevingswet.

Groothandelsactiviteit:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een bedrijfs- of beroepsactiviteit.

Grootschalige detailhandelsactiviteit:

een detailhandelsactiviteit met een omvang van minimaal 1.500 m2 bruto vloeroppervlak.

Hemelwaterafvoeractiviteit:

het opvangen en afvoeren van hemelwater.

Hooiberghutactiviteit:

het exploiteren van een speciaal soort trekkershut voor kortdurend recreatief nachtverblijf, in de vorm van een hooi/kapberg.

Horeca-activiteit:

het bedrijfsmatig verstrekken van logies, eten en drinken en zaalaccommodatie, zoals in een hotel, restaurant, café of zalencentrum.

Hotelactiviteit:

het bedrijfsmatig uitbaten van een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking per nacht, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten en aan passanten.

Hoveniersbedrijfsactiviteit:

het huisvesten van een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.

Intensieve veehouderijactiviteit:

het bedrijfsmatig en in hoofdzaak niet-grondgebonden houden van dieren, zoals rundveemesterij (exclusief vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimveehouderij of een combinatie van deze agrarische bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.

Jaagpadactiviteit:

een activiteit die plaatsvindt op een jaagpad. Een jaagpad is een pad langs rivieren zoals de Angstel of de Vecht dat vroeger werd gebruikt om schepen voort te trekken door mensen- of paardenkracht en dat heden ten dage in gebruik is als openbaar voet- en/of fietspad.

Jachtactiviteit:

het bemachtigen, het opzettelijk doden of het met het oog daarop opsporen van dieren van soorten, genoemd in artikel 8.3, vierde lid van de Omgevingswet, en het doen van pogingen daartoe, in een jachtveld, in overeenstemming met de regels over de uitoefening van de jacht, gesteld op grond van artikel 4.3, eerste lid, onder k van die wet;

Jongerenontmoetingsplekactiviteit (JOP-activiteit):

het samenkomen van jongeren op een speciaal aangewezen plek in het openbaar gebied.

Kamerverhuuractiviteit:

het al dan niet bedrijfsmatig verhuren van ruimte(n) in een (deel van een) gebouw dat geschikt is voor of geschikt te maken is voor (nacht)verblijf of een zelfstandige woonruimte, ongeacht de duur van het verblijf.

Kampeeractiviteit:

het tijdelijk recreatief overnachten in een kampeermiddel, waarbij de kampeerders hun vaste hoofdverblijf elders hebben.

Kantooractiviteit:

het uitoefenen van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen of het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord worden gestaan en geholpen.

Kapactiviteit:

het rooien, het kappen of het verplanten van een houtopstand, of het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van de eerste keer knotten of kandelaberen, of het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de boom ten gevolge kunnen hebben.

Karakteristiekactiviteit:

een activiteit die plaatsvindt in, aan, op, bij, voor een gebouw of bouwwerk en beplanting aangemerkt als karakteristiek vanwege de karakteristieke waarde in het straatbeeld, zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde, en waarvan het behoud van belang is.

Kavelwegactiviteit:

het gebruik van voor agrarisch gebruik bestemde wegen ten behoeve van de ontsluiting van percelen of kavels, met een niet-doorgaand karakter.

Kinderopvangactiviteit:

het opvangen van kinderen, binnen of buiten schooltijd als vorm van maatschappelijke dienstverlening. Hieronder vallen bijvoorbeeld kinderdagverblijven, voor- en naschoolse opvang.

Kioskactiviteit:

het ten verkoop aanbieden van goederen aan voornamelijk reizigers om zo hun reis of wachttijd te veraangenamen, zoals tijdschriften, kranten, etenswaren, vervoersbewijzen, kaarten, e.d., geen horeca zijnde.

Kleinschalige kampeeractiviteit:

het kamperen in de vorm van recreatief medegebruik op gronden met een andere hoofdfunctie.

Kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteit:

het aanbieden van overnachtingsplekken in de vorm van recreatief medegebruik op gronden met een andere hoofdfunctie.

Kwekerijactiviteit:

het bedrijfsmatig telen, kweken en verzorgen van sierteeltgewassen (bomen, heesters, planten en bloemen) of tuinbouwzaden, waarbij de exploitatie van het agrarische bedrijf geheel of grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden.

Landinrichtingsactiviteit:

het verbeteren van de inrichting van een landelijk gebied in overeenstemming met de aan locaties toegedeelde functies.

Ligplaatsactiviteit:

het aanleggen van vaartuigen niet zijnde woonschepen.

Logiesactiviteit:

het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft.

Loonbedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig in opdracht bepaalde werkzaamheden, gericht op sloop- en grondwerkzaamheden, verrichten.

Lozingsactiviteit:

het lozen van afvalwater, warmte of stoffen direct op het oppervlaktewater, zoals een sloot of rivier, of direct op de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Luchthavenactiviteit

een activiteit ten dienste van de luchtvaart en de luchtverkeersveiligheid en de afhandeling van luchtreizigers en luchtvracht, alsmede voor de ontvangst van bezoekers, dan wel verband houdend met de luchthaven als vervoers- en distributiecentrum.

Maatschappelijke activiteit:

een activiteit met een openbaar karakter of gericht op een specifieke meestal kwetsbare doelgroep, die valt onder de verantwoordelijkheid en het beleidsterrein van de overheid zoals onderwijs, welzijn en gezondheidszorg. Een maatschappelijke activiteit wordt meestal uitgevoerd door zelfstandige instellingen die door de overheid worden gefinancierd op basis van prestatieafspraken.

Manege-activiteit:

het bieden van paardrijmogelijkheden (meestal binnen een paardenhouderij), al dan niet bestaande uit één of meerdere (binnen)rijbanen, en het geven van instructies aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een ondergeschikte horecavoorziening.

Mantelzorgactiviteit:

het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan één of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.

Milieubelastende activiteit:

een activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken, niet zijnde een vergunde lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een vergunde lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk of een wateronttrekkingsactiviteit.

Molenbiotoopactiviteit:

een activiteit binnen het gebied rondom de molen, waarbinnen de vrije windvang en het zicht op de molen van essentieel belang zijn.

Monumentactiviteit:

een activiteit aan, op, onder, in of bij een monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

Natuuractiviteit:

een activiteit die plaatsvindt binnen aangewezen natuurgebieden, waaronder het Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000-gebieden.

Natura 2000-activiteit:

een activiteit, inhoudende het realiseren van een project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied.

Nevenactiviteit:

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de toegestane hoofdactiviteit.

Nutsvoorzieningenactiviteit:

een activiteit ten behoeve van algemene nutsdoeleinden, zoals de water-, afval-, en energievoorziening of het (tele)communicatieverkeer.

Ondergeschikte detailhandelsactiviteit:

Een detailhandelsactiviteit vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsactiviteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de toegestane hoofdactiviteit.

Ondergeschikte horeca-activiteit:

Een horeca-activiteit vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen horeca hebben en die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt en gelieerd is aan de toegestane hoofdactiviteit zoals een kantine bij een sportaccommodatie.

Ondergeschikte kantooractiviteit:

een kantooractiviteit waarbij de kantooractiviteit een directe relatie heeft met de toegestane hoofdactiviteit maar daaraan aantoonbaar ondergeschikt is en het totale oppervlak aan kantoren niet meer bedraagt dan 30% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte.

Ondersteunende teeltactiviteit:

het telen van ruwvoedergewassen op agrarische gronden.

Ontgrondingsactiviteit:

een activiteit waarmee de hoogteligging van het terrein wordt veranderd of waarbij de bodem van een water wordt verlaagd.

Ontspanningsactiviteit:

een activiteit waardoor de deelnemer uitrust of rustig wordt.

Oppervlakteverhardingsactiviteit:

het aanbrengen of verbeteren van een verharding van het maaiveld om dit beter begaanbaar te maken zoals een weg, pad, terras, parkeergelegenheid, aanlegsteiger boven water, opslag- en stortplaats.

Oppervlaktewateractiviteit:

Een activiteit in, op of onder een oppervlaktewaterlichaam, zoals bedoeld in de Omgevingswet.

Opslagactiviteit:

het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.

Opslagbedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig aanbieden van opslagruimte voor goederen van derden, met uitzondering van gevaarlijke stoffen anders dan noodzakelijk voor de bedrijfsvoering van het opslagbedrijf. Het bedrijfsmatig concentreren, opslaan en verwerken van data is ook een opslagbedrijfsactiviteit.

Overtuinactiviteit:

een activiteit in een (particuliere) tuin, veelal (van oorsprong) behorend bij een buitenplaats, waarbij de tuin een zekere cultuurhistorische en landschappelijke waarde heeft vanwege de oriëntatie op zowel het water als de (voormalige) buitenplaats, het herenhuis of het buitenhuis.

Paardenhouderijactiviteit (productiegericht):

een grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteit die is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden;

Paardenhouderijactiviteit (gebruiksgericht):

een bedrijfsmatige paardenhouderijactiviteit die mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde manege-activiteiten.

Paardenpensionactiviteit:

het bedrijfsmatig aanbieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te laten weiden, niet zijnde een manege-activiteit.

Parenclubactiviteit:

het aanbieden van erotisch getinte horeca waarbij de bezoekers seksuele handelingen met elkaar kunnen uitvoeren.

Parkeeractiviteit:

het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.

Pensionactiviteit:

het bedrijfsmatig uitbaten van een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers tegen boeking per nacht, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten. In een pension kan men voor een nacht of voor een langere periode verblijven. Een verschil met een bed-&-breakfast is dat pensions niet alleen ontbijt aanbieden, maar ook lunch, avondeten en soms zelfs 's middags thee met gebak. Een principieel verschil tussen een hotel en een pension is dat een hotel wel consumpties verstrekt aan passanten en een pension niet. In plaats van de overnachting en de maaltijden afzonderlijk te betalen (zoals in een hotel-restaurant), kiezen gasten voor een combinatie van overnachting, ontbijt, lunch en avondeten (volpension) of het voorgaande zonder de lunch (halfpension).

Perifere detailhandelsactiviteit:

detailhandelsactivieiten in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandelsactiviteiten in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, detailhandel in grove bouwmaterialen, detailhandel in volumineuze goederen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden.

Permanente woonactiviteit:

een woonactiviteit op een plaats die feitelijk het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Van een permanente woonactiviteit is in ieder geval sprake indien de betrokkene gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen per kalenderjaar tenminste 2/3 van die tijd het adres als woonadres in gebruik heeft.

Plattelandswoningactiviteit:

een woonactiviteit in een voormalige agrarische bedrijfswoning door iemand, die geen binding heeft met het agrarische bedrijf waarbij de woning staat.

Pontwachtersactiviteit:

het beroepsmatig bedienen van een pont.

Prostitutieactiviteit:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.

Reclameactiviteit:

een activiteit ten behoeve van het doen van reclame-uitingen voor het aanprijzen van goederen, diensten en/of denkbeelden al dan niet voor een adverteerder.

Recreatieactiviteit:

een activiteit die in de vrije tijd plaatsvindt en plezier en ontspanning als doel heeft.

Recreatief medegebruiksactiviteit:

het recreatief mede gebruiken van gronden die geen specifieke recreatieve functie hebben en waarbij het gebruik geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandelen door de weilanden of vissen.

Recreatieve bedrijfsactiviteit:

Een bedrijfsmatige of organisatorische activiteit die een duidelijke relatie heeft met de recreatieve en sportieve sector, met uitzondering van horecaondernemingen;

• -

  het betreft hier bedrijven/organisaties die: de recreatieve activiteit ondersteunen, zoals bezoekerscentra, VVV kantoren, fiets- , skeeler- en kanoverhuurbedrijven;

• -

  een recreatieve activiteit aanbieden, zoals sauna's/wellnesscentra, duikscholen, surfscholen, survivalactiviteiten, zwembaden, indoorskicentra, fitnessbedrijven, sportscholen en een evenementenlocatie/-bureau.

Recreatieve nevenactiviteit:

een activiteit gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de toegestane hoofdactiviteit.

Recreatieve verblijfsactiviteit:

het tijdelijk recreatief overnachten, waarbij de gebruikers hun vaste hoofdverblijf elders hebben.

Religieuze activiteit:

het bieden van reflectie op het gebied van godsdienst, spiritualiteit of gevoelens en gedachten met betrekking tot de zin van het leven al dan niet door middel van samenkomsten.

Rijksmonumentactiviteit:

een activiteit inhoudende het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een voorbeschermd rijksmonument of het herstellen of gebruiken daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Rijkswegactiviteit:

een activiteit ten dienste van het wegvervoer op een rijksweg, de verkeersveiligheid en het afwikkelen van het wegverkeer aldaar.

Ruilverkavelingactiviteit:

het ruilen van kadastrale percelen tussen meer dan vijf grondbezitters ten behoeve van het herverdelen van agrarische gronden waardoor aaneengesloten kavels ontstaan en de economische bedrijfsvoering wordt verbeterd.

Sanitaire voorzieningenactiviteit:

het bieden van gelegenheid tot lichamelijke verzorging, waaronder toiletgelegenheden, verkleedruimten en douches.

Scheepsafvalactiviteit:

het inzamelen, opslaan en verwerken van afval afkomstig van schepen.

Seksinrichtingsactiviteit:

het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen (laten) verrichten of het vertonen van erotisch/pornografische handelingen al dan niet op film in een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

Sloopactiviteit:

Het geheel of gedeeltelijk uit elkaar nemen van een bouwwerk.

Snackkioskactiviteit:

het verstrekken van drink- en etenswaren, die al dan niet worden bereid vanuit een snackkiosk of foodtruck

Speelactiviteit:

het spelen en recreëren met gebruik van speel- en recreatievoorzieningen.

Speelterreinactiviteit:

het beheren van een terrein dat erop gericht is om in de openlucht speel- en recreatiemogelijkheden te bieden en waarop speelvoorzieningen kunnen worden geplaatst.

Spoorwegactiviteit:

een activiteit ten dienste van spoorvervoer en de spoorverkeersveiligheid en de afhandeling van het vervoeren van reizigers en vracht per spoor, alsmede voor de ontvangst van bezoekers, dan wel verband houdend met het spoorwegstation als vervoers- en distributiecentrum.

Sportactiviteit:

een activiteit gericht op lichamelijke oefeningen en ontspanning, waarbij vaardigheid, kracht en inzicht wordt vereist.

Standplaatsactiviteit:

het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

Stortingsactiviteit:

het op of in de bodem brengen van afvalstoffen om deze daar te laten.

Terras-bij-horeca-activiteit:

het bieden van een al dan niet overdekte sta- of zitgelegenheid in een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

Terras-bij-woning-activiteit:

het bieden van een open zitplek in een tuin, voorzien van een verharde ondergrond, voornamelijk voor gebruik door het in de woning verblijvende huishouden.

Uitritactiviteit:

het aanleggen van een uitrit naar een openbare weg.

Vaartuigenopslagactiviteit:

het opslaan van een vaartuig.

Valkeniersactiviteit:

het gebruik van een vogel voor het vangen of doden van een dier.

Verblijfsrecreatieactiviteit:

een recreatieve activiteit waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiegebied of op een recreatieve plaats verblijft.

Vergistingsactiviteit:

het anaërobe vergisten van mest en/of biomassa ten behoeve van de productie van biogas en digestaat, alsmede het daarbij opwekken van warmte en mechanische of elektrische energie.

Voertuigopslagactiviteit:

het opslaan van voertuigen.

Vuurwerkbedrijfsactiviteit:

het bedrijfsmatig opslaan en handelen in professioneel vuurwerk en/of consumentenvuurwerk vallend in categorie F3 of F4 zoals geregeld in de Europese Pyrorichtlijn.

Wateractiviteit:

beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk, beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een installatie, niet zijnde een mijnbouwinstallatie, in een waterstaatswerk, lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk, stortingsactiviteit op zee, wateronttrekkingsactiviteit of, voor zover het gaat om een waterschapsverordening, elke andere activiteit waarover die verordening regels bevat.

Waterhuishoudkundige activiteit:

een activiteit die nodig is ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.

Waterinfiltratieactiviteit:

een activiteit gericht op het infiltreren van water.

Wateronttrekkingsactiviteit:

een activiteit inhoudende het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam, of het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening.

Waterstaatswerkenactiviteit:

het realiseren of beheren van waterstaatswerken ten behoeve van de waterhuishouding, zoals bedoeld in de Omgevingswet.

Wegactiviteit:

een activiteit ten dienste van het wegvervoer, verkeersveiligheid en het afwikkelen van het wegverkeer.

Werelderfgoedactiviteit:

een activiteit binnen het gebied dat deel uitmaakt van een cultureel en/of natuurlijk erfgoed, dat op grond van het Werelderfgoedverdrag is opgenomen in de Lijst van het Werelderfgoed.

Werknemerslogiesactiviteit:

het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf aanbieden, waarbij de werknemer het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of de werknemers hetzelfde werk verrichten, en gezamenlijk de huishouding doen.

Windenergieactiviteit:

een activiteit gericht op het opwekken van windenergie.

Woonactiviteit:

het permanent op één vaste plek leven en wonen in een huishouding

Woonschepenligplaatsactiviteit:

het aanleggen en het aangelegd houden van woonschip.

Woonschipactiviteit:

een woonactiviteit op een vaartuig of een ander object te water. Woonschepen zijn onder te verdelen in woonarken, woonboten en woonvaartuigen.

Woonwagenactiviteit:

een woonactiviteit in een voor bewoning bedoeld bouwwerk dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bedoeld perceel is geplaatst.

Woonzorgactiviteit:

een woonactiviteit in combinatie met zorg- en welzijnsvoorzieningen, bijvoorbeeld in het kader van de gezondheidszorg, ten behoeve van met name de bewoners van deze woningen.

Zonne-energieactiviteit:

een activiteit gericht op het opwekken van zonne-energie.

Zorgboerderijactiviteit:

het huisvesten van personen, die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven, op een (voormalige) boerderij of zelfstandig gedeelte van een boerderij, inclusief voorzieningen ten behoeve van een zorgboerderij.

Zorginstellingsactiviteit:

het exploiteren van een instelling die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) valt, zoals een verpleeghuis.

Zorgverleningssactiviteit:

het verlenen van (medische) zorg en verwante diensten .

Zorgwoonactiviteit:

een woonactiviteit met zorg voor mensen die vanwege hun leeftijd, gezondheid of beperkingen aangewezen zijn op enige zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional, vrijwilliger of mantelzorger wordt verstrekt.

6.2 Bijlage 2: Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

Aangewezen, toegestaan of toegestane

Aangewezen of toegestaan volgens het omgevingsplan.

Afstand:

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot (bouw)perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.

Bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein:

buitenwerks boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen bouwwerken worden opgeteld.

Bebouwingspercentage:

bouwgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak, dat ten hoogste bebouwd mag worden met bebouwing, tenzij in de regels anders is bepaald.

Bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

binnenwerks met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, worden opgeteld.

Bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, (geen gebouw zijnde), met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

Bouwhoogte van een antenne-installatie:

• a.

  ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;

• b.

  ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

Bouwhoogte bruggen en viaducten over water

De hoogte van bruggen en viaducten of daarmee gelijk te stellen voorzieningen over het water wordt gemeten vanaf het gemiddeld waterpeil tot de onderzijde van de brug/viaduct.

Bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.

Breedte van een bouwvlak:

tussen de twee zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten in de grens van het bouwvlak of rooilijn.

Breedte van een bouwwerk:

buitenwerks en/of het hart van scheidingsmuren en evenwijdig aan de betreffende gevel.

Dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

Diepte van een bouwwerk: (horizontaal)

Buitenwerks en/of het hart van scheidingsmuren en haaks op de betreffende gevel;

Diepte van een (ondergronds) bouwwerk: (verticaal)

vanaf het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.

Goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Met dien verstande dat bij een lessenaarsdak het laagste punt van het dak als goothoogte wordt aangemerkt;

Hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken.

Insteek van watergangen:

vanaf de insteek die wordt gevormd door de snijlijn tussen het schuine talud van de oever en het maaiveld.

Maaiveldhoogte:

De gemiddelde hoogte van de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.

Ondergeschikte bouwdelen:

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden stoepen, stoeptreden, trappen, funderingen, kelderkoekoeken, erkers, plinten, pilasters, kozijnen, gevel- en kroonlijsten, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en overige ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.

Oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van bouwwerk.

Oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

Peil:

• a.

  voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

• b.

  indien de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst of de gronden waar het bouwwerk komt zichtbaar lager ligt dan de weg, de door burgemeester en wethouders bij aanvang van de werkzaamheden vastgestelde hoogte van het terrein;

• c.

  in/boven water: het gemiddeld waterpeil.

Verkoopvloeroppervlakte (detailhandel) (vvo):

binnenwerks met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en welke voor het publiek toegankelijk zijn worden opgeteld; kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen.

6.4 Bijlage 4: Gebiedsontsluitingswegen