Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725602
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725602/1
Leidraad voor Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten in de openbare ruimte van gemeente Winterswijk
Geldend van 18-10-2024 t/m heden
Intitulé
Leidraad voor Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten in de openbare ruimte van gemeente WinterswijkVisie op BOSS
Inleiding: visie op bewegen, ontmoeten, spelen en sporten
Ruimte
Kinderen verdienen de ruimte! Door buiten te spelen ontdekken kinderen de wereld om zich heen, leren ze samen te spelen en blijven ze gezond door beweging en buitenlucht. Dat houdt niet op als ze twaalf jaar worden. Waar het vroeger bij buitenspelen alleen om kinderen ging, zijn we in gaan zien dat alle leeftijden baat hebben bij buiten bewegen, ontmoeten, spelen en sporten (oftewel BOSS). In een realiteit waarin de openbare buitenruimte onder druk staat, is het dus van belang om een claim te leggen op voldoende en geschikte BOSS-ruimte. De uitdaging is om de openbare buitenruimte zo vorm te geven dat kinderen en overige inwoners zich maximaal uitgenodigd en uitgedaagd weten om buiten te bewegen, ontmoeten, spelen en sporten.
BOSS in Winterswijk
De gemeente Winterswijk onderschrijft het belang van een dergelijke buitenruimte. Ze wil een toekomstbestendig netwerk van aantrekkelijke en uitdagende plekken en routes bieden aan kinderen (0-18). Een goede en eerlijke spreiding van speel- en sportplekken over de gemeente die past bij het aantal kinderen, hun leeftijd en behoeftes. Vanuit dit aanbod voor kinderen wil de gemeente al haar inwoners (0-99) stimuleren om buiten te bewegen, ontmoeten, spelen en sporten.
Om dit te bereiken dient dit document, de Visie op BOSS. De Visie op BOSS schetst de visie en BOSS-uitgangspunten voor de bebouwde kom van Winterswijk voor 2040. Daarbij wordt een aanzet gedaan voor de aanpak die realisatie ervan stapsgewijs mogelijk kan maken. Ook is in beeld gebracht wat dit betekent voor de verschillende buurten met behulp van kaart- en inspiratiemateriaal.
Aanleiding, werkwijze en leeswijzer
Aanleiding
Gemeente Winterswijk heeft behoefte aan een actuele, complete en praktisch toepasbare visie op speelruimte. Aangezien het huidige speelruimtebeleid in Winterswijk behoorlijk verouderd is, werd de opdracht geformuleerd om tot een nieuwe uitgewerkte visie te komen. De kindergemeenteraad heeft deze wens kracht bijgezet door middel van een in juni ‘23 aangenomen motie voor meer ruimte voor spelen. In deze Visie op BOSS kunnen recente ontwikkelingen op gebied van spelen worden meegenomen, waaronder de bredere blik op spelen die we in deze visie met BOSS aanduiden. Recente uitdagingen rond speeltuinverenigingen vragen om beleidskeuzes. In deze visie wordt dan ook meegenomen welke rol en functie speeltuinverenigingen in het totale aanbod hebben. Verder wordt indeze visie invulling geboden aan enkele lange termijn opgaven en ambities binnen de gemeente, zoals deze momenteel worden uitgewerkt in de Omgevingsvisie Kom. Denk hierbij met name aan de gezonde leefomgeving.
De aanleiding voor deze visie is verder om te kunnen handelen vanuit een consistente visie.
Momenteel wordt speelruimtebeheer uitgevoerd vanuit een krap budget en is er sprake van een vervangingsachterstand (zie ‘Beheer’). Voor herinrichting van een speelplek moeten incidentele aanvragen worden gedaan. Met een consistente visie met bijbehorende kaders kan structureel worden gewerkt aan een toekomstbestendig en eerlijk verspreid netwerk van aantrekkelijke en uitdagende BOSS-plekken. Een dergelijke visie kan goed uitgelegd worden aan inwoners.
Werkwijze visie
Om te komen tot deze Visie op BOSS is een analyse gemaakt van de huidige situatie van Winterswijk. Voor deze analyse zijn ‘harde’ en ‘zachte’ data verzameld. ‘Harde’ gegevens zijn in beeld gebracht, zoals bevolkingscijfers, inventaris, ruimtelijke opbouw en hittekaarten. Met zachte data wordt de huidige beleving van de buitenruimte bedoeld. Deze zachte data zijn verzameld met een intern- en extern participatieproces. In het interne participatieproces zijn gesprekken gevoerd met ambtenaren die te maken hebben met BOSS vanuit hun vakgebied. Voor het externe participatieproces zijn kinderrondgangen en een jongerengesprek gehouden en is een gemeentebrede online bevraging uitgezet. De conclusies uit de analyse van Winterswijk hebben we over de BOSS-principes gelegd die adviesbureau OBB spelmakers + ruimtedenkers op basis van onderzoek en ervaring in de ondersteuning van andere gemeentes heeft ontwikkeld.
Op grond van deze conclusies zijn de visie en de nieuwe uitgangspunten voor Winterswijk geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn vertaald naar een toekomstbeeld waarin ontwikkelkaarten en staalkaarten opgenomen zijn. Ontwikkelkaarten laten zien hoe de uitgangspunten zich vertalen naar de spreiding en de staalkaarten bieden een leidraad voor de inrichtingskwaliteit. Daarbij is een voorstel gevoegd voor een werkwijze richting de uitvoering van deze ontwikkelkaarten.
Leeswijzer
(Deze is geschreven voor de oorspronkelijke, digitale versie. Hier niet van toepassing.)
Nieuwe uitgangspunten
Van spelen naar BOSS
Gemeente Winterswijk wil een gemeente zijn waar bewegen, ontmoeten, spelen en sporten voor al haar inwoners toegankelijk is en gestimuleerd wordt. We beginnen gewoon bij de speelruimte voor kinderen en het sporten en ontmoeten voor jongeren en starten zo het gesprek over BOSS-vriendelijke buurten voor iedereen!
Doelgroepen & samenhang
De openbare ruimte moet beschikbaar zijn en uitnodigen om buiten samen op ontdekkingstocht te gaan. Dit begint al bij de voordeur. Informele ruimte zoals stoepen, pleintjes, grasveldjes en bosjes vormen samen met de formele speel- en sportplekken een netwerk aan routes en plekken waar iedereen kan ontmoeten, zich veilig voelt en plezier kan beleven.
Kinderen oefenen in hun woonbuurt spelenderwijs met zelfstandig worden. Ze leren op pad te gaan en samen te spelen. De woonbuurt is ook de plek waar senioren die slechter ter been worden graag zo lang mogelijk zelfredzaam willen blijven. Bankjes en iets te zien of te doen helpen daarbij.
Kinderen worden jongeren. Het samen spelen verandert in samen sporten en chillen. Ook voor deze ontwikkelingsfase is het goed om passende plekken aan te bieden. Dat doen we in eerste instantie voor jongeren zelf, omdat we ook deze leeftijdsgroep willen stimuleren om buiten te bewegen en te ontmoeten. Jongeren sporten steeds meer buiten verenigingsverband en vragen om voorzieningen daarvoor. Tegelijk doen we het voor kinderen. Waar jongeren namelijk voldoende eigen plekken of zones hebben, behouden we ook voor kinderen voldoende ruimte om te spelen.
Kinderen spelen meer en langer als hun (groot)ouders op de plek waar ze spelen, anderen kunnen ontmoeten. Bankjes en picknicktafels maken zo speelruimte aantrekkelijker. Kinderen bewegen meer als hun (groot)ouders er graag op uit gaan, bijvoorbeeld om de hond uit te laten of voor een wandeling in het park. Ook voor volwassenen en ouderen geldt dat we in eerste instantie voor henzelf de buitenruimte zo willen inrichten dat deze stimulerend voor hen is om buiten te bewegen, te sporten en te ontmoeten. En dat we er daardoor tegelijkertijd voor zorgen dat kinderen voldoende buiten spelen en ontmoeten.
Inwoners met een beperking willen we ook toegankelijke plekken bieden waar ze zich welkom weten en mee kunnen doen. Niet op apart ingerichte plekken, dan zijn ze alsnog op zichzelf, maar door in het totale aanbod inclusieve plekken op te nemen.
BOSS als integrale aanpak
BOSS is de gebruikslaag van de fysieke leefomgeving. Het verbindt opgaves en brengt de wensen van bovenstaande doelgroepen samen. Goede visie en beleid over deze gebruikslaag leidt tot aantrekkelijke en toegankelijke buitenruimte voor iedereen.
In de Omgevingsvisie Kom (in wording) is het de ambitie de openbare ruimte integraal aan te pakken. Een gezondheidsbevorderende omgeving waarin ruimte is voor groen en ontmoeting, is een belangrijke thema voor Winterswijk. Ook vanuit het Gezond en Actief
Leven Akkoord (GALA) wordt een integrale aanpak gewenst. BOSS brengt deze thema’s samen en biedt een kapstok om vanuit verschillende beleidsdomeinen aan een integrale aanpak voor de buurten van Winterswijk te werken. De gebruikslaag BOSS is dan ook een verantwoordelijkheid binnen alle projecten in de openbare ruimte en draagt bij aan positieve gezondheid.
Kortom: er is in deze Visie op BOSS gestart bij speel- en beweegruimte voor kinderen. Van daaruit wordt gewerkt aan BOSS-vriendelijke ruimte voor iedereen. Vanuit spelen vindt de verbreding plaats naar jongeren, volwassenen en senioren in de vorm van een meer integrale benadering van de ruimte.
Uitgangspunten spreiding speel- en ontmoetplekken 0-12 jaar
Buurtnetwerk
Speelplekken hebben op kern-, buurt en straatniveau een duidelijk relatie met elkaar. Als een goed trapveld ontbreekt, zal de jeugd gaan voetballen op andere, misschien minder geschikte, plekken. Afhankelijk van de ruimtelijke opbouw en de bevolkingsopbouw is een samenhangend netwerk aan ruimtes, plekken en routes nodig. Met deze visie wordt er onderscheid gemaakt in een hoofdstructuur en een aanvullende nevenstructuur. Dit borgt samenhang en een eerlijke verdeling van voorzieningen bij de ontwikkeling van de speelruimte. Zie ook de ontwikkelkaarten.
Plekken en spreiding hoofdstructuur
Om ervoor te zorgen dat er altijd een goede, aantrekkelijke plek in de buurt is, zijn er kern- en buurtplekken aangewezen. Dit worden naar de toekomst toe de best ingerichte plekken. Zij vormen samen met de steunplekken de hoofdstructuur. Plekken in de hoofdstructuur zijn blijvende basisvoorzieningen die zorgen voor een eerlijke verdeling en dat er altijd een plek voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten is. Ook als het aantal kinderen en jongeren (licht) afneemt, wat voor Winterswijk de verwachting is.
Elke buurt heeft een buurtplek. Een buurtplek biedt bewegen, ontmoeten, spelen en sporten (soms met een nadruk op sporten en soms met een nadruk op spelen) en er is ruimte voor (groot)ouders om ook te ontmoeten of mee te doen. Een kernplek heeft een functie voor heel Winterswijk. Het biedt iets extra’s zoals een skatebaan of een natuurspeelplek die de fietsrit waard is en waar je een dagdeel door kunt brengen.
De steunplekken zijn nodig in het basisvoorzieningenniveau als de buurtplek niet volledig kan bieden wat nodig is voor de doelgroepen. Denk aan een extra speelplek als de buurtplek decentraal of te ver ligt voor de jongere kinderen. Of een extra trapveld als er veel basisschooljeugd en jongeren in de buurt wonen.
De gemeente verzorgt op kern-, buurt- en steunplekken het onderhoud en benodigde vervanging. Zij doet dit in samenspraak met de gebruikers, omwonenden en andere betrokkenen. Bij het aanwijzen van de plekken in de hoofdstructuur zijn de uitkomsten van de bewonersenquête sterk meegewogen. Zie hoofdstuk # voor kaders voor aantal en type plekken en de ontwikkelkaarten.
Plekken en spreiding nevenstructuur
Een deel van de plekken op de ontwikkelkaarten staat aangegeven als straatplek. Deze plekken zijn niet persé nodig als basisvoorziening. Zeker niet als er goede kern- en buurtplekken zijn. Daarom kan er op het moment dat de toestellen ‘op zijn’, gekeken worden of en hoe deze plekken bij kunnen dragen aan bewegen, ontmoeten, spelen en sporten op straatniveau voor alle leeftijden. Ze vormen samen de zogenaamde nevenstructuur.
Nu staat er een toestel, maar straks is wellicht een picknickbank en een appelboom meer gewenst. Of een speciaal klanktoestel voor het kind op de hoek dat een visuele of mentale beperking heeft. Zo worden de straatplekken maatwerk voor de direct omwonenden van de plek. De gemeente zal op deze straatplekken de toestellen niet meer vervangen. Op het moment dat een toestel komt te vervallen zijn er diverse keuzes te maken. Lees meer hierover bij de uitgangspunten voor samenwerking in uitvoering.
Straatplekken kunnen dus ook op plekken komen waar nu niets op de ontwikkelkaarten staat. Dit worden plekken zonder speeltoestellen, maar ze hebben wel een functie voor spelen en ontmoeten in de openbare ruimte. Ze zijn de opstap naar buiten net als de speelroutes. Ze moeten het naar buiten gaan stimuleren. Ze maken het onderweg zijn in de buurt naar school, supermarkt of buurtspeelplek leuk.
Rol schoolpleinen en speeltuinen
In Winterswijk is in sommige buurten weinig ruimte voor buitenspelen en is het ook lastig om buurtplekken aan te wijzen die groot genoeg zijn en voldoende aanbod hebben. De gemeente kiest ervoor om de scholen en speeltuinen dan ook een functie te geven in het aanbod van speelmogelijkheden. Deze ruimten zijn er al, zijn vaak goed ingeburgerd en bieden mogelijkheden voor een beter of intensiever gebruik. Dit betekent niet dat de gemeente de volledige verantwoordelijkheid overneemt voor deze plekken. Zij draagt voor dat deel bij dat zij ziet als nodig in aanvulling op de openbare speelplekken in de hoofdstructuur.
Speeltuinen
De zes speeltuinen die door respectievelijk vier speeltuinverenigingen en een stichting (stichting ‘t Kreil) beheerd worden, zijn fysiek nodig. Ze kunnen niet gemist worden in het aanbod. Het feit dat ze daarnaast door een speeltuinvereniging of stichting beheerd worden, betekent dat ze een extra sociale functie hebben. Zie hiervoor ook ‘De toekomst van georganiseerde speeltuinen’ van BMC. In de enquête worden de bewuste zes speeltuinen vaak genoemd bij de open vraag naar wat men de beste speelplek vindt. Ook bij de kinderrondgangen zijn de speeltuinen vaak genoemd bij de open vraag naar waar de kinderen graag spelen. Dit betekent niet perse dat deze speeltuinen allemaal veel gebruikt worden of dat men in alle gevallen enthousiast is over de inrichting, daar is nader onderzoek voor nodig. Wel is het een duidelijke indicatie van het belang van deze plekken en de potentie ervan. De zes speeltuinen zijn vaak grotere plekken met een ruim aanbod voor vooral de kinderen van 0-12 jaar. Voorzieningen als zandbakken, springkussens en toestellen voor 0-2 jaar zijn geen onderdeel van de openbare plekken en passen hier goed. Ook de allerjongste doelgroep kan hier onder toezicht terecht. Gezien het genoemde belang van deze fysieke plekken én de cruciale sociale functie van deze georganiseerde speeltuinen, worden ze door de gemeente beschouwd als buurtplekken met een functie voor een brede doelgroep voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. De openingstijden zijn niet altijd dusdanig dat de speeltuin is te zien als een altijd beschikbare openbare plek. Insteek is om naar de toekomst toe te kijken hoe door inrichting of afspraken de openingstijden verruimd kunnen worden of een klein deel openbaar toegankelijk kan worden. Ook zal bij uitvoering worden gekeken wat elke vereniging of stichting nodig heeft voor een vitale toekomst.
Scholen
Schoolpleinen vervullen een belangrijke speel- en ontmoetfunctie. Dit is bevestigd in de bewonersbevraging en tijdens de kinderrondgangen. De pleinen worden voor en na schooltijd, met name door de schooljeugd van 6-11 jaar, die zelfstandig naar school mag, gebruikt om te spelen. Het zijn vaak grotere plekken met een ruim aanbod voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Gezien de specifieke mogelijkheden die schoolpleinen met zich meebrengen worden de schoolpleinen door de gemeente beschouwd als een steunplek spelen en/of sporten. De buurtfunctie voor schoolpleinen is niet haalbaar. Tijdens schooltijd kunnen moeders met kinderen er niet goed terecht en ook is het niet wenselijk de 12+ jeugd op het schoolplein te hebben. Samen met alle belanghebbenden zal bij uitvoering bekeken worden hoe de toegankelijkheid, inrichting en het gebruik geoptimaliseerd kunnen worden. De opengestelde pleinen zijn al goed toegankelijk. Samen met de niet-opengestelde schoolpleinen kan een gesprek worden gevoerd over (gedeeltelijke) openstelling om te kijken of hier winst te behalen is.
Bijdrage in geld en tijd
Indien er voldoende openbaarheid of bruikbaarheid is, zal de gemeente bijdragen door een bedrag beschikbaar te stellen voor vervanging van toestellen. Daarnaast kan zij de veiligheidsinspectie voor haar rekening nemen. Door de bijdrage en het maken van goede afspraken met verenigings- en schoolbesturen, kunnen we structureel investeren in een passende inrichting van deze plekken en er het voortbestaan van deze plekken mee garanderen.
Uitgangspunten spreiding sport- en beweegplekken 12+
BOSS-zones en urban-zone
Naast kinderen gebruiken ook jongeren, volwassenen en senioren de buitenruimte. Daarom hebben we zones in kaart gebracht waar we adviseren om in te investeren om bewegen, ontmoeten, spelen en sporten voor alle leeftijden te stimuleren. Deze zones maken het aanbod voor jongeren compleet en voorzien meteen in aanbod waar alle doelgroepen van profiteren. Bovendien zorgen deze multifunctionele zones voor meer verbinding en tolerantie tussen doelgroepen. We hebben een as (geel) aangewezen die BOSS-ontwikkelzones en plekken uit de hoofdstructuur aan elkaar verbindt. De andere as (blauw) sluit aan op de route van jongeren naar de middelbare school en naar de sporthal. Door hier plekken in te maken die uitdagen tot bewegen en ontmoeten ontstaat een urban-zone. Deze zone wordt primair voor jongeren en volwassenen ingericht. Beide assen worden via routes aan elkaar gekoppeld, zodat een ronde mogelijk is, maar ook een achtje door het centrum. Bovendien sluiten ze aan op het buitengebied. Door deze assen wordt men gestimuleerd om meer en langer te bewegen. Daarnaast zorgen ze voor meer spreiding. Zie de staalkaarten voor de BOSS-zone en de urban-zone voor een verdere uitwerking van deze zones.
Sport- en ontmoetplekken jongeren
Voor de fysieke en sociale ontwikkeling van jongeren zijn eigen plekken buitenshuis van groot belang. In het oude speelruimtebeleid is geen rekening gehouden met het sporten en ontmoeten van jongeren. Als er voor hen onvoldoende is, verdringen zij op de bestaande sportplekken de basisschooljeugd die op hun beurt gaat voetballen op te kleine (speel)plekken met overlast voor kinderen die daar willen spelen. Hetzelfde geldt voor ontmoeten. Als er onvoldoende ontmoetplekken zijn, dan kiezen de jongeren plekken waar ze eigenlijk niet welkom zijn. Denk aan de klachten die er nu van de scholen komen.
Een beweeg- en ontmoetstructuur voor jongeren is van wezenlijk belang voor het slagen van de speelstructuur. Bovendien geeft het gelijk mee invulling aan een structuur van sport voor volwassenen in de openbare ruimte. En de kletsplekken voor jongeren zijn ook goede plekken voor senioren, mensen met een fysieke beperking en moeders met kleine kinderen.
Kletsplekken zijn eenvoudige zitplekken voor korte ontmoetingen; rustpunten op belangrijke routes van en naar de winkel, school en sport.
De actieradius van jongeren is groot. Op de fiets of scooter komen ze eigenlijk overal. Maar ook in eigen wijk moet er wat zijn voor als ze even naar buiten willen. Door de voorzieningen gelijk te verdelen over de wijken wordt niet één buurt met eventuele problemen opgezadeld. In de hoofdstructuur is voor elke honderd 12-18-jarigen een sportplek aangewezen. Dit kan een buurtplek of steunplek sport zijn. Deze plekken moeten ze delen met de jeugd en soms ook met de overige inwoners.
Naast sporten houden de jongeren ook van ontmoeten. Dit houdt in dat op elke sportplek ook een ontmoetingsplek aanwezig is en voor elke 500 jongeren daarbovenop een verwijsplek. Op de jongerenkaart is in beeld gebracht hoe de genoemde normen zich vertalen naar Winterswijk.
Uitgangspunten inrichtingskwaliteit
Naast uitgangspunten voor een eerlijke en dekkende spreiding, geven we middels dit hoofdstuk uitgangspunten voor de inrichtingskwaliteit van speelplekken en verdere BOSS-ruimte. Deze uitgangspunten dragen bij aan de invulling van een aantal opgaves uit de Omgevingsvisie Kom (in wording) en passen bij aantakkend beleid en het wensenpatroon van bewoners, zoals deze in de analyse zijn weergegeven.
Groen en natuurlijk spelen
Winterswijk heeft binnen en buiten de bebouwde kom veel groen om van te genieten. De Whemerbeek biedt een groenblauwe ader door het dorp. Zowel de Whemerbeekzone, als parkjes en buitengebieden bieden inwoners veel natuurschoon, ontspanning en rust.
Ondanks deze groene uitwijkmogelijkheden kent Winterswijk een aantal sterk stenige wijken en veel speelplekken die groen ontberen. Bewoners geven aan dat ze meer groen in hun leefomgeving zouden willen.
Bij herinrichting van speelplekken en verdere BOSS-ruimte is het dan ook de visie om vergroening mee te nemen. Door op grote en kleine plekken nadrukkelijk in te zetten op vergroening komt er meer groen in de vorm van gras, heesters, bosplantsoen en bomen in de wijken. En door op deze plekken natuurlijke speelaanleidingen toe te voegen zorg je voor prettige en uitdagende plekken vol natuurbeleving. Denk aan hoogteverschillen of dood hout in de vorm van boomstammen, een insectenhotel of –muurtje. Bomen, struiken en hoogteverschillen doen de omgevingstemperatuur dalen. Op groene plekken kan er regenwater al dan niet zichtbaar worden opgevangen en infiltreren. Beide zijn belangrijk voor de leefbaarheid in de bebouwde kom. Fijn als het op de speelplek niet stinkt naar rubber en als je er op hete dagen ook lekker kunt spelen. Op de staalkaarten worden per type plek ideeën gegeven voor vergroening. Ook is een staalkaart voor natuurlijk spelen opgenomen en voor groene straatplekken.
Andersom kunnen op de bestaande natuurplekken en bij vergroening speel- en beweegaanleidingen meegenomen worden die ervoor zorgen dat inwoners van jong tot oud er meer en langer van genieten. De voorzieningen in het groen die aanleiding geven tot spelen zijn veilig en worden gecertificeerd. Lees voor de visie op groen in Winterswijk en voor uitwerkingsideeën voor bewegen en spelen ook de Groenstructuurvisie Bebouwde Kom. Zie de betreffende staalkaart voor een uitwerking van dit thema.
Positieve gezondheid en inclusie
Gemeente Winterswijk wil de gezondheid van inwoners beschermen en bevorderen. Samen buiten zijn voor BOSS is daarin een belangrijke factor. Het draagt bij aan verschillende dimensies die positieve gezondheid stimuleren, namelijk lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, kwaliteit van leven en meedoen. De inrichting van de openbare ruimte kan bewoners stimuleren of juist afremmen om aan de slag te gaan met hun eigen gezondheid en leefstijl. Hierbij gaat het niet alleen om het faciliteren van actief bewegen, zoals sport, wandelen of fietsen. Ook zaken als buiten komen, ontmoeting met anderen, het beleven van natuur en tot rust komen zijn hier belangrijk. Zo kan het plaatsen van een bankje de actieradius van een senior al verdubbelen, ontmoeting faciliteren en het mogelijk maken om te genieten van spelende kinderen en de natuur.
Om er voor te zorgen dat iedereen mee kan doen, zet de gemeente Winterswijk zich in voor inclusiviteit van met name kern- en buurtplekken. Deze plekken zijn dé plekken waar bewoners samenkomen voor BOSS. Op deze plekken hanteert de gemeente de 100-70-50 regel uit het samenspeelakkoord. Die staat voor: 100% welkom, 70% toegankelijk en 50% bespeelbaar. Verder is op kleine plekken ook ruimte voor een inclusieve aanpak. Wanneer er in de nabije omgeving een bewoner met een beperking woont, kan hiervoor maatwerk worden gemaakt. Op de betreffende staalkaart worden hier uitwerkingsideeën voor gegeven.
Buurtaanpak
Buurtaanpak
Om de BOSS-plekken te realiseren is het van belang om een andere uitvoeringsstrategie te hanteren. Waar momenteel een plekaanpak wordt gehanteerd, gaan we naar een aanpak per buurt. Een aanpak op buurtniveau is goed communiceerbaar en maakt een duurzame activerende relatie met bewoners over hun leefomgeving mogelijk. De betrokkenheid is breder dan op plekniveau.
Een programma met een buurtgerichte aanpak heeft als voordeel dat de voorzieningen in samenhang worden aangepakt. De buurt is het niveau dat nog overzichtelijk is; het betreft de plek waar men thuis is en die de kinderen in groeiende mate zelfstandig verkennen. Een buurtbewoner zal meer begrip hebben voor het verdwijnen van de wipkip op de hoek wanneer ze ziet dat de speeltuin verderop een upgrade krijgt. Verder maakt de buurtaanpak een efficiënte budgettering mogelijk; als uit buurtparticipatie alsnog blijkt dat een plek moet blijven, dan kan dat afgewogen worden tegen minder budget voor de andere plek.
Tenslotte maakt een buurtaanpak integraal werken vanuit het ambtelijk apparaat mogelijk; disciplines kunnen vanuit de Omgevingsvisie Kom (in wording) hand in hand werken aan het verder brengen van de leefomgeving. Ook maatschappelijke partners worden bij de uitvoering aangehaakt om de fysieke inrichting beter aan te laten sluiten bij het gebruik ervan.
Flexibel vervangingsprogramma
De gemeente draagt zorg voor het tijdig vervangen van de voorzieningen. Hiervoor wordt een 7-jaarscyclus voorgesteld. In zeven jaar verhuizen mensen, worden kinderen ouder en zijn er nieuwe trends. Maar ook de voorzieningen passen in deze cyclus. Zo gaan natuurlijke materialen ongeveer 7 jaar mee, toestellen met een kortere levensduur 14 jaar en de toestellen met een lange levensduur 21 tot 28 jaar (zie ook het kader). Door per buurt een buurtkaart te maken met bewoners en gebruikers en die iedere zeven jaar te actualiseren blijven bewoners actief betrokken. In een beheer- en uitvoeringsplan kan dit verder worden uitgewerkt. Initiatieven van bewoners binnen de hoofdstructuur worden door de gemeente ondersteund en zo veel mogelijk ingepast in het vervangingsprogramma of tussentijds.
Voor de nevenstructuur is er geen vervangingsprogramma. De gemeente laat het initiatief voor de invulling op deze plekken of de verandering daarvan over aan de gebruikers.
Uitgangspunt is dat bewoners zelf de regie hiervoor nemen, plannen maken en ten uitvoer brengen. Zij kunnen de gemeente vragen om hierin te participeren en een financiële bijdrage te leveren. Een keuze kan ook zijn om mee te doen met het 7-jaarsvervangingsprogramma. Dat vraagt wel soms wat langer wachten.
Realisatie beweegruimte in andere projecten
De gebruikslaag bewegen, ontmoeten, spelen en sporten is een verantwoordelijkheid binnen alle projecten in de openbare ruimte en draagt bij aan positieve gezondheid. Door de toplaag net iets anders vorm te geven kan de gebruiksvriendelijkheid een grote impuls krijgen. Hiervoor zou slechts 0,5-1% van het projectbudget al veel kunnen veranderen. In plaats van een grijze tegel komt er af en toe een gekleurde (knikker)tegel terug. Het maakt op pad gaan gemakkelijk en leuk voor jong en oud.
In de nieuwbouw
De principes uit deze BOSS-visie en de ontwikkelkaarten worden standaard onderdeel van het eisenpakket bij inrichting van de nieuwe woonbuurten of bij inbreiding.
Samenwerking in uitvoering
Initiatieven bewoners
Een deel van de huidige speelplekken is aangewezen als straatplek. Dit houdt in dat de speeltoestellen op deze plekken niet meer vervangen worden als deze aan het einde van hun levensduur zijn. Op het moment dat het onderhoud te duur wordt of de veiligheid in het geding komt, worden bewoners geïnformeerd dat de toestellen komen te vervallen en de plek omgevormd wordt naar een straatplek.
Met een herinrichtingsbudget in de hand kunnen bewoners vervolgens zelf aan de slag. Het herinrichtingsbudget is een klein bedrag voor een spelaanleiding, groen en verhardingen en kan door bewoners zelf aangevuld worden met initiatieffondsen of subsidies. Indien een groep bewoners zelf voorzieningen financiert, moeten deze wel voldoen aan de veiligheidswetgeving zoals omschreven in het Attractiebesluit. Het onderhoud aan deze speelvoorzieningen ligt bij de initiatiefnemers. De gemeente komt tegemoet door wel de veiligheidsinspectie op zich te nemen. Bij herhaaldelijke of grote onveiligheid heeft de gemeente het recht de voorziening in de hekken te zetten of te verwijderen.
Een andere optie is dat bewoners kunnen kiezen om te wachten op het vervangingsprogramma. Er kan dan door bewoners aangehaakt worden op het al lopende communicatietraject en de inzet van uitvoerende partijen. Dit levert hen organisatorisch en financieel voordeel op en soms een ‘overblijvertje’ of ‘opknapper’. Denk aan een bankje of duikelrek dat over is op een andere plek.
Bewoners hebben de vrijheid hun eigen aanpak te definiëren in een vorm die bij hun past. Dit is een model dat nu nog niet zo bestaat in Winterswijk en moet groeien. Het staat bewoners vrij om ook andere organisaties of verenigingen in te schakelen.
Schoolpleinen
De inrichting van de schoolpleinen en de vervanging van toestellen is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de school zelf. Gemeente geeft een bijdrage die vergelijkbaar is met een steunplek in ruil voor een gedeeltelijke openstelling hetzij in tijd of door zonering waardoor een deel van het plein altijd toegankelijk is. Bij openbare toegankelijkheid ondersteunt de gemeente door inspecties te doen. Scholen kunnen subsidies aanvragen bij provincie en fondsen voor renovatie van hun pleinen.
Speeltuinen
De inrichting van de speeltuinen is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de vereniging of stichting zelf. De gemeente geeft een bijdrage die vergelijkbaar is met een buurtplek in ruil voor een gedeeltelijke openstelling hetzij in tijd of door zonering waardoor een deel van de speeltuin altijd toegankelijk is. Wat hierin wenselijk en mogelijk is, zal in de uitvoeringsfase per speeltuin bekeken moeten worden. De gemeente ondersteunt altijd door inspecties te doen. De vereniging of stichting kan subsidies aanvragen bij provincie en fondsen voor renovatie van haar speeltuin.
Plekken voor activiteiten
Goede routes en sportplekken in de openbare ruimte zetten aan tot bewegen. Door de plekken multigenerationeel in te richten, kan er een brede doelgroep terecht. Ook kunnen de grotere sportplekken dienen als plekken waar verenigingen, buurtsportwerk of welzijnswerk een keer een activiteit kunnen organiseren. Denk bijvoorbeeld aan de activiteiten van Actief Winterswijk. Ook zouden deze plekken zo gemaakt kunnen worden dat de fysiotherapeut of de sportcoach er terecht kan met cliënten. Daarom is het raadzaam deze partijen te betrekken bij de uitvoering. Zo ontstaat er samenwerking tussen het fysieke en het sociale domein.
Toekomstbeeld
Normentabellen & toelichting
HOOFDSTRUCTUUR netwerk van ingerichte plekken voor BOSS |
|
Doelgroep |
Kinderen van 0-18 jaar en medegebruik door volwassenen. |
Aandachtsgroep |
Begeleiders van kinderen (bankjes op speelplek) en senioren en volwassenen met kleine actieradius of mensen met beperking (maatwerkvoorzieningen). |
Kwantiteitstoets spelen |
Eén buurtplek spelen en sporten per speelbuurt* mits hiervoor de ruimte is (anders steunplek) eventueel aangevuld met een steunplek voor 0-11 jarigen indien de buurtplek decentraal ligt (> 5 à 6 minutenlopen). Indien er meer dan 100 0-11 jarigen zijn, aanvullend voor elke 30 0-5jarigen en 706-11 jarigen een steunplek. |
Kwantiteitstoets sport |
Sport: één plek per 100 jongeren (12-18 jaar) voor sport. Ontmoeten: één ontmoetplek per 15 jongeren verdeeld naar 50% zelfregulatie (geen voorziening nodig), 20% ontmoetplekken op sport- en speelplekken en30% kletsplekken (banken voor jongeren, senioren en recreanten). Voor elke 500 jongeren een verwijsplek (JOP) voor ontmoeten. |
Spreidingstoets |
Eéngrote kernplek spelen en sporten, verder goed gespreid over de kern in aansluiting op bevolkingsopbouw en ruimtelijke opbouw. Buurtplekken liggen vast en steunplekken wandelenmeer door de wijk omin te spelen op wijzigingen in bevolkingssamenstelling. Bij wijziging in woningvoorraad nieuwe analyse maken. |
Inrichtingstoets |
Zie staalkaarten zones, kernplek, buurtplek en steunplek voor zowel spelen als sporten. |
Routestructuur |
BOSS-zone enurban-zone zijn hoofdroutestructuur voor BOSS. Bij grote barrières kan door oversteekplekken en gemarkeerde routes de bereikbaarheid van plekken verbeterd worden. Is verder maatwerk per buurt. Ook bij lage kinderdichtheden routing naar dichtsbijzijnde buurtplek. |
Levensduurprincipe |
Kern- en buurtplekken voor lange termijn (28jaar), steunplek inrichten voor middellange termijn (14jaar). Houd 25% van de plek ingericht voor korte levensduur (7 jaar) of gemakkelijk wisselbare/verplaatsbare elementen om in te springen op bewonersbehoeften. |
* buurt of speelbuurt is een gebied waarbinnen kinderen tot 12 jaar zelfstandig mogen spelen van ouders, vaak begrensd door spoorlijn, 50km-wegen, busroute, watergang, groot park etc.
NEVENSTRUCTUUR informele ruimte voor BOSS dicht bijde voordeur |
|
Doelgroep |
Alle inwoners, meestal voor kleinere groepen op straatniveau (behalve bij buurtbarbecue of moestuinstuk bijv.). |
Aandachtsgroep |
Mensen met ene beperking. Peuters en kleuters (0-3 jaar), in aandachtswijken extra aandacht voor ondersteuning initiatieven. |
Kwantiteitstoets |
Daar waar bewoners willen of gemeente iets wil. |
Spreidingstoets |
Afhankelijk van bewoners initiatieven. Overal waar groen en verblijfsgebied is kan het bij een reconstructie of planmatige vervanging het momentum pakken om initiatieven te stimuleren. Voor een boom of geveltuin is 1m2 al genoeg, kan ook een grote oppervlakte zijn bij bijvoorbeeld tijdelijk anders bestemmen als crossbaantje of moestuin. |
Type plekken |
Straatplekken ontmoeting (kletsplekken), groen (biodivers en verkoelend), verhard (straatspel) en water 9 (infiltratie,zichtbaarheid regenwater). In de staalkaarten zijn de eerste twee types opgenomen. |
Inrichtingstoets |
Maatwerk voor omwonenden, zie staalkaarten straatplekkenen routes. Bij voorkeur zonder elementen die onder veiligheidswetgeving vallen. Bewoners ook deels verantwoordelijk maken voor onderhoud. (wat passend is) |
Routestructuur |
Is maatwerk per buurt. Denk aan speelroute, beweegroute, educatieve en informatieve route, natuurbelevingsroute en plekjes voor de deur van bewoners waar ze zichzelf meer eigenaar voelen. |
Levensduurprincipe |
Korte levensduur (7jaar) om zo in te spelen op veranderende behoeftes, bewoners betrekken bij onderhoud, zeker van wat buitenhet reguliere valt. |
Toelichting tabel
In de tabellen hiernaast zijn de normen weergegeven voor de verschillende typen BOSS-plekken in Winterswijk. De normen zijn gebaseerd op een combinatie van bewonersinput en normen die adviesbureau OBB spelmakers + ruimtedenkers op basis van onderzoek en ervaring heeft ontwikkeld. In de normen is onder meer weergegeven op wie de hoofd- dan wel nevenstructuur wordt ingericht en voor wie ook aandacht moet zijn. Ook de normen voor de kwantiteit en de spreiding zijn er in opgenomen. Deze normen zijn gehanteerd bij het vormen van de ontwikkelkaarten.
Ontwikkelkaarten
Op de volgende pagina’s zijn de ontwikkelkaarten weergegeven per wijk. Op de ontwikkelkaarten staat de functie van de huidige plekken aangegeven naar de toekomst toe. Ook de speeltuinverenigingen en schoolpleinen die aangegeven zijn, staan er vanwege een functie naar de toekomst toe. In enkele gebieden moet voor een dekkende structuur een nieuwe plek worden toegevoegd. Deze plekken hebben we in het betreffende gebied op de kaart geplaatst met de aanduiding ‘zoekgebied’. Voor de indeling van de wijken is de CBS-indeling aangehouden die ook gehanteerd is voor de data-analysekaarten. De indeling dient puur om op een overzichtelijk niveau een beeld te geven.
Op de volgende pagina’s zijn achtereenvolgens de ontwikkelkaarten per wijk en de jongerenkaart voor heel Winterswijk weergegeven. Bij de ontwikkelkaarten per wijk worden alle plekken toegelicht, exclusief de plekken die specifiek voor jongeren bedoeld zijn. Deze worden in hun context op de jongerenkaart toegelicht.
Op de kaarten krijgen speeltuinverenigingen een eigen symbool. Ze vervullen de functie van buurtplek spelen-sporten. Ook zie je op de kaarten waar de schoolpleinen zijn. Deze zijn niet perse nodig als steunplek, maar kunnen als zodanig een functie krijgen.
Ontwikkelkaarten
(niet beschikbaar in de tekstversie)
Staalkaarten
(niet beschikbaar in de tekstversie)
Analyse situatie
Inleiding en conclusies analyse
Inleiding
Een uitvoerige analyse ligt ten grondslag aan deze Visie BOSS. Zo dragen we er zorg voor dat de visie gebouwd is op wat er is (data-analyse en veldwerk) en wat de gebruikservaring en wensen zijn van bewoners (kinderrondgangen en bewonersbevraging). Door middel van ambtelijke workshops, bestudering van aantakkend beleid en overleggen als projectgroep zijn de genomen stappen in de analyse getoetst en zijn er accenten aangebracht.
Onderzoeksmethoden
Om de sterktes en zwaktes in beeld te krijgen en meer grip op de wens en ontwikkeling van de buitenruimte zijn verschillende instrumenten ingezet:
- •
Data-analyse
- •
Kinderrondgangen en jongerengesprek
- •
Veldwerk
- •
Bewonersbevraging
- •
Ambtelijke workshops
- •
Bestudering aantakkend beleid
Conclusies kwantiteit
Gemeente Winterswijk heeft relatief veel speeltoestellen buiten staan. Het budget voor onderhoud ervan is echter krap en vervanging gebeurt incidenteel. Dit leidt tot scheefgroei, enkele plekken worden mooi opgeknapt, andere dreigen te verloederen. Het is aannemelijk dat dit bij continuering van het huidige beleid in groeiende mate leidt tot onvrede onder inwoners.
Het aantal kinderen en jongeren in de gemeente neemt enigszins af. Het aantal plekken kan daarop worden aangepast. Wel moet altijd een basisvoorziening behouden blijven. Ook als de aantallen nog verder zakken, zijn er altijd plekken nodig om samen te bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. De gemeente heeft daarentegen relatief weinig sport- en ontmoetruimte ingericht voor jongeren. Om overlast te voorkomen of tegen te gaan zijn voldoende plekken nodig voor hen om te ontmoeten en te bewegen.
Ook volwassenen en senioren hebben behoefte aan beweging en ontmoeting in de openbare ruimte. Ze zoeken graag groene gebieden op. Om te sporten of het maken van een ommetje. Recreatiegebieden buiten de kom en de groenblauwe ader van de Whemerbeek zijn populair. Hier ligt een kans voor betere aansluiting door middel van routes. Routes verbinden wijken en plekken binnen de wijken, waardoor samenhang ontstaat tussen verschillende plekken.
Conclusies kwaliteit
Een aantal sport- en speelplekken is aantrekkelijk en uitnodigend ingericht. Veel andere plekken ogen kaal, monotoon en zijn omheind door hekwerk. Verder zijn veel plekken eenzijdig op spelen ingericht en ontbreekt het er aan aanbod voor meerdere doelgroepen en functies. Er is aandacht nodig voor een betere omgevingsinrichting, inclusieve BOSS-plekken en meer variatie in het sportaanbod.
Ondanks veel groen om woonbuurten heen, zijn veel woonbuurten in Winterswijk compact gebouwd en stenig van aard. Veel plekken worden dan ook te heet voor BOSS-activiteiten. Om hittestress tegen te gaan en ter bevordering van de positieve gezondheid liggen er kansen voor vergroening van plekken en betere routes naar groene gebieden. De wens hiertoe wordt bevestigd door bewoners.
→ Verdere analyseresultaten niet beschikbaar in de tekstversie.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl