Beleidsregels Brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire

Geldend van 17-10-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsregels Brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

Gelet op de artikel 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen over de brede ondersteuning door gemeenten voor gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag of voor een ex-partner van de gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag, hun gezin en het thuiswonende kind;

besluit:

vast te stellen de

Beleidsregels Brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire.

Artikel 1 Definities:

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • b.

    beoordelingscommissie: een interne commissie bestaande uit beleidsmedewerker of coördinator, herstelexpert, consulent brede ondersteuning, een juridisch adviseur en op verzoek een consulent uit het gebiedsteam;

  • c.

    ex-toeslagpartner: ex-partner van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst is aangemerkt als vallende onder de kindregeling;

  • d.

    herstelexpert: ouder die op basis van eigen ervaringen, contacten onderhoudt met andere gedupeerde ouders en kinderen. De herstelexpert maakt het plan brede ondersteuning, zorgt voor nazorg en heeft een bemiddelende rol;

  • e.

    consulent brede ondersteuning: gemeentelijk medewerker die de brede ondersteuning begeleidt door onder andere rapportages en beschikkingen te maken, een saneringskrediet en kwijtschelding van schulden te regelen, de Specifieke Uitkering (Spuk) bij te houden en te verantwoorden in SiSa. De consulent heeft het mandaat nodig om deze taken uit te voeren en dient toegang te hebben tot de portal van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT);

  • f.

    (gedupeerde) kinderen: kinderen van een gedupeerde ouder die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als vallende onder de kindregeling;

  • g.

    (gedupeerde) ouders: ouders die na de eerste toets of de integrale beoordeling door de Belastingdienst aangemerkt zijn als daadwerkelijk gedupeerd;

  • h.

    mogelijk gedupeerde ouders: ouders die zichzelf hebben aangemeld als gedupeerde bij de Belastingdienst, maar nog niet als gedupeerd zijn aangemerkt;

  • i.

    brede ondersteuning: het ruimhartig, tijdig en adequaat ondersteunen van de gedupeerde ouder om een nieuwe start te maken. Dit kan zowel materieel als immaterieel;

  • j.

    ondersteuningsplan: het plan van aanpak waarin het ondersteuningstraject stap voor stap wordt uitgewerkt;

  • k.

    UHT: Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagenaffaire. Dit is een onderdeel van de Belastingdienst. Het UHT beoordeelt of het terugvorderen van kinderopvangtoeslag terecht is geweest en verzorgt financieel herstel.

Artikel 2 Doelgroep brede ondersteuning

Alle inwoners van de gemeente die onder de personenkring van artikel 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen vallen, kunnen zich tot het college wenden voor brede ondersteuning.

Artikel 3 Doelstelling brede ondersteuning

Het college heeft als doelstelling met de inzet van brede ondersteuning dat:

  • a.

    (mogelijk) gedupeerde ouders, kinderen en ex-partners een nieuwe start kunnen maken en aan herstel kunnen werken;

  • b.

    het vertrouwen van (mogelijk) gedupeerde ouders, kinderen en ex-partners in de overheid hersteld wordt.

Artikel 4 Werkwijze brede ondersteuning

Het college hanteert de volgende werkwijze bij de brede ondersteuning:

  • a.

    De herstelexpert neemt contact op met (mogelijk) gedupeerde ouders en ex-toeslagpartners nadat de Belastingdienst gegevens heeft gedeeld. Erkend gedupeerde kinderen moeten zelf contact opnemen met de gemeente omdat het college deze gegevens niet ontvangt. Het college zet erop in deze doelgroep te bereiken aan de hand van een informatie/voorlichtingscampagne.

  • b.

    De herstelexpert ondersteunt uitsluitend ouders, kinderen en ex-toeslagpartners die zelf hulp wensen.

  • c.

    De ouder, het kind, de ex-toeslagpartner krijgen een herstelexpert als vaste contactpersoon.

  • d.

    De hulpvraag wordt tijdens één of meerdere gesprekken geïnventariseerd, dit wordt ook gezien als aanvraag tot brede ondersteuning. Het streven is binnen drie weken na het eerste contact een eerste gesprek met de herstelexpert te laten plaatsvinden door middel van een huisbezoek. Indien dit niet gewenst is dan een locatie naar keuze van de ouder, het kind, de ex-toeslagpartner.

  • e.

    Vanuit gelijkwaardig herstel wordt de ouder, het kind of de ex-toeslagpartner in het eerste gesprek gevraagd of zij het verleden, heden en de toekomst in beeld willen brengen. Zij worden geïnformeerd over de werkwijze en deze wordt aan hen verstrekt door middel van een informatiefolder. De ouder bepaalt hoe het proces wordt vormgegeven.

  • f.

    Samen met de ouder, het kind, de ex-toeslagpartner wordt na één of meerdere gesprekken een ondersteuningsplan opgesteld met doelen op de vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Bij dit gesprek zijn de herstelexpert en consulent brede ondersteuning aanwezig. Brede ondersteuning wordt verleend vanuit het ondersteuningsplan.

  • g.

    De beoordelingscommissie komt 1x per 2 weken samen om het ondersteuningsplan te beoordelen en te besluiten of het voldoet aan brede ondersteuning.

  • h.

    Het ondersteuningsplan is ook de beschikking en wordt binnen 4 weken na het eerste gesprek schriftelijk verstrekt aan de (mogelijk) gedupeerde. Ondertekening van het plan van aanpak is noodzakelijk.

Artikel 5 Uitgangspunten brede ondersteuning

  • 1.

    Het college biedt brede ondersteuning op basis van de gestelde Rijks brede doelen op de vijf leefgebieden:

    • a.

      wonen: veilige en betaalbare plek om te wonen;

    • b.

      financiën: in staat zijn om een financieel gezonde huishouding te voeren;

    • c.

      gezin: samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen;

    • d.

      zorg: welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid;

    • e.

      werk: duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces en met minimaal de beschikking over een startkwalificatie.

  • 2.

    Het college kan aanvullend op ondersteuning een vergoeding van goederen verstrekken, mits dit een bijdrage levert aan de te behalen doelen en gemotiveerd is opgenomen in het ondersteuningsplan. Het recht op brede ondersteuning staat niet gelijk aan het recht op vergoeding. Het beginsel van redelijkheid is hierin het uitgangspunt.

  • 3.

    Als een vergoeding voor goederen verstrekt wordt, bepaalt het college de hoogte van het bedrag op basis van de aangeleverde offertes. Deze vergoedingen worden eenmalig verstrekt.

  • 4.

    Het college kan indien er een voorliggende voorziening beschikbaar is besluiten een vergoeding af te wijzen. Bijzondere bijstand en minima regelingen kunnen niet als een voorliggende voorziening worden gezien aangezien inkomen en vermogen hierin bepalend zijn.

  • 5.

    Het ontvangen compensatiebedrag of de tegemoetkoming van het UHT wordt niet gebruikt bij de afweging om ondersteuning in te zetten. Het compensatiebedrag is een schadevergoeding en niet bedoeld voor herstel.

  • 6.

    De noodzaak en vorm van de ondersteuning wordt vastgesteld door een beoordelingscommissie, rekening houdend met bovenstaande uitgangspunten en de lichamelijke en psychische gesteldheid van de gedupeerde. Deze ondersteuning is te allen tijde maatwerk en kan niet met anderen vergeleken worden.

  • 7.

    De ondersteuning vindt plaats op basis van vertrouwen. Er kan in een uitzonderlijk geval verzocht worden om aanvullende bewijsstukken om te kunnen beoordelen of de in te zetten ondersteuning bijdraagt aan herstel en het maken van een nieuwe start.

Artikel 6 Beëindiging brede ondersteuning

  • 1.

    Het college beëindigt de brede ondersteuning binnen 30 dagen indien:

    • a.

      er geen overeenstemming bereikt wordt over het ondersteuningsplan;

    • b.

      de mogelijk gedupeerde ouder als niet erkend gedupeerd aangemerkt is na de integrale beoordeling door de Belastingdienst. Eventuele gewenste voortzetting van ondersteuning voor niet erkend gedupeerden vindt plaats vanuit de reguliere gemeentelijke regelingen;

    • c.

      de gestelde doelen in het ondersteuningsplan behaald zijn;

    • d.

      de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigt;

    • e.

      de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner verhuist naar een andere gemeente. Eventuele gewenste voortzetting van ondersteuning wordt overgedragen aan de nieuwe gemeente. Waar mogelijk vindt een warme overdracht plaats.

Artikel 7 Nazorg

Het college biedt minimaal 12 maanden nazorg wanneer:

  • a.

    het ondersteuningsplan beëindigd wordt met instemming van de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner omdat de gestelde doelen in het ondersteuningsplan behaald zijn. Dit houdt in dat de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en de herstelexpert of consulent toeslagenaffaire elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd. Waar nodig vindt een warme overdracht plaats naar het reguliere kader;

  • b.

    de (mogelijk) gedupeerde de brede ondersteuning op eigen verzoek beëindigd heeft. Dit houdt in dat de ouder/het kind/de ex-toeslagpartner zolang de hersteloperatie loopt op ieder moment opnieuw contact op kan nemen en de herstelexpert of consulent brede ondersteuning elk half jaar contact opneemt tot 24 maanden na beëindiging. Wanneer een mogelijk gedupeerde ouder in de tussentijd als niet gedupeerd wordt aangemerkt, wordt de nazorg binnen 30 dagen beëindigd en vindt waar nodig een warme overdracht plaats naar het reguliere kader.

Artikel 8 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die waarop deze bekend zijn gemaakt en werken terug tot 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op het moment dat de hersteloperatie eindigt.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Brede ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 7 mei 2024,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

drs. E.K. Strijker, gemeentesecretaris