Regeling vervalt per 31-12-2028

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie ten behoeve van inclusie, diversiteit en toegankelijkheid (Subsidieregeling inclusie en diversiteit, toegankelijkheid)

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-05-2025 t/m 30-12-2028

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie ten behoeve van inclusie, diversiteit en toegankelijkheid (Subsidieregeling inclusie en diversiteit, toegankelijkheid)

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota Beleidskader Amersfoort Inclusieve Stad 2021-2026 d.d. 23 maart 2021 en de Inclusie Agenda Regenboog 2023-2026 van juni 2023;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat:

  • -

    het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het realiseren van gezonde en vitale inwoners, kansrijk ontwikkelen, omzien naar elkaar, meedoen en thuis voelen in Amersfoort, zodat acceptatie en inclusie van alle mensen wordt gestimuleerd en discriminatie wordt voorkomen;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • b.

    culturele activiteiten: een vorm van een voorstelling, een uitvoering, een expositie of een presentatie in de disciplines muziek, theater, dans, beeldende kunst, fotografie, film, digitale kunst, letteren of cultureel erfgoed of een bezoek hieraan;

  • c.

    discriminatie: is mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van persoonskenmerken;

  • d.

    diversiteit: het verschijnsel dat er mensen met verschillende achtergronden, ervaringen en leefwerelden zijn;

  • e.

    doelgroep: specifieke groep of gemeenschap, met gemeenschappelijke kenmerken, zoals gemeenschappen gebaseerd op afkomst, culturele achtergrond, mensen met een beperking, de LHBTIQA+ gemeenschap, nazaten van tot slaafgemaakten en religieuze/ levensbeschouwelijke gemeenschappen.;

  • f.

    educatieve activiteiten: activiteiten gericht op bewustwording, kennisontwikkeling of kennisverspreiding;

  • g.

    ervaringsdeskundigen: zijn mensen die door eigen ervaringen met een ziekte, handicap, gemarginaliseerde positie, ontwrichtende situatie (bijvoorbeeld eenzaamheid, schulden et cetera) of discriminatie hebben geleerd, hoe zij met hun ervaring om kunnen gaan en deze kunnen gebruiken. Deze personen zetten hun kennis en ervaring bewust in om anderen te ondersteunen en bij te dragen aan meer begrip en verbetering in de samenleving. Ervaringskennis is de kennis die iemand opdoet door persoonlijke ervaringen met zulke situaties. Deze kennis ontstaat door wat iemand zelf meemaakt, leert en reflecteert. Wanneer deze kennis bewust wordt ingezet om anderen te helpen of veranderingen teweeg te brengen, spreken we van ervaringsdeskundigheid;

  • h.

    inclusie: toestand waarin alle individuen gelijke rechten en plichten hebben, volwaardig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven en dit ook als zodanig ervaren;

  • i.

    LHBTIQA+: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksueel personen, transgender personen, intersekse personen, queer, aseksueel personen en personen met andere vormen van seksuele oriëntatie, geslachten en genderidentiteit;

  • j.

    koloniaal verleden: periode binnen de wereldgeschiedenis van de 16e tot in de 20e eeuw waarin Europese staten overzeese gebieden voor eigen gewin veroverden, exploiteerden en hier heerschappij over voerden;

  • k.

    ontmoeting: een activiteit waarbij mensen elkaar zien, spreken of iets gezamenlijks ondernemen;

  • l.

    slavernijverleden: periode tijdens het koloniaal verleden waarin Nederland actief en systematisch mensen aankocht, verkocht en hun vrijheid ontnam, ten behoeve van dwangarbeid voor het verwerven van eigen economisch gewin;

  • m.

    toegankelijkheid: de mogelijkheid om volledig zelfstandig overal aan te kunnen meedoen;

  • n.

    verzoening: het erkennen van verhalen van koloniaal en slavernijverleden in Amersfoort en nawerking ervan in het heden.

Artikel 2. Doel

Het doel is om binnen of tussen verschillende doelgroepen in de samenleving onderling begrip en verbondenheid te versterken, waarbij diversiteit en inclusie worden gevierd en versterkt. De thema’s waar deze regeling zich specifiek op richt zijn:

  • a.

    inclusie;

  • b.

    diversiteit;

  • c.

    toegankelijkheid voor mensen met een beperking zoals aangegeven in het VN-verdrag handicap;

  • d.

    LHBTIQA+;

  • e.

    koloniaal verleden;

  • f.

    slavernijverleden.

Artikel 3. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten voor zover die collectief zijn én gericht zijn op het doel van deze regeling:

    • a.

      ontmoeting;

    • b.

      educatieve activiteiten;

    • c.

      culturele activiteiten.

  • 2. De activiteiten dienen uitgevoerd te worden ten behoeve van de inwoners van de gemeente Amersfoort.

Artikel 4. Indieningstermijn aanvraag

Burgemeester en wethouders stellen bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 5. Eisen aan de aanvrager

  • 1. Subsidie kan enkel worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. Indien de aanvrager een rechtspersoon betreft, kan subsidie enkel worden aangevraagd door rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 6. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op het door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag voldoet aan alle eisen zoals gesteld in artikel 6 van de Asv. In aanvulling op artikel 7 Asv dient uit het bij de aanvraag overgelegde activiteitenplan:

    • a.

      een beschrijving van hoe de activiteit bijdraagt aan het doel van de subsidieregeling, zie artikel 2;

    • b.

      een beschrijving van de specifieke doelgroep(en) waarop uw activiteit zich richt;

    • c.

      Een beschrijving van hoe maakt u gebruik van ervaringskennis en/of ervaringsdeskundigheid;

    • d.

      een beschrijving van hoe u ervaringsdeskundigen heeft betrokken bij de aanvraag;

    • e.

      een beschrijving van met wie u gaat samenwerken en of er al samenwerkingsafspraken zijn gemaakt;

    • f.

      een beschrijving van de inzet van vrijwilligers bij de uitvoer van de activiteit;

  • 3. Een beschrijving van hoe u gaat voorkomen dat er gediscrimineerd wordt tijdens uw activiteit en wat u gaat doen als er wel gediscrimineerd wordt. Het gaat hierbij om de discriminatie gronden die beschreven staan in Artikel 1 van de Grondwet en in de Algemene wet gelijke behandeling.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      kosten van apparatuur;

    • b.

      kosten van materialen;

    • c.

      loonkosten en uurtarieven voor betaalde arbeidskracht(en), waaronder inhuur van derden, zijn subsidiabel tot een maximaal tarief van €80,- excl btw;

    • d.

      kosten voor huisvesting;

    • e.

      kosten voor catering tijdens de activiteit, met een maximum van 10% van de totale subsidiabele kosten;

    • f.

      vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten door vrijwilligers.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • b.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • e.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • f.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten;

    • g.

      het toegankelijker maken van een gebouw, of woning aanpassingen;

    • h.

      bedrijfsuitjes;

    • i.

      activiteiten die op een andere manier door de gemeente Amersfoort al gesubsidieerd worden;

    • j.

      kosten voor onderzoek.

Artikel 8. Hoogte subsidie

De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000.

Artikel 9. Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen bij het besluit als bedoeld in artikel 4 een subsidieplafond vast.

Artikel 10. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, onder d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    aan de aanvraag in totaal minder dan 55 punten worden toegekend van de te behalen 85 punten zoals beschreven in artikel 11, tweede lid;

  • b.

    door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd.

Artikel 11. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    • a.

      De mate van samenwerking met verschillenden partijen in de uitvoering van de activiteit – maximaal 15 punten;

    • b.

      De mate waarin vrijwilligers worden ingezet bij de uitvoering van de activiteit - maximaal 15 punten.

    • c.

      De mate waarin er gebruik wordt gemaakt van ervaringskennis en/of ervaringsdeskundigen - maximaal 20 punten;

    • d.

      De mate waarin de aanvraag aansluit bij de doelgroep en het doel van de regeling – maximaal 15 punten;

    • e.

      De mate waarin beschreven staat hoe discriminatie tijdens de uitvoering van de activiteit tegen wordt gegaan – maximaal 20 punten.

  • 3. Indien honorering van meerdere aanvragen die gelijk zijn gerangschikt, ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt er gekeken naar het tijdstip van digitale indiening.

Artikel 12. Direct vastgesteld

De subsidie wordt zonder voorafgaande verlening vastgesteld.

Artikel 13. Verplichtingen

In aanvulling op Hoofdstuk 4 van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    de activiteit pas uit te voeren na verkrijging van de vergunning, indien de activiteit in enig geval vergunningplichtig is;

  • c.

    tijdens de uitvoering van de activiteit en/of in alle communicatie-uitingen over de activiteit kenbaar te maken dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort;

  • d.

    de subsidiabele activiteiten, voor zover deze het werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar zonder aanwezigheid van hun wettelijke vertegenwoordiger betreffen, uitsluitend te laten uitvoeren door natuurlijke personen die beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag;

  • e.

    bij de uitvoering van de subsidiabele activiteiten wordt rekening gehouden dat mensen met een beperking deel kunnen nemen aan de activiteit;

  • f.

    de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren tot twee jaar na de datum van de subsidievaststelling indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon betreft; en

  • g.

    de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren tot zeven jaar na de datum van de subsidievaststelling indien de subsidieontvanger een rechtspersoon betreft.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling inclusie, diversiteit en toegankelijkheid.

  • 3. Overeenkomstig artikel 3, derde lid, van de ASV, vervalt deze subsidieregeling op 31 december 2028.

  • 4. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 8 oktober 2024.

De secretaris,

De burgemeester,

Bijlage

Rangschikking door weging op criteria

Weging

De mate van samenwerking met verschillenden partijen in de uitvoering van de activiteit.

15

  • -

    Er wordt niet samengewerkt met een andere partij

0

  • -

    Er wordt samengewerkt met een andere partij in de uitvoering van de activiteit.

10

  • -

    Er wordt samengewerkt met een andere partij die extra kennis of kunde toevoegt over de beoogde doelgroep(en) of uitvoering van de activiteit.

15

De mate waarin vrijwilligers worden ingezet bij de uitvoering van de activiteit.

15

  • -

    Er worden geen vrijwilligers ingezet.

0

  • -

    Er worden in de uitvoering van de activiteit vrijwilligers ingezet

10

  • -

    De activiteit wordt volledig uitgevoerd met inzet van vrijwilligers

15

De mate waarin er gebruik wordt gemaakt van ervaringskennis en/of ervaringsdeskundigen.

20

  • -

    Er wordt geen gebruik gemaakt van specifieke ervaringsdeskundigen of ervaringskennis over een van de doelgroepen die bediend worden. Zoals beschreven in het doel van de regeling, artikel 2.

0

  • -

    Er wordt gebruik gemaakt van specifieke ervaringsdeskundigen of ervaringskennis over een van de doelgroepen die bediend worden. Zoals beschreven in het doel van de regeling, artikel 2.

10

  • -

    Er wordt gebruik gemaakt van specifieke ervaringsdeskundigen of ervaringskennis over een van de doelgroepen die bediend worden. Zoals beschreven in het doel van de regeling, artikel 2. Ervaringsdeskundigen zijn betrokken bij het opstellen van de aanvraag.

20

De mate waarin de aanvraag aansluit bij de doelgroep en het doel van de regeling. 

15

  • -

    Er wordt een specifieke doelgroep bediend (denk aan mensen met een beperking, LHBTIQA+ personen, mensen van kleur, religie etc) maar het doel sluit niet aan bij de doelstellingen van de regeling

0

  • -

    Er wordt een specifieke doelgroep bediend (denk aan mensen met een beperking, LHBTIQA+ personen, mensen van kleur, religie etc.) en het doel sluit aan bij de doelstellingen van de regeling.

15

De mate waarin beschreven staat hoe discriminatie tijdens de uitvoering van de activiteit tegen wordt gegaan.

20

  • -

    Er is geen beschrijving

0

  • -

    Er is een beschrijving, maar niet een beschrijving van wat er gedaan als er wel gediscrimineerd wordt

15

  • -

    Er is een beschrijving en er is beschreven wat er gedaan wordt als er gediscrimineerd wordt.

20

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een subsidieregeling zoals bedoeld in de Asv.

Vanuit de verschillende beleidsagenda’s: nota Beleidskader Amersfoort Inclusieve Stad 2021-2026 d.d. 23 maart 2021, de Anti-discriminatieagenda 2021-2026 van maart 2021, de Inclusie Agenda Toegankelijkheid 2023 – 2026 van mei 2023 en de Inclusie Agenda Regenboog 2023-2026 van juni 2023; vinden wij het belangrijk dat diversiteit, inclusie en toegankelijkheid wordt bevorderd in Amersfoort. Deze subsidieregeling draagt bij aan de inclusieve stad waar Amersfoort voor staat. Dialoog, ontmoeting, en samen culturele activiteiten beleven of uitvoeren dragen hieraan bij. Om dit te stimuleren, subsidiëren we deze activiteiten gericht op onderwerpen als diversiteit, inclusie, toegankelijkheid, LHBTQIA+ en koloniaal- en slavernijverleden. Zodat inwoners op een makkelijke manier samen kunnen werken aan een inclusieve stad waar verschillen worden overbrugt en verdieping in elkaar kan plaats vinden.

Zo het onder meer is gewenst activiteiten te stimuleren die bijdragen aan educatie en duurzame borging van kennis en verzoening met betrekking tot het koloniaal verleden en slavernijverleden en de nawerking hiervan in het heden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Onder b: Voorbeelden van culturele activiteiten zijn: theatervoorstellingen, fototentoonstellingen welke bijdragen aan onderling begrip, verbondenheid of inzicht tussen verschillende mensen. Deze lijst is niet uitputtend qua activiteiten.

Onder c: Discriminatie gaat over het ander behandelen of uitsluiten van mensen op basis van persoonskenmerken zoals: Godsdienst, Levensovertuiging, Politieke gezindheid, Ras, Geslacht, Nationaliteit, Seksuele gerichtheid, Burgerlijke staat, Handicap of chronische ziekte, Leeftijd, Arbeidsduur.

Vast of tijdelijk contract en WAZO-verlof. Dit zijn ook de verschillende gronden die wettelijk verboden zijn om op te discrimineren.

Onder d: Diversiteit is het verschil tussen mensen. Dit verschil kan er zijn in achtergrond, ervaringen, afkomst, taal, cultuur, vermogen of waar iemand is opgegroeid.

Onder e: de lijst met doelgroepen is niet uitputtend maar geeft een weergave van mogelijke doelgroepen.

Onder f: Voorbeelden van educatieve activiteiten zijn dialoogavonden, debatmomenten en lezingen. Deze lijst is niet uitputtend qua activiteiten.

Onder h: Inclusie gaat over gedrag, waarden en spelregels. In Amersfoort willen we dat iedereen mee mag doen, mee mag praten en mee mag beslissen. Ongeacht de verschillen.

Onder m: toegankelijkheid betekent dat alle mensen, dus ook voor mensen met een beperking of chronische aandoening overal aan mee kunnen doen. Dit sluit aan bij de ambities uit de Inclusie Agenda Toegankelijkheid.

Van een beperking is sprake als aan de persoon verbonden factoren ertoe leiden dat deze persoon niet (volledig) in staat is tot zelfredzaamheid en/of participatie. Een beperking is een fysieke, mentale, intellectuele of zintuigelijke belemmering. Hierbij wordt aangesloten bij de definitie van beperking zoals opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amersfoort. Activiteiten gericht op en georganiseerd voor of met Amersfoortse inwoners met een beperking vallen onder deze regeling. Het toegankelijk maken van gebouwen valt niet onder deze regeling.

Een aandoening is chronisch als deze langdurig of permanent is en niet zomaar overgaat of te genezen is. Bij een chronische aandoening is sprake van voortdurende zorg, ondersteuning of begeleiding die noodzakelijk is voor de dagelijkse levensverrichtingen. Dit kan dit bijvoorbeeld betrekking hebben op mensen met een langdurige lichamelijke of geestelijke beperking, mensen met chronische ziekten die voortdurende zorg en ondersteuning nodig hebben en ouderen die door veroudering langdurige hulp en ondersteuning nodig hebben.

Onder j en i: De doorwerking van het koloniaal- en slavernijverleden is tegenwoordig te merken in de systematische uitsluiting en ongelijke behandeling van zwarte mensen en mensen van kleur.

Onder k: Voorbeelden van ontmoeting zijn: koffiemomenten in de ochtend op scholen waarbij ouders elkaar spreken over opvoedvraagstukken en bijeenkomsten van ervaringsdeskundigen. Deze lijst is niet uitputtend qua activiteiten.

Artikel 2 Doel

Het doel van de regeling is om contact tussen verschillende mensen en tussen verschillende groepen mensen te versterken. Inwoners kunnen zo deelnemen aan activiteiten binnen hun groep. Dit wordt ook wel eens een safe space genoemd. Een veilige plek waarin je volledig jezelf kan zijn. Activiteiten kunnen er ook op gericht zijn om verschillende groepen bij elkaar te brengen.

De regeling richt zich specifiek op de thema’s: diversiteit, inclusie, toegankelijkheid voor mensen met een beperking zoals bedoeld in het VN-verdrag handicap, LHBTIQA+, het slavernij verleden, het koloniale verleden.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Alleen de collectieve activiteiten die in dit artikel zijn benoemd komen voor subsidiëring in aanmerking. Enkele voorbeelden zijn: de Pride Amersfoort, expertmeeting over Roma, Sinti en Reizigers en tentoonstelling over liefde bij verzorgingstehuizen.

Aanvragen die op andere activiteiten zien worden afgewezen.

Zo worden activiteiten zoals individuele bezoeken aan culturele of educatieve activiteiten niet als collectieve activiteit als bedoeld in deze regeling aangemerkt. Ook moeten de activiteiten aansluiten bij het doel van de regeling, activiteiten die niet worden aangemerkt als aansluiten bij het doel zijn bijvoorbeeld bedrijfsuitjes;

Artikel 4 Indieningstermijn aanvraag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5 Eisen aan de aanvrager

Volledige rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de rechtspersoon dezelfde rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon. Een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid moet zijn opgericht bij de notaris, moet statuten hebben en moet zijn ingeschreven in het handelsregister.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

De kosten die in het eerste lid zijn opgesomd, worden in ieder geval als subsidiabel aangemerkt.

Onder a: Bij kosten voor apparatuur gaat het bijvoorbeeld om de kosten voor een geluidsinstallatie of microfoon.

Onder b: Bij kosten voor materialen gaat het bijvoorbeeld om de kosten voor het bedrukken van flyers.

Onder c: Bij kosten voor inhuur van derden gaat het bijvoorbeeld om de uurtarief van een externe gespreksleider voor een dialoogavond.

Onder d: Bij kosten voor huisvesting gaat het bijvoorbeeld om de kosten voor de huur van een zaal of locatie.

Onder e: Bij kosten voor catering gaat het om eten en drinken tijdens de activiteit. Van de totaal aangevraagde subsidie wordt enkel 10% toegekend voor catering. Dus voor een aanvraag van € 4.000,- wordt maximaal €400,- toegekend voor catering. Ook als het bedrag op de begroting hoger is.

In lid 2 staan enkele kostenposten opgesomd die per definitie niet subsidiabel zijn. Als de aanvrager wel deze kosten moet maken in het kader van het project, dienen er voldoende eigen middelen of andere bijdragen dan de gevraagde subsidie van de gemeente in de begroting te zijn opgenomen. Het artikel verbiedt dus niet om projecten aan te vragen waarin deze kosten worden gemaakt, maar geeft aan dat deze kosten niet door de gemeente worden gesubsidieerd. Dit overzicht is niet uitputtend.

Artikel 8 Hoogte subsidie

De totale kosten van het project waar de aanvraag op ziet, mag hoger zijn dan € 5.000. Het maximale subsidiebedrag die door de aanvrager voor het project wordt gevraagd, mag niet hoger zijn dan € 5.000. 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van €5.000, komen in aanmerking voor subsidie. Als de subsidiabele kosten meer dan € 5.000 bedragen, dan dienen deze op andere wijze te worden gefinancierd.

Voorbeeld 1:

Een project wordt begroot op € 7.000. Op basis van de regeling constateert de aanvrager dat in het project voor € 5.000 subsidiabele kosten zitten. De aanvrager beschikt over € 1.500 eigen middelen en heeft € 500 bijdragen van het bedrijfsleven. In de begroting staan aan de uitgavekant dan alle subsidiabele en niet-subsidiabele kosten benoemd, aan de inkomstenkant de beoogde subsidie van de gemeente, de eigen middelen en de overige bijdragen. De begroting ziet er dan als volgt uit:

Uitgaven

Inkomsten

Subsidiabele kosten:

Aangevraagde subsidie gemeente

€ 5.000

Apparatuur X

€ 2.500

Eigen middelen

€ 1.500

Inhuur derden Y

€1.250

Bijdrage bedrijfsleven X

€ 500

Catering*

€ 500

 
 

Kosten vrijwilligers

€ 750

 
 

Subtotaal

€ 5.000

 
 

 
 
 

Niet-subsidiabele kosten:

 
 

Vergunningaanvraag (wettelijke verplichtingen)

€ 250

 
 

Schoonmaak/opruimkosten

€ 350

 
 

Overige catering (>10%)

€ 1.400

 
 

Subtotaal

€ 2.000

 
 

 
 
 

Totaal

€ 7.000

Totaal

€ 7.000

  • *

    let op: artikel 7, eerste lid, onder e beperkt de maximale kosten die voor catering kunnen worden opgevoerd tot 10% van de totale subsidiabele kosten.

Voorbeeld 2:

Een project wordt begroot op € 7.000. Op basis van de regeling constateert de aanvrager dat in het project voor € 4.000 subsidiabele kosten zitten. De aanvrager beschikt over € 2.500 eigen middelen en heeft € 500 bijdragen van het bedrijfsleven. In de begroting staan aan de uitgavekant dan alle subsidiabele en niet-subsidiabele kosten benoemd, aan de inkomstenkant de beoogde subsidie van de gemeente, de eigen middelen en de overige bijdragen.

Uitgaven

Inkomsten

Subsidiabele kosten:

Aangevraagde subsidie gemeente

€ 4.000

Apparatuur X

€ 2.500

Eigen middelen

€ 2.500

Inhuur derden Y

€ 350

Bijdrage bedrijfsleven X

€ 500

Catering*

€ 400

 
 

Kosten vrijwilligers

€ 750

 
 

Subtotaal

€ 4.000

 
 

 
 
 

Niet-subsidiabele kosten:

 
 

Vergunningaanvraag (wettelijke verplichtingen)

€250

 
 

Inzet in natura

€ 900

 
 

Schoonmaak/opruimkosten

€ 350

 
 

Overige catering (>10%)

€ 1.500

 
 

Subtotaal

€ 3.000

 
 

 
 
 

Totaal

€ 7.000

Totaal

€ 7.000

  • *

    let op: artikel 7, eerste lid, onder e beperkt de maximale kosten die voor catering kunnen worden opgevoerd tot 10% van de totale subsidiabele kosten.

Voorbeeld 3:

Een project wordt begroot op € 7.000. Op basis van de regeling constateert de aanvrager dat in het project voor € 6.000 subsidiabele kosten zitten. De aanvrager beschikt over € 1.500 eigen middelen en heeft € 500 bijdragen van het bedrijfsleven. In de begroting staan aan de uitgavekant dan alle subsidiabele en niet-subsidiabele kosten benoemd, aan de inkomstenkant de beoogde subsidie van de gemeente, de eigen middelen en de overige bijdragen.

Uitgaven

Inkomsten

Subsidiabele kosten:

Aangevraagde subsidie gemeente**

€ 5.000

Apparatuur X

€ 3.250

Eigen middelen

€ 1.500

Inhuur derden Y

€ 1.500

Bijdrage bedrijfsleven X

€ 500

Catering*

€ 500

 
 

Kosten vrijwilligers

€750

 
 

Subtotaal

€ 6.000

 
 

 
 
 

Niet-subsidiabele kosten:

 
 

Vergunningaanvraag (wettelijke verplichtingen)

€ 250

 
 

Schoonmaak/opruimkosten

€ 150

 
 

Overige catering (>10%)

€ 600

 
 

Subtotaal

€ 1.000

 
 

 
 
 

Totaal

€ 7.000

Totaal

€ 7.000

  • *

    let op: artikel 7, eerste lid, onder e beperkt de maximale kosten die voor catering kunnen worden opgevoerd tot 10% van de totale subsidiabele kosten.

  • **

    maximum wat aangevraagd kan worden is 100% van de subsidiabele kosten tenzij deze kosten meer zijn dan € 5.000. In dat geval is het maximale subsidiebedrag wat aangevraagd kan worden € 5.000.

Artikel 9 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Subsidieaanvragen worden afgewezen als één van de in dit artikel opgesomde weigeringsgronden van toepassing zijn. Deze gronden zijn een aanvulling op de weigeringsgronden uit de Asv.

Artikel 11 Wijze van verdeling

Subsidies worden verstrekt op volgorde van een kwalitatieve rangschikking. Dit betekent een ‘tendersysteem’, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking van de volledige, tijdig ingediende aanvragen. De onderlinge vergelijking vindt plaats op basis van de beoordelingscriteria uit het tweede lid. Voor de toekenning van de punten per beoordelingscriterium is een scoreformulier opgesteld. De aanvragen met minimaal 55 punten worden positief beoordeeld en komen bij voldoende budget in aanmerking voor subsidie. De beoordelingsmatrix is te vinden in de bijlage.

Artikel 12 Direct vastgesteld

Alle aanvragen worden direct vastgesteld. Dat betekent dat subsidieontvangers niet een aparte verantwoording hoeven in te dienen nadat de activiteit is uitgevoerd. Als na uitvoering van de activiteit blijkt dat er geld van het subsidiebedrag over is, vertrouwt gemeente er op dat de subsidieontvanger dit in de toekomst aan soortgelijke activiteiten zal spenderen.

Artikel 13 Verplichtingen

Subsidieontvangers moeten voldoen aan alle in dit artikel opgesomde verplichtingen. Deze verplichtingen zijn een aanvulling op de verplichtingen uit de artikelen 16 tot en met 19 van de Asv. Als er niet aan de verplichting voldaan wordt, krijgen de subsidieontvangers de mogelijkheid om als nog te voldoen aan de verplichtingen. Blijkt dit niet te kunnen of dat na een week geen geplande acties zijn ondernomen tot verbetering. Dan wordt de subsidie teruggevorderd.

Artikel 14 Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.