Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024

Geldend van 12-10-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Gezien het advies van het presidium van de gemeente Valkenburg aan de Geul de dato 2 september 2024;

Gezien het advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen de dato 23 september 2024;

Besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Valkenburg aan de Geul 2024.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

De grondslag voor de vergoeding van de werkzaamheden van raadsleden en commissieleden is gelegen in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van maximaal € 139.90 per maand.

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 139,90 per maand.

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

  • a.

    De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer. Hiertoe kan via de griffie een NS Business card voor aangegeven reizen opgevraagd worden.

  • b.

    Bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten.

  • 2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

  • 5. Raadsleden en commissieleden kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente binnen de gemeentelijke vastgestelde richtlijnen (via de griffie) gebruik maken van elektrische deelauto’s en elektrische fietsen.

Artikel 5. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie naar de griffier.

  • 3. De aanvraag wordt door de griffier en fractievoorzitters behandeld.

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen

Het raadslid wordt in het kader van papierloos vergaderen een iPad in bruikleen ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

De griffier stelt voor de raadsleden de modelbruikleenovereenkomst vast.

Het raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    Betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur.

  • b.

    Betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10. Intrekking oude verordening

De oude Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2023 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Valkenburg aan de Geul 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul de dato

7 oktober 2024.

mr. J.W.L. Pluijmen, D.M.M.T. Prevoo,

griffier voorzitter

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE VOORGESTELDE AANPASSINGEN VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS-EN COMMISSIELEDEN 2024

Algemeen

Met dit wijzigingsbesluit wordt de Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden 2019 gewijzigd. Dit in verband met wijzigingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers alsmede de inhoud van twee circulaires.

Artikelsgewijs

Artikel 3:

Met ingang van 1 januari 2024 is het bedrag van de maximale toelage voor een lid van een bijzondere commissie verhoogd. Deze wijziging voert die verhoging ook in de verordening door.

Artikel 4:

Voor de vergoeding van reiskosten aan raads- en commissieleden voor dienstreizen binnen het grondgebied van de gemeente waren al regels gesteld in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Voor dienstreizen buiten de gemeente kon dit nog niet omdat de Gemeentewet daarvoor geen grondslag bood. Inmiddels is dat wel het geval en is het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdrager zo aangepast dat het in een vergoeding voor alle dienstreizen voorziet. In lijn hiermee wijzigt dit besluit ook de bepalingen in de verordening.

Artikel 6 :

De gemeente verstrekt informatie- en communicatievoorzieningen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Dit geeft de gemeente ook de mogelijkheid om dit ICT-middel te schonen. Omdat gemeenten de ICT-middelen daarna niet allemaal hergebruiken en er onder politieke ambtsdragers soms een wens is de ICT-middelen over te nemen, voorziet de verordening met deze wijziging in een facultatieve bepaling om het ICT-middel na schoning over te nemen. De ambtsdrager dient dan wel een vergoeding voor het ICT-middel te betalen die gelijk is aan de resterende waarde van de het ICT-middel in het economisch verkeer. Zie hierover ook de circulaire van 29 maart 2022.

Artikel 9:

Als politieke ambtsdragers onkosten declareren dienen zij daarbij in beginsel bewijsstukken te verstrekken. In de Circulaire Introductie bij gemeenten van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is kenbaar gemaakt dat dit niet aan de orde is als de vergoeding een forfaitair bedrag betreft. In verband met vragen hierover, wordt dit ook in de verordening tot uitdrukking gebracht.

Ondertekening