Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente IJsselstein 2024

Geldend van 12-10-2024 t/m heden

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente IJsselstein 2024

De raad van de gemeente IJsselstein,

gelezen het collegevoorstel van 27 augustus 2024, zaaknummer 201097;

gelet op de artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente IJsselstein 2024

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bovengrondse voorzieningen: transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel uitmaken van een netwerk en bovengronds worden geplaatst;

  • -

    breekverbod: tijdelijk verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • -

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, op grond van een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

  • -

    instemmingsbesluit: een besluit op een aanvraag tot instemming als bedoeld in artikel 5.4 lid 1 sub a van de Telecommunicatiewet van de voorgenomen werkzaamheden voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • -

    kabels of leidingen: een of meer kabels of leidingen, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- of mutatiepunten, alsmede lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken;

  • -

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • -

    netbeheerder: een vennootschap die eigenaar is van, of die alle aandelen heeft in de rechtspersoon die eigenaar is van, een bij of krachtens de wet voor het beheer aangewezen netwerk;

  • -

    netwerk: samenstel van kabels of leidingen bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • -

    niet-openbaar netwerk: een netwerk dat (i) geen openbaar elektronisch communicatienetwerk is, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, of (ii) geen openbaar netwerk is van een netbeheerder die krachtens een wet aangewezen is om een openbaar netwerk aan te leggen en te onderhouden;

  • -

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • -

    registratiesysteem: digitaal systeem dat het college hanteert om meldingen, vergunningen en instemmingen van werkzaamheden en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

  • -

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden voor de instandhouding van kabels of leidingen van een netwerk waarvoor uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening is opgetreden;

  • -

    vergunning: een besluit op een aanvraag voor toestemming van voorgenomen werkzaamheden, niet zijnde kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • -

    werkzaamheden: handmatige of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen;

  • -

    werkzaamheden van niet-ingrijpende aard:

    • werkzaamheden met een gezamenlijke tracélengte tot 10 meter, waarbij geen:

      • -

        wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist;

      • -

        bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;

      • -

        distributie- en mutatiepunten met een afmeting groter dan 30x30x30 cm (lxbxh) worden geplaatst.

    • het aanbrengen of verwijderen van kabels of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • het vervangen van bestaande bovengrondse voorzieningen of distributie- en mutatiepunten met dezelfde of kleinere afmetingen;

    • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op voorgenomen werkzaamheden door of namens een netbeheerder binnen de gemeente.

  • 2. Als de gemeente - al dan niet naar aanleiding van wet- of regelgeving - besluit (werkzaamheden aan) een niet-openbaar netwerk toe te staan, waarvoor geen gedoogplicht geldt, dan zijn de bepalingen in deze verordening van overeenkomstige toepassing op de voorgenomen werkzaamheden.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing op werkzaamheden die door, of in opdracht van, de gemeente worden uitgevoerd.

Artikel 3. Nadere regels

Het college kan binnen de kaders van deze verordening nadere regels stellen.

Hoofdstuk 2. Aanvragen en melden van werkzaamheden.

Artikel 4. Aanvraag- en meldingsprocedure

  • 1. Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit, vergunning of goedgekeurde melding.

  • 2. In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met het college om de aanvraag voor te bereiden.

  • 3. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige of grondeigenaar dan de gemeente of als er een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager het college hiervan op de hoogte.

  • 4. Een aanvraag tot het nemen van een instemmingsbesluit of het verstrekken van een vergunning wordt tenminste acht weken voor de voorgenomen aanvang van werkzaamheden bij het college ingediend. Ook wordt minstens vijf werkdagen voor start van de werkzaamheden een melding ter goedkeuring aan het college voorgelegd.

  • 5. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit of vergunning vereist. Hiervoor wordt minstens drie werkdagen voorafgaand aan de voorgenomen aanvang van werkzaamheden een melding ter goedkeuring aan het college voorgelegd.

  • 6. Voor spoedeisende werkzaamheden geldt dat:

    • a.

      voor het verrichten van de werkzaamheden geen instemmingsbesluit of vergunning nodig is mits een melding voorafgaand aan de uit te voeren werkzaamheden bij de piketmedewerker volstaat;

    • b.

      als een melding vooraf niet mogelijk is, de melding uiterlijk binnen een werkdag na de aanvang van de uitvoering gemotiveerd gedaan wordt;

    • c.

      het college bevoegd is om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is;

    • d.

      de burgemeester kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is;

    • e.

      indien achteraf blijkt dat voor de werkzaamheden een instemming of vergunning vereist was, deze alsnog bij het college aangevraagd wordt.

  • 7. Het indienen van een aanvraag of een melding wordt gedaan via het (digitale) formulier of registratiesysteem waarbij de daar vermelde gegevens verstrekt dienen te worden.

Artikel 5. Weigeringsgronden en breekverbod

  • 1. Het college kan een vergunning of een melding - niet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet - weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten.

  • 2. Het college is bevoegd een breekverbod in te stellen, behalve in geval van spoedeisende werkzaamheden.

Artikel 6. Gebruik en medegebruik van voorzieningen

  • 1. Op verzoek van het college wordt bij de werkzaamheden (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, ondergrondse voorzieningen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is en het (mede)gebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2. Het (mede)gebruik betreft de ondergrondse voorzieningen die tegen marktconforme prijs en objectieve, transparante, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden ter beschikking worden gesteld.

  • 3. Indien de voorziening in eigendom is van de gemeente dan is voor het (mede)gebruik schriftelijke toestemming van de gemeente vereist.

  • 4. In het vooroverleg als bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7. Termijnen

  • 1. Het besluit op een aanvraag tot het verkrijgen van instemming of een vergunning wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag.

  • 2. Indien een instemmingsbesluit of vergunning niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden genomen of verstrekt, deelt het college dit aan de aanvrager mee en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het instemmingsbesluit of de vergunning wel kan worden genomen of verstrekt.

  • 3. Het besluit op een melding voor werkzaamheden van niet-ingrijpende aard of voor start werkzaamheden na verleende instemming of vergunning, wordt genomen binnen drie werkdagen na ontvangst van de melding.

  • 4. Het besluit op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt onverwijld nadat de melding is gedaan.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

  • 6. De werkingsduur van positieve besluiten op aanvragen eindigt uiterlijk na verloop van 1 jaar na het onherroepelijk worden van dat besluit.

  • 7. Voor werkzaamheden van niet-ingrijpende aard geldt dat die worden voltooid uiterlijk binnen de in het besluit op de melding bepaalde tijdvak.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 8. Het nemen van maatregelen

  • 1. De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college zo snel mogelijk over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels of leidingen ten dienste van zijn netwerk. In het verzoek staan de uiterlijke termijnen waarbinnen de te nemen maatregelen moeten zijn uitgevoerd.

  • 2. Het college en de netbeheerder beperken bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk.

  • 3. Een al verstrekte toestemming voor de kabels of leidingen waarvoor een verzoek tot het nemen van maatregelen door het college is gedaan, wordt gelijktijdig ingetrokken.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op het nemen van maatregelen ten aanzien van een openbaar elektronisch communicatienetwerk voor zover hierin is voorzien door artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet.

  • 5. Dit artikel is tevens niet van toepassing op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen waarin al voorzien wordt door een specifieke privaatrechtelijke overeenkomst.

Artikel 9. Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel of leiding. Dit geldt ook als een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Het college kan hiervoor van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels of leidingen verlangen.

  • 2. De netbeheerder stelt het college in kennis wanneer het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

Hoofdstuk 4. Toezicht en handhaving

Artikel 10. Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast door het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11. Overgangsbepalingen

  • 1. Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 2. Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 12, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, al dan niet onder dezelfde naam, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 12. Intrekking geldende regels

De Telecommunicatieverordening gemeente IJsselstein 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op de bekendmaking daarvan.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente IJsselstein 2024.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 oktober 2024.

De griffier,

A.J.O. van Kooij MMC

De voorzitter,

mr. P.J.M. van Domburg