Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725281
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725281/1
Subsidieverordening Natuur en Landschap gemeente Berg en Dal 2024
Geldend van 10-10-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieverordening Natuur en Landschap gemeente Berg en Dal 2024De raad van de gemeente Berg en Dal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2024;
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
overwegende dat:
met deze verordening ontwikkelingen op het gebied van verbetering van de biodiversiteit en landschappelijke kwaliteit kunnen worden ondersteund;
in deze verordening enkele praktische knelpunten in de uitvoering van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer gemeente Groesbeek 2015 worden opgelost;
b e s l u i t :
de Subsidieverordening Natuur en Landschap gemeente Berg en Dal 2024 vast te stellen.
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
natuur- en landschapselementen: elementen in het landschap met natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke betekenis. Ook kleine wateren als bijvoorbeeld kolken, poelen, beken, kleine waterlopen, kleine hoogstamfruitboomgaarden en zichtlijnen worden hiertoe gerekend;
- b.
ondersteunende elementen: elementen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling of het behoud van de landschapselementen. Dat kunnen bijvoorbeeld boompalen zijn. Elementen als afrasteringen of hekwerken behoren hier niet toe.
- c.
landschap: het gebied van de gemeente dat niet behoort tot een bebouwde kom en niet behoort tot een erf bij een gebouw;
- d.
Landschapsontwikkelingsplan (LOP): het door de raad vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan.
- e.
Omgevingsplan: het door de raad vastgestelde Omgevingsplan
- f.
Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma (GUP): Het programma dat de landschapselementen en de recreatieve ontsluiting die in aanmerking komen voor subsidie in het kader van deze verordening beschrijft.
- g.
beschermde diersoorten: alle diersoorten zoals genoemd in de Wet natuurbescherming.
- h.
het college: het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2: Reikwijdte
Deze subsidieverordening is van toepassing op werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van natuur- en landschapsontwikkeling en natuurbeheer, zoals vastgelegd in het LOP en de nadere uitwerkingen daarvan in het GUP.
Paragraaf 2. Subsidie natuur- en landschapselementen.
Artikel 3: Bevoegdheid, vaststellen subsidieplafond
-
1. Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van herstel, aanleg en nazorg van natuur- en landschapselementen van particulieren of (technische) inrichtingsmaatregelen ten behoeve van beschermde diersoorten.
-
2. Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van herstel, aanleg en nazorg van natuur- en landschapselementen van particulieren of (technische) inrichtingsmaatregelen ten behoeve van beschermde diersoorten.
-
3. Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden, maar die afgewezen zijn omdat het subsidieplafond is bereikt, hebben in het daaropvolgende jaar voorrang op later ingediende aanvragen.
Artikel 4: De aanvraag tot subsidieverlening
De subsidie wordt schriftelijk aangevraagd door het indienen van het door het college voorgeschreven aanvraagformulier.
Artikel 5: Rechthebbende
Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 kan alleen worden verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van het natuur- en landschapselement of (technische) inrichtingsmaatregel ten behoeve van beschermde diersoorten.
Artikel 6: De hoogte van de subsidie
-
1. De rechthebbende kan per jaar een bedrag van maximaal €15.000 inclusief btw aanvragen.
-
2. Als een rechthebbende in een bepaald kalenderjaar een subsidie krijgt toegekend zal het daarop volgende kalenderjaar geen nieuwe subsidie worden verstrekt. Het daaropvolgende kalenderjaar kan er weer subsidie worden toegekend.
-
3. De subsidie betreft 100% van de aanleg- en inrichtingskosten van de landschapselementen. Ook de kosten van de ondersteunende elementen kunnen gesubsidieerd worden, voor zover deze in een redelijke verhouding staan tot de kosten van de te ondersteunen landschapselementen.
-
4. De subsidie wordt bepaald aan de hand van normen uit het meest actuele Normenboek Natuur, Bos en Landschap.
Artikel 7: Verplichting tot onderhoud
Subsidie als bedoeld in artikel 3 lid 1 kan alleen worden verleend als de rechthebbende zich middels een overeenkomst verplicht het betreffende natuur- en landschapselement gedurende ten minste 10 jaar na de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit op eigen kosten naar behoren in stand houdt en onderhoudt.
Artikel 8: Overige eisen
Subsidie als bedoeld in artikel 3 lid 1 kan alleen worden verleend als:
- 1.
de uit te voeren werkzaamheden passen binnen de doelstellingen van het LOP en Omgevingsplan. In geval van twijfel bepaalt het college wat binnen deze doelstellingen past;
- 2.
het natuur- en landschapselement in overeenstemming is met de voor het betreffende deelgebied uit het LOP passende landschapselementen, zoals bepaald in de gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s (GUP) Groesbeek, Ooijpolder en Duffelt.
- 3.
de beplanting die deel uit maakt van het natuur- en landschapselement streekeigen is
- 4.
een technische maatregel ten behoeve van beschermde soorten dient aan een van de vier volgende voorwaarden te voldoen: voedsel, voortplanting, veiligheid, verplaatsing.
Artikel 9: Weigeringsgronden
De subsidie als bedoeld in artikel 3 lid 1 kan worden geweigerd:
- 1.
indien de subsidieaanvraag niet voldoet aan de vereisten uit de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van deze verordening;
- 2.
indien de landschappelijke aanplant een voorwaardelijke verplichting betreft ingevolge een verleende omgevingsvergunning of vastgesteld omgevingsplan of onderdeel is van het herstel van illegaal verwijderde landschapselementen.
- 3.
indien het subsidieplafond is bereikt.
- 4.
indien reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden voordat de subsidie is verleend.
Artikel 10 : Verplichtingen subsidieontvanger
Het college kan met het oog op de voorwaarden die de provincie Gelderland in het kader van de subsidieverlening aan de gemeente (cofinanciering) stelt, nadere voorwaarden aan de subsidieverlening als bedoeld in artikel 3 lid 1 stellen.
Artikel 11: Aanvraag tot vaststelling subsidie
-
1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient te worden ingediend binnen 26 weken na afronding van de werkzaamheden. Het college kan hiervan afwijken indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
-
2. De aanvraag tot vaststelling bestaat uit een ingevuld en ondertekend gereedmeldingsformulier van de subsidieontvanger, dat de werkzaamheden geheel zijn voltooid, voorzien van kopieën van facturen, betaalbewijzen en foto’s.
Paragraaf 3. Subsidie projecten landschapsontwikkelingsplan en biodiversiteitsplan.
Artikel 12: Bevoegdheid
-
1. Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van projecten die passen binnen de doelstellingen van het landschapsontwikkelingsplan en biodiversiteitsplan en die niet vallen onder de in artikel 3 lid 1 bedoelde werkzaamheden.
-
2. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de activiteiten waarvoor op grond van het eerste lid subsidie kan worden verstrekt. Het college is bevoegd het subsidieplafond tussentijds te wijzigen, indien daarvoor gegronde redenen bestaan.
-
3. Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden, maar die afgewezen zijn omdat het subsidieplafond is bereikt, hebben in het daaropvolgende jaar voorrang op later ingediende aanvragen.
Artikel 13: Aanvraag
De aanvrager dient het verzoek om subsidie als bedoeld in artikel 12 lid 1 schriftelijk in. De aanvraag dient voorzien te zijn van een duidelijk beschreven projectplan.
Artikel 14: Weigeringsgronden
-
1. Het college weigert de subsidieverlening als bedoeld in artikel 12 lid 1 in ieder geval indien:
- a.
het project naar zijn oordeel onvoldoende doelmatig is;
- b.
de kosten van de werkzaamheden naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;
- c.
de aanvraag in strijd is met het bij of krachtens deze verordening gestelde;
- d.
het subsidieplafond is bereikt.
- a.
-
2. Het college kan de subsidieverlening als bedoeld in artikel 12 lid 1 in ieder geval weigeren, indien reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder zijn toestemming.
Artikel 15: De gereedmelding van het project
-
1. De subsidieontvanger meldt het project zo spoedig mogelijk na voltooiing van de werkzaamheden gereed, doch uiterlijk voor 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de subsidie verleend is.
-
2. Het college kan op aanvraag van de in het eerste lid genoemde termijn afwijken.
-
3. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.
-
4. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van:
- a.
een verklaring van de subsidieontvanger dat bij het realiseren van het project is voldaan aan de opgelegde verplichtingen; en
- b.
een gespecificeerde opgave van de kosten van het project met daarop betrekking hebbende rekeningen en betaalbewijzen; en
- c.
foto’s van de uitgevoerde werkzaamheden.
- a.
Artikel 16: De vaststelling van de subsidie
-
1. Het college kan de subsidie als bedoeld in artikel 12 lid 1 lager vaststellen dan het bedrag uit de subsidieverlening, indien de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde niet heeft nageleefd.
-
2. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten met als maximum het bij subsidieverlening toegekende bedrag.
Artikel 17: Het geven van voorschotten
Aan de subsidieontvanger kan op aanvraag een voorschot verleend worden van ten hoogste 50 % van de subsidie zoals bedoeld in artikel 12 lid 1.
Paragraaf 4: Slotbepalingen
Artikel 18: Toezicht op naleving
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze subsidieverordening bepaalde worden door het college aan te wijzen personen of instanties belast.
Artikel 19: Nadere regels en bijzondere gevallen
-
1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.
-
2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treft het college de nodige voorzieningen en/of neemt het de nodige beslissingen, één en ander mede in overleg met de belanghebbende.
-
3. Het college is bevoegd, al dan niet onder het stellen van nadere voorwaarden, artikelen buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voor zover toepassing gelet op het belang daarvan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 20 Citeertitel, inwerkingtreding. vervallen voorgaande verordeningen en overgangsrecht
-
1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Natuur en Landschap gemeente Berg en Dal 2024”.
-
2. Deze verordening treedt na de dag van de bekendmaking in werking.
-
3. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer gemeente Groesbeek 2015.
-
4. Rechten en verplichtingen die voortvloeien uit subsidiebeschikkingen die zijn genomen op basis van de in lid 3 genoemde voorgaande verordening en die nog gelden op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening, blijven gelden totdat de werking van de subsidiebeschikking is geëxpireerd.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Berg en Dal in zijn openbare vergadering van 26 september 2024.
De raadsgriffier,
De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl