Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Waterland 2024

Geldend van 11-10-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Waterland 2024

De raad van de gemeente Waterland;

gelezen het voorstel van de werkgroep verordeningen en regelingen d.d. 1 augustus 2024;

gelet op artikel 95, eerste en tweede lid en artikel 96 eerste en tweede lid van de Gemeentewet en afdeling 3.0, 3.1, 3.3 en 3.4 van hoofdstuk 3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

B E S L U I T :

vast te stellen navolgende:

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Waterland 2024

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing als bedoeld in artikel 3.3.3. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Kosten van scholing, welke scholing wordt georganiseerd door een beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen, met inachtneming van het vierde lid, altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking, als voldaan wordt aan de voorwaarden in het eerste en tweede lid.

  • 4. De vergoeding vindt plaats door de griffier zolang het daarvoor beschikbare budget in de begroting niet wordt overschreden.

  • 5. Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in dit artikel worden ingediend, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. Bij verschil van inzicht tussen de aanvrager en de griffier, wordt de aanvraag ter beslissing voorgelegd aan het fractievoorzittersoverleg.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 en 3.4.4. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, per kalenderkwartaal plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen één maand na het indienen van de aanvraag plaatsvindt.

Artikel 7. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden en duoraadsleden gemeente Waterland 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking van deze verordening.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Waterland 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland op 26 september 2024.

De raad voornoemd,

Th.G.L. Greep

griffier

drs. M.C. van der Weele

voorzitter