Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Oirschot 2024

Geldend van 09-10-2024 t/m heden

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Oirschot 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot

Corsanummer 24.I001395

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

b e s l u i t:

vast te stellen de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Oirschot 2024

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    Secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    Wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

  • e.

    Rechtspositiebesluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • f.

    Rechtspositieregeling: Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1. De burgemeester of de wethouder die wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van hun functie als bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken en de door de burgemeester of wethouder aangedragen motivering.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. De burgemeester of wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. De burgemeester of wethouder levert na beëindiging van zijn functie zo spoedig mogelijk de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer. De resterende waarde van de voorziening in het economisch verkeer wordt vastgesteld door de secretaris.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit of de Rechtspositieregeling anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen één maand na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen een maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot, 01-10-2024

De secretaris,

Saskia Willems-Van Ulden

De burgemeester,

Judith Keijzers-Verschelling