Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725219
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725219/1
Nadeelcompensatieregeling kabels en Leidingen Tilburg
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Nadeelcompensatieregeling kabels en Leidingen TilburgHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg
gelezen het voorstel van 27 augustus 2024;
gelet op titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 3, artikel 8 lid 1 sub g en lid 3 en artikel 10, lid 2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Tilburg;
Besluit vast te stellen:
Nadeelcompensatieregeling kabels en Leidingen Tilburg
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
Artikel 1 van de AVOI is overeenkomstig van toepassing.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvraag: een Aanvraag/verzoek om Nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 6 van deze regeling.
- b.
Netbeheerder: Netbeheerder ten aanzien waarvan een besluit wordt genomen als bedoeld in artikel 1 onder J van de Verordening.
- c.
Categorie-I Leidingen: een Leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning lager dan 10 kV met een distributiefunctie of een gasleiding met een nominale druk die lager is dan 1 bar; of een waterleiding met een nominale diameter van kleiner dan 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter van 250 mm of kleiner.
- d.
Categorie-II Leidingen: een Leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning vanaf 10 kV en hoger met een transportfunctie; of een gasleiding met een nominale druk van 1 bar en hoger; of een waterleiding met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een Leiding die valt onder de Omgevingswet, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl); en een Leiding die is gelegen in een in een bestemmingsplan c.q. Omgevingsplan opgenomen strook grond die primair is bestemd voor het leggen van Leidingen en zo nodig is uitgevoerd met collectieve voorzieningen zoals infrastructurele voorzieningen (Leidingstrook).
- e.
College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.
- f.
Kostenverhaal plichtige activiteit: activiteit zoals bedoeld in artikel 13.11 Omgevingswet voor de kosten van het verwijderen en verplaatsen van kabels en Leidingen (bijlage IV bij het Omgevingsbesluit A5).
- g.
Leiding: kabels en leidingen, mantelbuizen daaronder begrepen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie en waarmee het algemeen belang wordt gediend, inclusief de daarbij horende onder- en bovengrondse ondersteuningswerken zoals kasten, afsluiters, brandkranen en netstations, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet.
- h.
Nadeelcompensatie: bedrag dat op basis van deze regeling als tegemoetkoming wordt toegekend aan de belanghebbende.
- i.
Netbeheerder: de natuurlijke persoon handelend in een uitvoering van een beroep of bedrijf, of rechtspersoon door wie of onder wiens verantwoordelijkheid een kabel of leiding of (al dan niet openbaar) net of netwerk voor de levering van elektriciteit, gas, water, warmte of WKO (Warmte Koude Opslag), wordt aangelegd, beheerd of geëxporteerd, dan wel de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet, waaronder tevens wordt begrepen de natuurlijke of rechtspersoon, die een vergunning of instemmingsbesluit heeft aangevraagd of melding heeft gedaan.
- j.
Materiaal kosten: de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen Leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.
- k.
Openbare gronden: Openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet en terreinen, (bouw)gronden waarvan de gemeente ten minste eigenaar is die op het moment van de werkzaamheden nog geen deel uitmaken van de openbare ruimte, maar die na oplevering tot het openbaar areaal gaan behoren.
- l.
Rijzen: het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een kabel of Leiding dat nodig is als gevolg van verzakking van de grond.
- m.
Schade: de werkelijke kosten van treffen van maatregelen ten behoeve van het verlegen, verplaatsen, aanpassen, (tijdelijke) bescherming of verwijdering van kabels.
- n.
Vergunning: besluit van het college op een aanvraag voor het verrichten van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding op opruiming van kabels of leidingen in, op en boven openbare gronden, uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.
- o.
Verordening: regelgeving waarin het leggen, liggen en verwijderen van kabels en Leidingen is geregeld; Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Tilburg.
Artikel 2 Werkingssfeer
-
1. Deze regeling is van toepassing op aanvragen van Netbeheerders om Schade indien de gemeente in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, de noodzaak heeft een conform Vergunning aangelegde Leiding te verleggen en hierdoor Schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent de gemeente de Netbeheerder desgevraagd een vergoeding toe.
-
2. Deze regeling is op kabels en Leidingen in de ruimte op of in de Openbare gronden zoals bedoeld in de Verordening slechts van toepassing voor zover kabels of Leidingen niet het eigendom zijn van de Gemeente.
-
3. De privaatrechtelijke toestemming geldt als Vergunning. Deze regeling geldt ten aanzien van kabels en Leidingen die op basis van een verbintenisrechtelijke grondslag in de grond liggen.
-
4. Deze regeling is niet van toepassing op:
- a.
Kabels en Leidingen als bedoeld in artikel 1.1. van de Telecommunicatiewet,
- b.
Kabels en Leidingen voor zover deze onderdeel zijn van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer of van drukapparatuur als bedoeld in het Warenbesluit drukapparatuur.
- a.
Hoofdstuk II Nadeelcompensatie
Artikel 3 Normaal maatschappelijk risico en hoogte Nadeelcompensatie
-
1. Indien een Netbeheerder binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van een Vergunning als bedoeld in artikel 4 van de AVOI, de verplichting opgelegd krijgt tot het verleggen van de kabel of Leiding in Openbare grond waarop de Vergunning betrekking heeft, vanwege de intrekking of de wijziging van de Vergunning, bedraagt de Nadeelcompensatie 100% van het Schadebedrag.
-
2. Indien de Vergunning van de Netbeheerder voor een Categorie-I Leiding, die ligt in Openbare grond door het college wordt ingetrokken of gewijzigd in de periode vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de Vergunningverlening, bedraagt de Nadeelcompensatie 80% van het Schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het 16ste jaar (trapsgewijs), volgens het schema van bijlage 2.
-
3. Indien de Vergunning van de Netbeheerder voor een Categorie-II Leiding, die ligt in Openbare grond door het college wordt ingetrokken of gewijzigd in de periode vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de Vergunningverlening, bedraagt de Nadeelcompensatie 80% van het Schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het 31ste jaar (trapsgewijs), volgens het schema van bijlage 3.
-
4. De Nadeelcompensatie bedraagt, in afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid, 100% van het Schadebedrag, indien en voor zover de kabel of Leiding van de Netbeheerder ligt met Vergunning van een andere partij dan de gemeente en niet in de Openbare ruimte en
- a.
de kabel of Leiding van de Netbeheerder is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of
- b.
de kabel of Leiding ligt op basis van een zakelijk recht, tenzij de Gemeente op grond van de inhoud van dat zakelijk recht aanspraak kan maken op een verlegging van die Leiding op kosten van de Netbeheerder, of
- c.
op de kabel of Leiding een gedoogplicht volgens de Omgevingswet rust tenzij de Gemeente op grond van die gedoogplicht aanspraak kan maken op een verlegging van die Leiding op kosten van de Netbeheerder, of
- d.
de Leiding wordt verlegd vanwege de uitvoering van een Kostenverhaal plichtige activiteit.
- a.
-
5. Rusten op de niet in de Openbare ruimte gelegen kabel of Leiding van de Netbeheerder geen van de rechten als bedoeld in het vierde lid, dan is het bedrag waarover de Nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de in Bijlage 1 bedoelde kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De in Bijlage 1 bedoelde materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
-
6. Indien een Netbeheerder een aanwijzing krijgt tot het Verleggen van een Leiding voor een Categorie-I Leiding na dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de Vergunning, wordt geen Nadeelcompensatie toegekend. Voor Categorie-II Leidingen bedraagt de hiervoor genoemde termijn vijftien jaren.
-
7. De Nadeelcompensatie, bedoeld in de leden 1 tot en met 5, wordt slechts vergoed, voor zover het college tot vergoeding daarvan op grond van artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht gehouden is.
-
8. Indien de Netbeheerder gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing en er binnen vijf jaar na verzending van de aanwijzing geen begin is gemaakt met de werkzaamheden waarvoor de aanwijzing is gegeven, heeft de Netbeheerder recht op volledige vergoeding van alle door hem in redelijkheid gemaakte kosten.
Artikel 4 Schadevaststelling
-
1. Voor de vaststelling van de Schade wordt uitgegaan van de daadwerkelijk geleden Schade. Deze wordt berekend op basis van werkelijk gemaakte kosten.
-
2. Het Schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen en bijlagen van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van ontwerp en begeleiding, uit- en inbedrijfstellen, uitvoering en materiaal betrokken. Deze kosten worden gespecificeerd in kostensoorten in Bijlage 1.
Artikel 5 Algemene bepalingen bij de vaststelling van een vergoeding.
-
1. Indien er sprake is van meerdere (tijdelijke) verleggingen, van dezelfde Leiding, op dezelfde locatie, dan is deze regeling van toepassing op de kosten van de eerste verlegging en komen de kosten van de overige verleggingen geheel ten laste van de gemeente.
-
2. Het college kent geen Nadeelcompensatie toe als in de Vergunning is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de Vergunning, een wijziging of intrekking van die Vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode door of in opdracht van de Gemeente uit te voeren werkzaamheden in de Openbare ruimte waarin de Leiding is gelegen en in deze periode de Vergunning hiertoe wordt gewijzigd of ingetrokken.
-
3. De hoogte van de Nadeelcompensatie wordt vastgesteld op basis van een door het college nader te bepalen vaste prijs indien het voorlopig vastgestelde bedrag aan Nadeelcompensatie lager is dan €10.000. In alle andere gevallen wordt de hoogte van de Nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie.
-
4. Als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen kabel of Leiding niet conform de Vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen tegemoetkoming toe te kennen.
Hoofdstuk III Bepalingen voor Schadeveroorzakende voornemens
Artikel 6 Aanvraag voor vaststelling Nadeelcompensatie
-
1. Een verzoek tot Nadeelcompensatie wordt binnen een jaar nadat de werkzaamheden voor de verlegging van de Leiding geheel zijn afgerond door de Netbeheerder ingediend bij het college. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in Bijlage 4.
-
2. De Netbeheerder dient bij het verzoek aan te tonen op welke datum Vergunning is verleend voor het aanleggen van de Leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd, vanaf deze datum wordt gerekend.
-
3. Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, tenminste:
- a.
Een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het Schadebedrag conform het model als weeggeven in Bijlage 4;
- b.
De hoogte van de Nadeelcompensatie die naar mening van de Netbeheerder voldaan dient te worden door de Gemeente;
- c.
Het rekeningnummer van de Netbeheerder ten behoeve van de betaling.
- a.
-
4. Bij de indiening van een Aanvraag kan de Netbeheerder het college verzoeken om een voorschot te verstrekken op de vast te stellen Nadeelcompensatie, met als richtlijn een maximaal voorschot van 80% van de voorcalculatie aan Nadeelcompensatie. Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende Netbeheerders geeft de Netbeheerder inzicht in de verdeling van de gezamenlijke kosten.
-
5. Indien als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden of als gevolg van verzakking van de grond de kabel of Leiding moet worden gerezen of zal Rijzen komen de kosten hiervan ten laste van Netbeheerder.
Artikel 7 Betaling Nadeelcompensatie
-
1. Indien Nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs, dient de Netbeheerder na het gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ter hoogte van het bedrag aan Nadeelcompensatie.
-
2. Indien Nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor-en nacalculatie, dient de Netbeheerder na vaststelling van de Nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ter hoogte van het bedrag aan Nadeelcompensatie.
-
3. Betaling van de factuur vindt plaats binnen 30 dagen na de ontvangst ervan, mits de hoogte correspondeert met het bedrag aan Nadeelcompensatie.
-
4. Indien Netbeheerder een verzoek om een voorschot heeft ingediend als bedoeld in artikel 6 lid 4, en het college kent dit toe, wordt dit voorschot uitbetaald op de tussen partijen overeen te komen datum.
-
5. Eventueel verstrekte voorschotten worden verrekend met de toegekende Nadeelcompensatie.
-
6. Indien de Aanvraag voor Nadeelcompensatie wordt afgewezen worden eventueel verstrekte voorschotten door het college teruggevorderd.
-
7. Het aanpassen van de Leiding wordt geacht gereed te zijn op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de Leiding geheel zijn afgerond.
Artikel 7a Verrekening eventueel voordeel
De hoogte van de kosten worden gecorrigeerd indien zich door de verlegging of aanpassing van de Leiding voor de Netbeheerder een kwantificeerbare voordeeltoerekening voordoet (zoals bijvoorbeeld een capaciteitstoename van een Leiding of het voordeel dat ontstaat indien er een nieuwe Leiding in plaats komt van een technisch versleten Leiding).
Artikel 8 hardheidsclausule
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het Schadebedrag ten laste van de Netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van hoofdstuk twee voortvloeit kan het college van de bepalingen van dat hoofdstuk gemotiveerd afwijken.
Hoofdstuk IV Slot- en overige bepalingen
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Tilburg in werking treedt.
Artikel 10 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Nadeelcompensatieregeling kabels en Leidingen Tilburg.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 augustus 2024.
De secretaris,
De burgemeester,
Bijlage 1. Kostensoorten, als bedoeld in artikel 4
Bij het vaststellen van de omvang van de Nadeelcompensatie als gevolg van het verleggen van een kabel of Leiding worden de volgende uitgangspunten en berekeningsmethoden gehanteerd. Verleggingen worden gerealiseerd op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden. Nadeelcompensatie betreft de kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt om de verlegging uit te voeren. De hoogte van de kosten van een verlegging wordt gecorrigeerd indien zich door de verlegging een kwantificeerbare voordeeltoerekening voordoet.
Uitgangspunt bij de bepaling van de omvang van de Nadeelcompensatie bij een verlegging zijn de werkelijke verleggingskosten. Deze omvatten alle directe kosten die de Netbeheerder moet maken om de kabel of Leiding te verleggen. Concreet gaat het om de volgende kostencomponenten:
- a.
kosten van ontwerp en begeleiding;
- b.
kosten van het uit en in bedrijf stellen;
- c.
uitvoeringskosten;
- d.
materiaalkosten.
Bij de berekening tot vaststelling van de hoogte van de kosten voor het verleggen van een Leiding worden de componenten vermogensschade en inkomensschade niet als uitgangspunt genomen.
Ad a. kosten van ontwerp en begeleiding
Onder de kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:
- a)
overleg en correspondentie;
- b)
directievoering en toezicht houden;
- c)
detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;
- d)
verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;
- e)
juridisch vrij maken van tracé;
- f)
kosten ten behoeve van het aanbesteden van het werk en leges.
Ad b. kosten van uit en in bedrijfstellen
Onder de kosten van het uit en in bedrijfstellen worden verstaan:
- a)
kosten van het spanningsloos of product-loos maken van de kabel of Leiding;
- b)
kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel of Leiding;
- c)
kosten samenhangend met tijdelijke maatregelen of voorzieningen van operationele aard.
Ad c. uitvoeringskosten
Onder uitvoeringskosten worden verstaan:
- a)
kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden; b) kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten Leidingen;
- b)
kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;
- c)
kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;
- d)
kosten van benodigde Vergunningen en leges.
Ad d. materiaalkosten
Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de te verleggen Leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.
Bijlage 2. Voor vergoeding in aanmerking komend percentage van de Schade voor Categorie-I Leidingen als bedoeld in artikel 3, lid 2
Nadeelcompensatieregime voor Categorie-I Leidingen
Jaar |
Percentage |
1 |
100% |
2 |
100% |
3 |
100% |
4 |
100% |
5 |
100% |
6 |
80% |
7 |
72% |
8 |
64% |
9 |
56% |
10 |
48% |
11 |
40% |
12 |
32% |
13 |
24% |
14 |
16% |
15 |
8% |
16 |
0% |
Bijlage 3. Voor vergoeding in aanmerking komend percentage van de Schade voor Categorie-II Leidingen als bedoeld in artikel 3, lid 3
Nadeelcompensatieregime voor Categorie-II Leidingen
Jaar |
Percentage |
1 |
100,0% |
2 |
100,0% |
3 |
100,0% |
4 |
100,0% |
5 |
100,0% |
6 |
80,0% |
7 |
76,8% |
8 |
73,6% |
9 |
70,4% |
10 |
67,2% |
11 |
64,0% |
12 |
60,8% |
13 |
57,6% |
14 |
54,4% |
15 |
51,2% |
16 |
48,0% |
17 |
44,8% |
18 |
41,6% |
19 |
38,4% |
20 |
35,2% |
21 |
32,0% |
22 |
28,8% |
23 |
25,6% |
24 |
22,4% |
25 |
19,2% |
26 |
16,0% |
27 |
12,8% |
28 |
9,6% |
29 |
6,4% |
30 |
3,2% |
31 |
0,0% |
Bijlage 4. Model formulier opgave Schadebedrag als bedoeld in artikel 4 lid 2, artikel 6, derde lid
Model formulier kosten specificatie
Netbeheerder: |
|
Leiding (kenmerk): |
|
Materiaal, medium, leeftijd, diameter: |
|
Prijspeil kostenraming (dd-mm-jjjj): |
|
Onnauwkeurigheidsmarge (%): |
Omschrijving |
Eenheid |
Prijs per eenheid |
Aantal |
Geraamd / begroot bedrag |
1. materiaalkosten |
|
|
|
|
…………………………………… |
|
|
|
|
…………………………………… |
|
|
|
|
Subtotaal |
|
|
|
|
Totaal materiaalkosten |
|
|||
2. kosten van uit en in bedrijf stellen |
|
|
|
|
…………………………………… |
|
|
|
|
…………………………………… |
|
|
|
|
Subtotaal |
|
|
|
|
Totaal uit en in bedrijf stellen |
|
|||
3. kosten van ontwerp en begeleiding |
|
|
|
|
………………………………….. |
|
|
|
|
………………………………….. |
|
|
|
|
Subtotaal |
|
|
|
|
Totaal ontwerp en begeleiding |
|
|||
4. uitvoeringskosten |
|
|
|
|
…………………………………. |
|
|
|
|
…………………………………. |
|
|
|
|
Subtotaal |
|
|
|
|
Totaal uitvoeringskosten |
|
|||
Totaal raming/ begroting |
|
Opmerkingen bij deze tabel:
- •
Indien er werkzaamheden voor meerdere Leidingen van Netbeheerders worden verricht, moet aangegeven worden welke verdeelsleutel voor de verdeling van kosten naar kostensoorten per Leiding wordt gehanteerd.
- •
Ingeval er sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient Netbeheerder zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen Leidingbeheerders en het totaal geraamde bedrag dient te worden bijgevoegd bij de kostenraming).
- •
Indien de gemeente op verzoek van Netbeheerder werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing, waarvan de kosten voor rekening van Netbeheerder zijn (bijv. mechanisch grondonderzoek), dan dienen deze kosten zichtbaar te zijn verwerkt in deze raming/begroting.
Toelichting op de Nadeelcompensatieregeling kabels en Leidingen Tilburg
Inleiding
Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor een of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeding van Nadeelcompensatie ontstaan.
In de AVOI Tilburg (hierna AVOI) wordt in artikel 10 het recht van de Netbeheerder op een redelijke en billijke vergoeding beschreven wanneer een Netbeheerder als gevolg van een besluit van het college tot een intrekking of wijziging van een Vergunning dan wel een aanwijzing tot verleggen van een kabel of Leiding, Schade leidt of zal lijden, voor zover de Schade redelijkerwijs niet of niet geheel voor rekening van de Netbeheerder behoort te blijven en zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.
Deze Nadeelcompensatieregeling is een nadere uitwerking van dit artikel de AVOI en moet worden beschouwd als beleidsregel.
De Nadeelcompensatieregeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat ervan uit dat binnen 5 jaren na het verlenen van een Vergunning voor het leggen van een Leiding in de openbare ruimte, de gemeente geen werken uitvoert, die verlegging van die conform Vergunning aangelegde Leiding noodzakelijk maakt. Na deze 5 jaar wordt een periode van 5 jaar tot 15 jaar gehanteerd, waarbij het bedrag van Nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0% voor de Categorie-I Leidingen.
Voor de Categorie-II Leidingen, die een zwaarder maatschappelijk en economisch belang hebben, wordt een termijn gehanteerd van 5 tot 30 jaar, waarbij het bedraagt het bedrag van Nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%.
Om het aantal verleggingen te beperkingen treedt de gemeente bij gebiedsontwikkeling in een zo vroeg mogelijk stadium in contact met de Netbeheerders.
Zeker indien duidelijk is dat de uitvoering van een ontwerp of plan voor het te ontwikkelen gebied belemmerd zou kunnen worden door de aanwezigheid van Leidingen is het geen overbodige luxe om gezamenlijk met Netbeheerders naar goede en betaalbare alternatieven te zoeken. Het college streeft naar overeenstemming met de Netbeheerder over verplaatsing, uitvoering en planning waarbij een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten het uitgangspunt is.
Paragraaf 1 Begripsbepalingen en toepassingsbereik
Artikel 1 Definities
Aangezien de Nadeelcompensatieregeling kabel en Leidingen Tilburg is gebaseerd op de AVOI zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing.
In deze regeling wordt een aantal begrippen toegevoegd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Categorie-I en Categorie-II Leidingen.
Tot deze indeling is besloten omdat niet alle kabels en Leidingen een gelijkwaardig maatschappelijk en economisch belang hebben.
Categorie Leidingen
Onder de Categorie-II Leidingen vallen Leidingen die van doorslaggevend belang zijn voor het sociaal en economisch functioneren van de stad (of anders gezegd: die bij disfunctionaliteit grote maatschappelijke ontwrichting en economische Schade tot gevolg zouden hebben). Dit zijn over het algemeen ook die Leidingen welke een omvangrijke kapitaalsinvestering van de Netbeheerders vragen. Denk daarbij aan drinkwaterleidingen (met een diameter groter of gelijk aan 250 mm), of elektriciteitskabels met een voltage van meer dan 10 kV, of warmteleidingen met een binnendiameter van DN 250 mm of groter, of gasleidingen met een nominale druk van 1 bar en hoger, of Leidingen vallend onder het Omgevingswet (met inachtneming van de hierboven beschreven gasleiding).
Tot de Categorie-II Leidingen worden ook de Leidingen gerekend die een extern veiligheidsrisico kennen. Het betreft hier de Leidingen die, voor wat betreft aard van de vervoerde stoffen en de druk waaronder deze stoffen vervoerd worden, vallen onder de Omgevingswet, Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) (met inachtneming van de hierboven beschreven veiligheidsrisico).
Alle overige kabels en Leidingen behoren tot de Categorie-I.
In de begripsbepaling Leiding zijn Telecommunicatiekabels uitdrukkelijk uitgezonderd van deze regeling. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het verleggen en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.
Schade;
Het centrale begrip in de verlegregeling is Schade. Het Schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden om de verlegging uit te voeren. Uitgangspunt bij de bepaling van de Schade bij een verlegging van een Leiding zijn de werkelijke verleggingskosten. De verleggingskosten omvatten alle directe kosten die de Netbeheerder moet maken om de Leiding te verleggen.
Het vervangen of aanleggen van kabels of Leidingen worden niet vergoed. Van de Schade wordt een bepaald percentage als Nadeelcompensatie uitgekeerd. De Nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.
Kostenverhaal plichtige activiteit
Op grond van artikel 13.11 Omgevingswet is er een verplichting tot Kostenverhaal, zoals we de verplichting ook nu kennen van de Wet ruimtelijke ordening (art. 6.12 e.v. Wro). En, net als onder de huidige wet- en regelgeving, is ook de keuze uit een publiekrechtelijk of een privaatrechtelijk spoor om die kosten te verhalen. Het publiekrechtelijke spoor ziet er wel anders uit onder Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In plaats van een exploitatieplan komen de Kostenverhaalregels in het omgevingsplan of Kostenverhaal voorschriften in de omgevingsvergunning of het projectbesluit.
Het afsluiten van een overeenkomst tussen de initiatiefnemer van de bouwactiviteit en het bevoegd gezag heeft daarbij de voorkeur. Als het niet mogelijk is een overeenkomst af te sluiten, is de publiekrechtelijke weg verplicht. Dan verhaalt het bevoegd gezag de kosten op basis van de regels in een omgevingsplan, een omgevingsvergunning voor een buitenplanse-omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit.
Zolang de Kostenverhaalbijdrage niet is betaald, is het verboden om de bouwwerkzaamheden uit te voeren.
Kostenverhaal is van toepassing bij de aangewezen bouwactiviteiten en aangewezen activiteiten vanwege gebruikswijzigingen die worden genoemd in artikel 8.13 van het Omgevingsbesluit. Aangewezen bouwactiviteiten zijn bijvoorbeeld het bouwen van woningen, bedrijfspanden, kantoren en winkels. Er zijn bij de inwerkingtreding van Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) nog geen activiteiten vanwege gebruikswijzigingen aangewezen.
Alleen kosten die op de kostensoortenlijst staan
Het Kostenverhaal betreft alleen kosten die op de kostensoortenlijst staan. Bijlage IV bij het Omgevingsbesluit is de kostensoortenlijst. Op de kostensoortenlijst staat een breed scala van kosten van gebiedsontwikkeling. Van het opstellen van plannen, het kopen of onteigenen tot en met het bouw- en woonrijp maken van gronden, het aanleggen van publieke voorzieningen, de inrichting van de openbare ruimte en Nadeelcompensatie.
Geen Kostenverhaal als overheid eigenaar is
Geen Kostenverhaal is er bij bouw op gronden die door de gemeente, provincie of het Rijk als bouwrijpe kavels zijn verkocht of in erfpacht zijn uitgegeven. De kosten worden dan verrekend in de verkoopprijs van de grond of in de erfpachtcanon.
Verlening van een omgevingsvergunning voor een binnenplanse-omgevingsplanactiviteit is geen grondslag voor Kostenverhaal.
Alleen Kostenverhaal bij planologisch besluit
Kostenverhaal wordt toegepast als de bouwactiviteit ruimtelijk wordt toegelaten. Dus als er door ruimtelijke besluiten bouwmogelijkheden ontstaan die artikel 8.13 Omgevingsbesluit noemt. De toestemming voor de technische bouwactiviteit op basis van het Besluit bouwwerken leefomgeving speelt geen rol.
Overeenkomst heeft de voorkeur
Kostenverhaal kan privaatrechtelijk of publiekrechtelijk worden geregeld. Het privaatrechtelijke Kostenverhaal heeft de voorkeur boven het publiekrechtelijke Kostenverhaal. Bij privaatrechtelijk Kostenverhaal sluiten het bevoegd gezag en de initiatiefnemer van de bouwactiviteit een overeenkomst, voordat het bevoegd gezag besluit tot wijziging van de functie van de grond. Voordeel daarvan is de ruime mate van contractsvrijheid. In de overeenkomst kunnen afspraken op maat worden gemaakt.
Geen overeenkomst dan publiekrechtelijk Kostenverhaal
Is het niet mogelijk om een overeenkomst af te sluiten, dan past het bevoegd gezag de regeling van het publiekrechtelijke Kostenverhaal toe. Publiekrechtelijk Kostenverhaal vindt plaats bij:
- •
Het publiekrechtelijk toelaten van Kostenverhaal plichtige activiteiten en
- •
Er geen overeenkomst met de initiatiefnemer is gesloten
Bij publiekrechtelijk Kostenverhaal neemt het bevoegd gezag regels over het Kostenverhaal op in een omgevingsplan, een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit.
In die regels staat onder andere:
- •
Welke kosten worden verhaald;
- •
Hoe die kosten over de bouwactiviteiten in het gebied worden verdeeld;
- •
Hoe en wanneer een eindafrekening plaatsvindt.
Wie wil bouwen, moet bij het bevoegd gezag een Kostenverhaalsbeschikking vragen.
Publiekrechtelijk Kostenverhaal: 2 systemen
De wet biedt 2 mogelijkheden van publiekrechtelijk Kostenverhaal:
- 1.
Kostenverhaal voor integrale gebiedsontwikkeling. Dan is er een concreet eindbeeld en tijdsplanning van de ontwikkeling. Het tijdvak is bepaald;
- 2.
Kostenverhaal voor organische gebiedsontwikkeling. Dan ontbreken een tijdsplanning en een eindbeeld.
Kostenverhaal met tijdvak is mogelijk bij een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Kostenverhaal zonder tijdvak kan alleen via het omgevingsplan plaatsvinden.
Bevoegd gezag kan onder voorwaarden afzien van Kostenverhaal
In de volgende 3 gevallen kan het bevoegd gezag afzien van Kostenverhaal (artikel 8.14 Omgevingsbesluit):
- •
Als er minder dan 10.000 euro verhaalbare kosten zijn;
- •
Als er geen verhaalbare kosten zijn voor openbare werken (als bedoeld in A3 tot en met A9 van bijlage IV van het Omgevingsbesluit);
- •
Als er alleen kosten zijn voor de aansluiting op de openbare ruimte of nutsvoorzieningen.
Het Kostenverhaal is alleen mogelijk voor het ”verwijderen en verplaatsen van (…) Kabels en Leidingen” (bijlage IV bij het Omgevingsbesluit A5).
Dat betekent dat de kosten van het aanleggen of vervangen van Kabels Leidingen niet kunnen worden verhaald omdat een wettelijke basis voor het Kostenverhaal ontbreekt en de kosten worden via verbruikerstarieven. Dat leidt ertoe dat het Kostenverhaal bij het verplaatsen of verleggen van Kabels en Leidingen niet de totale kosten van saneren van oude en het aanleggen van nieuwe Kabels en Leidingen zal betreffen. Op die kosten zullen de afschrijvingen die de Netbeheerder in de loop der jaren heeft gepleegd in aftrek moeten worden genomen. Men gaat ervan uit dat de Netbeheerder deze afschrijvingskosten via het vastrecht heeft verrekend en zo een reserve heeft opgebouwd voor het vervangen van de bestaande Kabels en Leidingen. Daarnaast is het uitgesloten dat Kostenverhaal plaatsvindt voor het vergroten van de capaciteit van Kabels en Leidingen. Hierbij geldt dezelfde redenering.
Het is dus belangrijk om een goed onderscheid te maken tussen:
Kostenverhaal plichtige bouwactiviteiten (artikel 8.13 Omgevingsbesluit);
Kosten van voorzieningen en overige kosten die via de regeling van het Kostenverhaal kunnen worden verhaald (artikel 8.15 van het Omgevingsbesluit);
De andere begripsomschrijvingen behoeven verder geen toelichting.
Artikel 2 Werkingssfeer
Dit artikel is bedoeld om de reikwijde van de regeling vast te stellen.
Lid 1 Bepaalt dat de regeling ziet op het aanpassen van kabels en of Leidingen op verzoek van de gemeente onder het aanpassen van de kabel en of Leiding wordt begrepen werkzaamheden ten aanzien van een kabel en/of Leiding of warmtenet inhoudende verlegging of anderzijds wijzigingen van de fysieke ligging, verwijdering of het of het aanbrengen van beschermende voorzieningen om de bestaande ligging te handhaven.
Een recht op Nadeelcompensatie bestaat alleen als de aanpassing van de kabel en Leiding noodzakelijk is in verband met de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid door de gemeente. Dit volgt uit het feit dat de Schade het gevolg moet zijn van een rechtmatige uitoefening van een aan het publiekrecht ontleende taak op bevoegdheid. Wanneer de aanpassing niet noodzakelijk is voor de uitvoering van het werk, maar de Netbeheerder In het kader van de uitvoering van het werk wel bepaalde aanpassingen wenst te plegen, dan dient dit voor eigen rekening van de Netbeheerder te geschieden. Er bestaat in dat geval geen recht op Nadeelcompensatie.
Het verzoek om aanpassing moet zijn gedaan In het kader van de rechtmatige uitoefening van een aan het publiek ontleende taak of bevoegdheid. Dit kan gaan om de uitvoering van de In de AVOI opgenomen bevoegdheden om een Vergunning te wijzigen of in te trekken of een aanwijzing te geven, maar dat hoeft niet. Ook de uitoefening van een andere bevoegdheid kan tot gevolg hebben dat de kabel of Leiding moet worden aangepast. De werking van deze regeling is dus uitdrukkelijk niet beperkt tot gevallen waarin het college/gemeente op rechtmatige wijze gebruik maakt van haar bevoegdheden op grond van de AVOI.
Lid 2 bepaalt dat de regeling niet van toepassing is op kabels en Leidingen in eigendom van de gemeente. Een voorbeeld hiervan zijn gemeentelijke rioleringen.
Lid 3 De privaatrechtelijke toestemming voor kabels en Leidingen geldt als een publiekrechtelijk verleende Vergunning. Deze regeling geldt dus ook ten aanzien van kabels en Leidingen die op basis van een verbintenisrechtelijke grondslag in de grond liggen.
Lid 4 noemt gevallen waarin de regeling niet van toepassing is.
Sub a bepaalt dat de regeling niet van toepassing is op kabels die vallen onder de Telecommunicatiewet (verder Tw genoemd). De reden hiervoor is dat het verleggen van de kabels en eventueel vergoeden van de daarmee gepaarde kosten expliciet in Tw is geregeld. De Tw gaat in artikel 8.5 uit van het principe ‘liggen om niet, verleggen om niet’. Consequentie hiervan is dat als er verlegd moet worden, dit ook om niet moet. Het verleggen van kabels die vallen onder de werking van de Tw behoort in principe tot het maatschappelijk risico van de telecommunicatie-aanbieder.
Sub b spreekt voor zich.
Artikel 3 Normaal maatschappelijk risico en hoogte Nadeelcompensatie
Als het college van de gemeente het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het verleggen van een kabel of Leiding, en dit leidt voor de Netbeheerder tot Schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden gerekend, dan kan de Netbeheerder om Nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of Nadeelcompensatie toegekend wordt of niet en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd. De bedoelde aanwijzing is het verzoek van de gemeente aan de Netbeheerder tot verlegging/verplaatsing of verwijdering van kabels en of Leidingen, verbonden aan een besluit tot wijziging of intrekking door de gemeente van de Vergunning voor de huidige ligging. Voor de vaststelling van de periode waarover nog Nadeelcompensatie plaatsvindt is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt. Degene die om niet kabels en Leidingen legt in Openbare gronden van de gemeente, moet ermee rekening houden dat er op enig moment wijzigingen optreden in de bestemming of het gebruik van die gronden. Om die reden is het redelijk dat naarmate de kabels of Leidingen er langer liggen, de toe te kennen tegemoetkoming in hoogte afneemt, tot deze, na verloop van 30 jaar (bij Categorie II-Leidingen) en na verloop van 15 jaar (bij Categorie I- Leidingen) op 0 wordt gesteld. Dit is het normale maatschappelijke risico dat op de Netbeheerder rust. In bijlagen 2 en 3 is aan de hand van tabellen het Schadevergoedingsregime opgenomen voor Leidingen die onder de werkingssfeer van dit artikel vallen. De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen plaats vinden. De termijn begint vanaf het moment van verlening van de Vergunning, omdat het moment van vergunnen vaststaat. De termijn vanaf vijf tot en met vijftien, respectievelijk dertig jaren is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt. Daarnaast speelt bij Categorie Leidingen nog andere uitgangspunten een rol. De Netbeheerder heeft onder andere in verband met zijn leveringszekerheid extra bescherming nodig dat deze specifieke Leidingen voor een langere periode ongestoord in de grond mogen blijven liggen. Projecten waardoor verlegging van Categorie II-Leidingen toch noodzakelijk is rechtvaardigen daarom als uitgangspunt dat de gemeente hiervoor over een periode van 30 jaar Nadeelcompensatie verschuldigd is.
Als een Vergunning 16 jaar (bij Categorie I-Leidingen) of 31 jaar (bij Categorie II-Leidingen) of langer geleden is afgegeven zal geen Nadeelcompensatie worden uitgekeerd. De kosten voor verlegging worden in dat geval volledig tot het bedrijfsrisico van de Netbeheerder gerekend.
Daarnaast is er de situatie indien de kabel of Leiding van de Netbeheerder verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en niet in de openbare ruimte ligt. Anders dan bij het Schadeveroorzakend handelen als hiervoor bedoeld, is in deze situatie geen sprake van het wijzigen of intrekken van een Vergunning door de gemeente. De Schade die hier bedoeld wordt zal in de meeste gevallen veroorzaakt worden door activiteiten van (in dit geval de gemeente) buiten (of met consequenties buiten) het door de gemeente beheerde openbare grondgebied. Het gemeentelijke rioleringsnet en andere kabels en Leidingen van de gemeente zelf worden uitdrukkelijk uitgesloten van toepasselijkheid van deze regeling.
We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een Leiding in grond die in eigendom is van Netbeheerder zelf, ligging met een zakelijk recht of met een recht krachtens de Omgevingswet enerzijds en overige rechtsposities anderzijds of verlegd wordt vanwege de uitvoering van een Kostenverhaal plichtige activiteit. Het onderscheid wordt gemaakt in aansluiting op de Overeenkomst inzake verleggingen van kabels en Leidingen buiten beheersgebied (OKL) op rijksniveau. Ingevolge het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige Schadeloosstelling in geval een Leiding ligt in grond die in eigendom is van de Netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op de Leiding of een BP-gedoogplicht bestaat. Voor de bepaling van de hoogte van de Nadeelcompensatie is dan ook aangesloten bij het bepaalde in de Omgevingswet: dat honderd procent (100%) van het Schadebedrag vergoed zal worden.
Indien de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel of Leiding niet in de openbare ruimte ligt, maar op basis van een andere rechtspositie, dan bestaat de Nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten van uit en in bedrijfstellen worden niet vergoed.
Paragraaf 2 Algemene bepalingen Nadeelcompensatie
Artikel 4 Schadevaststelling
De omvang van de Nadeelcompensatie is afhankelijk van de daadwerkelijk geleden Schade. Het Schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten. Geen vergoeding wordt toegekend voor zover de Schade moet worden toegerekend aan het eigen handelen of nalaten van de Netbeheerder.
Bij de bepaling van de Nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van werkelijke kosten: de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan de verlegging van de Leiding. Kabels en Leidingen worden beschouwd als niet verhandelbare objecten en hebben geen economische waarde in die zin. Ook is van belang dat de verlegging gerealiseerd moet worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant. De Netbeheerder en de gemeente ondervinden geen nadeel van de gekozen oplossing. De meest voor de hand liggende variant is een verlegging van de Leiding ter plaatse van de probleemlocatie. Denkbaar is echter, dat één van de partijen gebaat is bij een andere oplossing. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de situatie ter plaatse van het uit te voeren werk zo ingewikkeld is, dat de Netbeheerder er de voorkeur aan geeft - ook uit een oogpunt van efficiënt beheer - de Leidingen gedeeltelijk te verplaatsen dan wel andere maatregelen te treffen buiten de grenzen van het uit te voeren werk. In principe dient te worden gekozen voor dit laatstgenoemde, meest aantrekkelijke alternatief, tenzij de andere partij ten gevolge daarvan in een slechtere positie komt te verkeren dan het geval zou zijn geweest bij verlegging ter plaatse van de probleemlocatie. Partijen kunnen dan nadere afspraken maken over de Schadeverdeling. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een Leiding over een grotere lengte wordt verlegd dan bij een oplossing op de probleemlocatie. Voor de Netbeheerder kan dit nadeliger uitpakken. Als bij een verlegging de Netbeheerder de gelegenheid benut om bijvoorbeeld de capaciteit te laten toenemen of andere kwantificeerbare voordelen heeft komen de kosten ervan niet in aanmerking voor vergoeding. Ook de kosten van het Rijzen van een Leiding worden niet vergoed.
In Bijlage 4 worden de 4 onderscheiden kostensoorten nader benoemd en uitgewerkt (waarbij de Beleidsregels aangeven dat deze categorisering nagestreefd wordt, en slechts bij te onderbouwen uitzondering andere kostensoorten ook worden meegenomen).
Kosten van ontwerp en begeleiding
De gemeente hanteert voor de kostenpost van ontwerp en begeleiding een vast percentage van de kostenposten uitvoering, materiaal en in en uit bedrijf nemen.
Kosten van uit- en in bedrijfstellen
Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een verlegging te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.
Uitvoeringskosten
Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke Leidingverbindingen verstaan die de Netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de Netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de Leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten Leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.
Materiaalkosten
Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van Leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van Leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen Leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de Leiding asbesthoudende stoffen bevat, daarbij in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de Leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van de Netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten. De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van gemeente vallen onder de uitvoeringskosten.
Artikel 5 algemene bepalingen bij de vaststelling van de vergoeding
Conform het bepaalde in de AVOI moeten partijen rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De verlegging moet gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden. Indien vanwege het werk sprake is van meerdere verleggingen, is op de eerste en tweede verlegging deze Beleidsregel van toepassing en komen de kosten van de overige verleggingen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere verleggingen op dezelfde locatie in een bepaalde periode van dezelfde Leiding.
Als een Vergunning verleend wordt voor het leggen van een Leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat de Leiding binnen een te benoemen periode (bijvoorbeeld 5 jaren) verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden en in de Vergunning daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen Nadeelcompensatie worden gegeven. De Netbeheerder heeft immers bij Vergunningverlening kennisgenomen van de werkzaamheden, en toch de Leiding in dat gebied aangelegd. Daarmee heeft de Netbeheerder een risico genomen dat niet door de gemeente gedragen dient te worden; en hiermee is sprake van risico-aanvaarding door de Netbeheerder, en daarmee invulling van artikel 6:126 lid 1 sub a BW.
De Nadeelcompensatie kan bepaald worden op basis van een vaste prijs of op basis van voor- en nacalculatie. Verrekening van Nadeelcompensatie op basis van een vaste prijs vindt plaats als blijkt dat het geraamde bedrag aan Nadeelcompensatie lager is dan €10.000,00. Wanneer de begroting van de geraamde kosten lager is dan €10.000,00 wordt deze raming dus als vaststaand beschouwd en als Nadeelcompensatie uitgekeerd. Het voordeel van een vaste prijs ligt in de lagere kosten als gevolg van minder administratieve handelingen, geen onderhandelingen over definitieve Nadeelcompensatie en minder controle. In andere situaties geldt in principe verrekening op basis van voor- en nacalculatie.
Als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen kabel of Leiding niet conform de Vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen tegemoetkoming toe te kennen. Dit vloeit voort uit het bepaalde in art. 4:126 lid 2 Awb.
Artikel 6 Aanvraag vaststelling Nadeelcompensatie
Een Netbeheerder dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één jaar nadat de werkzaamheden voor de verlegging van de Leiding geheel zijn afgerond, een Aanvraag voor vaststelling van Nadeelcompensatie conform deze regeling in bij het college. Het college wijst een Aanvraag voor vaststelling van Nadeelcompensatie conform deze regeling af indien deze Aanvraag na de genoemde termijn ingediend wordt. Dit is conform de wettelijke regeling zoals vastgelegd in artikel 4:131 Awb. Het formulier zoals opgenomen in Bijlage 4 bevat de kostenspecificatie; de Aanvraag zelf zal in ieder geval moeten voldoen aan de eisen van artikel 4:127 Awb. De gemeente heeft de mogelijkheid een standaard aanvraagformulier op te stellen en dat voor te schrijven, dit conform artikel 4:4 Awb. Doelstelling is dat dit formulier ook gebruikt wordt, maar het niet gebruiken ervan leidt formeel niet tot niet-ontvankelijkheid. De door de gemeente gewenste informatie zoals aangeduid op het standaardformulier moet wel beschikbaar worden gesteld.
De datum van het verleggen is het moment waarop een Netbeheerder de Schade kan bepalen, en dat moment (en niet zozeer de aanwijzing van de gemeente) is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen Netbeheerder een verzoek om Nadeelcompensatie kan indienen. Indien de Aanvraag niet wordt ingediend binnen de gestelde termijn is deze niet ontvankelijk.
Om tot een beslissing te kunnen komen op de Aanvraag, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de Schade en de specificatie van het Schadebedrag dienen bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten gebruikmakend van bijlage 4.
De Netbeheerder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de Leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een Vergunning of schriftelijke toestemming. Indien een Vergunning ontbreekt wordt gerekend vanaf de datum waarop de kabel of Leiding volgens de registratie van de Netbeheerder in bedrijf is genomen. Indien niet kan worden aangetoond op welke datum Vergunning de kabel of Leiding in bedrijf is genomen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende Leiding langer dan 15 jaar (m.b.t. Categorie I-Leidingen) of langer dan 30 jaar (m.b.t. Categorie II-Leidingen) aanwezig is.
Nadat de Netbeheerder de informatie aan de gemeente heeft verstrekt, zal de gemeente doorgaans overgaan tot het intrekken van de Vergunning op basis waarvan de Leiding ligt. Het intrekken van de Vergunning leidt tot de noodzaak om een Leiding te verleggen. De Netbeheerder doet dit in eigen beheer.
Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van het verzoek een besluit. Het verzoek om Nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan één jaar nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de Netbeheerder voor het verleggen van een Leiding wordt ingediend. Het verzoek kan kennelijk ongegrond verklaard worden als de verlegging, verwijdering of aanpassing aan de Leiding van Netbeheerder niet door de gemeente wordt veroorzaakt. Het verzoek kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden.
Indien de Aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om Nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het Schadebedrag zal Netbeheerder 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van het verzoek om Nadeelcompensatie, waarbinnen het college een besluit dient te nemen, wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd.
Het besluit tot vaststelling van de Nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan.
De gemeente kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de Netbeheerder worden medegedeeld.
In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende Netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld, direct aan Netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in- en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke Netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.
Indien als gevolg van een verzakking van de grond een Leiding moet worden gerezen dient de Netbeheerder dit op eigen kosten uit te voeren. Deze kostenbepaling is conform het bepaalde in artikel 4:126 lid 2 onder b en c Awb. De Netbeheerder kan van de gelegenheid gebruik maken een kabel of Leiding op zijn kosten te Rijzen ook als dit niet voor het werk noodzakelijk is.
Artikel 7 Betaling Nadeelcompensatie
Is de Nadeelcompensatie definitief vastgesteld, dan dient de Netbeheerder na gereedkomen van de werkzaamheden voor de betaling daarvan een factuur in te dienen ter hoogte van het bedrag van Nadeelcompensatie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een bepaalde vaste prijs en vaststelling van de Nadeelcompensatie via voor- en nacalculatie. Uitbetaling vindt plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.
Bij de indiening van de Aanvraag kan de Netbeheerder het college verzoeken om een voorschot te verstrekken op de vast te stellen Nadeelcompensatie met als richtlijn een maximaal voorschot van 80% van het geraamde bedrag aan Nadeelcompensatie. Indien de Netbeheerder een verzoek om een voorschot heeft ingediend en het college kent dit toe dan wordt dit voorschot uitbetaald op de tussen partijen overeen te komen datum. Eventueel verstrekte voorschotten worden verrekend met de toegekende Nadeelcompensatie. Indien een Aanvraag voor na de compensatie wordt afgewezen, worden de eventueel verstrekte voorschot teruggevorderd.
Artikel 7a
Geen nadere toelichting
Artikel 8 Hardheidsclausule
Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de Netbeheerder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van artikel 6 van deze regeling tot een evident onredelijke Nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de Nadeelcompensatie aan te passen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl