Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725209
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725209/1
Erfgoednota Rijswijk 2024 -2032 Gezichten om van te houden
Geldend van 08-10-2024 t/m heden
Intitulé
Erfgoednota Rijswijk 2024 -2032 Gezichten om van te houdenDe gemeenteraad van Rijswijk,
Bijeen in openbare vergadering op 24 september 2024
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
d.d. 27 augustus 2024,
BESLUIT:
Conform het aangenomen amendement:
- 1.
De Erfgoednota Rijswijk 2024-2032, Gezichten om van te houden vast te stellen met het doel: behouden, verzorgen en borgen van het Rijswijks Cultureel Erfgoed om zo bij te dragen aan de identiteit van de stad.
- 2.
De nota Tussen Oud en Nieuw, Actualisering nota Cultureel Erfgoed Gemeente Rijswijk in te trekken.
Erfgoednota Rijswijk 2024-2032
Gezichten om van te houden
Gemeente Rijswijk 2024 Domein Ruimtelijke Ontwikkelingen - Team Vergunningen, Archeologie en Monumentenzorg
Cluster Archeologie en Monumentenzorg
Voorwoord
Erfgoed is onderdeel van onze leefomgeving en draagt bij aan de cultuurhistorische waarde van Rijswijk. Het beschermde cultureel erfgoed in Rijswijk bestaat uit gebouwde, aangelegde groene en archeologische monumenten, inclusief rijks- en gemeentelijke monumenten zoals die in de Landgoederenzone, de Vlietzone en het bunkercomplex Park Overvoorde. Deze erfgoedlijnen maken Rijswijk tot een stad met een unieke identiteit.
Maar erfgoed is meer dan alleen de beschermde monumenten. Ook historisch groen, kunst die vastzit aan gebouwen, losse voorwerpen en immaterieel erfgoed zoals oude tradities en verhalen spelen een essentiële rol in de cultuurhistorische waarde van onze gemeente.
Deze elementen bij elkaar vertellen het verhaal van Rijswijk door de eeuwen heen. Inwoners en bezoekers beleven hier plezier aan. Erfgoed biedt inzichten in de historische ontwikkelingen en de identiteit van de stad. Het zorgt ervoor dat we de verhalen en tradities van vroegere bewoners leren kennen en waarderen, en voelen ons daardoor met de geschiedenis verbonden.
Erfgoed wordt steeds integraler, een logisch gevolg vanuit de uitgangspunten van de Omgevingswet. Er vindt een kruisbestuiving plaats tussen verschillende sectoren zoals cultuur, natuur en milieu, recreatie, duurzaamheid en stadsontwikkeling. In een tijd waarin het stedelijke karakter van Rijswijk door de bouw van hoge appartementen- en kantoorgebouwen toeneemt, verliezen we in rap tempo waardevol erfgoed. Toch bieden de vele historische groengebieden nog altijd recreatieve mogelijkheden en een gevoel van ‘buiten’ zijn. Een stevig erfgoedbeleid is van essentieel belang. Deze Erfgoednota biedt input voor de Omgevingsvisie van Rijswijk en schetst de uitgangspunten en ambities die wij als gemeente hebben over hoe we omgaan met ons erfgoed.
Cultuur is van en voor iedereen. Dat geldt zeker voor cultuurhistorisch erfgoed. De sociale waarde van erfgoed en burgerparticipatie hebben daarom een centrale rol in ons erfgoedbeleid. In lijn met de Omgevingswet betrekken we inwoners bij de besluitvorming en nemen hun inbreng serieus. We willen luisteren naar de waarden die onze inwoners hechten aan erfgoed en wat zij belangrijk vinden om ermee te doen.
De Erfgoednota bestrijkt een periode van acht jaar. In deze periode richten we ons op het voldoen aan wettelijke taken, het wegwerken van achterstanden en het borgen van het erfgoedwerk in de organisatie. Het is onze taak om ervoor zorgen dat het rijke erfgoed van Rijswijk behouden blijft voor volgende generaties, zodat iedereen kan genieten van ons erfgoed, nu en in de toekomst.
Mark Wit
Wethouder cultureel erfgoed
Het cultureel erfgoed van Rijswijk
Het cultureel erfgoed van Rijswijk maakt de gemeente tot een plaats met een aantrekkelijk vestigingsklimaat, waar het aangenaam wonen, werken en verblijven is. De rijkdom aan erfgoed levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de stad. De Erfgoednota 2024-2032 gaat in op de uitgangspunten en ambities van de gemeente met betrekking tot dit erfgoed en geeft input voor de Omgevingsvisie van Rijswijk.
Het beschermde erfgoed bestaat in Rijswijk uit: gebouwde, aangelegde (groene) en archeologische monumenten, maar cultureel erfgoed is vele malen breder dan dat, want het omvat ook niet-beschermde objecten en structuren (materieel erfgoed) en verhalen, tradities en gewoontes (immaterieel erfgoed). Daarnaast is er erfgoed dat een zekere mate van (planologische) bescherming geniet, zoals stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en archeologische verwachtingswaarden.
Rijswijk is een gemeente met verschillende gezichten. Het heeft een oude, gezellige dorpskern met een historisch straatbeeld; daaromheen een aantal karakteristieke woonwijken uit begin vorige eeuw en talloze royaal aangelegde woonwijken met moderne huizenblokken en flats uit de naoorlogse periode. De Rijswijkers kunnen trots zijn op de openbare ruimte met brede straten, groenstroken en waterlopen, die zo kenmerkend is voor de stad.
Het stedelijke karakter is de laatste jaren alleen maar toegenomen met de komst van hoge appartementen- en kantoorgebouwen. Toch is het op veel plaatsen nog lommerrijk door de vele historische groengebieden. Veel van de oude groenaanleg van de buitenhuizen van welgestelde Hagenaren en naoorlogse parken en groenstroken bleven behouden. Dit historisch groen zorgt nog altijd voor recreatieve mogelijkheden en een gevoel van ‘buiten’ zijn.
Het erfgoedbeleid van de gemeente Rijswijk is aan actualisatie toe om een aantal redenen, die hier worden opgesomd. Ook worden er oplossingen aangedragen voor het beter neerzetten van de monumentenzorg in de organisatie.
- 1.
Omgevingswet
De Omgevingswet (2024) verplicht tot het integraal aanpakken van ruimtelijke opgaven. Erfgoed maakt daar een belangrijk deel van uit en voegt cultuurhistorische waarde toe aan de leefomgeving. De Erfgoednota speelt in op de wettelijke veranderingen. Het erfgoedbeleid is gericht op het borgen van het beschermingsregime in het omgevingsplan, waarbij actualisatie zal plaats vinden waar nodig.
- 2.
Erfgoedwet en erfgoedverordening
De nieuwe Erfgoedverordening van de gemeente Rijswijk (2024) is parallel aan de Erfgoednota aangepast aan de Erfgoedwet (2016) en de Omgevingswet. De Erfgoednota 2024-2032 is de onderlegger voor de inhoudelijke uitbreiding van de verordening.
- 3.
Erfgoed als inspiratiebron voor de groei van de stad
De stad Rijswijk zal in de komende jaren verder groeien door transformatie van bestaande bebouwing en verdichting binnen het bestaande stedelijk weefsel. Erfgoed draagt bij aan betekenisvolle ingrepen en dient als inspiratiebron voor toekomstige groei.
- 4.
Maatschappelijke behoefte
Er is een toenemende maatschappelijke behoefte om toegang te hebben tot erfgoed en aan participatie bij erfgoed- en ontwikkelvraagstukken. Het nieuwe erfgoedbeleid bedient de inwoners door erfgoedkennis te delen, het publieksbereik te vergroten en met burgers in gesprek te gaan.
- 5.
Achterstanden
De achterstanden op het gebied van beheer, behoud en ontsluiting van het erfgoed zelf, maar ook van de kennis, archief- en beeldbronnen, zijn de afgelopen jaren behoorlijk opgelopen. De zorg voor het erfgoed en de erfgoedbronnen krijgt met deze Erfgoednota een nieuwe impuls. Allereerst zullen de aard en omvang van de knelpunten nader worden onderzocht. De beleidsvoornemens in de samenvatting geven de prioriteiten aan voor de komende jaren. Het op orde brengen van de basis heeft de hoogste prioriteit, zoals het erfgoedregister en de archeologische verslaglegging en depotvoorziening, alsmede de ontsluiting van bouwtekeningen en beeldmateriaal die nodig is voor burgers (openbare overheid) en goede monumentenzorg. Er wordt gewerkt aan een stappenplan met een tijdlijn om hier de komende jaren verbetering in te brengen. Jaarlijks zal een uitvoeringsplan met een budgetverzoek worden opgesteld. Daarbij wordt teruggekeken en vooruitgeblikt en worden prioriteiten gesteld en waar nodig aangepast.
- 6.
Adviescommissie omgevingskwaliteit
De nieuwe Adviescommissie omgevingskwaliteit van Rijswijk is in een bredere samenstelling gaan functioneren volgens de nieuwe verordening van de Adviescommissie (2023). Er zijn twee commissieleden vertegenwoordigd met deskundigheid op het terrein van het cultureel erfgoed. De Omgevingswet schrijft voor dat het belang van cultureel erfgoed (dat veel breder is dan de beschermde monumenten) wordt geborgd en dat erfgoedwaarden worden vastgesteld en meegewogen bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals bouw- en verbouw, herbestemming en herinrichting.
- 7.
Externe erfgoedexpertise
De afdeling Erfgoed Delft gaf in het verleden incidenteel en op kleine schaal ondersteuning bij de uitvoering van enkele wettelijke taken op monumentengebied. De gemeente Rijswijk streeft naar een intensievere en structurele samenwerking met Erfgoed Delft voor het taakveld Monumentenzorg en het archief en wil dit de komende jaren nader vormgeven, uitbouwen en formaliseren. De samenwerking zal gericht zijn op het beantwoorden van verdiepende vragen en zwaardere inhoudelijke advisering. De samenwerking met Delft zal de samenwerking met andere externe erfgoedprofessionals niet uitsluiten. Het nieuwe erfgoedbeleid van de gemeente Rijswijk geeft hier richting aan.
- 8.
Bestaand beleid
Bestaand beleid zal worden voortgezet in het cluster Archeologie en Monumentenzorg. Cultuurhistorische waarden worden meegewogen bij omgevingsvergunningen en in ruimtelijke plannen en dus in de deskundige advisering op de betreffende vakgebieden. Indien nodig worden cultuurhistorische onderzoeken gedaan om monumentale waarden te bepalen en inventariserend archeologisch onderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en booronderzoek. Onderzoeken voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), respectievelijk aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek (RCE 2009).
De route ‘Landgoederenwandeling Rijswijk’ voert onder meer langs de karakteristieke Villa Elise met aangebouwde, gerestaureerde plantenkas, gelegen in Oud Rijswijk, Julialaantje 6.
Dirk Boer met zijn familie voor het huis Welgelegen in Oud Rijswijk, door Willem Frederik Vinkenbos. Foto circa 1870-1875. Op de achtergrond Villa Elise met de plantenkas uit circa 1830 (Museum Rijswijk).
De Erfgoednota bestaat uit vier hoofdstukken:
- 1.
Als erfgoed kon spreken: over het erfgoed van Rijswijk
- 2.
Maatschappelijke waarde: over de erfgoedpartners in Rijswijk en de toegankelijkheid van informatie over het erfgoed
- 3.
Erfgoed en stadsontwikkeling: over de Omgevingswet en de inbedding van het erfgoed in de ontwikkeling van de stad
- 4.
Monumenten en duurzaamheid: over de verduurzaming van monumenten
In de nota is een stevig erfgoedbeleid neergezet met een aantal uitgangspunten en ambities die duidelijk maken hoe de gemeente Rijswijk met erfgoed omgaat. Deze zijn opgesomd in de samenvatting.
De Erfgoednota is opgesteld voor de periode 2024-2032 en vervangt de oude nota Tussen Oud en Nieuw. Actualisering nota Cultureel Erfgoed Gemeente Rijswijk (2013). Per 1 januari 2032 loopt de termijn af waarin het Erfgoedbeleid zijn beslag moet hebben gekregen in het Omgevingsplan. De Erfgoednota zal tussentijds worden gemonitord en in 2030 worden geëvalueerd en geactualiseerd.
De Erfgoednota bestrijkt een periode van acht jaar. Bij de uitvoering van het beleid zal het zwaartepunt liggen op het voldoen aan de wettelijke taken en het op orde brengen van de basis (wegwerken achterstanden en borgen van het erfgoedwerk in de organisatie). Deze prioriteiten, genoemd in de samenvatting, zijn voorwaarde scheppend voor het naar behoren kunnen uitvoeren van de inhoudelijke advisering ten dienste van de vergunningverlening en planontwikkeling. Daar waar we meer willen doen - de echte ambities van de gemeente Rijswijk - zal jaarlijks een keuze worden gemaakt die wordt meegenomen in de jaarlijkse begroting. De keuze voor de eerste anderhalf jaar betreft in de eerste plaats het aanwijzingsbeleid voor de naoorlogse periode en het beschermingsregime van structuren en enkele stads- en dorpsgezichten. Die keuze hangt samen met de grote woningopgave van de gemeente en het rap verdwijnen van het naoorlogse bouwwerken en stedenbouwkundige structuren.
De wettelijke taken en instrumenten met betrekking tot erfgoed zijn op een rij gezet (zie bijlage 1: Wettelijke taken). De uitgangspunten en ambities zijn een nadere uitwerking van de wijze waarop de gemeente Rijswijk hier invulling aan wil geven. In sommige gevallen is het uitvoeren van de wettelijke taken het hoogst haalbare.
Ook is een bijlage opgenomen over de financiële middelen (bijlage 2: Financiële middelen).
De hoofdpunten van het erfgoedbeleid zijn besproken met de partijen die de gemeente Rijswijk beschouwt als haar erfgoedpartners, waaronder het taakveld Monumenten en het Stadsarchief van Erfgoed Delft, Museum Bescherming Bevolking en Museum Rijswijk, de Historische Vereniging Rijswijk, de Stichting Historische Projecten Rijswijk en de Werkgroep Open Monumentendag en de Archeologische Werkgroep Rijswijk (bijlage 3: Participatie).
Verder zijn de lijsten van de actuele gemeentelijke en rijksmonumenten opgenomen in het erfgoedregister (bijlage 4), de Archeologische verwachtings- en beleidskaart en de Cultuurhistorische waardenkaart (bijlage 5 en 6) alsmede de Verwachtingswaardenkaart naoorlogs erfgoed (bijlage 7).
Deze bijlagen zijn ook als afzonderlijke documenten opgenomen als pdf-bestand om ze gemakkelijk te kunnen blijven actualiseren en beter te kunnen lezen.
Als erfgoed kon spreken…
Als erfgoed kon spreken vertelde het de verhalen van Rijswijk en de Rijswijkers. De mensen die er wonen en woonden vormen samen de geschiedenis van duizenden jaren, vanaf de Nieuwe Steentijd tot aan onze eigen 21ste eeuw. De overgebleven sporen van de Rijswijkers geven de gemeente verschillende, herkenbare gezichten: gezichten om van te houden.
Het beschermde cultureel erfgoed bestaat in Rijswijk uit beschermde gebouwde, aangelegde (groene) en archeologische monumenten. Een deel daarvan is rijksmonument en een ander deel is gemeentelijk monument (bijlage 4). Drie van de (thematische) Erfgoedlijnen van de Provincie Zuid-Holland bevinden zich op Rijswijks grondgebied: de Landgoederenzone, de Vlietzone en de Atlantikwall (bunkercomplex Park Overvoorde). De landgoedbiotopen en de molenbiotoop van de Schaapweidemolen vallen onder de gemeentelijke bescherming, vastgelegd in de bestemmingsplannen, die worden overgenomen in het Omgevingsplan. Met de nieuwe Erfgoedverordening van Rijswijk (2024) is het ook mogelijk geworden om beschermde stads- en dorpsgezichten aan te wijzen.
Maar cultureel erfgoed is meer dan alleen de aangewezen beschermde monumenten: denk aan archeologische verwachtingswaarden en gebouwen en structuren die om wat voor reden dan ook niet zijn aangewezen, maar wel van cultuurhistorische waarde zijn. Denk daarbij ook aan historisch groen, kunst die vastzit aan gebouwen, losse voorwerpen (roerend erfgoed) en immaterieel erfgoed, zoals oude tradities en verhalen. In die zin kan het erfgoed ook letterlijk nog spreken via mondelinge overlevering. Ook dit erfgoed draagt bij aan de identiteit van Rijswijk.
De Herenstraat in de oude dorpskern van Rijswijk, gelegen bij de Oude Kerk.
Archeologische vondsten van de opgraving in het Rijswijkse Bos in 2009; keramiek, glaswerk en Goudse pijpen (Huis ter Nieuburch ).
Het ontstaan van Rijswijk
Het verhaal van Rijswijk begint ongeveer zo. Ooit, zo’n 5500 jaar geleden, lag de oude kustlijn door het zuiden van Rijswijk, ongeveer op de lijn Hoekpolder-Ypenburg. Van de bewoners vonden onze archeologen resten in de Hoekpolder en op Ypenburg, waar zelfs een grafveld werd gevonden. Boeren vestigden zich op droge en veilige plaatsen, zoals op de strandwal bij Rijswijk, waar nu de Van Vredenburchweg loopt.
Kort na het begin van onze jaartelling ging onze regio op in het Romeinse rijk. Een belangrijke weg uit die tijd is nog altijd in het stedelijk weefsel herkenbaar: de Sir Winston Churchilllaan ligt nu ongeveer op die plaats.
Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk trokken de meeste bewoners weg uit het gebied. Bewoningsplaatsen vinden we dan vooral op de zandgronden langs de kust en oeverwallen langs rivieren. In Rijswijk ontbreken sporen van menselijke bewoning uit die tijd. In de twaalfde eeuw is het gebied weer volop bewoond, wordt het woeste Rijswijkse klei- en veengebied geschikt gemaakt voor landbouw en ontstaat de dorpskern.
Ambitie: Rijswijk koestert naast de bovengrondse, ook de ondergrondse monumenten en gaat zorgvuldig om met de erfgoedwaarden van archeologische monumenten en verwachtingswaarden (het bodemarchief), zodat het behoud van dit cultureel erfgoed voor de toekomst is geborgd. De archeologische waardenkaarten geven de verwachtingswaarden aan en worden doorlopend geactualiseerd. Ze worden toegepast bij de vergunningverlening.
Archeologie in Rijswijk
De geschiedenis van Rijswijk kan aan de hand van de archeologische gegevens worden gevolgd tot ver in de Prehistorie, tot tenminste circa 3500 voor Christus. In belangrijke mate hebben de geologische en landschappelijke omstandigheden bepaald waar men zich kon vestigen. Vanaf het begin van de jaartelling was er menselijke bewoning, waarvan de vele Romeinse archeologische vindplaatsen getuigen. Vanwege constante, veranderende dynamiek van het landschap wijzigden gunstige vestigingsplekken in de tijd, waardoor de archeologische aanwezigheid van groepen mensen gedurende de vroege Middeleeuwen lastig kan worden vastgesteld.
De late Middeleeuwen en de daaropvolgende perioden zijn archeologisch goed aantoonbaar door de aanwezigheid van ondergrondse resten van boerderijen, kastelen, buitenplaatsen, kades, sloten, landerijen en de zich steeds verder uitbreidende dorpskern van Rijswijk.
Archeologisch onderzoek wordt in eigen beheer uitgevoerd. Op die manier kan adequaat en flexibel worden ingesprongen op zich (ad hoc) aandienende situaties waarmee archeologie gemoeid is. Voordelen zijn onder andere een hoge mate van gebied specifieke expertise en kennis van de archeologische medewerkers, een snelle responstijd bij toevalsvondsten en kostenbesparing door het beperken van stagnatie tijdens civiele werken.
Ambitie: het behouden van de opgravingsbevoegdheid (certificaat BRL SIKB 4000), zodat het taakveld archeologie de taken met betrekking tot de Archeologische Monumentenzorg goed en efficiënt kan blijven uitvoeren.
Ambitie: het blijvend actualiseren van het reguliere werk, zoals het nemen van selectiebesluiten, zoals vrijgave van terreinen voor verdere ontwikkeling na afdoende archeologisch onderzoek en/of afwezigheid van archeologische waarden.
De in Rijswijk gevonden ‘mijlpaal van Caracalla ’ en ‘mijlpaal van Decius ’ stonden aan de Romeinse weg langs het Romeinse kanaal van Corbulo . Tegenwoordig ligt op deze plaats de Sir Winston Churchilllaan.
De naam van het dorp
De naam van het dorp Rijswijk komt al in de Middeleeuwen in de bronnen voor. De naam is misschien afgeleid van het rijshout dat in het gebied groeide: de staken en wilgentenen die in drassig gebied werden geteeld en geoogst voor allerlei toepassingen. Een rijshouttak maakt deel uit van het wapen van Rijswijk.
Rijswijk is sterk in verbindingen. De Rijswijkers maakten door de eeuwen heen handig gebruik van de ligging aan belangrijke water- en landwegen. De Delftweg en Haagweg en de Vliet- en Trekvliet getuigen van het geografisch knooppunt dat Rijswijk nog altijd is. De Rijswijkse weg werd in de zeventiende eeuw, als één van de eerste in Nederland, bestraat. De Vliet en de Trekvliet vormden een belangrijke verbinding via het water. Tot de karakteristieke monumenten langs de waterwegen behoren tolhuizen, een jaagpaal (voor het voorttrekken van schepen), oude herbergen en fraaie buitenhuizen met hun tuinen en parken.
Ambitie: het vertellen van de verhalen van Rijswijk, zowel in situ en fysiek (monumentenborden, publicaties, lezingen) als via de diverse digitale kanalen (zoals de gemeentelijke website) zodat het toegankelijk en beleefbaar wordt en blijft voor iedereen. De gemeente wil de inwoners zelf daarbij zo veel mogelijk bevragen.
Gezicht op Rijswijk door Bartholomeus Johannes van Hove (1790-1880). Olieverf op paneel. (Museum Rijswijk – bruikleen van het Haags Historisch Museum).
De historische waterpomp bij de Oude Kerk – een rijksmonument uit 1831 – levert sinds enkele jaren weer vers drinkwater voor inwoners en bezoekers van Rijswijk, dankzij een mooi initiatief van het drinkwaterbedrijf en de winkeliers van Oud Rijswijk.
De groene long van Rijswijk
De fundamenten bij de Herdenkingsnaald in het Rijswijkse bos markeren de plaats waar het Huis ter Nieuburch heeft gestaan. In dit voormalige paleis van stadhouder Frederik Hendrik werd in 1697 de Vrede van Rijswijk gesloten tussen de Europese grootmachten van die tijd. De bodem werd archeologisch onderzocht en de contouren van het omvangrijke gebouw weer zichtbaar gemaakt. Het Rijswijkse Bos en de naald zijn rijksmonumenten. Ze herinneren nog altijd aan deze lusthof uit de Gouden Eeuw, die nu nog de kern vormt van de groene long van Rijswijk.
Het groen van de tuinen en parken van de vele buitenplaatsen op Rijswijks grondgebied vormen een substantieel onderdeel van het cultuurlandschap: de Landgoederenzone. Deze zone maakt deel uit van de provinciale Erfgoedlijn Landgoederenzone. Ook de Vlietzone ter weerszijden van het kanaal de Vliet en de Atlantikwall, de verdedigingslinie uit de Tweede Wereldoorlog langs de Noordzeekust, zijn door de provincie aangewezen als bijzondere gebieden voor het erfgoed in Rijswijk.
Rijswijk wil het erfgoed binnen de Erfgoedlijnen behouden, benutten en beleefbaar maken. Het behoud van de monumenten en historische groenaanleg in de Landgoederenzone en Vlietzone is een belangrijk uitgangspunt voor de gemeente. Zij ziet toe op de instandhouding van de monumenten binnen de Erfgoedlijnen, inclusief het eigen monumentale vastgoed en wil de cultuurhistorische waarden binnen de zones versterken.
Als eigenaar van grote delen van het openbaar groen, heeft de gemeente cultuurhistorisch onderzoek laten doen en een meer jaren onderhoudsplan opgesteld voor het groen en de historische groenstructuren in deze zone. De aantrekkelijkheid van het verblijven en recreëren in Rijswijk wordt hiermee gestimuleerd. Maar de gemeente wil ook aandacht geven aan de cultuurhistorische aspecten van de gebouwde omgeving zodat de erfgoedwaarden in de Landgoederenzone en in de zone langs de Trekvaarten beter worden behouden en beleefbaar gemaakt.
Voor de gebouwde historische objecten en monumenten vormen cultuurhistorisch onderzoek en waardebepaling de grondslag voor goed beheer, onderhoud en borging in het Omgevingsplan (gebiedsdekkende waarde cultuurhistorie).
Ambitie: het beter zichtbaar en beleefbaar maken van de monumenten en historische objecten in de groengebieden binnen de gemeentegrenzen en het streven naar evenwicht in de uitstraling van natuur- en erfgoedwaarden.
Ambitie: de gemeente zet zich in voor kwaliteitsverbetering van de Erfgoedlijnen. Ook wil zij de recreatieve routes langs de Vliet, de Trekvliet en de Haagweg verbinden met de routes langs de buitenplaatsen Cromvliet en Hofrust enerzijds en de buitenplaatsen van de Landgoederenzone anderzijds.
Vogelvluchtgezicht op het Huis ter Nieuwburch door J. Julius Milheusser . Gravure van het huis en de geometrische tuinaanleg, 1644, bewerkt in 1697. (Museum Rijswijk).
Park Hofrust met het, van oorsprong, 17de-eeuwse buitenhuis waar het gemeentehuis een tijd gevestigd was, namelijk in de periode 1921-1967.
Erfgoedlijnen van de provincie Zuid-Holland met in Rijswijk stukken van: de Landgoederenzone (donkerblauw), de Vlietzone (oranjebruin) en de Atlantikwall (lichtblauw).
Gemeentelijk monumentaal vastgoed
Het coalitieakkoord 2022-2026 gaat in op de rol die de gemeente ziet weggelegd voor het gemeentelijk monumentaal vastgoed:
We omarmen de plannen voor de ontwikkeling van de landgoederenzone die samen met het nog verder te ontwikkelen De Voorde een stevige cultuurhistorische uitstraling krijgt, waarin de natuurwaarde van de zone wordt versterkt. Gezichtsbepalende monumentale panden willen we vanuit een maatschappelijke functie voor de omgeving behouden. Park Hofrust blijft daarom toegankelijk voor het publiek.
De genoemde rijksmonumenten in gemeentelijk eigendom (De Voorde en Hofrust) zijn van nationaal cultuurhistorisch belang. Er wordt een nieuwe eigenaar gezocht die rekening houdt met de rijksmonumentale en provinciale waarden en het gemeentelijk erfgoedbeleid. De parken blijven toegankelijk voor inwoners en bezoekers.
Ambitie: de gemeente stimuleert een kwalitatieve uitstraling en passende functionaliteit van het eigen monumentale vastgoed. Daarnaast wil de gemeente zorgdragen voor goede instandhouding en het borgen van erfgoedwaarden.
Aansprekende stads- en dorpsgezichten
In de karakteristieke wijk Leeuwendaal, staan veel schilderachtige huizen uit de vroege twintigste eeuw. Ook de Laan Hofrust, die Oud Rijswijk met de Haagweg verbindt, vormt een gaaf straatbeeld van dergelijke speelse gevels. Enkele van deze huizen zijn beschermd als monument, maar ook de hele gevelwand verdient bescherming in de vorm van een beschermd dorpsgezicht, zodat in elk geval het aanzicht en het silhouet in stand kunnen blijven.
Daarnaast is de omgeving van rijksmonumenten beschermd hetgeen voortvloeit uit de Omgevingswet. Wat tot de niet aan te tasten omgeving van een beschermd gebouw moet worden gerekend, verschilt van geval tot geval. In het ene geval kan dit zich beperken tot de naastgelegen percelen of panden, bijvoorbeeld bij een monument in een smal straatje. Of (een deel van) de straat, gracht of het plein waaraan het monument gelegen is. In andere gevallen kan er sprake zijn van een ruimere samenhang met de omgeving, bijvoorbeeld in het geval van een windmolen, een landgoed of een historisch landmark.
Ambitie: het onderzoeken en waarderen van enkele karakteristieke straatbeelden om te bepalen of deze als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht kunnen worden aangewezen.
Militair erfgoed
Tot de gemeentelijke vastgoedportefeuille behoort het bunkercomplex Overvoorde, dat grote monumentale waarde bezit: het is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voorgedragen om te worden aangewezen als rijksmonument.
In tijden van oorlog elders in de wereld spreekt militair erfgoed meer tot de verbeelding dan anders. De Tweede Wereldoorlog heeft in Rijswijk belangrijke sporen achtergelaten, zowel in de levens van mensen als in het landschap. De meeste van de Duitse bunkers die deel uit maakten van de zogenaamde ‘Atlantikwall’, de Duitse verdedigingslinie langs de westgrens van het Derde Rijk, zijn al snel gesloopt. Deze verdedigingslinie liep van Noorwegen tot de Frans-Spaanse grens. Het is één van de Erfgoedlijnen van de provincie Zuid-Holland.
Eén van die Duitse bunkers, die oorspronkelijk dienstdeed als afluisterpost van de Luftwaffe, werd na de oorlog omgebouwd tot commandopost en opleiding- en trainingscentrum om de Nederlandse bevolking te beschermen in het geval van een atoomoorlog met de toenmalige Sovjetunie. In 1969 is direct grenzend daaraan een voor die tijd hypermoderne atoomvrije bunker gebouwd. Deze is tot 1986 in bedrijf geweest. De Duitse bunker fungeerde tot die tijd als noodzetel voor de gemeente Den Haag. Het gehele complex is als museum opengesteld. Het gehele bunkercomplex, inclusief de oefen ruïne en Museum Bescherming Bevolking Overvoorde is van nationale cultuurhistorische betekenis en staat op de nominatie om rijksmonument te worden.
De gemeente heeft Museum Bescherming Bevolking Overvoorde in het coalitieakkoord 2022-2026 opgenomen en een bedrag beschikbaar gesteld voor de instandhouding van het bunkercomplex.
Ambitie: het voortzetten van bestaand beleid zoals het opstellen van een toekomstvisie, een meerjarenplan voor het onderhoud en het besteden van door de gemeente toegewezen gelden aan onderhoud en restauratie van het bunkercomplex Overvoorde, in goed overleg met de vrijwilligers van Museum Bescherming Bevolking.
Ambitie: het aanwijzen van het complex als gemeentelijk monument als het Rijk mocht besluiten om het niet als rijksmonument aan te wijzen en het inventariseren en waarderen van het overige militair erfgoed in Rijswijk.
Bunkercomplex Overvoorde met ( l.b. ) de commandopost van de bunker Bescherming Bevolking, ( r.b. ) affiche met een getekende voorstelling van de verdedigingslinie van het Derde Rijk langs de kust van de Noordzee, (l.o.) de oefenruÏne in aanbouw en ( r.o. ) de ruïne in gebruik. (affiche en oude foto’s Museum Bescherming Bevolking Overvoorde).
Naoorlogs erfgoed
Aan woonruimte was na de Tweede Wereldoorlog een groot tekort, net als nu. De rol van burgemeester Boogaardt bij de totstandkoming van moderne woningen was groot. Hij reageerde alert op de behoefte aan woningen en wist daarmee annexatie door Den Haag af te wenden. Zonder angst voor experimentele bouwmethoden en met aandacht voor groen in de gemeente, werden in sneltreinvaart hele woonwijken uit de grond gestampt. Om de leefbaarheid te bevorderen werden ook winkelcentra, scholen, kerken, sportvoorzieningen en een zwembad gerealiseerd. Het bedrijventerrein De Plaspoelpolder met zijn industrielandschap was eveneens een vernieuwend product van burgemeester Bogaardt uit de jaren ‘50. Na een wat moeilijke start had De Plaspoelpolder in de jaren 1960 en 1970 een grote aantrekkingskracht op Haagse, maar ook grote Nederlandse bedrijven (Shell) en internationale ondernemingen (EPO). Dat leverde het huidige karakteristieke architectuurbeeld op.
De voorraad naoorlogse gebouwen, stedenbouw en openbaar groen is zeer kenmerkend voor Rijswijk en maakt een groot deel uit van de gebouwde omgeving. Herkenbaar is de strokenbouw met halfhoge en hoge flats, de royale afmetingen van doorgaande wegen zoals de Generaal Spoorlaan en een rijkdom aan laan- en plantsoenbeplanting. Dit jonge erfgoed verdwijnt helaas in rap tempo.
De gemeente wil zelf een voorbeeld zijn in de omgang met het moderne erfgoed. Het nieuwe stadhuis, in 1967 gebouwd, is in 2023 opnieuw als huisvesting door de gemeente in gebruik genomen. Door het verijdelen van de sloop van het stadhuis werd dit mogelijk gemaakt. Het begin van de herwaardering van het naoorlogse erfgoed van Rijswijk is daarmee ingezet. De transformatie tot een modern kantoorgebouw en maatschappelijke voorzieningen heeft het behoud mogelijk gemaakt van een iconisch gebouw van nationaal belang.
Ambitie: de gemeente laat het naoorlogse erfgoed inventariseren en waarderen: stedenbouw, architectuur, groenstructuren en monumentale kunst uit de Wederopbouw en Post-65 periode. Daarbij zullen ook de inwoners van Rijswijk worden betrokken. Vervolgens is nader onderzoek nodig voor het selecteren en aanwijzen van ‘parels en structuren’ of het vaststellen van een ander passend beschermingsregime. Transformatie met behoud van cultuurhistorische waarden is het uitgangspunt en verschillende vormen van bescherming behoren tot de mogelijkheden, waaronder gemeentelijke monumenten, stads- en dorpsgezichten, waarde cultuurhistorie in het Omgevingsplan, maar ook cultuurhistorisch verantwoord onderhoud van groenstructuren.
De voorzijde van het stadhuis van Rijswijk - het Huis van de Stad - met het wapen van de stad en daaronder het ceremoniële balkon. Het werd gebouwd door J.C. van Buijtenen met J.F. Berghoef als adviseur en coördinator, 1964-1967. Zowel buiten als binnen werd het bekleed met kostbare natuursteensoorten.
Kunst uit de Wederopbouw en Post-65 tijd
In de naoorlogse tijd werd er standaard een percentage van de bouwsom van overheidsgebouwen gereserveerd voor kunst. Na de zware periode van de oorlog moest kunst in de openbare ruimte bijdragen aan een positief gevoel over de toekomst. Dit was geen gewone kunst: deze kunst was bijzonder omdat ze vastzat aan gebouwen, zoals grote mozaïeken, gebeeldhouwde reliëfs en glas in lood of glas in beton. In Rijswijk bestaat nog steeds een dergelijke percentageregeling.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft de laatste jaren een enorme databank opgebouwd van dit type kunstwerken. Wandkunst uit de Wederopbouw en Post-65 periode krijgt momenteel de waardering die het verdient. De gemeente Rijswijk was haar tijd ver vooruit toen zij al in de jaren 1980 een inventarisatie liet maken van dergelijke kunst in de openbare ruimte. Jammer genoeg zijn er sindsdien al veel kunstwerken gesloopt.
Ambitie: de gemeente laat onderzoeken wat er nog van deze architectuur gebonden kunstwerken bewaard is gebleven en wil zich inzetten om het behoud ervan te stimuleren (ter plaatse, door hergebruik of verplaatsing).
Ambitie: het ontwikkelen van een leidraad en werkwijze voor behoud van architectuurgebonden kunst.
Mozaiëk op de gevel van de naoorlogse flat aan de Steenvoordelaan is een karakteristiek voorbeeld van de kunstwerken die in deze periode tot stand kwamen dankzij de percentageregeling. Daarbij werd een klein percentage van de bouwsom besteed aan omvangrijke kunstwerken, die deel uit maakten van het bouwwerk.
De groene ruimte verbindt alles
De stedenbouwkundige aanleg van Rijswijk uit de naoorlogse periode is van hoge kwaliteit. Het openbaar groen speelt daarbij een grote rol. De groene ruimte langs de wegen, rondom de woonblokken en in de plantsoenen en binnentuinen zorgt voor de ruimtelijke verbinding en is kenmerkend voor de stad. Inzicht in de intentie van het ontwerp van de openbare ruimte en de bijbehorende oorspronkelijke stedenbouwkundige plannen is wezenlijk voor het behoud van de samenhang binnen de openbare ruimte. Met het juiste onderhoud kan dit in stand blijven.
In de parkzone ten zuiden van de A4 zijn het Elsenburgerbos en het Wilhelminapark als kenmerkende groengebieden bewaard gebleven: het geeft aan hoe Rijswijk met het afval omging en er parken van maakte die nu tot volle wasdom zijn gekomen. De landschappelijke aanleg met slingerpaden en heuvels is nog altijd herkenbaar en is typerend voor de toenmalige denkbeelden over recreatie en parkontwerp. Het ontwerp is van dusdanige kwaliteit dat het wenselijk is de cultuurhistorische waarden van de parkzone nader te onderzoeken, zodat goed onderhoud kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid voor de huidige en toekomstige gebruikers. Ook kunnen op die manier de oorspronkelijke ontwerpuitgangspunten van de parkzone worden meegenomen bij toekomstige ontwikkelingen.
Ambitie: een cultuurhistorische analyse maken van het naoorlogse groen in Rijswijk om te kunnen bepalen wat de cultuurhistorische waarde is en welke onderdelen daarvan door zorgvuldig onderhoud in stand gehouden kunnen worden.
Ambitie: het laatste restant van het polderlandschap van Rijswijk, gelegen aan het jaagpad, aanwijzen als monument of beschermd gebied.
Maquette van het nieuwe stadhuis en omgeving met voor de gemeente kenmerkende groene wijken en laanbeplanting. Foto circa 1954. Onbekende fotograaf (Fotocollectie Gemeente Rijswijk).
Maatschappelijke waarde
In de gemeente Rijswijk hebben nieuwe bouwontwikkelingen en een enorme woonopgave de laatste jaren prioriteit gekregen. Daardoor zijn de beschermde monumenten in de gemeentelijke organisatie een verweesd bestaan gaan leiden. Er zijn achterstanden ontstaan in het beheer en de ontsluiting van zowel het erfgoed zelf als de kennisbronnen die daarover informatie bevatten, zoals kaarten, bouwtekeningen en beeldmateriaal.
Het (depot)beheer, het behoud en de ontsluiting van erfgoed is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente, (particuliere) eigenaren en andere partijen.
Het erfgoedbeheer, de registratie, doorzoekbaarheid en kennisborging zijn belangrijke voorwaarden voor het toegankelijk maken van erfgoed voor intern en extern gebruik. Toegankelijkheid is een noodzaak voor goede uitvoering van kerntaken van de gemeente, zoals deskundige advisering ten behoeve van vergunningverlening en planontwikkeling. Maar toegankelijkheid vergroot ook de beleefbaarheid en daarmee de maatschappelijke waarde van erfgoed.
Ambitie: het behouden, beheren, onderzoeken, toegankelijk en beleefbaar maken van erfgoed in samenspraak met de kennis- en erfgoedpartners in Rijswijk, waaronder: Museum Bescherming Bevolking en Museum Rijswijk, de Historische Vereniging Rijswijk, de Stichting Historische Projecten en de werkgroep Open Monumenten Dag, de Archeologische Werkgroep Rijswijk, het Stadsarchief en het taakveld Monumenten van Erfgoed Delft.
Stadsarchieven van Rijswijk in Delft
In 2003 besloot de gemeente om de archieven van Rijswijk in beheer te geven aan het Stadsarchief, onderdeel van Erfgoed Delft. Dat betreft het eigen archief van de gemeente Rijswijk, maar ook de andere archieven die door het gemeentearchief van Rijswijk werden beheerd. De gemeente Rijswijk is zelf verantwoordelijk voor de (digitale) ontsluiting van de archieven en archiefdelen die voor de erfgoedkennis noodzakelijk zijn.
Het historische archief- en beeldmateriaal waarop de kennis over het erfgoed is gebaseerd is opgeborgen op verschillende plaatsen. De oudste schriftelijke documenten uit het eigen archief van de gemeente bevinden zich bij het Stadsarchief Delft: het materiaal ouder dan 1979 is daar ondergebracht; het materiaal uit de periode 1979-2019 is nog in bewerking en wordt op een later tijdstip overgebracht.
Een deel van het materiaal is fysiek opvraagbaar in het Stadsarchief Delft en een ander deel is alleen vindbaar in de digitale systemen van de gemeente zelf (in elk geval de tekeningen bij bouw- en vergunningaanvragen vanaf 2002); daarbij zijn fouten en verwisselingen van dossiers opgetreden.
Ambitie: het opsplitsen van de verschillende digitaliserings- en doorzoekbaarheidstaken in kleine projecten en het gefaseerd (laten) uitvoeren daarvan. Te beginnen bij een onderzoek naar de aard en (financiële) omvang van de gesignaleerde knelpunten.
Doorzoekbaarheid van systemen
Historische bouwtekeningen en de beeld- en kaartencollectie van de gemeente zijn momenteel niet voor iedereen digitaal doorzoekbaar en dus niet goed toegankelijk voor intern en extern gebruik. Aanvragen kunnen op adres worden ingediend en worden door de afdeling Publieksvoorlichting opgezocht: stadhuis@rijswijk.nl.
Bouwtekeningen zijn wel in het verleden gedigitaliseerd (waarna de originelen zijn vernietigd), maar de kwaliteit is doorgaans slecht en ze zijn grotendeels niet op adres doorzoekbaar, wat de vindbaarheid bemoeilijkt. De openbaarheid van het materiaal voor burgers en marktpartijen komt daardoor in het gedrang.
De openbare doorzoekbaarheid van de erfgoedbronnen laat zeer te wensen over. En dat terwijl juist de behoefte aan toegang tot historische bouwtekeningen en beeldmateriaal bij gemeentelijke archieven doorgaans het grootst is. Ook is er een maatschappelijke behoefte aan oude foto’s van de eigen straat, informatie over het lokale erfgoed, de persoonlijke geschiedenis van mensen en hun families (genealogie) en dus aan de digitale toegankelijkheid van oude bouwplannen, registers van de bevolking, oude kranten en beeld- en kaartmateriaal.
Intern wordt het erfgoedwerk hierdoor zeer bemoeilijkt. De ‘gereedschappen’ van het vak zijn noodzakelijk voor alle adviseurs van Archeologie en Monumentenzorg, voor de medewerkers van Ruimte, de secretaris en de leden van de Adviescommissie omgevingskwaliteit, voor Communicatie enzovoorts. Maar ook voor de medewerkers van Erfgoed Delft en andere externe onderzoekers die in opdracht van de gemeente bouw- en cultuurhistorisch onderzoek uitvoeren naar het Rijswijkse erfgoed. Ook dient de digitale infrastructuur (software, hardware en ondersteuning) die nodig is voor het werkterrein van Archeologie en Monumentenzorg op orde te zijn (databanken en GIS-informatie). De gemeente erkent de noodzaak van het zoeken naar een oplossing voor dit probleem.
Ambitie: het digitaal toegankelijk maken van het voor de erfgoedkennis relevante archief- en beeldmateriaal en het overzichtelijk aanbieden van de informatie op of via de website van de gemeente zodat het openbaar toegankelijk en voor iedereen vindbaar is.
Ambitie: het intern digitaal toegankelijk en doorzoekbaar maken van de ‘ vakgereedschappen ’.
Toegankelijkheid van archeologie
Ook bij het werkveld Archeologie zijn achterstanden ontstaan, onder andere in de verslaglegging van opgravingen. Het verzorgen van deze wettelijke taak heeft prioriteit. Daarnaast is het belangrijk dat verslagen worden omgewerkt tot leesbare verhalen over de geschiedenis van de vroegste bewoning van Rijswijk. De bodemvondsten zelf zijn immers slechts op enkele plaatsen te zien. Deze verhalen worden via verschillende kanalen gepubliceerd, waaronder de gemeentelijke website en diverse gespecialiseerde media.
Ambitie: het bijwerken en actueel houden van de verslaglegging van opgravingen en opgegraven bodemvondsten.
Ambitie: het uitwerken en publiceren van (grotendeels) onuitgewerkt en ongepubliceerd onderzoek tot aan de herziening van de Monumentenwet in 2007. In de uitwerking van eigen onderzoek is in het verleden een achterstand ontstaan (vanaf 2007). De ambitie is dan ook om dergelijk onderzoek zoveel mogelijk uit te werken en de informatie door middel van publicatie voor eenieder te ontsluiten.
Ambitie: het continueren van verspreiden van kennis door voortzetting van publicaties in de reeks Rijswijkse Archeologische Rapporten en in publieksvriendelijke boeken, vooral als eindproduct van langdurige gemeentelijke projecten, zoals de jarenlange onderzoeken in het kader van de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Rijswijk Buiten.
Ambitie: het leveren van input voor social media, informatieborden en presentaties.
Archeologische opgraving bij het Haantje in Rijswijk Buiten in 2018.
Archeologische opgraving bij de voormalige boerderij de Hofstede in 2024.
Gemeentelijk depot voor bodemvondsten
De gemeente is eigenaar van de bodemvondsten afkomstig van archeologisch onderzoek en is daarvoor verantwoordelijk. In de Erfgoedwet is vastgelegd dat alle vondsten en documentatie behouden moeten blijven en voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Vanwege de unieke bron van kennis is het noodzakelijk de vondsten te behouden.
Daarvoor heeft de gemeente een depot beschikbaar (aangewezen door de provincie) dat volgens de Erfgoedwet aan bepaalde eisen moet voldoen. De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) stelt concrete normen (Protocol depotbeheer 4010) voor dergelijke depots.
Het depot bevindt zich op de gemeentewerf waar ook de werkruimtes zijn ondergebracht om de vondsten schoon te maken, onderzoeken, nummeren, beschrijven, fotograferen en verpakken. Vrijwilligers helpen daarbij. Ook is hier de handbibliotheek van de archeologen ondergebracht.
Ambitie: het moderniseren, uitbreiden en geschikt maken van het huidige depot voor archeologische vondsten volgens de genoemde normen, onder andere brandveiligheid en opslag- en conserveringscondities en het verbeteren van de ontsluiting en toegankelijkheid.
Publieksbereik van Rijswijks erfgoed
Museum Rijswijk bevindt zich in het voormalige woonhuis van een beroemde Nederlander: de schrijver Hendrik Tollens. Hij was dé volksdichter van de negentiende eeuw. De laatste tien jaar van zijn leven woonde hij in het statige herenhuis waar nu Museum Rijswijk is ondergebracht. Het pand heeft, samen met het voorplein en de tuin, de status van rijksmonument.
Speerpunten van het museum zijn: Papier, Textiel en Erfgoed. Het museum beheert een omvangrijke erfgoedcollectie van onder meer schilderijen, prenten, tekeningen en historische voorwerpen betreffende de geschiedenis van Rijswijk en voert op deze terreinen een actief verzamelbeleid. Ook werkt het museum nauw samen met de Historische Vereniging Rijswijk (HVR) en de Stichting Rijswijkse Historische Projecten.
De Historische Vereniging Rijswijk is zeer actief op het terrein van de historie en het erfgoed van Rijswijk. De vereniging draagt erfgoedkennis uit in het eigen jaarboek en andere publicaties, verzorgt lezingen en rondleidingen, is beheerder van Joods erfgoed en organiseert de Open Monumentendagen. Ook draagt de vereniging bij aan het documenteren in beeld en geluid en het levend houden van immaterieel erfgoed met de werkgroepen Verteld Verleden en Rijswijk Verbeeld.
In 2013 werd het Rijswijks Historisch Centrum ondergebracht in Museum Rijswijk. Het is de opvolger van het Rijswijks Historisch Informatiecentrum (RHI) dat ooit was ondergebracht in de Bibliotheek aan de Vliet. Het RHI was gericht op dienstverlening aan de burger en was populair onder de bevolking van Rijswijk. Er kon informatie en beeldmateriaal worden opgevraagd over de eigen stad, er waren historische kranten uit het gemeentearchief beschikbaar (thans in Delft) en er werd familieonderzoek gedaan op basis van kopieën van bronbestanden. Met de verplaatsing van het archief van Rijswijk naar Delft en het Rijswijks Historisch Centrum naar het museum én met de sterk toegenomen beschikbaarheid van digitale onderzoekbronnen, is er een nieuwe situatie ontstaan.
In het Museum biedt het /DOC (de opvolger van het Rijswijks Historisch Centrum), informatie en documentatie aan over de geschiedenis van Rijswijk. De documentatiecollecties en de omvangrijke Rijswijk-bibliotheek zijn tijdens openingsuren van het museum voor iedereen te raadplegen. Het museum verzorgt erfgoededucatie voor het basisonderwijs.
De Cultuurvisie Rijswijk 2016-2030 stelt dat de gemeente wil dat het museum de rol van het Rijswijks erfgoed nadrukkelijker profileert, waar in 2018 met het toekomstperspectief van het museum nadere invulling aan is gegeven. Sindsdien is onder andere het /DOC verplaatst naar de begane grond, worden er drie á vier erfgoedtentoonstellingen per jaar georganiseerd en gestart met het digitaliseren van de beeldcollectie van het museum en het aanbieden daarvan op de website www.erfgoedrijswijk.nl. Dit laatste zal in 2024 worden voltooid; de site zal door het museum worden beheerd. Het museum heeft de ambitie om de tentoonstellingen nog meer te laten aansluiten bij de belangstelling van het Rijswijkse publiek door de verbinding te leggen met de hedendaagse context van erfgoed.
Ambitie: het publieksbereik van erfgoed verder vergroten door te onderzoeken in hoeverre er samenwerkingsverbanden mogelijk zijn tussen de taakvelden Informatiebeheer en Archeologie en Monumentenzorg van Rijswijk en het Stadsarchief en Monumenten van Erfgoed Delft met Museum Rijswijk. Deze samenwerking kan bijvoorbeeld middels presentaties, lezingen, rondleidingen. Museum Rijswijk is als eigenaar en beheerder van de website erfgoedrijswijk.nl een interessante partner voor het digitaal toegankelijk maken van kennis en informatie over monumenten, archeologie en verhalen over Rijswijk en Rijswijkers .
In het huis, waar de bekende negentiende-eeuwse dichter Tollens heeft gewoond, bevindt zich sinds jaren Museum Rijswijk, een verrijking voor stad en land. Op het plein is een beeldhouwwerk geplaatst, afkomstig van de buitenplaats Welgelegen.
Erfgoed beleefbaar maken
De maatschappelijke relevantie van erfgoed schuilt in de beleefbaarheid ervan. In het kader van het Verdrag van Faro en de Omgevingswet is het belangrijk om de inwoners van Rijswijk te betrekken bij de waardebepaling van erfgoed en in gesprek te gaan over wat men wil doen met en rondom dit erfgoed.
Het erfgoed van Rijswijk is van iedereen en daarom heeft iedereen recht op toegankelijke informatie over erfgoed. Naast de beschikbaarheid van kennisbronnen vindt de gemeente het belangrijk dat boeken en andere publicaties over erfgoed zowel in de Bibliotheek aan de Vliet (Huis van de Stad) als in Museum Rijswijk beschikbaar zijn. Ook hecht de gemeente aan het exposeren van erfgoed en het uitdragen van de beschikbare erfgoedkennis.
Ook monumentenborden in de stad hebben een educatief doel. De Open Monumenten Dag(en) en de Monumentenprijs brengen het grote publiek in contact met het erfgoed van Rijswijk. Bovendien kan de website van de gemeente inspiratie bieden aan digitale bezoekers met aansprekende verhalen en mooie plaatjes over het erfgoed en/of doorlinken naar de website www.erfgoedRijswijk.nl .
Het taakveld Archeologie en Monumentenzorg van de gemeente verspreidt de verworven kennis, onder meer door tentoonstellingen, rondleidingen, lezingen en (digitale) publicaties. Daarmee wordt het publieksbereik vergroot.
Het taakveld Cultuur van de gemeente ondersteunt lokale partijen als Museum Rijswijk, de Historische Vereniging en Museum Bescherming Bevolking om het lokale erfgoed bekend te maken. De Historische Vereniging doet dit via publicaties, lezingen en rondleidingen en het Museum Bescherming Bevolking door middel van open dagen en rondleidingen.
De communicatie over het erfgoed in Rijswijk is erop gericht om mensen te verbinden, te inspireren en te verrijken.
Ambitie: het publiek nog beter te bereiken en te bevragen, zowel via de gemeentelijke en het participatieplatform als via de gedrukte media en de socials, maar ook daar waar het erfgoed zelf is te vinden: in de wijken, zodat het beleefbaar is voor jong en oud, voor Rijswijkers, dagjesmensen en andere bezoekers van Rijswijk.
Ambitie: het Incorporeren van erfgoedparticipatie in het gemeentelijk beleid. Voor Archeologie en Monumenten speelt het Verdrag van Faro daarbij een leidende rol. Daarbij staan de sociale waarde en burgerparticipatie centraal. De gemeente wil daarbij meer faciliteren en luisteren naar haar inwoners: welke waarden hechten zij aan erfgoed en wat willen zij ermee doen?
Monumentenborden bij rijksmonumenten geven voorbijgangers informatie over het monument, zoals bij de slangenmuur die behoort bij de moestuin van buitenplaats Cromvliet.
Park Cromvliet is een complex bestaande uit hoofdhuis, park en andere elementen, waaronder de brug met hekpalen en de zeventiende-eeuwse slingerende muur achterin de tuin. Deze was bedoeld om leifruitbomen veel, sappig fruit te laten dragen door de gunstige positie: in de warmte en uit de wind.
Erfgoed en stadsontwikkeling
De huidige woonopgave van Rijswijk is groot. Inmiddels zijn er weinig plaatsen in de stad waar nog geen ontwikkelingen hebben plaats gevonden of gaande zijn. Rijswijk integreert het cultureel erfgoed in het ruimtelijk beleid.
Het inpassen van erfgoed in de ruimtelijke ordening betekent rekening houden met de belangen van erfgoed, maar het gaat verder. Het betekent ook kwaliteiten en waarden van het erfgoed benoemen en als uitgangspunt nemen voor gebiedsontwikkeling zodat de historische en culturele identiteit kan worden versterkt. Om waarden te kunnen bepalen is het noodzakelijk het erfgoed te onderzoeken, te analyseren en te beoordelen op de cultuurhistorische betekenis: wat zijn de waarden van een gebouw of een gebied of structuur, wat moet daarvan worden behouden en wat kan leidend zijn bij herbestemming, in verbouwings- en ontwikkelplannen..
Ambitie: de rol van het archeologisch en gebouwd erfgoed beter borgen in de werkprocessen van de organisatie, waaronder de taakvelden Ruimte en Toezicht en Handhaving.
Integrale benadering
De Omgevingswet (2024) is een bundeling van verschillende andere wetten en behelst een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. In de nieuwe wet is het erfgoed een volwaardig onderdeel geworden naast klimaat, duurzaamheid, gezondheid en veiligheid. De Omgevingsvisie is een instrument waarmee het bevoegd gezag in samenspraak met de samenleving een overkoepelend beleid uitzet. Het Omgevingsplan is een instrument waarin van rechtswege de bestaande bestemmingsplannen zijn opgenomen tot het moment dat deze zijn omgezet naar het nieuwe plan. In de Omgevingsvisie van Rijswijk is het integraal samenwerken en het borgen van omgevingswaarden in planontwikkelingen neergelegd.
Ambitie: het erfgoed als vertrekpunt nemen voor een inspirerende fysieke leefomgeving, het verbeteren van de kwaliteit daarvan waarbij het erfgoed toegevoegde waarde levert.
Planologische borging in Omgevingsplan
Bij het omzetten van het beschermingsregime zoals dat is vastgelegd in de oude bestemmingsplannen van Rijswijk zal een actualisering plaats vinden. Zo zal de dubbelbestemming waarde archeologie worden geactualiseerd en kunnen de uitkomsten van de inventarisatie van de naoorlogse wijken worden meegenomen. Ook zal de gebiedsdekkende ‘waarde cultuurhistorie’ uit de oude bestemmingsplannen, bijvoorbeeld die van Oud-Rijswijk, in het Omgevingsplan worden opgenomen en uitgebreid naar de Landgoederenzone en de Vlietzone. De landgoedbiotopen zijn al van toepassing via de provinciale Omgevingsverordening, maar de gemeente kan op deze manier breder toetsen aan de cultuurhistorische waarden van dezes zones.
Ambitie: het overnemen en actualiseren van het beschermingsregime van de oude bestemmingsplannen in het Omgevingsplan, onder andere het opnemen van ‘waarde cultuurhistorie/functie erfgoed’ voor de Landgoederen- en Vlietzone.
Advisering
De Adviescommissie omgevingskwaliteit adviseert het college van burgemeester en wethouders over het aanwijzen en afvoeren van beschermde monumenten en over de wijziging daarvan. De commissie wordt ambtelijk ondersteund door het team Archeologie en Monumentenzorg dat adviseert over cultuurhistorische waarden bij vergunningaanvragen van monumenten en werkzaamheden onder de grond. Daarnaast geeft de commissie welstandsadvies en toetst bouwplannen van niet-monumenten op redelijke eisen van welstand. In de verordening van de Adviescommissie zijn welstandsregimes opgenomen gebaseerd op de historische betekenis van objecten en structuren (bijlage 8, de kaart).
Ambtelijk monumentenadvies en archeologisch advies maken deel uit van het ruimtelijk proces, maar ook meer concreet van het vergunningenproces. De belangenafweging tussen wensen van ruimtelijke aard en bescherming van gebouwde, groene en archeologische monumenten en waarden is daarbij heel belangrijk. De gemeente wil daar bruikbare kaders voor stellen zodat de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarden kunnen worden geborgd.
Bij ontwikkeling kan sprake zijn van transformatie of herbestemming van monumenten of structuren. Dan is het belangrijk om te weten welke historische elementen moeten worden behouden, maar ook welke eventueel kunnen verdwijnen of gewijzigd kunnen worden. Bovendien moet er rekening worden gehouden met eventueel aanwezige archeologische waarden. Archeologische resten zijn per definitie beschermd door de Erfgoedwet en mogen niet aangetast worden. Dus behoud door planinpassing is overheidsbeleid. Opgraven is alleen aan de orde als het besluit is genomen resten ex situ te behouden.
De inhoudelijke advisering is zowel intern als extern. Interne advisering is in Rijswijk belegd bij het team Archeologie en Monumentenzorg, waar nodig ondersteund door externe specialisten, waaronder de medewerkers monumentenzorg van Erfgoed Delft. Door derden op te stellen programma's van eisen en rapportages zullen altijd ter beoordeling en goedkeuring worden voorgelegd aan de medewerkers van het team Archeologie en Monumentenzorg (in overleg met de casemanager; zie ook bijlage 1 wettelijke taken).
Voor monumenten worden inhoudelijke adviezen over vergunningaanvragen voorbereid door de monumentenambtenaar en voor mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden door de archeologen van Rijswijk.
Ambitie: het verbinden van de verantwoordelijke partijen, intern en extern, om de belangen van het erfgoed zo goed mogelijk te borgen in de werkprocessen zodat erfgoedwaarden worden onderzocht, benoemd en meegewogen.
Onderzoeken van erfgoed
Het doen van onderzoek is noodzakelijk om de beleidsinstrumenten op te stellen, te actualiseren en toe te passen. Erfgoedwaarden kunnen op het eerste gezicht verborgen zijn, omdat niemand ze nog heeft gezien of herkend. Het vermoeden van de aanwezigheid van erfgoedwaarden is voldoende om het gebouw of de historische, groene aanleg of de bodem ter plaatse van archeologische waarden te moeten onderzoeken om de betekenis ervan te kunnen benoemen.
Om de cultuurhistorische waarden van gebouwen in een gebied te bepalen worden cultuurhistorische inventarisaties en waardestellingen gemaakt zodat het cultureel erfgoed kan worden meegewogen aan het begin van ruimtelijke planvorming. Ook bij vergunningaanvragen voor ingrepen in beschermde monumenten en gebouwen met cultuurhistorische waarden worden de cultuurhistorische, architectuur- en bouwhistorische waarden bepaald.
Daarmee kunnen voorwaarden gesteld worden aan de omgevingsvergunning. Het doel is om aan te geven welke gebouwen of elementen behouden moeten worden, herkenbaar moeten blijven of versterkt kunnen worden en welke elementen mogen verdwijnen.
Ambitie: het zorgvuldig (laten) bepalen en meewegen van de erfgoedwaarden bij voorgenomen wijzigingen of sloop/verstoringsplannen van de gebouwde omgeving van Rijswijk.
Ambitie: het doorlopend actualiseren van de Cultuurhistorische waardenkaart en de Archeologische verwachtings- en beleidskaart. Deze kaarten geven richting aan toekomstige ontwikkelingen. De oude bebouwing van Rijswijk beter in kaart brengen en meenemen zoals (tuinders)woningen en andere vormen van oude bebouwing en structuren. Denk daarbij aan de zone langs de Kastanjewetering (’t Haantje en Sion), langs de Strijpwetering, langs de Spieringswetering en aan weerszijden van de Vliet.
Kantoorgebouw van uitgeverij Sijthoff op het bedrijventerrein Plaspoelpolder. Het werd gebouwd in 1980 en behoort tot het zogenaamde Brutalisme, herkenbaar aan de spiegelende ramen en repeterende betonnen elementen. Het gebouw is tijdens de inventarisatie van naoorlogs erfgoed gewaardeerd als van zeer hoge waarde (monumentaal) en ondergaat momenteel een transformatie.
Borgen van deskundigheid
De monumentenambtenaar van Rijswijk zal nauwe banden onderhouden met externe erfgoedprofessionals, waaronder de medewerkers monumentenzorg van Erfgoed Delft. De meerwaarde van de samenwerking ligt in het brede aanbod aan erfgoedspecialisaties in Delft waaronder bouwhistorie, verduurzamen van monumenten en historisch groen. Collegiaal advies en uitwisseling van kennis, maar ook het uitvoeren van cultuur-, architectuur- en bouwhistorisch onderzoek en waardestelling behoren tot de mogelijkheden. Archeologisch onderzoek blijft onderdeel van het takenpakket van het team Archeologie en Monumentenzorg van de gemeente Rijswijk.
Ambitie: het borgen van deze werkprocessen m.b.t. gebouwde en aangelegde monumenten en gebieden met cultuurhistorische waarden in de samenwerking met de medewerkers monumentenzorg van Erfgoed Delft in een formele samenwerkingsovereenkomst.
Onderzoeksagenda monumenten
Een belangrijk instrument voor het ‘bij de tijd blijven’: het opvullen van kennislacunes en de vergroting van de erfgoedkennis is het opstellen van een onderzoeksagenda voor cultuurhistorisch onderzoek. Dergelijk onderzoek draagt bij aan de kennis van bredere, overkoepelende erfgoedthema’s die belangrijk zijn voor Rijswijk en niet eerder onderwerp van onderzoek en waardering waren. Het toegankelijk en relevant te maken voor een breder publiek, inclusief de integratie van Erfgoedparticipatie volgens het Verdrag van Faro is daarbij leidend.
Op de agenda van de komende acht jaar staan inventarisaties en (vervolg)onderzoeken naar de naoorlogse periode en op de langere termijn naar onderwerpen die tot nu in Rijswijk toe buiten het blikveld zijn gebleven, maar landelijk al eerder zijn opgepakt, zoals kerken, Joods erfgoed, begraafplaatsen en het slavernijverleden. In dergelijke onderzoeken zal worden meegenomen welke instrumenten geschikt zijn voor eventueel behoud of behoud van karakteristieken. Dergelijke thema’s zijn van belang vanwege de maatschappelijke waarde van erfgoed. De Oude Begraafplaats van Rijswijk is een aandachtspunt vanwege de oude én ultramoderne grafmonumenten en de bijzondere historische sfeer en uitstraling.
Ambitie: het ontwikkelen van een onderzoeksagenda , onder meer voor inventarisatieprojecten zoals de begraafplaats Oud-Rijswijk, Joods erfgoed, Kerkenvisie.
Onderzoeksagenda archeologie
Een belangrijk onderdeel van het toekomstig beleid is het actualiseren van de Lokale Onderzoeks Agenda Rijswijk (LOAR), die inspeelt op zowel lokale als bredere onderzoeksvragen binnen de archeologie. Deze dient onder meer als leidraad bij de uitwerking, vraagstelling, interpretatie en rapportage van reeds voltooide opgravingen en is noodzakelijk, mede door voortschrijdend inzicht. De agenda is ook belangrijk als archeologisch kader voor toekomstig onderzoek door de gemeente zelf en door externe partijen die in Rijswijk archeologisch onderzoek gaan doen. Dit onderdeel benadrukt de ambitie om archeologie toegankelijk en relevant te maken voor een breder publiek, inclusief de integratie van Erfgoedparticipatie volgens het Verdrag van Faro. Hierin staat de sociale waarde van erfgoed centraal, met aandacht voor de betrokkenheid en participatie van burgers bij het beheer en de interpretatie van cultureel erfgoed.
De LOAR betreft zowel specifiek Rijswijkse onderzoeksvragen, als onderzoeksvragen die verband houden met de Nationale Onderzoeksagenda (NOA) en de Provinciale Onderzoeksagenda (POA). Een lokale onderzoeksagenda is tevens van belang voor het opstellen van Programma’s van Eisen en speelt mede in op actuele kennis en -onderzoeksaspecten. De LOAR is daarom geen vaste lijst met onderzoeksvragen, maar een agenda met aandachtsgebieden en onderzoeksaspecten, die deels meebeweegt met de actuele stand van onderzoek en voortschrijdende kennis. Wél ligt binnen de gemeente Rijswijk de nadruk op de specifieke archeologische perioden Midden- tot Laat-Neolithicum, de Romeinse tijd, de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd.
Ambitie: het actualiseren en in stand houden van een eigen onderzoeksagenda voor de gemeente Rijswijk - de Lokale Onderzoeks Agenda Rijswijk (LOAR).
Samenwerking met opleidingsinstituten
In het werkveld Archeologie wordt al jaren samengewerkt met opleidingsinstituten en amateurarcheologen. De vrijwilligers helpen bij veldwerk en de uitwerking van de archeologische onderzoeken van de gemeente. De kruisbestuiving met collega-wetenschappers, studenten en amateurarcheologen levert een rijker beeld op van de archeologie van Rijswijk.
Ambitie: het aangaan van nieuwe en in stand houden van bestaande samenwerkingsverbanden met externe partijen waaronder amateurarcheologen en overheden. Voorbeelden zijn de bilaterale samenwerking met de Universiteit Leiden en de Hogeschool Saxion, door de inzet van studenten op gemeentelijke onderzoeksprojecten in het kader van stage.
Archeologische studies worden gedeeld op verschillende manieren, bij voorbeeld in de Rijswijkse Archeologische Rapporten.
Monumenten en duurzaamheid
De gemeente Rijswijk wil verduurzaming van monumenten stimuleren in het kader van de energietransitie. Wij zoeken de balans tussen het behoud van cultureel erfgoed en het toepassen van moderne duurzaamheidsmaatregelen. Ook herbestemming van historische gebouwen draagt bij aan duurzaam gebruik van materialen en energie.
Voor beschermde monumenten geldt dat de Rijksoverheid in 2030 een gemiddelde CO2-reductie wil bereiken van 40% en in 2040 van 60%. Ook monumenten kunnen door middel van energiebesparende maatregelen duurzamer worden gemaakt. Wat er wel en niet kan is afhankelijk van de unieke waarde van het gebouw, de technische staat en het belang voor de omgeving. Sommige maatregelen zijn niet geschikt voor historische gebouwen; andere wel. Het kan voorkomen dat de historische waarden zwaarder wegen dan het belang van duurzaamheid, maar dit is lang niet altijd het geval. Het is hoe dan ook belangrijk dat er energie wordt bespaard en opgewekt voor het behoud van erfgoed op de lange termijn.
Ambitie: het adviseren over het verduurzamen van monumenten stimuleren, zonder de monumentale waarden onnodig aan te tasten.
Uitwisseling van kennis en expertise
Om vanuit de erfgoedwaarden aansluiting te vinden bij opgaven van verduurzaming en energietransitie wordt kennisuitwisseling gezocht en gestimuleerd. De gemeente streeft naar samenwerking met de deskundige op het terrein van duurzaamheid van Erfgoed Delft.
Verduurzaming van monumenten is maatwerk. Er is nog veel onduidelijk over welke maatregelen in welke situaties de beste oplossing bieden. Bovendien is de benodigde kennis en expertise over producten en diensten nog in ontwikkeling. Erfgoedinstellingen en energiecoaches bouwen kennis op en kunnen behulpzaam zijn bij verduurzamingsvraagstukken. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Provinciaal Steunpunt Monumenten Zuid-Holland en diverse gespecialiseerde websites geven advies over de verduurzaming van monumenten. Ook is er een Routekaart Verduurzaming Monumenten waarin organisaties uit de monumentensector de krachten hebben gebundeld (www.duurzaamerfgoed.nl).
Ambitie: het opbouwen, delen en toepassen van kennis over de verduurzaming van monumenten en het uitbreiden en versterken van het netwerk.
Samenvatting
De Erfgoednota bestaat uit vier hoofdstukken:
- 1.
Als erfgoed kon spreken: over het erfgoed van Rijswijk
- 2.
Maatschappelijke waarde: over de erfgoedpartners in Rijswijk en de toegankelijkheid van informatie over het erfgoed
- 3.
Erfgoed en stadsontwikkeling: over de Omgevingswet en de inbedding van het erfgoed in de ontwikkeling van de stad
- 4.
Monumenten en duurzaamheid: over de verduurzaming van monumenten
De Erfgoednota bestrijkt een periode van acht jaar. Bij de uitvoering van het beleid zal het zwaartepunt liggen op het voldoen aan de wettelijke taken en het op orde brengen van de basis. Het wegwerken van achterstanden en het borgen van het erfgoedwerk in de organisatie hebben prioriteit. Deze prioriteiten zijn voorwaarde scheppend voor het naar behoren kunnen uitvoeren van de inhoudelijke advisering ten dienste van de vergunningverlening en planontwikkeling. Daar waar de gemeente meer wil doen - de echte ambities van Rijswijk - zal jaarlijks een keuze worden gemaakt die wordt meegenomen in de jaarlijkse begroting. De keuze voor de eerste anderhalf jaar betreft het uitrollen van het aanwijzingsbeleid voor de naoorlogse periode en het beschermingsregime van stedenbouwkundige- en groenstructuren.
De ambities van de gemeente Rijswijk zullen de komende jaren gefaseerd worden uitgevoerd volgens een jaarlijks op te stellen uitvoeringsplan. Daarbij zullen ook begrotingsvoorstellen worden gedaan.
Samengevat gaat het om de volgende uitgangspunten en ambities van de gemeente Rijswijk:
- 1.
Basistaken op orde brengen en voortzetten bestaand beleid cluster Archeologie & Monumentenzorg
- •
Erfgoedwaarden (archeologie, monumenten, cultuurhistorie) meewegen bij omgevingsvergunningen en in ruimtelijke plannen
- •
Cultuurhistorische onderzoeken (laten) uitvoeren om monumentale waarden te bepalen en inventariserend archeologisch verkennend onderzoek zoals bureau- en booronderzoek; incidenteel opgravingen (laten) uitvoeren
- •
Overnemen en actualiseren van het beschermingsregime van de bestemmingsplannen en erfgoed borgen in het Omgevingsplan
- •
- 2.
Borgen van de taken archeologie en monumentenzorg in de organisatie
- •
Borgen van deskundige advisering en inhoudelijke voorbereiding archeologie- en monumentenkwesties intern (advies aan taakvelden Vergunningen, Ruimte, aan het bestuur en aan de Adviescommissie omgevingskwaliteit) en extern (monumentenadvies aan burgers, eigenaren, marktpartijen, voorlichtingstaken en advies planontwikkeling)
- •
Jaarlijks uitvoeringsplan opstellen, beleid evalueren en actualiseren
- •
Samenwerking met het taakveld Monumenten van Erfgoed Delft intensiveren en formaliseren voor zwaardere inhoudelijke advisering, onderzoek en dergelijke; samenwerking met externe erfgoedprofessionals indien nodig; aansturen en toezicht houden
- •
Blijvend actualiseren erfgoedregister, archeologische beleids- en verwachtingenkaart, cultuurhistorische waardenkaart en verwachtingenkaart naoorlogs erfgoed
- •
- 3.
Wegwerken achterstanden en actualisering
- •
Bijwerken verslaglegging archeologie en moderniseren en uitbreiden van het depot
- •
Bijwerken redengevende omschrijvingen monumenten, erfgoedregister en monumenten- en kennisdossiers
- •
Coördineren verbeterde openbare toegang en doorzoekbaarheid erfgoedregister, redengevende omschrijvingen, beeldbank en bouwtekeningen
- •
Actualiseren en uitbreiden erfgoedinformatie online
- •
Vormgeven van de erfgoedparticipatie in Rijswijk, zowel met de erfgoedpartners als met de Rijswijkers breed
- •
- 4.
Aanwijsbeleid
- •
Aanwijsprogramma naoorlogs erfgoed uitrollen. Inventarisatie en waardering naoorlogse architectuur, groenstructuren en stedenbouw (rapport Linda Driesen, Quickscan Wederopbouw en Post-65 1945-1990 Gemeente Rijswijk, juni 2024) en nader onderzoek ten behoeve van selectie en beschermingsregime, waaronder aanwijzen van naoorlogse monumenten
- •
Aanwijsprocedure Bunkercomplex Overvoorde tot rijks- of gemeentelijk monument
- •
Incidenteel aanwijzen van erfgoed dat nog geen status heeft gekregen, maar wel op een shortlist staat van objecten of structuren met hoog monumentale waarden (b.v. stads- en dorpsgezichten)
Colofon
Titel: Erfgoednota Rijswijk 2024-2032. Gezichten om van te houden
Gemeente Rijswijk
Domein Ruimtelijke ontwikkelingen
Team Vergunningen, Archeologie en Monumentenzorg
Cluster Archeologie en Monumentenzorg
Postadres: Postbus 5305 – 2280 HH Rijswijk
Bezoekadres: Generaal Spoorlaan 2 – 2283 GM Rijswijk
Email: stadhuis@rijswijk.nl
© Gemeente Rijswijk 2024
Foto voorpagina: Het Oorlogsmonument met rechthoekige vijver in het park van de voormalige buitenplaats Hofrust waar de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht.
Foto’s: B.M. Laan tenzij anders vermeld.
Ondertekening
Aldus besloten door de Raad van de gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 24 september 2024
De gemeenteraad,
de griffier,
J.A. Massaar, bpa
de voorzitter,
H. Sahin
1 Wettelijke taken
Bij de zorg voor het cultureel erfgoed horen een aantal verantwoordelijkheden, rechten en plichten. Er zijn veel verschillende werkwijzen, beschermingsinstrumenten en vormen van samenwerking om aan de wettelijke eisen te voldoen.
De landelijke wetgeving bepaalt de wettelijke taken die de gemeente Rijswijk heeft op het gebied van het eigen erfgoed. De Erfgoedwet van 2016 stelt de Nederlandse gemeentes verantwoordelijk voor de zorg van het erfgoed binnen de gemeentegrenzen: de zorgplicht. Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden, die samen met de Erfgoedwet zorgt voor de bescherming van het cultureel erfgoed. De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving en activiteiten die de fysieke leefomgeving betreffen. Daaronder wordt blijkens artikel 1.2, tweede lid, van die wet ook cultureel erfgoed verstaan. Cultureel erfgoed wordt gedefinieerd als volgt: ‘monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
Ook internationale verdragen zijn van toepassing, zoals het verdrag van Malta, dat cultureel erfgoed in de bodem beschermt. De gemeentelijke Erfgoedverordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld en geeft regels voor de omgang met het lokale cultureel erfgoed.
De volgende bepalingen uit de Erfgoedverordening blijven in de verordening staan: artikelen die betrekking hebben op het gemeentelijke erfgoedregister en op de aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen, en verzamelingen. De overige bepalingen gaan over naar het Omgevingsplan.
De gemeente Rijswijk werkt samen met de landelijke en provinciale erfgoedinstanties om integrale erfgoedzorg te kunnen garanderen. Een integrale benadering betekent ook dat naast het beschermd cultureel erfgoed het door Rijk en provincie beschermde cultureel erfgoed wordt betrokken door daarover op gemeentelijk niveau aanvullende regels te stellen. Met een dergelijke integrale benadering worden de verbeterdoelen van de Omgevingswet meer bereikbaar.
De gemeente is verantwoordelijk voor de bescherming van de aanwezige gemeentelijke en rijksmonumenten. Dat betekent: het bijhouden van het erfgoedregister, het verlenen van vergunningen om gebouwde of aangelegde monumenten te kunnen veranderen en het toezien op het onderhoud van monumenten. De gemeente heeft ook een zorgplicht voor de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden. En zij dient rekening te houden met de erfgoedwaarden bij ruimtelijke plannen. De kwaliteitsnorm vergunningverlening moet deskundige advisering garanderen.
Ten slotte heeft de gemeente een taak bij het informeren en bewust maken van inwoners en belanghebbenden over het lokale erfgoed.
1.1.Archeologie en Monumentenzorg
Grootschalige nieuwbouw na de Tweede Wereldoorlog, in grote delen van het Rijswijks grondgebied, vormde een toenemende bedreiging voor het behoud van het cultureel erfgoed. Dit betrof zowel de ondergrondse, archeologische waarden, als de bovengrondse, gebouwde monumenten. Veel ging verloren en hiermee ontstond een toenemende behoefte aan maatregelen om het cultureel erfgoed te behoeden voor verdere vernietiging. Cultuurhistorische waarden maken immers de geschiedenis van een gebied zichtbaar en dragen bij aan een positieve beleving van de leefomgeving. Vanaf de jaren ’70 kwam hier verandering in, door het invoeren van nieuwe wetten en een actievere rol van het Rijk en gemeenten in de zorg voor monumenten en archeologie.
Ook vandaag de dag is de druk op het cultureel erfgoed onverminderd hoog. Door maatschappelijke veranderingen en wetswijzigingen blijft een actief beleid met betrekking tot Archeologie en Monumentenzorg noodzakelijk; in deze dynamische realiteit is het meebewegen met veranderende omstandigheden en het periodiek actualiseren van de Erfgoednota dan ook van wezenlijk belang.
Belangrijke veranderingen zijn mede het gevolg van de in 2007 van kracht geworden Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ). Van groot belang voor het erfgoedbeleid van de gemeente Rijswijk is de bepaling dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor het behoud en beheer van hun cultureel erfgoed.
1.2. Archeologie
Het team Archeologie van de gemeente Rijswijk verricht zelfstandig archeologisch onderzoek, waaronder archeologische opgravingen. De gemeente is Bevoegd Gezag voor haar grondgebied; bij grensoverschrijdende projecten is dat de provincie of het Rijk. In die gevallen is het van belang dat het taakveld Archeologie van de gemeente Rijswijk zo goed mogelijk de belangen behartigt ten aanzien van haar archeologische waarden. Vanaf 1997 beschikte de gemeente Rijswijk over een opgravingsvergunning. Sinds 1 juli 2016 is hiervoor een certificaat verplicht gesteld; dit geldt eveneens voor de functie als depothouder, aangezien de gemeente Rijswijk over een eigen gemeentelijk archeologisch depot beschikt. Conform de Erfgoedwet beschikt het taakveld Archeologie over een certificaat BRL SIKB 4000 en beschikken tevens de medewerkers individueel over een registratie in het KNA-actorregister.
Om het certificaat te behouden dient de gemeente Rijswijk ervoor zorg te dragen dat blijvend aan de voorwaarden van kwaliteitswaarborging conform de BRL SIKB 4000 wordt voldaan. Het onderhouden van de certificaat-eisen is een continu proces, waarbij de verscheidene archeologische processtappen conform de geldende protocollen worden getoetst. Hiertoe is de gemeente Rijswijk een contract aangegaan met een toetsende en certificerende instelling. Het certificaat wordt onderhouden door jaarlijkse herhalingstoetsen. Bij positieve beoordelingen van deze jaarlijkse toetsen volgt elke vier jaar verlenging van het certificaat.
Voor de medewerkers – de zogenaamde actoren – geldt dat zij individueel moeten voldoen aan de geldende kennis- en ervaringseisen van hun desbetreffende actorstatus(sen). De actor is zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van de bewijsstukken ter verlenging van de actorstatus, hetgeen elke vier jaar wordt getoetst en bij positieve beoordeling van de onderhoudseisen wordt verlengd.
Het archeologisch bodemarchief, dat wordt gevormd door het geheel aan fysieke resten van menselijke activiteiten en bewoning in het verleden, is een belangrijke bron van het gemeenschappelijk geheugen. Het is echter kwetsbaar en, eenmaal vernietigd, onvervangbaar.
In 1992 werd het Europese verdrag van Malta ondertekend door de lidstaten van de Raad van Europa en in 1998 door Nederland geratificeerd. Het verdrag beoogt het archeologisch erfgoed beter te beschermen door structurele inpassing van archeologie in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Streven naar behoud in situ en het principe van de verstoorder betaalt zijn hierin de belangrijkste uitgangspunten.
Het Verdrag van Malta heeft in Nederland geleid tot een ingrijpende herziening van de Monumentenwet uit 1988, die op 1 september 2007 met Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) van kracht is geworden. Met de inwerkingtreding van de WAMZ is de verantwoordelijkheid voor het archeologische erfgoed verschoven van Rijk en provincie naar de gemeenten. Gemeenten zijn verplicht om in nieuwe bestemmingsplannen en bestemmingsplanwijzigingen rekening te houden met archeologie, en kunnen randvoorwaarden opleggen aan omgevingsvergunningen en projectbesluiten.
Een andere, wettelijke taak van de provincie, die in het kader van deze Erfgoednota van belang is, is het Interbestuurlijk Toezicht (IBT). Het doel ervan is als volgt geformuleerd: ‘interbestuurlijk toezicht is er omdat de overheid haar taken blijvend goed wil uitvoeren en dat inwoners en bedrijven erop kunnen vertrouwen dat dit beschermd en geborgd is’. Het IBT houdt systematisch toezicht in en richt zich op taken binnen onder andere de toezichtgebieden Ruimtelijke Ordening, Omgevingsrecht en Monumenten en Archeologie. De inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 heeft directe gevolgen voor deze toezichtgebieden en de toepassing van het IBT. Door middel van systematisch toezicht toetst de toezichthouder of er indicaties zijn voor mogelijke taakverwaarlozing (door de gemeente). Indien hiervan sprake zou zijn, en na het doorlopen van verscheidene processen en beoordelingen conform de IBT-ladder, volgt in het uiterste geval als sanctie een interventie (indeplaatsstelling) door de provincie.
De gemeente
Zoals reeds vermeld heeft er als gevolg van de inwerkingtreding van de WAMZ een verschuiving van taken en verantwoordelijkheden plaatsgevonden. De essentie is dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor het behoud en beheer van hun cultureel erfgoed. Rijswijk beschikt over beleid dat voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot de integratie van archeologische- en cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening, door afstemming op het provinciaal-, het landelijk- en het internationaal beleid en het zichtbaar en beleefbaar maken van het cultureel erfgoed.
De gemeente Rijswijk wil archeologie aan de voorkant zetten bij ruimtelijke ontwikkelingen, mede door een archeologische waardenkaart te verankeren in ruimtelijke instrumenten, zoals het omgevingsplan of structuurvisie. Verder verricht het team Archeologie van de gemeente Rijswijk archeologische bureauonderzoeken en stelt zij Programma’s van Eisen (PvE) op en/of keurt die door derden zijn opgesteld goed. Deze documenten vormen de basis voor het verdere verloop van het archeologisch onderzoek; zonder een goedgekeurd PvE kan een archeologisch veldonderzoek niet plaatsvinden (KNA 4.1.). Elk archeologisch veldonderzoek in de gemeente Rijswijk vindt plaats in overleg met en onder supervisie van het BMA.
De provincie
Veel van de taken die voorheen bij de provincie lagen, zoals het beoordelen van archeologische onderzoeksrapporten en Programma’s van Eisen voor archeologisch onderzoek, zijn in het huidige archeologiebestel overgenomen door de gemeenten. Bij ontgrondingsvergunningen, die nog steeds door de provincies worden verleend, beslist de provincie echter nog wel over het uit te voeren en uitgevoerde archeologische onderzoek, en bij gemeentegrenzen-overschrijdende projecten en grotere bestemmingsplannen als ook sommige bodemsaneringen kan de provincie optreden als adviseur of bevoegd gezag. Verder beheert de provincie Zuid-Holland de Cultuurhistorische Hoofd Structuur (CHS), die een overzicht geeft van alle cultuurhistorische en archeologische kenmerken en waarden in de provincie, en de provinciale Archeologische Monumenten Kaart (AMK), waarop alle archeologische monumenten in de provincie staan aangegeven. Ook beheert de provincie het provinciale depot voor bodemvondsten, gevestigd in Alphen aan den Rijn, waar archeologische vondsten en documentatie van gemeenten die zelf geen depot hebben, verplicht worden opgeslagen. Dit geldt niet voor de gemeente Rijswijk als depothouder.
Het bovenstaande onderstreept het belang van een degelijk beleid omtrent het behoud en beheer van het cultureel erfgoed, in het bijzonder mede door gebruikmaking van een geactualiseerde Erfgoednota. Ook onderstreept het belang van structureel onderhoud van het certificaat BRL SIKB 4000 als kwaliteitsborging.
Het Rijk
In het huidige archeologiebestel heeft het Rijk als kerntaken, naast beleidsontwikkeling en de uitvoering van de wet- en regelgeving op nationaal niveau, vooral kennisoverdracht, advisering en kwaliteitsbewaking. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft hierin een centrale en sturende rol. De Rijksdienst adviseert bij het behoud, de duurzame ontwikkeling en het toegankelijk maken van belangrijke archeologische vindplaatsen. Namens de Minister kan de Rijksdienst waardevolle archeologische terreinen aanwijzen tot archeologisch rijksmonument, opgravingsvergunningen verlenen en beslissen over monumentenvergunningen voor archeologische rijksmonumenten. De Erfgoedinspectie ziet toe op de naleving van de wet- en regelgeving en op de kwaliteit van de archeologische onderzoeken.
Omgevingsplan en Omgevingsvergunning
Sinds 2007 wordt het archeologisch erfgoed als een volwaardig belang meegewogen in ruimtelijke planvorming in Nederland. Het Omgevingsplan en de Omgevingsvergunning zijn vanaf 1 januari 2024 de belangrijkste instrumenten die de gemeente inzet bij de zorg voor archeologische monumenten. In het Omgevingsplan kunnen regels worden opgenomen over archeologisch onderzoek. Zo kunnen archeologische monumenten in de bodem worden beschermd of deskundig worden opgegraven. Op basis daarvan kunnen bepaalde bouwplannen alleen met een Omgevingsvergunning worden uitgevoerd.
De gemeente moet terreinen kleiner dan 100m2 in beginsel vrijstellen van archeologische onderzoeksplicht, maar is vrij om in het Omgevingsplan een grotere of kleinere grens vast te leggen. Zelfs een stukje grond van nul m2 kan belangrijke wetenschappelijke waarde hebben en daarmee een grote maatschappelijke meerwaarde bezitten. Gebieden met een lage verwachtingswaarde kunnen vrijgesteld worden om het planproces niet onnodig te vertragen.
Archeologisch onderzoek
De archeologische verwachting wordt middels bronnenonderzoek en waar nodig veldonderzoek vastgesteld. Deze inventarisaties vormen het toetsingskader voor toekomstige ontwikkelingen. Zulke onderzoeken moeten volgens bepaalde eisen worden gedaan.
Het uitgangspunt is dat vondsten zoveel mogelijk in de bodem worden behouden. Als dat niet kan worden de vondsten onderzocht en gedocumenteerd en opgeslagen in depot.
Soms worden onverwacht vondsten gedaan; het is belangrijk om dergelijke vondsten snel te documenteren om de kennis niet verloren te laten gaan.
1.3.Monumenten
De eerste beschermde rijksmonumenten van Rijswijk zijn aangewezen op grond van de eerste Monumentenwet van 1961. Inmiddels wijst de gemeente Rijswijk zelf beschermde gemeentelijke monumenten aan. Met de nieuwe Erfgoedverordening 2024 wordt het ook mogelijk om gemeentelijke stads- en dorpsgezichten aan te wijzen.
Sinds het Rijk het monumentenbeleid veranderde in 2009 Modernisering Monumentenzorg (MoMo), werd het monumentale erfgoed als een volwaardig belang meegewogen in ruimtelijke planvorming in Nederland. Vanaf dat moment moet bij ruimtelijke ontwikkelingen de cultuurhistorische waarden van het gebied in kaart worden gebracht en meegewogen.
Omgevingsplan en Omgevingsvergunning
Om het erfgoed te behouden moet de gemeente een toereikend beschermingsregime instellen. Het Omgevingsplan en de Omgevingsvergunning zijn vanaf 1 januari 2024 de belangrijkste instrumenten die de gemeente in zet bij de zorg voor de gebouwde en aangelegde (groene) monumenten (naast het aanwijsbesluit van monumenten). In het Omgevingsplan moet rekening worden gehouden met het belang van het behoud van cultureel erfgoed (Besluit kwaliteit leefomgeving art. 5.130 lid 1). De regels uit de Erfgoedverordening die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving moeten in 2031 worden opgenomen in het Omgevingsplan.
De gemeente legt de te beschermen gemeentelijke monumenten, de beschermde stads- en dorpsgezichten en de provinciale Erfgoedlijnen en biotopen vast in het Omgevingsplan. Voor de wettelijke bescherming van rijksmonumenten is het niet nodig om ze op te nemen in het Omgevingsplan.
Het Omgevingsplan is een instrument waarin van rechtswege de bestaande bestemmingsplannen zijn opgenomen tot het moment dat deze zijn omgezet naar het nieuwe plan. In de oude bestemmingsplannen van Rijswijk is een beschermingsregime opgenomen met dubbelbestemming waarde cultuurhistorie: de wijk Oud Rijswijk is daar een voorbeeld van. De gemeente actualiseert de erfgoedwaarden zoals vastgelegd in de bestemmingsplannen en verwerkt het beschermingsregime in het Omgevingsplan.
Bouwplannen voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten kunnen alleen met een Omgevingsvergunning worden uitgevoerd. Voor het beoordelen van ingrepen maakt de gemeente Rijswijk gebruik van de Adviescommissie omgevingskwaliteit Rijswijk.
Ook worden regels opgenomen over bouwhistorisch en cultuurhistorisch onderzoek om te kunnen bepalen wat van waarde is en wat niet.
Onderzoek gebouwde monumenten
Het doen van onderzoek is noodzakelijk om de beleidsinstrumenten op te stellen, te actualiseren en toe te passen.
Om de cultuurhistorische waarden van gebouwen in een gebied te bepalen worden cultuurhistorische inventarisaties en waardestellingen gemaakt zodat het cultureel erfgoed kan worden meegewogen aan het begin van ruimtelijke planvorming. Daarbij wordt aangegeven welke gebouwen of elementen behouden moeten worden, herkenbaar moeten blijven of versterkt kunnen worden en welke elementen mogen verdwijnen.
Ook bij vergunningaanvragen voor ingrepen in beschermde monumenten worden de bouw-, architectuur en cultuurhistorische waarden bepaald. Daarmee kunnen voorwaarden gesteld worden aan de vergunning.
Bij grote projecten zijn de initiatiefnemers zelf verplicht de kosten voor dergelijk onderzoek te dragen. Het onderzoek dient uitgevoerd te worden volgens de landelijke richtlijnen voor bouwhistorisch onderzoek (RCE 2009). Cultuurhistorische inventarisaties en waardestellingen worden in opdracht gegeven aan gespecialiseerde erfgoedprofessionals.
Financiering onderhoud monumenten
Monumenteigenaren in Rijswijk kunnen aanspraak maken op de Onderhoudssubsidie van de gemeente. Eigenaren van rijksmonumenten (uitgezonderd woonhuizen) kunnen aanspraak maken op de Subsidie Instandhouding Monumenten (Sim) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
1.4.Archief
De belangrijkste bepaling uit de Archiefwet (1995) is dat overheden hun informatie na 20 jaar in goede, geordende en toegankelijke staat moeten brengen en bewaren. De nieuwe Archiefwet gaat mogelijk in op 1 juli 2024 en houdt een periode van 10 jaar aan. De nieuwe wet is beter toegerust op de opslag en ontsluiting van digitaal archiefmateriaal.
De openbaarheid van bestuur vraagt om transparantie en vindbaarheid van overheidsdocumenten volgens de Archiefwet en de Wet Open Overheid (2022).
De gemeentearchivaris van het Stadsarchief Delft houdt actief toezicht op de werkprocessen en de staat van het informatiebeheer voor de gemeente Rijswijk. De archivaris brengt jaarlijks verslag uit aan het college van burgemeester en wethouders.
2 Middelen
Monumentenzorg is een wettelijke taak waarop door de interbestuurlijk toezichthouder van de provincie Zuid-Holland toezicht wordt gehouden. Daarbij wordt getoetst of de gemeente voldoende capaciteit en middelen heeft begroot om uitvoering te geven aan deze wettelijke taak.
Omdat de erfgoednota voor een periode van 8 jaar wordt vastgesteld, is het niet realistisch om te verwachten dat direct in het eerste jaar aan alle geformuleerde ambities uitvoering kan worden gegeven. Er zal jaarlijks in het jaarplan worden opgenomen aan welke opgaven binnen de bestaande formatie uitvoering zal worden gegeven met daarbij eventueel, afhankelijk van de financiële situatie op dat moment, een budgetverzoek.
3 Participatiebijeenkomst erfgoedpartners
Op 5 juni 2024 is een participatiebijeenkomst gehouden met de erfgoedpartners van Rijswijk; de lijst met aanbevelingen is hier als bijlage toegevoegd.
Aanbevelingen bijeenkomst erfgoedpartners
- •
Archeologie kan beter toegankelijk worden gemaakt via sociale media dan nu.
- •
Er bestaat meer erfgoed dan hetgeen valt onder het taakveld Archeologie en Monumentenzorg. Suggesties zijn: mobiel erfgoed, foto’s en de binnenkant van gebouwen.
- •
Het uitgangspunt van de gemeente zou moeten zijn dat meer mensen dan de partners die in het voortraject bij de totstandkoming van de nota zijn betrokken (Museum Rijswijk, Museum BB Overvoorde, Historische Vereniging Rijswijk, Erfgoed Delft) zouden moeten kunnen meedenken over het erfgoed van Rijswijk. Betrek ook de inwoners van Rijswijk! En gebruik de Uitvoeringsagenda van Faro Deel I.
- •
Met de aangevraagde 1 fte voor een vaste monumentenambtenaar worden de ambities voor de komende acht jaar niet gerealiseerd, is de vrees. Zet hoger in en zorg voor een permanente monumenten/erfgoedambtenaar, niet slechts voor anderhalf jaar.
- •
Neem monumenteneigenaren mee in de erfgoedparticipatie.
- •
Maak gebruik van de kennis die aanwezig is bij vrijwilligers.
- •
Neem het gevaar voor degradatie van bekende archeologische vindplaatsen door wisselende grondwaterstanden en vervuiling mee (Parkzone).
Een aantal van de opmerkingen vormden een nuttige aanvulling op de nota en zijn daarin verwerkt. Een aantal vragen en opmerkingen konden tijdens de bijeenkomst worden beantwoord en nader toegelicht.
De belangrijkste uitkomst van de bijeenkomst is het inzicht dat de erfgoedpartners al decennia lang de belangen van het erfgoed hebben behartigd en dat met hart en ziel hebben gedaan. Bij de erfgoedpartners bestaat het gevoel dat de gemeente op verschillende momenten steken heeft laten vallen, waardoor de indruk kon ontstaan dat de rol van de partners vaak wordt onderschat en gemarginaliseerd.
Daarom zijn de passages over erfgoedparticipatie in de erfgoednota aangescherpt en zal het participatietraject in de uitvoeringsfase van de nota nader worden uitgewerkt. Het is een ambitie van de gemeente Rijswijk om erfgoedparticipatie te incorporeren in het gemeentelijk beleid. Archeologie en Monumenten speelt het Verdrag van Faro een leidende rol. Omdat dit verdrag nog niet geratificeerd is neemt de gemeente de Uitvoeringsagenda Faro Deel I daarbij als leidraad en niet als vastgesteld kader.
De sociale waarde en burgerparticipatie staan centraal en coproductie wordt gewaardeerd. De gemeente wil via erfgoedparticipatie meer faciliteren en luisteren naar haar inwoners: wat verstaan zij onder erfgoed, welke waarden hechten zij daaraan en wat willen zij ermee doen?
Gedurende de inventarisatie van het naoorlogse erfgoed en het vervolgtraject (rapport L. Driesen juni 2024) zal door het taakveld Communicatie een participatie uitvraag over dit erfgoed worden gelanceerd onder andere via de sociale media.
Ook zal door het taakveld Archeologie en Monumenten een bijeenkomst voor monumenteneigenaren worden georganiseerd. Deze eigenaren hebben de aanwezigheid van een vaste monumentenambtenaar de laatste jaren node gemist en vaak geen antwoord gekregen op hun vragen. De voorlichtings- en adviestaken van de gemeente en vragen over wat wel en niet mag en kan met een monument zijn daardoor blijven liggen.
Verder loopt erfgoed sinds februari 2024 mee in het participatietraject van de Omgevingsvisie.
4 Erfgoedregister (gemeentelijke en rijksmonumenten)
Het Erfgoedregister omvat lijsten van de actuele beschermde gemeentelijke en rijksmonumenten en (in de toekomst) beschermde stads- en dorpsgezichten. De bijbehorende gegevens over de monumenten in de lijsten zijn de gegevens die momenteel bekend zijn; deze zijn verouderd, niet overal correct en hier en daar onvolledig. Bij de actualisering van de lijsten zullen de gegevens worden bijgewerkt.
De gemeente Rijswijk heeft 101 rijksmonumenten, waaronder een tiental complexen van monumenten die uit verschillende gebouwen bestaan met aparte monumentnummers. Er zijn 57 gemeentelijke monumenten, waaronder vier archeologische monumenten.
Binnen de grenzen van Rijswijk liggen drie van de zeven Erfgoedlijnen van de Provincie Zuid-Holland. Binnen de Landgoederenzone en de Vlietzone bevinden zich zowel rijks- als gemeentelijke monumenten. Daarnaast is het bunkercomplex Overvoorde onderdeel van de provinciale Erfgoedlijn Atlantikwall. Het is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voorgedragen om als rijksmonument te worden aangewezen als één van de voorbeelden van militair erfgoed van nationaal belang.
Er is één rijksmonumentale molen in Rijswijk die de aanduiding ‘molenbiotoop’ heeft gekregen: de Schaapweimolen. Dat betekent dat de windvang en het zicht op de molen zijn beschermd. De molen ligt in de Hoekpolder bij de Molenwetering en heeft een beschermde provinciale molenbiotoop. De buitenplaatsen in Rijswijk hebben de aanduiding ‘landgoedbiotoop’ en hebben daarmee de beschermde status van provinciale landgoedbiotopen. Dat betekent dat de samenhangende structuur van de hoofd- en bijgebouwen met tuin en park en het omringende groen beschermd is, alsmede het blikveld, de zichtlijnen en panorama’s van de cultuurlandschappelijke aanleg.
Gemeentelijke monumenten Rijswijk
Monumentnr. |
Adres |
GM003 |
Tollensstraat 2a-2b |
GM004 |
Tollensstraat 2d-4 |
GM006 |
Doelenstraat 15 |
GM007 |
Doelenstraat 19 |
GM008 |
Herenstraat 68 |
GM009 |
Laan van Hoornwijck 25-29 |
GM011 |
Haantje 14 |
GM012 |
Herenstraat 24 |
GM013 |
Delftweg 79 |
GM014H |
Herenstraat 40, 42, 42a |
GM014S |
Schoolstraat 20 |
GM015 |
Herenstraat 64-66 |
GM016 |
Oranjelaan 39 |
GM017 |
Geestbrugweg 68-70 |
GM018 |
Geestbrugweg 66 |
GM019 |
Geestbrugweg 2-8, Oranjelaan 1 |
GM020 |
Geestbrugweg 64 |
GM023 |
Laan Hofrust 1 |
GM024 |
Laan Hofrust 3-5 |
GM025 |
Laan Hofrust 7-9 |
GM026 |
Delftweg 132 |
GM028 |
Delftweg 103 |
GM030 |
Geestbrugkade 27 |
GM031 |
Geestbrugkade 21, 22, 23 |
GM032 |
Geestbrugkade 24, 25, 26, 26a |
GM033 |
Koninginnelaan 1 |
GM034 |
Van Vredenburchweg 975 |
GM035 |
Van Vredenburchweg 70-72 |
GM036 |
Van Vredenburchweg 83-87 |
GM038 |
Schoolstraat 18 |
GM040 |
Van Vredenburchweg 122, 126 |
GM045 |
Julialaantje 30 |
GM047 |
Sir Winston Churchilllaan 1021-1023 |
GM049 |
Julialaantje 24 |
GM051 |
Hoek Sionsweg - Spieringsweteringweg |
GM052 |
Tegenover Van Vredenburchweg 152 |
GM053 |
Hoek Laan te Blothinge - Julialaantje |
GM054 |
nabij Jaagpad 7 |
GM055 |
Bij Laan Hofrust 2 |
GM056 |
Bij Van Vredenburchweg 79 |
GM057 |
Einde Steenplaetsstraat |
GM058 |
Hoek Huis te Hoornkade - Thierenskade |
GM060 |
Kruising Frans Halskade - Jozef Israëlslaan |
GM061 |
Hoek Rembrandtkade - Frans Halskade |
GM062 |
Hoek Jaagpad - Pasgeldlaan |
GM063 |
Hoek Jaagpad - Thierenskade |
GM064H |
Haagweg 176-180 |
GM064S |
Bij Sniplaan 49 |
GM078 |
Tollensstraat 10 |
GM101 |
Sir Winston Churchilllaan 277-279 |
GM102 |
Kerklaan 26-38 |
GM104 |
Beetslaan 97 |
GM105 |
Sir Winston Churchilllaan 241-243 |
GM106 |
Rijksweg A4 (segment Hoekpolder) |
GM107 |
Bij Van Vredenburchweg 164 |
GM108 |
Ruysdaelplein |
GM109 |
Geestbrugweg 16 |
Rijksmonumenten Rijswijk
Monumentnr. |
Adres |
Type |
20039 |
Beetslaan 251 |
Behorend bij complex |
20040 |
Delftweg 50 |
|
20041 |
Molenwetering 2 |
|
20042 |
Endehoekseweg 9 |
|
20043 |
Geestbrugkade 18 |
|
20044 |
Geestbrugkade 19 |
|
20045 |
Geestbrugkade 20 |
|
20046 |
Bij Herenstraat 62 |
|
20047 |
Herenstraat 62b |
|
20048 |
Herenstraat 67 |
|
20049 |
Herenstraat 69 |
|
20050 |
Herenstraat 79 |
|
20051 |
Herenstraat 81 |
|
20052 |
Herenstraat 83 |
|
20053 |
Herenstraat 87 |
|
20054 |
Herenstraat 89 |
|
20055 |
Jaagpad 6 |
|
20056 |
Jan Thijssenweg 2 |
|
20060 |
Julialaantje 28 |
|
20065 |
Kerklaan 46 |
|
20066 |
Kerklaan 48 |
|
20067 |
Laan te Blotinghe 2 |
|
20068 |
Laan Hofrust 2-4 |
|
20068 |
Laan Hofrust 2-4 |
|
20069 |
Ruysdaelplein 39 |
|
20070 |
Schoolstraat 4 |
|
20071 |
Schoolstraat 6 |
|
20072 |
Schoolstraat 8 |
|
20073 |
Schoolstraat 8 |
|
20074 |
Schoolstraat 10 |
|
20075 |
Schoolstraat 12-14 |
|
20076 |
Schoolstraat 32 |
|
20077 |
Groeneveld 64 |
|
20078 |
Van Vredenburchweg 12 |
|
20079 |
Van Vredenburchweg 12 |
|
20080 |
Van Vredenburchweg 22-24 |
|
20081 |
Van Vredenburchweg 24a |
|
20082 |
Van Vredenburchweg 985 |
|
20082 |
Van Vredenburchweg 987 |
|
20084 |
Van Vredenburchweg 162 |
|
20086 |
Van Vredenburchweg 79 |
|
506286 |
Van Vredenburchweg 158 |
Behorend bij complex |
506916 |
Julialaantje 2 |
Behorend bij complex |
506917 |
Julialaantje 2, 2a, 4 |
Complex |
506924 |
Julialaantje 2a |
Behorend bij complex |
506925 |
Julialaantje 4 |
Behorend bij complex |
506926 |
Julialaantje 4 |
Behorend bij complex |
506927 |
Julialaantje 2 |
Behorend bij complex |
506928 |
Julialaantje 4 |
Behorend bij complex |
506929 |
Julialaantje 4 |
Behorend bij complex |
506930 |
Julialaantje 2 |
Behorend bij complex |
508034 |
Van Vredenburchweg 158 |
Complex |
508035 |
Van Vredenburchweg 158 |
Behorend bij complex |
515691 |
Van Vredenburchweg 105 |
Complex |
515692 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515693 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515694 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515695 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515696 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515697 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515698 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515699 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515700 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
515701 |
Van Vredenburchweg 105 |
Behorend bij complex |
518120 |
Van Vredenburchweg 67-69 |
Complex |
518121 |
Van Vredenburchweg 69 |
Behorend bij complex |
518122 |
Van Vredenburchweg 67 |
Behorend bij complex |
518123 |
Sir Winston Churchilllaan 231-233 |
Complex |
518124 |
Sir Winston Churchilllaan 231-233 |
Behorend bij complex |
518125 |
Sir Winston Churchilllaan 231-233 |
Behorend bij complex |
518126 |
Sir Winston Churchilllaan 231-233 |
Behorend bij complex |
518127 |
Lange Kleiweg 98-100 |
|
518128 |
Lange Kleiweg 100 |
Behorend bij complex |
518129 |
Lange Kleiweg 98 |
Behorend bij complex |
518130 |
Lange Kleiweg 100 |
Behorend bij complex |
518131 |
Lange Kleiweg 100 |
Behorend bij complex |
518132 |
Beetslaan 251 |
Complex |
518133 |
Beetslaan 251 |
Behorend bij complex |
518134 |
Jaagpad 7 |
Complex |
518135 |
Jaagpad 7 |
Behorend bij complex |
518136 |
Jaagpad 7 |
Behorend bij complex |
518137 |
Jaagpad 7 |
Behorend bij complex |
518138 |
Geestbrugweg 66 |
Complex |
518139 |
Geestbrugweg 66 |
Behorend bij complex |
518140 |
Geestbrugweg 66 |
Behorend bij complex |
518141 |
Haantje 11 |
Complex |
518142 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518143 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518144 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518145 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518146 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518147 |
Haantje 11 |
Behorend bij complex |
518149 |
Jaagpad 148c |
|
518150 |
Jaagpad 148b |
|
518151 |
Delftweg 32 |
|
518152 |
Van Vredenburchweg 150 |
|
522873 |
Van Vredenburchweg 174 |
Complex |
522874 |
Van Vredenburchweg 174 |
Behorend bij complex |
522875 |
Van Vredenburchweg 174 |
Behorend bij complex |
522876 |
Van Vredenburchweg 174 |
Behorend bij complex |
530644 |
Van Vredenburchweg 174 |
Behorend bij complex |
5 Archeologische beleids- en verwachtingenkaarten
Inleiding
De bij deze nota behorende Archeologische verwachtings- en beleidskaart is het belangrijkste instrument om het archeologische erfgoed te integreren in de ruimtelijke ordening. Op deze kaarten zijn de bekende en te verwachten archeologische waarden aangegeven. Aan de hand van deze waarden is een beleid geformuleerd bij welke verwachting op welke manier archeologisch onderzoek moet worden gedaan in geval van bodemverstoring of juist wanneer bodemverstoring voorkomen dient te worden om de archeologische resten te behouden.
Wanneer bij de voorbereiding van bodemverstorende projecten, als woningbouw, geen of onvoldoende rekening wordt gehouden met archeologische resten ontstaat een groot risico dat in een later stadium als nog de plannen aangepast moeten worden of onverwachte bodemvondsten worden gedaan met een vertraging als gevolg. Daarom is het beter om archeologie en cultuurhistorie vanaf het begin te betrekken bij de ontwikkeling van (nieuwe) plannen.
Het is daarnaast ook belangrijk dat bij de ontwikkeling van een gebiedsvisie en/ of ontwerpbestemmingsplan al in het voortraject rekening wordt gehouden met de archeologische waarden, zoals die op de Archeologische verwachtings- en beleidskaart staan aangegeven. Dat voorkomt problemen als aanpassingen of vertragingen in een later stadium.
Bewoningsgeschiedenis
De Archeologische verwachtings- en beleidskaart bestaat uit twee kaartbladen waarop de archeologische verwachting is weergegeven. De keuze voor twee kaarten hangt samen met de geologische ontwikkeling en de bewoningsgeschiedenis van Rijswijk. Deze is samengevat als volgt.
Door het toenemen van de temperatuur rees de afgelopen 10.000 jaar de zeespiegel. Aanvankelijk ging de stijging zeer snel. De Noordzee ontstond door het onderlopen van een laagvlakte. De kustlijn verschoof steeds meer landinwaarts en bereikte in West Nederland omstreeks 4100 voor Chr. de meest oostelijke positie. Deze lijn liep door het zuiden van Rijswijk. Daarna verschoof de kustlijn weer in westelijke richting. In het vlakke gebied leefden mensen op lage duinen. De bewoningsresten dateren van omstreeks 3800-3400 voor Chr. en behoren tot de oudste sporen van menselijke activiteiten in het kustgebied van West-Nederland. Voor het eerst werden in het kustgebied van West Nederland in Rijswijk aanwijzingen gevonden van bewoning (bouwput Rijksweg 4 in 1984 en 1993). Enige jaren later werd op Ypenburg (toen nog van de gemeente Rijswijk) door Rijswijkse archeologen een nederzetting aangetroffen met zelfs een grafveld. Later werden nog enkele woonplaatsen rond Rijswijk gevonden.
Door erosie is de oudste kustlijn met alle resten van bewoning in heel West-Neder land verdwenen en is alleen in de strook Leidschendam-Rijswijk-Wateringseveld nog een stukje van die oude kustlijn bewaard. Daardoor is de zone van nationaal belang.
Oude kustbewoners
Nog tijdens de bewoning langs ‘de oude kustlijn’ ontstond aan de zeezijde een nieuwe strandwal waarop duinvorming plaats vond. Deze zandrug strekt zich uit van Voorschoten tot in Wateringen. De Van Vredenburchweg markeert de lengteas van deze zandrug. Op deze zandrug wonen vanaf de prehistorie mensen. Het was immers een hoge en droge plek in een voor de mens nat maar aangenaam landschap. Tussen de oudste kustlijn en de strandwal lag een uitgestrekte strandvlakte waarin geïsoleerde duinen lagen. Dergelijke duinen zijn waargenomen bij de aanleg van de spoortunnel en de aanleg van een bouwput aan de Johan Braakensieklaan.
Er lagen veel van dergelijke duinen in de strandvlakte en enkele van deze duinen zullen zeker door mensen zijn benut. Naar locatie, spreiding en eventuele sporen van bewoning op de duinen in de strandvlakte heeft tot op heden nog maar nauwelijks onderzoek plaatsgevonden.
Een nat landschap
Vanaf 3000 jaar voor Chr. is door vernatting van het landschap een dikke laag veen gegroeid. Deze veenlaag heeft in de loop van de eeuwen het oude kustlandschap en de strandvlakte volledig bedekt. Alleen het hoogste deel van de strandwal stak als een zandrug boven het veen uit. Het veengebied werd zeker door de mensen benut maar daar zijn weinig bewoningsresten meer van terug te vinden. Dat is veroorzaakt door een grote overstroming vanuit het Maasmondgebied. In de periode 500-150 voor Chr. drong de zee opnieuw het land binnen. Vanuit de Maasmond drong een grote getijdengeul door tot in Rijswijk om hier af te buigen richting Delft. Vanuit de hoofdgeul is een heel systeem van kleinere geulen vertakt door de hele regio. Het overstromingswater ruimde het grootste deel van het veenlandschap op en vanuit de geulen werd een dikke laag klei afgezet. Een groot deel van het bovenste deel van de bodem van Rijswijk bestaat daardoor uit een pakket klei en zand tot een dikte van ruim 2,5 meter.
De Romeinse tijd
Aan het begin van de jaartelling was het geulensysteem verland en vond door uitdroging inklinking van de bodem plaats. De oude kreekbeddingen en geuloevers kwamen als ruggen in het landschap te liggen. Deze hogere delen waren zeer geschikt voor bewoning. In de Romeinse tijd (eerste - derde eeuw na Chr.) kende het landschap een intensieve bewoning. Er stonden verschillende boerderijen waarvan een aantal in lintbebouwingen. Aan de Tubasingel (Rijswijk-De Bult) werd in 1967-1969 een nederzetting opgegraven waarvan het belangrijkste gebouw deels uit (kostbare) steen was opgetrokken. Dit villa-achtig gebouw is uniek voor Zuid-Holland.
Rijswijk neemt in de Romeinse tijd een bijzondere plaats in. Op korte afstand stond de hoofdstad Forum Hadriani (nu: park Arentsburgh te Voorburg) van waaruit het gebied werd bestuurd. Rijswijk ligt letterlijk onder de rook van de stad waardoor de bewoning ‘rijker’ kan zijn dan verder af gelegen nederzettingen in Delfland. De villa van De Bult is er een goed voorbeeld van. Ook andere ontdekkingen zoals de vondst van een hoofdverkeersweg - de toenmalige A4 - waarlangs nota bene in Rijswijk zelfs twee zandstenen mijlpalen zijn gevonden, zijn hiervan een goed bewijs. Langs de weg lag een kanaal, het zogeheten kanaal van Corbulo. In de afgelopen jaren zijn langs de Sir Winston Churchilllaan resten van het kanaal aangetroffen.
De Middeleeuwen
Aan het einde van de Romeinse tijd nam de bewoning sterk af. De bewoning vond vooral plaats op de zandgronden langs de kust en de oevers van rivieren. Tot op heden zijn er in Rijswijk geen sporen van bewoning gevonden van de periode vierde - elfde eeuw. Op basis van vondsten elders in de regio zijn dergelijke vondsten echter ook in Rijswijk te verwachten.
Vanaf de elfde eeuw nam de bevolking van Holland in aantal sterk toe. In dezelfde periode gingen woongronden langs de kust verloren door kusterosie en overstuivingen. De behoefte aan nieuwe landbouwgronden werd opgelost door het op grote schaal ontginnen van de klei en veengebieden. In deze periode werd ook het Rijswijkse klei en veengebied aan weerszijden van de strandwal in cultuur gebracht. De grens van Rijswijk strekte zich uit van de Kastanjewetering in het zuiden tot aan de Hoefkade, nu een straat in Den Haag, in het noorden. Over de Rijswijkse gemeenschap weten we nog maar weinig. Er zijn geen schriftelijke bronnen, kaarten of afbeeldingen uit die tijd overgeleverd. Voor de reconstructie van de geschiedenis is de gemeente aangewezen op archeologische gegevens. De boerderijen stonden verspreid in het klei- en veengebied als ook op de strandwal. Onderzoek in de Hoekpolder en de Plaspoelpolder toont aan, dat vanaf de late twaalfde eeuw veel woonplaatsen in het klei- en veengebied zijn verplaatst naar de landwegen.
De middeleeuwse samenleving was een hiërarchisch geordende samenleving. Deze sociale verschillen binnen de bevolking zijn af te leiden uit archeologische vondsten. Zowel op de strandwal als in het kleigebied wordt de status benadrukt door onder meer de bouw van kastelen als Te Werve en Den Burch en het omgrachten van woonplaatsen in de dertiende en de veertiende eeuw. Aanvankelijk werd gedacht dat dergelijke woonplaatsen alleen op de strandwal in het kleigebied voorkwamen maar recente vondsten in de Klaroenstraat (2007) en de Citerstraat (2011) tonen aan, dat ook in het kleigebied dergelijke woonplaatsen aanwezig zijn. Ook teruggevonden gebruiksvoorwerpen als luxe aardewerk en ‘rijker’ voedsel als jachtwild en geïmporteerde vruchten, duiden op sociale verschillen.
Behalve boerderijen en omgrachte woonplaatsen verschenen ook andere vormen van bebouwing in Rijswijk. In de middeleeuwen stonden er twee kloosters: Sancta Maria in Monte Sion (Hof van Sion) en Onze Lieve Vrouwe van Nazareth (Leeuwendaallaan). Beide kloosters zijn tijdens de reformatie (1572) geconfisqueerd en vervolgens gesloopt. In de Hoekpolder stond in de veertiende en vijftiende eeuw ook een uithof van de abdij van Egmond. Vanuit deze uithof exploiteerde deze belangrijke Hollandse abdij haar landerijen in dit deel van Delfland. Over de uithof is maar weinig bekend. Bij de Hoornburg stond in de zestiende eeuw een kapel. Deze is vermoedelijk ook in de periode 1572-1574 met de grond gelijk gemaakt. Naast deze gebouwen met een religieuze functie stonden verspreid in Rijswijk diverse poldermolens en een steenbakkerij.
De beginjaren van de tachtigjarige oorlog markeerden het einde van de middeleeuwen in Delfland. Vooral de jaren 1572-1574 waren dramatisch. De frontlinie liep dwars door de streek. Soldaten van beide partijen plunderden het platteland. De meeste middeleeuwse instituties hielden toen op te bestaan of gingen door in sterk gewijzigde vorm. Het platteland liep zware schade op, maar dat werd in de jaren die volgden snel hersteld.
Arm en rijk
De welvaart leidde vanaf het einde van de zestiende eeuw tot de bouw van vele buitenplaatsen. Rijswijk telde maar liefst zo’n 40 buitenplaatsen. Soms bestond een buitenplaats uit niet meer dan een boerderij met aangebouwde herenkamer en een fraaie siertuin, soms een groot landhuis met bijgebouwen, tuinen en tuinbeelden. De buitenplaats Sion behoorde tot de grootste buitenplaatsen van Delfland. De grootste en meest luxe buitenplaats was het paleis van Frederik Hendrik: het Huys ter Nieuburch. Dit paleis werd gebouwd in 1630-1635 en gesloopt in 1786-1792. Daarnaast stonden langs de Vliet verschillende industriemolens en bleef de middeleeuwse steenbakkerij actief.
Op de strandwal ontwikkelde zich een dorpskern die geleidelijk in omvang toenam. In de dorpskern staat ook een imposante kerk waarvan de oudste bouwfase minstens van de twaalfde eeuw dateert. Het is onbekend wanneer de dorpskern is ontstaan. De oudste, middeleeuwse, archeologische vondsten dateren uit de twaalfde eeuw. In de dorpskern woonden een groot deel van bevolking van Rijswijk, zowel welgestelden in hun voorname woningen als ambachtslieden, middenstanders en armen.
Het gebruik van de Archeologische verwachtings- en beleidskaart
Rijswijk heeft een lange bewoningsgeschiedenis. Hierdoor bevinden zich in de bodem veel archeologische vindplaatsen waarvan verschillende vanwege de zeldzaamheid en/of het wetenschappelijk belang behoudenswaardig zijn. Om de Archeologische verwachtings- en beleidskaart overzichtelijk te houden is er voor gekozen om twee kaartbladen te maken en op elk kaartblad de archeologische verwachting in zones weer te geven. Per zone wordt aangegeven in welke mate met archeologische resten rekening moet worden gehouden en hoe er mee om te gaan.
De Archeologische verwachtings- en beleidskaart van Rijswijk bestaat uit twee kaarten. Dat is nodig vanwege de hoeveelheid informatie die op de kaarten is opgenomen. Bij het beoordelen van plannen zullen beide kaarten gebruikt moeten worden.
Archeologische verwachtings- en beleidskaart Rijswijk; kaartblad Neolithicum, Brons- en IJzertijd
Dit kaartblad bevat de informatie uit de prehistorie. Het bijbehorende landschap ligt in het grootste deel van Rijswijk op een diepte van ruim twee tot drie meter beneden maaiveld. Alleen in de strook van de strandwal, dus in het noordelijk deel van Rijswijk, liggen dergelijke oude bewoningssporen veel minder diep. Enkele gebieden van Rijswijk bevatten als gevolg van diepgaande grondwerkzaamheden geen prehistorische bewoningsresten meer. Enkele voorbeelden zijn: het Elsenburgerbos (grote ontgronding uit ca. 1970-1975), de Rijswijkse spoortunnel en het verdiept aangelegde cunet van de rijksweg A4 (Plaspoelpolder/Hoekpolder).
Archeologische verwachtings- en beleidskaart; kaartblad Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd
Het andere kaartblad bevat de bewoningsresten uit de Romeinse tijd en jonger. Deze bewoningsresten liggen in heel Rijswijk direct onder het maaiveld tenzij het is bedekt door een ophogingslaag, aangebracht in twintigste eeuw of later, voor de aanleg van wegen en nieuwbouw. Diverse gebieden in Rijswijk bevatten geen bewoningssporen meer van deze periode waaronder diverse grote waterpartijen en ondergrondse parkeergarages. Er zijn meer gebieden in Rijswijk waar dergelijke ingrepen hebben plaatsgevonden. Deze gegevens zijn niet beschikbaar en zouden apart verzameld moeten worden indien daartoe de gemeenteraad besluit.
Het afzonderlijk aangeven van vindplaatsen op de kaartbladen is niet gedaan. Dat zou immers betekenen, dat alleen bekende (en ook door opgravingen al verdwenen locaties) vindplaatsen wel op de kaart terecht komen maar niet de terreinen waarvan bekend is dat deze archeologische resten moeten bevatten maar waar tot op heden geen archeologisch onderzoek is gedaan. Dat klinkt cryptisch. Daarom een korte toelichting. Van sommige terreinen is uit historische bronnen bekend dat er een bewoning was, bijvoorbeeld de middeleeuwse woning Gruisbeek (gesloopt ca. 1746), maar heeft er nimmer een archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Zonder twijfel zijn de overblijfselen als funderingen, puinbanen van uitgebroken muren, waterputten en huishoudelijk afval van de buitenplaats nog in de bodem aanwezig. Een ander voorbeeld is de eerder genoemde woonplaats De Schilp. In combinatie met het graven van de bouwput van het zwembad De Schilp vond in 2000 een opgraving plaats waarbij resten van een woonplaats uit de Nieuwe Steentijd zijn gevonden. Op basis van de opgraving is duidelijk dat de resten zich buiten de bouwput in oostelijke, westelijke en noordelijke richting voortzetten. Er is geen discussie nodig. Rondom het zwembad De Schilp bevinden zich archeologische resten van het nederzettingsterrein in de bodem.
Terreinen van provinciaal belang
Het Rijk en de provincie hanteren eveneens beleidskaart. Dit zijn de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS). De op deze kaarten geplaatste archeologische terreinen, de zogeheten AMK-terreinen, zijn verwerkt in de Rijswijkse Archeologische verwachtings- en beleidskaart. Indien door recent onderzoek grenzen waren bij te stellen, dan is dat gebeurd. Daardoor kan een grens van een AMK-terrein iets afwijken van de grenzen, aangegeven op de CHS-kaart.
Archeologische verwachtings- en beleidskaart Rijswijk
De Archeologische verwachtings- en beleidskaart geeft een weergave op hoofdlijnen. De kaarten zullen door onderzoek voortdurend op detail niveau kunnen worden aangepast. Daarom zal bij de voorbereiding van plannen (zowel groot als klein) het raadzaam en soms zelfs noodzakelijk zijn het taakveld Archeologie te raadplegen. De voorbereiding van de plannen vereist immers maatwerk.
De kaarten kunnen echter niet vanwege elk detail steeds opnieuw worden vastgesteld door de gemeenteraad. De Archeologische verwachtings- en beleidskaart bij deze nota wordt gebruikt tot een nieuwe nota wordt vastgesteld. Bij grote (tussentijdse) wijzigingen op de kaarten kan eventueel een actuelere versie tussentijds door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Aan de Archeologische verwachtings- en beleidskaart en deze nota is een Erfgoedverordening verbonden.
Verder dient te worden gerealiseerd dat de regels worden opgenomen en geactualiseerd in het Omgevingsplan (vóór 1 januari 2024: bestemmingsplannen).
Bij de voorbereiding van plannen waarbij grondwerk te pas komt (bodemsaneringen, infrastructurele projecten, bouwwerkzaamheden, herinrichting groengebieden, etc.) is in een vroeg stadium - dus ontwerpfase en periode van vooroverleg – contact met het taakveld Archeologie noodzakelijk. Dit overleg is niet alleen in het belang van de verantwoording die men heeft voor het archeologisch erfgoed maar ook om overbodig archeologisch onderzoek te voorkomen. In veel situaties is immers archeologisch onderzoek niet nodig.
Alle maatregelen met betrekking tot de archeologie en de beleidskaart moet worden vertaald naar het nieuwe Omgevingsplan en beheerverordeningen. Voor nieuwe activiteiten binnen het Omgevingsplan zullen de nota met beleidskaart moet worden geraadpleegd.
Ook bij de voorbereiding voor infrastructurele werken als aanleg van wegen en leggen van kabels en leidingen, het voorbereiden van bodemsaneringen, de herinrichting van parken en sportterreinen, grondwaterpeilwijzigingen en andere bodem verstorende werkzaamheden zullen de initiatiefnemers en voorbereiders gebruik moeten maken van de Archeologische verwachtings- en beleidskaart.
De kaartlagen en de verwachtingen
De archeologische beleidskaart bestaat uit vijf periode specifieke lagen, die betrekking hebben op:
- 1.
de Nieuwe Steentijd;
- 2.
de IJzertijd;
- 3.
de Romeinse tijd;
- 4.
de Late Middeleeuwen;
- 5.
de Nieuwe Tijd.
Vrijwel alle bekende archeologische vondsten zijn uit deze perioden. Er zijn dus aanzienlijke hiaten in de bewoningsgeschiedenis van Rijswijk. Zo zijn er nauwelijks of geen bodemvondsten uit de jongste fase van de Nieuwe Steentijd (ca. 2500 - 2100 voor Chr.), de Bronstijd (2100 - 800 voor Chr.) en de Vroege Middeleeuwen (vierde - elfde eeuw). Mochten ooit toch vindplaatsen uit deze ‘hiaten’ te voorschijn komen, dan zijn dit vanwege de informatiewaarde belangrijke locaties. In de onderzoeksagenda zijn vragen opgenomen die dan van toepassing zijn. Voor de Archeologische verwachtings- en beleidskaart zullen dergelijke locaties alleen al vanwege de zeldzaamheid behoudenswaardig zijn en voor (verkennend) onderzoek in aanmerking komen. Vanwege de landschapsontwikkeling (zie hiervoor) zullen dergelijke vindplaatsen vooral op de strandwal te verwachten zijn. De strandwal heeft op de Archeologische verwachtings- en beleidskaart al een hoge verwachting gekregen. Deze verwachting is ook van toepassing op vindplaatsen uit de ‘hiaten’.
Op de Archeologische verwachtings- en beleidskaart zijn de volgende verwachtingen opgenomen. Het beleid en vrijstelling gelden voor de ‘verwachting’ in het algemeen. Voor afzonderlijke vindplaatsen of delen die bijvoorbeeld al eerder onderzocht en/of zijn vrijgegeven kan een ander regime gelden.
- •
Geen verwachting:
Terreinen waar geen tot minimale archeologie wordt verwacht. Bijvoorbeeld terreinen waar bodemverstoring al heeft plaatsgevonden, of waar aantoonbaar geen (menselijke) activiteit heeft plaatsgevonden.
Vrijstelling activiteiten: geen archeologisch onderzoek nodig.
- •
Lage verwachting:
Beleid: er moet rekening worden gehouden met archeologische waarden. In dergelijke gebieden zijn wellicht weinig archeologische resten te verwachten maar als ze er aanwezig zijn, dan kan het gaan om waardevolle en zeldzame vindplaatsen.
Planologische bescherming: dubbelbestemming/functie archeologie, aanlegvergunning. Vrijstelling activiteiten: er geldt een vrijstelling van 100 m² en tot een diepte van 50 cm.
- •
Middelhoge verwachting:
Beleid: Onderzoek moet altijd, tenzij er andere redenen zijn, bijvoorbeeld een terrein is eerder al onderzocht en vrijgegeven.
Planologische bescherming: dubbelbestemming/functie archeologie, aanlegvergunning. Vrijstelling activiteiten: er geldt een vrijstelling van 100 m² en tot een diepte van 50 cm.
- •
Hoge verwachting:
Beleid: Terreinen mogen niet worden aangetast. Mocht toch grondwerk nodig zijn dan geldt altijd een onderzoeksverplichting, tenzij er andere redenen zijn, bijvoorbeeld een terrein is eerder al onderzocht en vrijgegeven. Hieronder vallen terreinen met hoge archeologische verwachting (CHS), terreinen die door het rijk, provincie of de gemeente zijn aangewezen als beschermd monument, als AMK-terrein zijn aangewezen en/of geregistreerde archeologische vindplaatsen en/of potentiële archeologische vindplaatsen.
Planologische bescherming: vergunningsplichtig. Dubbelbestemming/functie archeologie: aanlegvergunning.
Vrijstelling activiteiten: geen of alleen op basis van een te bepalen diepte per gebied of vindplaats.
6 Cultuurhistorische waardenkaart
De Cultuurhistorische waardenkaart markeert een aantal cultuurhistorisch waardevolle en identiteitsbepalende gebieden en structuren in de gemeente Rijswijk. In het Omgevingsplan zal een gedetailleerde cultuurhistorische beschrijving van de waarden worden opgenomen, zodat aan deze waarden getoetst kan worden. De toetsing geldt voor verbouw van het bestaande, maar ook voor nieuwe ontwikkelingen.
Hieronder volgt een beknopte beschrijving per gebied of structuur. Deze beschrijving is een geactualiseerde versie van de toelichting op de kaart, die bij de oude nota cultureel erfgoed was gevoegd. Ook de kaart zelf is geactualiseerd. Het betreft een dynamische kaart die regelmatig zal worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van aangewezen monumenten en minder ingrijpende maatregelen die een zekere mate van (planologische) bescherming inhouden, zoals de aanwijzing van stads- en dorpsgezichten en regels opgenomen in het Omgevingsplan (vóór 1 januari 2024: bestemmingsplannen).
Kastelen, buitenplaatsen en landgoederen (dertiende - negentiende eeuw)
De Landgoederenzone vormt een belangrijk deel van het gemeentelijke erfgoed. Ze vertelt het verhaal van de opkomst van middeleeuwse kastelen vanaf de dertiende eeuw en buitenplaatsen vanaf de late zestiende eeuw. Het gebied is grotendeels gelegen langs de Van Vredenburchweg, op enkele locaties in de nabijheid van de Vliet en bij het historische centrum. De buitenplaatsen zijn voornamelijk op de strandwal of op de rand hiervan gebouwd. Een buitenplaats bestaat uit een hoofdgebouw met bijgebouwen en een tuin of park. Nog bestaande buitenplaatsen zijn o.a. Overvoorde, De Voorde, Te Werve, Den Burch, Ter Nieuburch (delen van de tuinaanleg), Welgelegen, Cromvliet, Hoornwijck en Zuidhoorn. In het Omgevingsplan zullen maatregelen worden benoemd om de bestaande kwaliteiten van de buitenplaatsen en de groene buffers in stand te houden. Om de componenten die een buitenplaats maken te beschermen heeft de provincie Zuid-Holland landgoedbiotopen aangewezen. De gemeente Rijswijk heeft in de oude bestemmingsplannen rekening gehouden met de biotopen door beschermende maatregelen hierin op te nemen hetgeen zal worden overgenomen in het Omgevingsplan. Ook zal daarin de ‘waarde cultuurhistorie/functie erfgoed’ worden opgenomen. Daarnaast is dit gebied door de provincie aangewezen als Erfgoedlijn. Dit beleid is door de gemeente Rijswijk overgenomen.
Historische dorpskern (twaalfde eeuw tot heden)
De historische dorpskern van Rijswijk kent een ontwikkeling vanaf de twaalfde eeuw. De verhoogde ligging van de strandwal vormde de basis voor permanente bewoning. Het historisch centrum bezit nog steeds een grote historische waarde. Deze komt voort uit de historische bebouwing en historische inrichting. Deze waarde wordt door bewoners, ondernemers en bezoekers hoog gewaardeerd. In de loop van de tijd zijn er echter ook ontwikkelingen geweest die het historische karakter hebben aangetast. Daarom zal naast het aanwijzen van monumenten, ook meer aandacht zijn voor de historische inrichting van het gebied. In het bestemmingsplan zijn maatregelen benoemd om historische kwaliteiten te behouden en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken binnen de historische kaders van het gebied. Dit beschermingsregime wordt overgenomen in het Omgevingsplan.
Vlietzone
De Vliet (samen met de Trekvliet) vormt naast de Landgoederenzone één van de identiteitsdragers van Rijswijk. De Vliet, vermoedelijk in de twaalfde eeuw gegraven, had als functie om het overtollige water uit de naastgelegen polders af te voeren en kon tevens worden gebruikt om personen en goederen te vervoeren. Vervoer over het water was tot de negentiende eeuw veelal comfortabeler dan de bestaande landwegen. Vanaf de zeventiende eeuw verrezen langs de Vliet buitenplaatsen en kreeg de Vliet tevens een recreatieve waarde. Langs een groot gedeelte van de Vlietoevers is de historische inrichting nog steeds aanwezig. Dit is te zien aan de buitenplaatsen, gemalen, het jaagpad en het polderlandschap
(Pasgeld, zie ook historische verkaveling). Deze inrichting wordt zeer hoog gewaardeerd door bewoners en toeristen (waaronder recreatie vaart). Daarnaast is de Vliet door de provincie aangewezen als Erfgoedlijn, beleid dat door de gemeente Rijswijk is overgenomen. Om de bestaande historische kwaliteiten van de Vliet te bewaken zijn maatregelen getroffen en worden waar nodig bijgesteld om deze waarden in stand te houden in het Omgevingsplan. Nieuwe ontwikkelingen worden getoetst aan de effecten op de historische waarden en waar nodig bijgesteld.
Historische verkaveling
Op twee plaatsen in Rijswijk is de historische polderverkaveling in het landschap nog aanwezig: Hoekpolder-waterberging en de ‘driehoek’ aan het Jaagpad. De laatste ligt op een zeer markante plek en is mede daarom het behouden waard. Met de verstedelijking van de gemeente komen dergelijke locaties steeds meer onder druk te staan. Het resterende polderlandschap toont de ontginningsgeschiedenis van het Rijswijkse klei- en veengebied en daarmee de agrarische geschiedenis die nog op een paar locaties zichtbaar is. Bij nieuwe ontwikkelingen zal de gemeente sturen op inpassing en behoud van deze gebieden. In het Omgevingsplan zal zij deze gebieden, waar mogelijk beschermen. Eén van deze gebieden neemt een bijzondere plek in. Dit betreft het poldergebied in de Hoekpolder, langs de Molenwetering. Dit gebied valt binnen een door de provincie Zuid-Holland aangewezen molenbiotoop. Dit gebied is aangewezen als 500 meter brede bufferzone waar geen hoge bebouwing mag worden gerealiseerd, teneinde de windtoevoer voor de monumentale Schaapweimolen te garanderen. In het bestemmingsplan zijn maatregelen getroffen om de biotoop te beschermen en dit zal in het Omgevingsplan worden overgenomen.
Uitbreiding 1895-1900
Een deel van het historische centrum rondom de Laan Hofrust en het gebied tussen de Haagweg, Lindelaan, Willemstraat en de Herenstraat is aan het einde van de negentiende eeuw tot stand gekomen. Veelal op particulier initiatief werden woningen gerealiseerd. Deze eerste stedenbouwkundige uitbreiding van het oude dorp is grotendeels intact en beschikt nog over een grote historische kwaliteit. Deze is gelegen in de individuele ontwerpen van de woningen, die samen de kwaliteit van de wijk bepalen. Een aantal woningen in deze wijk zijn aangewezen tot monument. In het bestemmingsplan zijn maatregelen opgenomen om de kwaliteit van het historische straatbeeld te behouden en dit zal onder de Omgevingswet zo blijven.
Uitbreiding 1900-1940
Een groot gebied, rondom het oude centrum van Rijswijk valt onder de vooroorlogse stadsuitbreiding. De wijken die hier onder vallen zijn Oud-Rijswijk, de Bomenbuurt, Welgelegen, Rembrandtkwartier, Havenkwartier, Cromvliet en Leeuwendaal. Deze wijken worden gekenmerkt door jonge bouwkunst veelal in Art-nouveau of Neo-Renaissance en of Chaletstijl gebouwd. Ook zijn stijlen herkenbaar als de Haagse- en Amsterdamse School. Ze maken onderdeel uit van een groter stedenbouwkundig plan. Ondanks dat dit plan slechts deels werd gerealiseerd getuigt de wijk van een grote onderlinge samenhang. In tegenstelling tot de naoorlogse stadsuitbreiding, worden deze gebieden gekenmerkt door de kleinschaligheid en veel groen. Vanwege de samenhang tussen het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp is het belangrijk om gebiedsgerichte bescherming op te leggen. Daarom zullen ook voor deze gebieden planologische maatregelen worden benoemd en opgenomen in het Omgevingsplan om de historische kwaliteit in stand te houden.
Uitbreiding 1945-1990
Het grootste deel van Rijswijk is na WO II gebouwd. De periode 1945-1965 wordt getypeerd als de Wederopbouwperiode. Dit was een periode na de Tweede Wereld Oorlog waarin het land weer werd opgebouwd na de vernietigingen van de oorlog en waar, anticiperend op een stijgende bevolkingsgroei, nieuwe woningen werden gebouwd. Dit is tevens binnen de architectuurgeschiedenis een periode waarin nieuwe ontwerpvisies en bouwtechnische ontwikkelingen een stempel drukte op de nieuwe architectuur een stedenbouw. Deze zijn ook in de Rijswijk herkenbaar. Op de kaart zijn een aantal markante Wederopbouwgebieden aangeduid. Naast objecten is het ook de stedenbouwkundige inrichting die bepalend is voor de kwaliteit van deze wijken.
Inmiddels is een inventarisatie voltooid van de Wederopbouwperiode en de Post-65 periode die daarop aansluit en die wordt afgesloten in 1990. Voor die laatste periode is pas recent landelijke belangstelling ontstaan.
In het Omgevingsplan en aanwijsbeleid van monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten zal gekeken worden hoe de kwaliteit van deze gebieden in stand kan blijven, zonder nieuwe ontwikkelingen uit te sluiten.
Voor de naoorlogse architectuur en stedenbouw wordt verwezen naar de Verwachtingswaardenkaart naoorlogs erfgoed in bijlage 7.
Historische landwegen
In het gebied resteren een aantal belangrijke historische landwegen, maar ook uitpaden en voetpaden waaronder het Julialaantje. Deze wegen zijn lang bepalend geweest voor de bereikbaarheid van Rijswijk en voor de stedenbouwkundige inrichting. Een aantal van deze historische wegen zijn in de kaart aangegeven. In het Omgevingsplan zullen maatregelen worden benoemd om historische wegen te behouden. Enkele historische wegen zijn: Van Vredenburchweg, Herenstraat, Geestbrugweg, Jaagpad, Delftweg, Winston Churchilllaan (voormalige Kleiweg) en het spoortracé.
Historische waterwegen
In het gebied resteren een aantal belangrijke historische waterwegen en de belendede kades. Tot in de negentiende eeuw was transport over water de belangrijkste wijze van vervoer. Naast de Vliet, Zandvaart en Spieringswetering, bestaan er ook nog een aantal oude sloten die een belangrijke rol hebben gespeeld in de waterhuishouding van het landschap. Deze structuren zullen waar mogelijk worden beschermd en hersteld.
7 Verwachtingswaardenkaart naoorlogs erfgoed
De verwachtingswaardenkaart en inventarisatielijst naoorlogs erfgoed gaan over de periode van de Wederopbouw (1945-1965) en Post-65 (1965-1990). Deze zijn het gevolg van een quickscan naar de aanwezige erfgoedwaarden uit de periode. De volledige toelichting op de inventarisatiewijze en het kader waarbinnen de verwachtingswaarde tot stand is gekomen, is opgenomen in het rapport ‘Tussen groei en inpassing. Quickscan Wederopbouw en Post-65 (1945-1990) Rijswijk’.
Historisch ontwikkelingsbeeld
De quickscan beslaat de naoorlogse bouwperiode, die 45 jaar omvat. Een periode waarin Rijswijk, onder invloed van een bouwlustige en strategische burgemeester, tot het midden van de jaren 1970 in eerste instantie flink groeide. Het aantal nieuwe woningen liep op tot 15.000 en het bebouwd gemeentelijk grondgebied verviervoudigde. Vervolgens remde de groei af onder invloed van een veranderend sociaalmaatschappelijk en politiek klimaat en keerde Rijswijk zich vooral naar binnen: Met uitzondering van twee wijken, werd inpassing de belangrijkste vorm van uitbreiding. Vanwege de nieuwe woonvormen werden op kleinere schaal grote hoeveelheden woningen geproduceerd, maar niet meer in verhouding tot de aantallen van de Wederopbouw (1945-1965).
Stedenbouw, landschap en architectuur
Stedenbouw
De onderzochte periode heeft een groot aantal nieuwe wijken opgeleverd. Binnen deze wijken is er vaak een hoge mate van samenhang tussen de stedenbouwkundige opzet, de groenvoorzieningen en de architectonische invulling. Alles draaide om de toename van de welvaart.
De wijken worden van elkaar gescheiden door een brede infrastructuur, die erop gericht is om auto’s ruim baan te geven en snel van A naar B te laten gaan. De infrastructuur is ook voorzien van lommerijke laanbeplanting en groene middenbermen.
Kenmerkend zijn de wijken uit de Wederopbouwperiode die een duidelijk herkenbare opbouw laten zien: stempelverkaveling binnen een groene setting. In deze wijken is de samenhang tussen de vaak architectonisch sobere flats en de weelderige groenstructuren van openbare en semi-openbare ruimte en watergangen een belangrijke basiskwaliteit. Dat geldt ook voor de inpassing van de voorzieningen voor de wijk (wijkgedachte), zoals scholen, kerken en winkels. In de vroege Wederopbouw bestond de bebouwing uit vierlaagse portiek- en galerijflats. Naarmate de tijd verstreek, werden deze in de jaren 1960 steeds hoger totdat deze uiteindelijk twaalf of meer lagen kregen en, in het kader van de stadsvernieuwingen, langzaam van de nieuwe wijken ook hun weg vonden naar de historische dorpskern. Dit is tevens het keerpunt voor de ontwikkeling van de kenmerkende Wederopbouwwijk. De weerstand tegen de grote betonnen flats wordt steeds groter, evenals tegen de auto. De opkomst van de protestgeneratie markeert de overgang naar kleinschaligheid, inspraak en nieuwe woonvormen aangepast op verschillende doelgroepen.
De Post-65 periode kenmerkt zich door inpassing in de bestaande structuren. Niet langer was het lege bouwveld het uitgangspunt; in deze periode werd de bestaande stad het kader voor ontwikkelingen. Buurtbewoners kregen daarin een belangrijke rol. De stedenbouwkundige opzet is daardoor in de meeste gevallen een stuk minder homogeen dan in de periode ervoor. De aansluiting op de bestaande situatie van een gebied leidde tot meer diversiteit in de uitwerking.
Landschap
De periode Wederopbouw – Post-65 heeft twee grote parken voortgebracht, die qua ontwikkeling over de beide perioden heen gaan. De opvallende structuur van de parken in een functionele landschapstijl zijn illustratief voor de tijdsgeest en bieden veel inzicht in de visie op het gebruik van ruimten en de omgang met recreatie in de onderzochte periode.
Architectuur
De tijdsgeest heeft een grote diversiteit aan architectuur opgeleverd. Rijswijk heeft veel woongebouwen en kerken, maar er is ook een aanzienlijk aantal scholen uit de betreffende perioden. De groei van de Plaspoelpolder als industrie- en kantorengebied heeft ook veel industriële bebouwing opgeleverd.
De architectuur is vaak sober van opzet, maar op detailniveau is er veel aandacht aan besteed. Daarnaast is er nog veel kunst aan gebouwen aanwezig, die voortkwam uit de 1,5% regeling voor kunsttoepassingen. Deze hield in dat een percentage van de bouwsom besteed diende te worden aan een kunsttoepassing aan de binnen- of buitenzijde van het gebouw.
Kaart en waarderingen
De verwachtingswaardenkaart is een belangrijk instrument om inzicht te krijgen in de aanwezige erfgoedwaarden uit de periode 1945 - 1990. Het is een attentiemiddel bij ontwikkelingen en biedt aanleiding voor het aanwijzen van monumenten en beeldbepalend en beeldondersteunend erfgoed, dan wel het toekennen van een erfgoedfunctie in het Omgevingsplan. Deze kaart bevat alle in de quickscan geïnventariseerde gebieden en objecten die erfgoedwaarde vertegenwoordigen.
Op basis van de nationale criteria voor het waarderen van erfgoed zijn drie categorieën van verwachtingswaarden ontstaan:
- 1.
Zeer hoog (monumentaal)
- 2.
Hoog
- 3.
Middelhoog
- 4.
Attentiewaarde kunst
- 5.
Laag
Ontwikkelingen aan een gebied of object met een van de bovengenoemde vijf waarden is altijd maatwerk. Er is op hoofdlijnen wel iets te zeggen over de mogelijkheden, maar uiteindelijk zijn de karakteristieken van een gebied of object leidend in het bepalen van de ruimte voor ontwikkeling.
Zeer hoog (monumentaal)
Wanneer een gebied of object een zeer hoge (monumentale) verwachtingswaarde heeft gekregen, betekent dat dat er in de quickscan aanleiding is gezien om dit gebied of object aan te wijzen als een exemplarisch voorbeeld voor de aanleg- of bouwtijd. Behoud van deze waarden zou een uitgangspunt moeten zijn bij ontwikkelingen. Bij behoud van waarden valt te denken aan hoofdvorm en hoofdopzet in geval van een stedenbouwkundige wijk. Massa-opbouw, materialen, en dergelijke kunnen van belang zijn voor architectonische waarden. De verwijzing naar monumentaal bij deze waarde geeft aan dat er sprake is van topstukken uit de Wederopbouw- en Post-65periode op het gebied van stedenbouw, landschap en/of architectuur of cultuurhistorische ontwikkeling.
Hoog
Hoge verwachtingswaarden staan voor gebieden en objecten die als exemplarisch voor hun aanleg- of bouwperiode kunnen worden gezien, maar die algemener zijn of in enige mate zijn aangetast door latere ontwikkelingen. Bij deze gebieden en objecten is behoud wenselijk, maar bestaat meer ruimte voor transformatie binnen de kaders van de omschreven/nader onderzochte waarden. Dat betekent dat hoofdopzet en massa-opbouw mogelijk belangrijker kunnen zijn dan materiaalbehoud. Of dat juist materiaalgebruik, kleurstelling of het verhaal achter het gebied of object behouden moeten blijven.
Middelhoog
De middelhoge waardering betreft een grote groep gebieden en objecten die in zekere mate illustratief zijn voor de ontwikkeling van de gemeente Rijswijk in de periode 1945-1990, maar die of veel meer voorkomen of zijn aangetast door latere ontwikkelingen. Behoud van deze gebieden en objecten dragen bij aan het kenmerkende beeld van Rijswijk dat is ontstaan. Echter gaat het daarbij veel meer om de kenmerkende eigenschappen, zoals maat, schaal, opbouw, e.d. Bij ontwikkeling zou er derhalve aandacht moeten zijn voor herstel, hergebruik of behoud van die specifieke kenmerken.
Attentiewaarde kunst
De attentiewaarde kunst is opgenomen voor objecten die in zichzelf geen tot weinig waarde hebben voor de onderzochte periode, maar die wel zijn voorzien van een kunsttoepassing aan of in de architectuur. Het kan gaan om kunstvoorwerpen en stichtingsstenen aan scholen, woon- of kantoorgebouwen. Indien de betreffende objecten worden vervangen of er een andere vorm van ontwikkeling plaatsvindt, is het van belang dat de kunsttoepassing wordt hergebruikt of ex situ op een andere locatie wordt bewaard.
Laag
Als vijfde waardering is de waardering ‘laag’ ontstaan. Dit zijn gebieden en objecten die tijdens het veldwerk van de quickscan wel zijn opgevallen, maar die in de uiteindelijke selectie niet meer voldoende scoorden om onderdeel uit te maken van de drie eerdergenoemde waarderingen. Deze gebieden en objecten zijn niet opgenomen op de kaart, maar wel toegevoegd aan de inventarisatielijst met onderbouwingen.
Betekenis verwachtingswaarde
Er wordt in de quickscan en het kaartbeeld gesproken over een ‘verwachtingswaarde’. De reden hiervoor ligt in de gekozen vorm van inventarisatie, namelijk een quickscan ofwel een inventarisatie zonder verdiepend archiefonderzoek. Nader onderzoek kan per gebied of object meer inzicht geven in de exacte verdeling van karakteristieken en gave onderdelen en daarmee nauwkeurig inzicht geven in de ruimte bij ontwikkelingen. Een verwachtingswaarde geeft daarmee bij voorgenomen ontwikkelingen dus tevens een nadere onderzoeksplicht naar het gebied of object bij ontwikkelingen.
Inventarislijst en onderbouwing
De verwachtingswaardenkaart is niet los te zien van de inventarisatielijst en de rapportage. De rapportage biedt het historisch kader en verantwoording waarbinnen de inventarisatie heeft plaatsgevonden. De inventarisatielijst is een overzicht van alle geïnventariseerde adressen. Per adres is een feitelijke opsomming van gegevens opgenomen, zoals waardering, plaatselijke aanduiding, datering, architect/ stedenbouwkundige, e.d. Daarnaast is een omschrijving opgenomen, die aangeeft waarom het betreffende gebied of object op de inventarisatielijst is gekomen. Dit is aangevuld met een of meerdere foto’s ter illustratie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl