Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725165
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR725165/1
Regeling vervalt per 01-01-2029
Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025
Geldend van 01-11-2024 t/m 31-12-2028
Intitulé
Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025Toelichting
Op 31 december 2024 loopt de Subsidieregeling Haagse kunst en cultuurprojecten Den Haag 2021 (RIS312671) af. In lijn met de Cultuurvisie Den Haag 2033 (RIS315525) en het Beleidskader Kunst en Cultuur 2025-2028 (RIS315711) is er een nieuwe subsidieregeling opgesteld. De doelen van de Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025 zijn van het beleidskader afgeleid.
De Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025 volgt de categorie B van Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten 2021 op. Aanvragers kunnen uitsluitend als rechtspersoon een aanvraag indienen. Tot slot wordt de Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025 door een externe adviescommissie beoordeeld, worden de aanvraagtermijnen teruggebracht naar twee aanvraagrondes en is het subsidieplafond € 600.000,00 per jaar.
In een separate 'Categorie A'-regeling worden kleinere aanvragen (<€10.000) ambtelijk afgedaan.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op:
- -
artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit:
- -
vast te stellen de navolgende Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- amateurkunst: |
elke kunstvorm die aan de burger de kans biedt om zich via kunstbeoefening en -beleving te ontplooien en zijn potentiële creatieve vermogens te ontwikkelen op vrijwillige basis en zonder beroepsmatige doeleinden; |
- ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; |
- Awb: |
Algemene wet bestuursrecht; |
- belang voor de stad: |
de bijdrage van het project aan de breedte van het culturele aanbod (vorm, discipline of scene) en aan het positieve effect op de bewoners en bezoekers van de stad; |
- cultuureducatie: |
ontwikkelen en aanbieden van cultuureducatie-aanbod ten behoeve van het onderwijs; |
- Fair Practice Code: |
gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve zoals omschreven op de website https://fairpracticecode.nl; |
- maker: |
individuele professionele cultuurbeoefenaar, die werkzaam is in de culturele sector, met of zonder vooropleiding, bij wie in ieder geval het creatieve maakproces de kern van de werkzaamheden omvat; |
- inclusie: |
iedereen van kunstenaar tot publiek wordt in zijn/haar/diens rol in het project op een gelijkwaardige wijze gewaardeerd, voelt zich welkom en veilig; |
- innovatie: |
vernieuwende elementen in het project ten opzichte van het aanbod in de stad of ten opzichte van eerdere projecten van de aanvrager; |
- onderscheidend: |
de mate waarin het project zich onderscheidt ten opzichte van het bestaande aanbod in Den Haag; |
-restwaarde: |
in het geval van audiovisuele apparatuur, muziekinstrumenten, laptops, telefoons, et cetera wordt uitgegaan van een restwaarde van 70% van de aanschafwaarde. |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
- 1.
Het doel van de subsidieregeling is bij te dragen aan:
a. een kwalitatief hoogwaardig en veelzijdig cultuuraanbod dat aantrekkelijk is voor verschillende publieksgroepen;
b. cultuur met een breed bereik van verschillende kunstdisciplines;
c. reflectie vanuit cultuur op maatschappelijke onderwerpen.
- 2.
Het achterliggende maatschappelijke doel is dat kunst en cultuur in Den Haag voor iedereen toegankelijk is.
Artikel 1:4 Activiteiten
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die:
-
a. professioneel en beroepsmatig worden uitgevoerd;
b. gericht zijn op kunst en cultuur;
c. publieksgericht zijn; en
d. maximaal één jaar duren.
Artikel 1:5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.
- 2.
Voor subsidie in aanmerking komt in ieder geval de btw over de gesubsidieerde kosten voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering gebracht kan worden.
- 3.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;
b. de kosten voor activiteiten die eerder op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt minimaal € 10.000,- en maximaal € 30.000,- per aanvraag.
Artikel 1:8 Subsidieplafond
- 1.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per jaar een subsidieplafond van € 600.000,-.
- 2.
Per tijdvak, zoals genoemd in artikel 2.2, eerste lid, geldt een deelplafond van € 300.000,-.
- 3.
Een onderbesteding bij een of meerdere tijdvakken wordt doorgeschoven naar het volgende tijdvak, mits dit tijdvak binnen hetzelfde kalenderjaar valt.
Artikel 1.9 Wijze van verdeling
- 1.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal.
a. artistieke kwaliteit; de mate waarin de activiteiten van artistiek-inhoudelijke kwaliteit zijn, blijkend uit de artistieke visie, vertaalslag van visie naar project en de vakdeskundigheid van de betrokken personen:
1° onvoldoende: 1 punt;
2° matig: 2 punten;
3° voldoende: 3 punten;
4° ruim voldoende: 4 punten;
5° goed: 5 punten.
b. diversiteit en inclusie. De mate waarin de activiteiten bijdragen aan diversiteit en inclusie blijkend uit: de gekozen samenwerkingspartners en medewerkers, een toelichting op de (te benaderen) doelgroepen en een passende pr- en marketingplan en de toegankelijkheid voor deelnemers en bezoekers en culturele sensitiviteit:
1° onvoldoende: 1 punt;
2° matig: 2 punten;
3° voldoende: 3 punten;
4° ruim voldoende: 4 punten;
5° goed: 5 punten.
c. projectmatige bedrijfsvoering. De mate waarin sprake is van een gezonde projectmatige bedrijfsvoering, blijkend uit de volgende indicatoren: een transparante en sluitende begroting, een voor het project passend dekkingsplan en het toepassen van de Fair Practice code voor de betrokken medewerkers.
1° onvoldoende: 1 punt;
2° matig: 2 punten;
3° voldoende: 3 punten;
4° ruim voldoende: 4 punten;
5° goed: 5 punten.
d. belang voor de stad. De mate waarin het project van belang is voor de stad, blijkend uit de volgende indicatoren: vernieuwing of experiment, (maatschappelijk) relevant voor Den Haag, onderscheidend van activiteiten.
1° onvoldoende: 1 punt;
2° matig: 2 punten;
3° voldoende: 3 punten;
4° ruim voldoende: 4 punten;
5° goed: 5 punten.
- 3.
Aanvragen komen alleen voor subsidie in aanmerking als:
a. 3 of meer punten zijn toegekend op grond van het criterium artistieke kwaliteit; en
b. in totaal minimaal 11 punten zijn toegekend.
- 4.
Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.
Artikel 1.10 Adviescommissie
- 1.
Het college stelt een adviescommissie in waaraan de aanvragen als bedoeld in het eerste lid worden voorgelegd.
- 2.
Het college stelt een reglement vast waarin de taken, bevoegdheden, wijze van benoeming van de leden en werkwijze van de commissie worden vastgelegd.
- 3.
De commissie geeft een advies over de puntentoewijzing van de aanvragen.
- 4.
Het college kan bij de vaststelling van de rangschikking gemotiveerd afwijken van het advies van de commissie.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 2:1 Aanvraag subsidie
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV 2020 legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. verklaring waaruit blijkt of een aanvrager belastingplichtig is
b. de meest recente balans en winst- en verliesrekening, niet ouder dan 2 jaar
c. indien van toepassing, een toelichting op hoe de activiteiten uit deze aanvraag te onderscheiden zijn van de activiteiten waarvoor subsidie wordt ontvangen uit de volgende subsidieregelingen:
1° de Subsidieregeling meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2025-2026, categorie A Den Haag 2024;
2° de Subsidieregeling meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2025-2028, categorie B Den Haag 2024;
3° de Subsidieregeling meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2025-2028, categorie C Den Haag 2024,
d. Wanneer het de eerste aanvraag van de aanvrager betreft, voegt de aanvrager bij de aanvraag de volgende documenten:
1° KvK-uittreksel;
2° de oprichtingsakte en statuten;
3° een kopie bankafschrift.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier en de bijhorende formats.
Artikel 2:2 Aanvraagtermijn
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend in een van de volgende periodes:
- 1.
a. van 1 november om 0:00 uur tot 15 november 2024 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 31 januari 2026 plaatsvinden;
b. van 1 maart om 0:00 uur tot 14 maart 2025 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 30 juni 2026 plaats vinden;
c. van 1 oktober om 0:00 uur tot 15 oktober 2025 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 31 januari 2027 plaats vinden;
d. van 1 maart om 0:00 uur tot 16 maart 2026 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 30 juni 2027 plaats vinden;
e. van 1 oktober om 0:00 uur tot 15 oktober 2026 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 31 januari 2028 plaats vinden;
f. van 1 maart om 0:00 uur tot 15 maart 2027 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 30 juni 2028 plaats vinden;
g. van 1 oktober om 0:00 uur tot 15 oktober 2027 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 31 januari 2029 plaats vinden;
h. van 1 maart om 0:00 uur tot 15 maart 2028 om 17:00 uur voor activiteiten die uiterlijk 30 juni 2029 plaats vinden.
Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden
Artikel 3:1 Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
- 1.
a. de aanvrager een amateurkunstenaar is dan wel het bevorderen van amateurkunst tot doel heeft;
b. de aanvraag primair gericht is op binnenschoolse cultuureducatie of activiteiten die onderdeel uitmaken van het leerplan van een kunstvakopleiding;
c. de aanvraag betrekking heeft op cultureel erfgoed, voor zover deze primair is gericht op het conserveren en tonen van het verleden;
d. activiteiten die op een andere manier te bekostigen zijn of zouden moeten zijn, zoals de productie van beeld- en geluidsdragers, publicaties van boeken of leermethoden die bestemd zijn voor de verkoop;
e. de activiteiten inhoudelijk en organisatorisch niet of onvoldoende te onderscheiden zijn van andere activiteiten die meerjarig worden gesubsidieerd op grond van de Subsidieregeling meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2025-2028, Den Haag 2025;
f. de vanuit gemeentelijk cultuurbudget aangevraagde subsidies voor de activiteiten meer dan 30% van de totale begroting bedragen;
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 4:1 Bevoorschotting
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 10 weken na afloop van de laatste activiteiten.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
- 1.
1. De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model
- 2.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;
b. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;
d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald.
- 3.
Het financieel verslag bevat:
a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten in de begroting;
b. een toelichting op afwijkingen groter dan 10% op hoofdposten van de begroting;
c. de (niet verrekenbare) BTW;
- 4.
De aanvrager, die tevens subsidie ontvangt op grond van een van de de Subsidieregelingen meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2025-2028 Den Haag 2023 (Categorie A, B of C), dient de verantwoording van beide subsidies separaat in.
Artikel 5:3 Termijn vaststelling subsidie
Het college stelt de subsidie vast binnen 20 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk op 31 december 2028.
Artikel 6:2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2024 en vervalt met ingang van 1 januari 2029.
Artikel 6:3 Overgangsrecht
De bepalingen van de Subsidieregeling Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten Den Haag 2021 blijven van toepassing op subsidies die voor 1 oktober 2024 zijn aangevraagd en verstrekt en in dat kader nog lopende bezwaar- en beroepsprocedures.
Artikel 6:4 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Haagse kunst- en cultuurprojecten categorie B Den Haag 2025.
Den Haag, 1 oktober 2024
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl