Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming en klankbordgesprekken dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland

Geldend van 05-10-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming en klankbordgesprekken dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland

Het Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland;

gelezen het voorstel d.d. 3 september 2024;

gelet op:

  • artikel 46 van de Waterschapswet;

  • artikel 15 van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland;

  • de Circulaire benoeming voorzitters van waterschappen;

  • de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeesters;

  • de Handreiking burgemeesters, benoeming, herbenoeming, klankbordgesprekken en afscheid;

besluit:

vast te stellen de Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming en klankbordgesprekken dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland, luidende als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • 2.

    de commissie: de Commissaris van de Koning in de provincie Flevoland;

  • 3.

    het algemeen bestuur: het Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland;

  • 4.

    de secretaris-directeur: de secretaris van Waterschap Zuiderzeeland.

Artikel 2. Taak

De commissie heeft tot taak:

  • a)

    de aanbeveling van het algemeen bestuur inzake de (her)benoeming van de dijkgraaf voor te bereiden;

  • b)

    klankbordgesprekken te voeren met de dijkgraaf.

Artikel 3. Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit vijf leden uit het algemeen bestuur van Waterschap Zuiderzeeland.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden.

  • 5. De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de secretaris-directeur.

  • 6. De secretaris-directeur is geen lid van de commissie.

  • 7. De secretaris-directeur draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie.

  • 8. De commissie ziet de heemraden als adviseur in dit proces en zal hen daartoe horen.

Artikel 4. Werkwijze commissie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk acht(en).

  • 2. Van iedere vergadering wordt door de secretaris-directeur ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet ten minste drie leden aanwezig zijn.

Artikel 5. Geheimhoudingsplicht

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De leden van de commissie hebben geheimhoudingsplicht.

  • 3. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van Hoofdstuk VIIIa van de Waterschapswet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 4. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan leden van het algemeen bestuur die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens ten tijde van de besloten vergadering van het algemeen bestuur waarin over de herbenoeming een besluit wordt genomen.

  • 5. De leden 2 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de secretaris-directeur en de ambtelijke ondersteuning bedoeld in artikel 3, lid 7.

Artikel 6. Verslag en concept aanbeveling

  • 1. De commissie brengt over haar oordeel schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan het algemeen bestuur en aan de commissaris. Dit verslag wordt voorzien van een concept aanbeveling.

  • 2. Alvorens het verslag aan het algemeen bestuur en de commissaris te zenden, bespreekt de commissie het concept met de dijkgraaf.

  • 3. Indien ter zake van zijn functioneren afspraken met de dijkgraaf worden gemaakt, worden deze in het verslag aan het algemeen bestuur vermeld.

  • 4. De dijkgraaf kan, voorafgaand aan de bespreking in het algemeen bestuur, zijn zienswijze over het verslag geven.

Artikel 7. Archivering

  • 1. De voorzitter van de commissie en de secretaris-directeur dragen er zorg voor dat na afronding van de benoeming, het klankbordgesprek en de herbenoemingsprocedure alle archiefbescheiden die door de commissie zelf zijn opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar een krachtens de wet door het algemeen bestuur aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

Hoofdstuk 2 Klankbordgesprekken

Artikel 8. Aantal gesprekken

  • 1. De commissie houdt jaarlijks met de dijkgraaf een klankbordgesprek over het functioneren.

  • 2. Indien de commissie dan wel de dijkgraaf de wens daartoe kenbaar maakt, houdt de commissie tussentijds een klankbordgesprek.

Artikel 9. Voorbereiding en inhoud

  • 1. De commissie beschouwt het functioneren van de dijkgraaf in elk geval aan de hand van de profielschets en aan de wettelijke taken van de dijkgraaf. Tevens betrekt de commissie hierbij het verslag van en de afspraken uit het vorige klankbordgesprek alsmede de aanbevelingen die ten grondslag lagen van een herbenoeming.

  • 2. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de dijkgraaf als het functioneren van het algemeen bestuur zijn onderwerp van gesprek.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen inzake het verslag

  • 1. Alvorens het verslag vast te stellen, krijgt de dijkgraaf de gelegenheid te reageren op het concept.

  • 2. Het verslag wordt getekend door alle deelnemers aan het gesprek.

  • 3. Leden van het algemeen bestuur kunnen het verslag inzien bij de secretaris-directeur. Het verslag wordt niet openbaar gemaakt. Een afschrift van het verslag wordt gezonden aan de commissaris van de Koning.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de commissie.

Artikel 12. Inwerkingtreding en bekendmaking

  • 1. De Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming dijkgraaf waterschap Zuiderzeeland, zoals vastgesteld 31 maart 2011, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na haar vaststelling en wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als Verordening vertrouwenscommissie (her)benoeming en klankbordgesprekken dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland.

Ondertekening

Lelystad, 24 september 2024

het college van Dijkgraaf en Heemraden,

de secretaris-directeur

ing. W. Slob, Msc.

de dijkgraaf

Ir. H.C. Klavers.

Toelichting

Voor de (her)benoeming van de dijkgraaf geldt de Circulaire benoeming voorzitters van waterschappen als leidraad. Door de Unie van Waterschappen wordt met de betrokken Ministeries overleg gepleegd om deze aan te passen en gelijk te schakelen met de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeesters.

Vooruitlopend daarop hebben zowel de dijkgraaf als de Commissaris van de Koning in Flevoland (CdK)uitgesproken bereid te zijn te anticiperen op die komende wijziging. Dit heeft tot gevolg dat de CdK een rol krijgt aan het begin van het proces en in de uitvoering van de verordening.

De thans voorliggende verordening borduurt voort op de verordening (her)benoeming dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland 2011. Inhoudelijk (in materiele zin) is het concept niet aangepast. De meeste wijzigingen zijn van technische aard (zoals de samenvoeging van artikelen) en het actualiseren (zoals de verwijzing naar Hoofdstuk VIIIa Waterschapswet in artikel 5/Geheimhoudingsplicht).

De wijzigingen betreffen de rol van de CdK; meer dan voorheen wordt de CdK geïnformeerd aan het einde van het proces (artikel 6).

Daarbij geldt omtrent het functioneren van de dijkgraaf dat bij een herbenoeming er geen sprake mag zijn verrassingen en dat gedurende de benoemingstermijn de dijkgraaf de kans moet worden geboden om te voldoen aan functioneringsafspraken. De verordening voorziet daarvoor in klankbordgesprekken (artikel 8, 9 en 10). Daarmee verliest de vertrouwenscommissie haar tijdelijke karakter zoals voorheen het geval was.

Naast de verordening uit 2011 zijn de wijzigingen ontleend aan de Handreiking burgemeesters: benoeming, herbenoeming, klankbordgesprekken en afscheid | Brochure | Rijksoverheid.nl en voorbeelden uit de bestuurspraktijk.