Agressieprotocol gemeenteraad Vlissingen 2024

Geldend van 04-10-2024 t/m heden

Intitulé

Agressieprotocol gemeenteraad Vlissingen 2024

Agressie Protocol

Gemeenteraad Vlissingen

September 2024

Protocol Agressie Gemeenteraad Vlissingen

Inleiding

Voor democratisch gekozen volksvertegenwoordigers is het belangrijk dat zij gemakkelijk benaderbaar zijn, open in de samenleving kunnen staan, het politieke debat vrij kunnen voeren, publieke taken vrij van dwang en drang kunnen uitoefenen en dat besluiten zonder druk kunnen worden genomen. Zij kunnen worden geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag van burgers: uitschelden, beledigen, persoonlijke bedreiging of bedreiging aan het adres van familie, langdurig stalken, fysieke agressie en in extreme gevallen bijvoorbeeld gijzeling. Grensoverschrijdend gedrag kan de besluitvorming beïnvloeden en raakt dan aan de integriteit van de besluitvorming. De onlustgevoelens die worden veroorzaakt door dreiging en agressie, kunnen daarnaast een grote impact hebben op degene die het overkomt en op zijn of haar omgeving. Ervaring met agressie kan leiden tot vermindering van het plezier in het uitoefenen van de functie, minder goed functioneren of ziekteverzuim. Raadsleden vervullen hun publieke taken per definitie in de openbaarheid; de manier waarop zij omgaan met agressie heeft zodoende altijd een voorbeeldfunctie.

Het is daarom van belang om gezamenlijk een norm te stellen, die norm te handhaven en te reageren op gedrag dat deze norm overschrijdt. Daartoe dient dit agressieprotocol.

Dit agressieprotocol begint met het stellen van de norm. Daarna wordt het handelingsperspectief tijdens en na een incident verwoord. Het melden van een incident, het afhandelen van een incident, opvang, nazorg, doen van aangifte en schade verhalen zijn onderwerpen die hier aan de orde komen. Tot slot beschrijft dit protocol met een aantal opmerkingen over de communicatie tijdens en na een incident.

De norm van de gemeenteraad Vlissingen: Agressie accepteren we niet!

Uitgangspunt van dit protocol is dat agressie een vorm van gedrag van de burger is. Een emotie mag, maar agressie wordt niet geaccepteerd!

1. Basisafspraak

De basisafspraak is dat het raadslid grensoverschrijdend gedrag vanwege zijn of haar functie altijd bij de griffier meldt (zie punt 3). Vervolgens vindt een overleg plaats over de te volgen handelwijze. De in dit protocol opgenomen afspraken zijn erop gericht om in overleg regie te voeren zodra er sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegen raadsleden. Waar in dit protocol wordt gesproken over "raadsleden" wordt daaronder tevens verstaan burgercommissieleden voor zover grensoverschrijdend gedrag betrekking heeft op hun functioneren als lid van de gemeenteraad en/of raadscommissies.

2. Definities

Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een burger op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn persoonlijke situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is van korte duur en laat zich corrigeren. Voor dergelijk gedrag kan (enig) begrip worden getoond. Emotioneel gedrag is niet verboden, boosheid is niet grensoverschrijdend en is geen agressie.

Grensoverschrijdend gedrag is: aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat – nadat de burger erop is aangesproken – niet verandert of verergert.

Het gedrag is gericht op:

  • het teweegbrengen van onlustgevoelens ,

  • het verstoren van de orde of op ontoelaatbare wijze beïnvloeden van de taakuitoefening,

  • het veroorzaken van pijn, letsel of schade.

Onder agressie wordt in navolging van de zogenaamde Eenduidige Landelijke Afspraken verstaan: lichamelijke en verbale geweldpleging, belaging, intimidatie en bedreiging gepleegd in of door omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de publieke taak. Dit kan gepaard gaan met beschadiging van goederen. Onder agressie wordt in dit protocol ook verstaan ieder gebruik van geweld. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen fysiek, verbale en online agressie. In bijlage 1 staan voorbeelden van emotie, agressie en geweld.

3. Melden van grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd ook intern gemeld.

  • Raadsleden melden incidenten bij de griffier. De griffier stelt de burgemeester op de hoogte van de melding.

Alle meldingen worden door de griffier geregistreerd in een overzicht. Medewerkers van de griffie hebben toegang tot dit overzicht.

4. Maatregelen

  • Na iedere melding wordt besproken welke maatregelen tegen de veroorzaker worden genomen. Daarbij zijn de medewerkers van de ambtelijke organisatie belast met taken op het gebied van openbare orde en veiligheid en op het gebied van juridische zaken beschikbaar voor ondersteuning. Al naar gelang de ernst van het grensoverschrijdend gedrag (en als sprake is van herhaald gedrag) kan de gemeente:

  • de persoon verwijderen uit een gebouw/van een terrein;

  • mondeling of schriftelijk waarschuwen;

  • (tijdelijk) beperken van de toegang tot de gemeentelijke gebouwen of van de dienstverlening.

De burgemeester is te allen tijde bevoegd om een burger te verzoeken een gebouw te verlaten en mondeling de toegang tot een gebouw te ontzeggen. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester; oproepen voor een (orde‐ of herstel)gesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het ongewenste gedrag; het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel grensoverschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie.); aangifte bij de politie; of andere maatregelen treffen, al naar de omstandigheden.

De maatregelen worden bij voorkeur binnen 72 uur na het incident getroffen en schriftelijk door de burgemeester aangekondigd. Maatregelen kunnen worden toegepast na iedere melding en ook als wordt besloten dat van een incident melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De maatregelen die door de gemeente worden genomen jegens de veroorzaker worden zo mogelijk meteen bij het doen van aangifte of bij de melding aan de politie doorgegeven en anders zo spoedig mogelijk na het nemen van deze maatregelen.

5. Melding en aangifte

Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van groot belang dat van mogelijk strafbaar gedrag zo snel mogelijk aangifte wordt gedaan.

Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag dat strafbaar kan zijn:

  • schelden, (doods)bedreigingen uiten,

  • dreigen met represailles, bedreigen (van familieleden) en uitvoeren van dreigementen,

  • schoppen, spugen en andere fysieke agressie,

  • letsel toebrengen of materiële schade veroorzaken en gedrag dat anderen in gevaar brengt.

De burgemeester en griffier overleggen zo nodig met de betrokkenen en met de politie over de ernst van de situatie en de aangifte. De medewerkers belast met taken op het gebied van openbare orde en veiligheid en met taken op het gebied van juridische zaken vervullen daarbij zo nodig een faciliterende rol. Bij het doen van aangifte kiest het raadslid domicilie op het adres van de gemeente Vlissingen en nooit op het privéadres. De betrokkene laat zich bij de aangifte zo nodig bijstaan door een vertegenwoordiger van de gemeente. Melden en aangifte moet zo volledig mogelijk gebeuren: wat is er gebeurd, waar en wanneer, wie heeft het gedaan of gezien? Als er een vermoeden bestaat dat er een verband bestaat tussen de agressie en een door de betrokkene of door zijn/haar partij ingenomen standpunt of besluit, wordt dit gemeld. Als er sprake is van bedreigingen via brieven, e-mails, internetberichten of voicemailberichten, dan worden deze bewaard en wordt een kopie bij de melding gevoegd.

Kenmerken van de dader(s) en zaken als kentekens worden zo mogelijk doorgegeven. Fotograferen van verdachten of hun voertuigen is alleen aan te raden als dat de eigen veiligheid of die van anderen niet in gevaar brengt.

6. Noodgevallen en alarmering beveiliging

Wanneer zich een noodgeval voordoet belt de bedreigde altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is. Tijdens een noodgeval in het gemeentehuis wordt naast 112 ook altijd het interne BHV - noodnummer 0118 – 4875553 gebeld. Opvang en begeleiding van de hulpdiensten wordt dan verzorgd door het Hoofd BHV of op diens verzoek door een van de bodes.

  • Het Openbaar Ministerie wordt, door tussenkomst van de beleidsmedewerker Openbare orde & Veiligheid, door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen beveiligingsmaatregelen in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het stelsel bewaken en beveiligen bij het Openbaar Ministerie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • Als het te verwachten effect en de aard van de gebeurtenis op het terrein van de openbare orde ligt, dan maakt de burgemeester zo nodig gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de Gemeentewet.

  • Aanvullende beveiligingsmaatregelen worden in goed overleg tussen gemeente, politie en OM getroffen en uitgevoerd.

  • De politie voert maatregelen in de openbare ruimte uit (surveillance, cameratoezicht).

  • De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijzondere maatregelen aan de woning in het kader van (be)dreiging en maatregelen die noodzakelijk zijn vanwege specifieke omstandigheden en risico’s en eventueel herstel na afloop van de dreiging.

  • De Arbeidsinspectie wordt binnen 24 uur gewaarschuwd door de burgemeester of door de griffier als sprake is van een ernstig incident waarbij een raadslid lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • De burgemeester en/of de griffier zorgen voor terugkoppeling aan de betrokkenen over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

7. Communicatie

De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer raadsleden.

De leden van het presidium worden door de burgemeester op de hoogte gebracht van de bedreiging van het raadslid indien het slachtoffer hiermee instemt. De burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door het Openbaar Ministerie. Vertrouwelijkheid wordt daarbij zo nodig in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand uitspraken doet die leiden tot verhoging van veiligheidsrisico’s.

Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan de burgemeester als voorzitter van de raad. De afdeling Communicatie kan de burgemeester hierin ondersteunen. Communicatie stemt een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be-)dreiging af met de afdeling voorlichting van het Openbaar Ministerie.

Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.

7. Vertrouwenslijn en contact met beroepsorganisaties

Bedreiging en intimidatie laat niemand onberoerd. Dergelijk ongewenst gedrag tast vaak ook, onbewust, de manier waarop beslissingen in het raadswerk tot stand komen. Onzekerheid over eventuele gevolgen maakt het mogelijk lastig om de situatie met anderen te bespreken. De Vertrouwenslijn is opgericht in opdracht van het Ministerie van BZK om bestuurders en politici bij te staan en te adviseren.

Incidenten tegen raadsleden kunnen door de betrokkenen (vertrouwelijk) gemeld worden aan de beroepsvereniging (de Vereniging voor Raadsleden).

Speciaal voor raadsleden is er een vertrouwenslijn in het leven geroepen. Deze biedt zowel mentale ondersteuning na een incident als hulp bij het afwegen van de noodzaak tot melden en aangifte.

Ondersteuningsteam voor gevallen van intimidatie, bedreiging of agressie | Nederlandse Vereniging voor Raadsleden

8. Verhaal schade

Het kan zijn dat er schade is geleden door de gemeente zelf, aan persoonlijke eigendommen van de betrokkene of dat er aanvullende kosten moeten worden gemaakt (bijvoorbeeld medische). Los van de vraag of de gemeente of de betrokkene verzekerd is voor de schade is het uitgangspunt is dat schade zoveel mogelijk wordt verhaald op de veroorzakers.

Voor de raadsleden van de gemeente Vlissingen wordt in (juridische) ondersteuning voorzien door:

  • de dienstverlening die wordt gedekt door de Rechtsbijstandspolis van de gemeente.

10. Nazorg

Naast het regelen van praktische zaken is met name de emotionele ondersteuning van raadsleden (en hun familie) van groot belang voor het behoud van persoonlijk welzijn en voor het adequaat functioneren in de toekomt. De impact van een incident kan groot zijn en daarom wordt er altijd nazorg aangeboden. Effectieve ondersteuning na een incident wordt vooral gekenschetst door invoelend vermogen en kennis van de mogelijk effecten van een bedreiging en vereisen dus niet altijd bijstand van een externe professional.

De griffier is de eerst aangewezen persoon om nazorg te verlenen aan raadsleden. Afhankelijk van de aard van het incident of de relatie met de griffier, kan er ook voor gekozen worden om iemand anders een rol te geven in de emotionele ondersteuning en nazorg.

Het slotwoord

Een helder opgestelde agressieprotocol voor raadsleden met maatwerk voor het nazorgtraject is cruciaal om hun veiligheid en welzijn te garanderen. Door een gestructureerde aanpak te volgen, kan de gemeenteraad ervoor zorgen dat raadsleden zich ondersteund voelen na een incident en dat er essentiële en effectieve maatregelen worden genomen om toekomstige incidenten te voorkomen. Deze procedure draagt bij aan een veilige en respectvolle werkomgeving voor alle raadsleden.

Dit protocol is vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Vlissingen op 19 september 2024.

Ondertekening