Subsidieregeling Sterke Sportclubs 2024

1. Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die zich richten op:

• a)

  het aantrekken of behouden van sporters, trainers en coaches of vrijwilligers;

• b)

  het inzetten van een verenigingsmanager;

• c)

  het inzetten van vrijwilligerscoördinatie;

• d)

  het inzetten van trainerscoördinatie;

• e)

  het inventariseren van behoeften van huidige leden, het spiegelen met de identiteit en cultuur van de sportvereniging of sportstichting en het maken van een plan om eventuele verschillen hiertussen te verkleinen;

• f)

  het realiseren van een positieve sportcultuur, door veiligheid, plezier, aandacht voor opvoeding, pedagogisch sportklimaat, inclusie, respect hebben voor elkaar, ouderbetrokkenheid en het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, discriminatie, agressie, geweld en seksuele intimidatie, centraal te stellen;

• g)

  het versterken van de bestuurlijke kwaliteiten van individuele bestuurders of het bestuur als team;

• h)

  het ontwikkelen van een strategie of visie;

• i)

  het vergroten van de diversiteit binnen het bestuur of commissies; en/of

• j)

  het verbeteren van de sporttechnische, didactische, pedagogische of EHB(S)O kwaliteiten van trainers en coaches.

2. Per kalenderjaar kan voor de activiteit genoemd in artikel 5, eerste lid onder j maximaal €1.500 per individuele trainer of coach per kalenderjaar worden verleend. Per kalenderjaar kan in totaal maximaal €5.000 worden verleend voor de activiteiten genoemd in artikel 5, eerste lid.

1. Het college kan subsidie verlenen voor het opzetten van aantrekkelijk of vernieuwend structureel sportaanbod:

• a)

  dat zich expliciet richt op Amsterdammers die nog niet structureel sporten in een gebied of stadsdeel met een lage sportparticipatie; en/of

• b)

  voor Amsterdammers met een lichamelijke, verstandelijke, visuele of auditieve beperking, met gedragsstoornissen en autisme; en/of

• c)

  voor Amsterdamse meiden tussen de 4 en 18 jaar; en/of

• d)

  voor Amsterdammers van 55 jaar en ouder.

2. Per kalenderjaar kan in totaal maximaal €5.000 worden verleend voor de activiteiten genoemd in artikel 6, eerste lid.

3. Voor de subsidie genoemd in het eerste lid komen de volgende kosten in aanmerking:

• a)

  kosten voor instructie door trainers;

• b)

  kosten voor de aanschaf van sportmaterialen die benodigd zijn voor de uitoefening van de sport;

• c)

  kosten voor een locatie;

• d)

  kosten voor promotie en vindbaarheid van het nieuwe sportaanbod;

• e)

  extra kosten die moeten worden gemaakt om sport voor mensen met een beperking mogelijk te maken.

1. Het college stelt de volgende subsidieplafonds vast:

• a)

  een subsidieplafond voor de activiteiten genoemd in artikel 5, eerste lid en in artikel 6, eerste lid onder a en c;

• b)

  een subsidieplafond voor de activiteiten genoemd in artikel 6, eerste lid onder b;

• c)

  een subsidieplafond voor de activiteiten genoemd in artikel 6, eerste lid onder d.

2. Ieder subsidieplafond wordt verdeeld op basis van op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.

3. Het college kan gedurende het boekjaar een subsidieplafond vaststellen ten behoeve van eenmalige subsidie voor één of meer activiteiten genoemd in artikel 5 en 6 indien lopende het boekjaar rijksmiddelen of provinciale middelen beschikbaar komen voor deze activiteiten.

1. Subsidie voor de activiteiten genoemd in artikel 5, eerste lid kan uitsluitend worden aangevraagd door een sportvereniging of sportstichting.

2. Subsidie voor de activiteiten genoemd in artikel 6, eerste lid kan worden aangevraagd door een sportclub.

1. Een aanvraag kan meerdere activiteiten genoemd in artikel 5 en 6 bevatten.

2. In aanvulling op artikel 6 van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

• a)

  een gedetailleerd activiteitenplan en een gedetailleerde begroting van de aangevraagde activiteit(en);

  en

• b)

  het ingevulde ‘aanvraagformulier subsidie sterke sportclubs’, waarin de aanvrager:

  • i.

    bevestigt dat hij voldoet aan de Amsterdamse basiseisen voor sociale veiligheid;

  • ii.

    indien hij een sportondernemer is, bevestigt wel of niet aangesloten te zijn bij Stadspas 18-, Stadspas 55+ en/of Jeugdfonds Sport en Cultuur;

  • iii.

    indien hij een sportondernemer is en is aangesloten bij Stadspas 18-, Stadspas 55+ en/of Jeugdfonds Sport en Cultuur, het aantal leden bevestigt dat in het lopende boekjaar gebruik maakt van deze regeling(en).

1. In aanvulling op artikel 8, eerste lid, van de ASA 2023 weigert het college een subsidie als de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden.

2. In aanvulling op artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college besluiten een subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren als:

• a)

  uit een aanvraag onvoldoende blijkt dat de aanvraag naar behoren uitgevoerd kan worden;

• b)

  de activiteit naar het oordeel van het college onvoldoende bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling;

• c)

  voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd financiering op grond van een andere regeling of gebruikmaking van een ander door het college aangeboden instrument mogelijk is;

• d)

  de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het college al op andere wijze wordt voorzien;

• e)

  er voor uitvoering van de activiteit een hogere prijs wordt gerekend dan die door het college redelijk wordt geacht;

• f)

  de aanvrager niet voldoet aan de Amsterdamse basiseisen voor sociale veiligheid;

• g)

  indien de aanvrager een sportondernemer is, de aanvrager niet is aangesloten bij Stadspas 18-, Stadspas 55+ en/of Jeugdfonds Sport en Cultuur of indien de aanvrager weliswaar is aangesloten bij Stadspas 18-, Stadspas 55+ en/of Jeugdfonds Sport en Cultuur, maar hij in het lopende boekjaar geen leden heeft die gebruikmaken van deze regeling(en);

• h)

  indien de aanvrager een sportondernemer is, de aanvrager niet actief met gemeente Amsterdam samenwerkt in gemeentelijke programma’s die ten doel hebben het realiseren van maatschappelijke doelen zoals genoemd in de Agenda sporten en bewegen, waaronder sport- en beweegstimuleringsactiviteiten- of evenementen.