Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Woensdrecht 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Woensdrecht 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2023;

Besluit:

vast te stellen de navolgende subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Woensdrecht 2025 met inbegrip van de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2023

  • b.

    Bestuursrechtelijke handhaving: handhaving in de vorm van een genomen besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom, bestuursdwang of een bestuurlijke boete.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht.

  • d.

    Doelgroeppeuter: peuter woonachtig in de gemeente Woensdrecht van 2,5 tot 4 jaar die op indicatie van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) of door de kinderopvangorganisatie in aanmerking komt voor een peuterplaats VE.

  • e.

    DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs, onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

  • f.

    Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder 'onderneming' wordt begrepen een in Woensdrecht gevestigde locatie voor kinderopvang waar peuteropvang wordt uitgevoerd en die in het LRK staat geregistreerd als kinderdagverblijf.

  • g.

    Kinderdagverblijf: locatie waar dagopvang voor kinderen tussen de 0 en 4 jaar wordt gerealiseerd, volgens de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • h.

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang.

  • i.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang : Register waarin kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen.

  • j.

    Maximumuurtarief dagopvang: het maximumuurtarief voor dagopvang bij een kinderdagverblijf dat gebruikt wordt door de belastingdienst voor de berekening van opvangkosten.

  • k.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplaats (hetzij regulier, hetzij voorschoolse educatie) voor hun kind.

  • l.

    Ouderbijdragentabel: een door het college opgesteld overzicht van de ouderbijdrage per inkomensgroep.

  • m.

    Ouders: ouder(s) of verzorgers van de peuter.

  • n.

    Pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE: medewerker die de functie van coach vervult, is werkzaam op de groep of bezig met het pedagogisch beleid van de kinderopvangorganisatie.

  • o.

    Peuters: in de gemeente Woensdrecht woonachtige kinderen van 2 tot 4 jaar.

  • p.

    Peutergroep: een groep die bestaat uit reguliere peuters en doelgroeppeuters.

  • q.

    Peuterplaats: een aanbod aan peuteropvang en/of voorschoolse educatie.

  • r.

    Peuterplaats regulier: plek van twee dagdelen per week, gedurende 40 weken per jaar. Het aantal uren per peuterplaats per week is 8. De plek bevindt zich op een peuteropvang- of kinderopvanglocatie die in het LRK staat geregistreerd.

  • s.

    Peuterplaats VE: een aanbod aan voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters. De plek bevindt zich op een peuteropvang locatie die in het LRK staat geregistreerd als VE-gecertificeerd. De doelgroep peuters krijgen maximaal 960uur voorschoolse educatie aangeboden, verdeeld over de 18 maanden dat ze naar de peuteropvang gaan. Deze uren dienen over minimaal 4 dagdelen per week en minimaal 3 weekdagen te worden verspreid.

  • t.

    Peuteropvang: educatieve opvang voor kinderen vanaf 2 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, gericht op ontwikkeling stimulerende voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen met het daarbij behorende Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Peuteropvang wordt uitgevoerd op peuteropvang locaties in groepen van maximaal 16 peuters per groep. De ontwikkeling van alle peuters wordt gevolgd middels een observatiesysteem dat de peuter/kleuterontwikkeling en/of de leervorderingen op een gestructureerde wijze voor alle kinderen in beeld brengt.

  • u.

    Peuteropvanglocatie: de locatie, geregistreerd als kinderdagverblijf in gemeente Steenbergen in het LRK, waar de houder peuteropvang uitvoert. De locatie is tenminste vier dagdelen per week geopend voor peuteropvang.

  • v.

    Reguliere peuter: een peuter in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, die woont in de gemeente Woensdrecht, die geen doelgroeppeuter is en die gebruik maakt van peuteropvang.

  • w.

    Vereiste taalniveaus: de landelijk gehanteerde eisen aan de taalniveaus van pedagogisch medewerkers op de peuterwerklocaties, te weten de taaleis 3F op de onderdelen lezen en mondelinge vaardigheden.

  • x.

    VE (voorschoolse educatie): hier opgevat als peuteropvang voor kinderen vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een VVE programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. VVE-programma: een programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregels hebben als doelstelling het mogelijk maken van de uitvoering van peuteropvang, inclusief voorschoolse educatie, voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025.

Artikel 3 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend door een houder van een kinderdagverblijf.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet in afwijking van artikel 9 van de Asv uiterlijk 1 december 2024 worden ingediend.

  • 2.

    De subsidieaanvraag van een houder waarbij voor het eerst sprake is van peuteropvang of voorschoolse educatie kan lopende het subsidiejaar ingediend worden.

  • 3.

    Alleen tijdig ingediende en complete subsidieaanvragen, inclusief alle gevraagde bijlagen, worden in behandeling genomen.

Artikel 5 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Voor het aanvragen van subsidie dienen de volgende gegevens en stukken overlegd te worden:

  • 1.

    Het volledig ingevulde format “Aanvraagformulier subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2025 gemeente Woensdrecht” (bijlage I).

  • 2.

    Het volledig ingevulde format met de berekening van de subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie, met als titel “Invulformulier subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2025 gemeente Woensdrecht” (bijlage II).

  • 3.

    Houders die in de voorafgaande subsidieperiode geen subsidie voor peuteropvang hebben ontvangen, dienen aan te leveren: de meest recente versie van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans.

Artikel 6 Doelgroepen

Subsidie is beschikbaar voor de volgende peuters:

  • 1.

    Niet-doelgroeppeuters, waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, omdat slechts één van beide ouders werkt. De peuters bezetten een plaats van twee dagdelen per week à 4 uur per dagdeel.

  • 2.

    Doelgroeppeuters , waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, van 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, die gedurende deze periode 960 uur voorschoolse educatie aangeboden kunnen krijgen. Dat is 16 uur per week.

  • 3.

    Doelgroeppeuters, waarvan ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag , van 2,5 jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, die gedurende deze periode 960 uur voorschoolse educatie aangeboden kunnen krijgen. Dat is 16 uur per week.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college subsidieert een uurtarief voor peuterplaatsen regulier met een maximum van € 10,71 per uur.

  • 2.

    Het college subsidieert een uurtarief voor peuterplaatsen voorschoolse educatie met een maximum van € 12,35 per uur.

  • 3.

    Het college subsidieert per maand per bezette peuterplaats. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:

  • a.

    Voor de in artikel 6 lid 1 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats per jaar: maximaal 8 uren per week x 40 weken x 10,71 (maximumuurtarief dagopvang) minus de geldende ouderbijdrage zoals in artikel 10a verwoord.

  • b.

    Voor de in artikel 6 lid 2 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats per jaar: maximaal 16 uren per week x 40 weken x maximaal € 12,35 per uur minus de geldende ouderbijdrage zoals in artikel 10a verwoord. De ouderbijdrage wordt berekend voor de eerste 8 uur aangeboden VE per week. De tweede 8 uur is voor ouders gratis.

  • c.

    Voor de in artikel 6 lid 3 genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplaats voor 640 uur x maximaal € 12,35 per uur minus de ouderbijdrage zoals in artikel 10b verwoord. De ouderbijdrage wordt berekend voor de eerste 8 uur aangeboden VE per week.

  • 4.

    Als de ouderbijdrage minder dan 12 keer per jaar in rekening wordt gebracht, dan vindt op bovenstaande berekeningen uit de tekst sub a en b een correctie plaats in de vorm van een aanpassing van de 12 maanden factor.

  • 5.

    Elke locatie die voorschoolse educatie aanbiedt, ontvangt in 2025 een locatiesubsidie van € 2.500. Dit geldt per gecertificeerde VE-locatie die als dusdanig is opgenomen in het LRK. Deze subsidie kan ingezet worden voor o.a. opleidingskosten, samenwerking met ouders, verkleinen van groepen en aanpassen van het aanbod op basis van de populatie.

  • 6.

    Het definitieve subsidiebedrag wordt vastgesteld na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de eindrapportage van de houder. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen. Dit betreft: het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplaats (reguliere peuter en doelgroeppeuter), het gehanteerde uurtarief, en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplaats heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

Artikel 8 Voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan houders die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Er wordt voldaan aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit basisvoorwaarden voorschoolse educatie, kwaliteitseisen voor- en vroegschoolse educatie van de inspectie van het onderwijs en de vereisten vanuit de inspectie GGD.

  • b.

    De locatie staat geregistreerd als kinderopvangvoorziening in het landelijk register.

  • c.

    Er wordt medewerking verleend aan onderzoek en monitoring om te controleren of voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden.

  • d.

    Er is sprake van een warme overdracht van peuters naar de basisschool. Dit houdt het volgende in: in de overdracht geeft de peuteropvang locatie (als voorschoolse voorziening) persoonlijk - en bij voorkeur in aanwezigheid van de ouders – informatie mee over de ontwikkeling van het kind, onder andere op gebied van taal, spel, motoriek en hoe het kind met andere kinderen omgaat.

  • e.

    De pedagogisch medewerkers beschikken op het moment van de start van de subsidieperiode over de vereiste taalniveaus, dan wel volgen aantoonbaar op het moment van de subsidieaanvraag scholing die tot doel heeft de genoemde taalniveaus te bereiken.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor de subsidie voor de doelgroepkinderen gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

    • a.

      De locatie staat geregistreerd als kinderopvangvoorziening met VE in het landelijk register.

    • b.

      De gemeente krijgt geanonimiseerde, verzamelde resultaatgegevens van de doelgroepkinderen om de effectiviteit van voorschoolse educatie te kunnen monitoren.

    • c.

      Afspraken over de doorgaande leerlijn worden vastgelegd in een zogenaamd borgingsdocument, dat door de houder in samenwerking met het primair onderwijs wordt opgesteld.

  • 3.

    De te subsidiëren activiteiten starten op zijn vroegst op 1 januari 2025 en lopen na de start tenminste door tot en met 31 december 2025.

  • 4.

    Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 11 van de Asv en de subsidievoorwaarden als opgenomen in deze subsidieregels, kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien voor een van de vestigingen van de houder vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.

Artikel 9 Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplaats

  • 1.

    Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplaats dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Indien het verwachte verzamelinkomen over 2025 tussentijds wijzigt is ten opzichte van het verzamelinkomen dat op het eerder ingeleverde formulier “Inkomensgegevens t.b.v. inkomensafhankelijke ouderbijdrage kinderopvang” is aangegeven, opnieuw ingevuld te worden en ingediend. De ouderbijdrage wordt een maand na indiening van het formulier gewijzigd

Artikel 10a De ouderbijdrage voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag zoals genoemd in artikel 6 lid 1 en lid 2

  • 1.

    De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verwachte verzamelinkomen over 2025. Dit verwachte inkomen wordt bepaald aan de hand van het door ouders ingevulde formulier “Inkomensgegevens t.b.v. inkomensafhankelijke ouderbijdrage kinderopvang”, zoals genoemd in artikel 9 lid 1 en lid 2.

  • 2.

    Na bepaling van het verwachte verzamelinkomen over 2025 stelt houder de hoogte van de ouderbijdrage vast aan de hand van de tabellen in bijlage III. Deze is gebaseerd op de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2025.

  • 3.

    Voor de meeruren boven 8 uur (voor doelgroepkinderen) wordt geen ouderbijdrage in rekening gebracht.

Artikel 10b De ouderbijdrage voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag zoals genoemd in artikel 6 lid 3

  • 1.

    De houder brengt € 10,71 per uur in rekening bij de ouders. Dat is de maximumuurtarief in de dagopvang bij een kinderdagverblijf voor 2025. Op basis van dit bedrag kunnen ouders kinderopvangtoeslag aanvragen. Het bedrag dat na aftrek van de kinderopvangtoeslag overblijft is de ouderbijdrage.

  • 2.

    Het resterende bedrag van € 1,64 (€ 12,35 - € 10,71) wordt door de gemeente gesubsidieerd.

  • 3.

    Voor de meeruren boven 8 uur (doelgroepkinderen) wordt geen ouderbijdrage in rekening gebracht.

Artikel 11 Bevoorschotting

  • 1.

    Het college verstrekt per kwartaal een voorschot op basis van de verleende subsidie en op basis van het ingevulde format berekening subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie 2025, zoals genoemd in artikel 5, lid 2 van deze subsidieregeling

Artikel 12 Subsidie ten behoeve van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE

  • 1.

    De houder krijgt van de gemeente de inzet van 10 uur per doelgroepkind per jaar vergoed. Aan de houders met minder dan 5 doelgroepkinderen wordt minimaal 50 uur per jaar vergoed.

  • 2.

    Om te bepalen wat de hoogte is van de subsidievergoeding wordt uitgegaan van het gemiddelde aantal doelgroeppeuters in het voorgaande subsidiejaar of, als er voor het eerst sprake is van voorschoolse educatie, het verwachte aantal doelgroeppeuters.

  • 3.

    De gemeente stelt aan de subsidievergoeding de volgende voorwaarden:

  • a.

    Gemeente Woensdrecht en de VE-aanbieders zien een coachende rol bij het invullen van de functie pedagogisch beleidsmedewerker/coach VVE, die daarbij tegelijkertijd mede betrokken is bij het ontwikkelen van passend beleid.

  • b.

    Deze medewerker is de schakel tussen (gemeentelijk) VVE-beleid en de uitvoering. Op gemeentelijk niveau deelt de pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE kennis en ervaringen met collega’s van andere aanbieders.

  • c.

    “Coaching on the job” van de VVE gecertificeerde pedagogische medewerkers is een belangrijk onderdeel van de taken van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE.

  • d.

    De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan op welke wijze de rol van pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE ingevuld wordt.

  • e.

    Een pedagogisch beleidsmedewerker/coach VVE wordt in schaal 9 gewaardeerd van de CAO Kinderopvang. Voor 2024 wordt uitgegaan van een uurtarief van € 47,46.

Artikel 13 De subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een tijdig en compleet ingediende subsidieaanvraag in afwijking van artikel 10 van de Asv binnen vier weken nadat de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft voor de betreffende peuteropvang locatie bestuursrechtelijke handhaving van kracht wordt, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 14 Verantwoording subsidie

De houder levert uiterlijk voor 1 juni 2026 een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het college. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

  • 1.

    Een overzicht van de houder met daarin het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplaats (van de doelgroepen zoals genoemd in artikel 6), het gehanteerde uurtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen.

  • 2.

    Een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Voor subsidies van € 50.000,- en hoger dient de eindrapportage voorzien te zijn van een controleverklaring van de accountant.

  • 4.

    Voor de verstrekte subsidies geldt dat het college bij houder nadere gegevens kan opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde voorwaarden te controleren. Daartoe is de houder verplicht het college desgewenst inzage te geven in diens administratie betreffende onder meer:

    • a.

      Inkomensverklaringen;

    • b.

      Verklaringen geen recht op kinderopvangtoeslag van ouders;

    • c.

      Plaatsingsovereenkomst peuter waaruit aantal uren, soort peuterplaats, ouderbijdrage en start- en (verwachte) einddatum blijken;

    • d.

      VVE-indicaties, afgegeven door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) of de kinderopvangorganisatie

Artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de informatie uit de ingediende documentatie zoals genoemd in artikel 14 lid 1 t/m 3.

  • 2.

    Indien gedurende of na afloop van de subsidieperiode blijkt dat niet voldaan is aan de gehanteerde subsidiecriteria zoals genoemd in artikel 8, heeft het college het recht de subsidie te herzien of lager vast te stellen en de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

  • 3.

    Bij onvolledige verantwoording of bij onduidelijkheden in de verantwoording kan de gemeente aanvullende informatie aanvragen.

  • 4.

    Het definitieve subsidiebedrag wordt vastgesteld na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de eindrapportage van de houder. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen. Dit betreft: het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplaats (kostwinner en VVE), het gehanteerde uurtarief, en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplaats heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college beslist in alle voorkomende gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien. Daarnaast is het college bevoegd om in bijzondere gevallen gemotiveerd van deze regeling af te wijken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Woensdrecht 2025”.

Artikel 18 Reikwijdte van de regels

Deze subsidieregeling is van toepassing op alle subsidies die het college in de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 verstrekt voor de peuteropvang en voorschoolse educatie.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 2.

    De Subsidieregeling voorschoolse educatie en peuteropvang komt te vervallen per 1 januari 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2024

De secretaris, de burgemeester,

Bijlage III Tabel ouderbijdrage peuteropvang 2025

gezamenlijk toetsingsinkomen gezin

Ouderbijdrage peuterwerk per uur

 

gezamenlijk toetsingsinkomen gezin

Ouderbijdrage peuterwerk per uur

Van

Tot

1e kind

2e kind e.v.

 

Van

Tot

1e kind

2e kind e.v.

Lager dan

€ 23.211

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 103.319

€ 106.968

€ 3,87

€ 1,24

€ 23.212

€ 24.756

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 106.969

€ 110.621

€ 4,10

€ 1,29

€ 24.757

€ 26.300

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 110.622

€ 114.344

€ 4,36

€ 1,34

€ 26.301

€ 27.848

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 114.345

€ 118.086

€ 4,58

€ 1,41

€ 27.849

€ 29.392

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 118.087

€ 121.825

€ 4,81

€ 1,47

€ 29.393

€ 30.939

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 121.826

€ 125.565

€ 5,03

€ 1,51

€ 30.940

€ 32.483

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 125.566

€ 129.303

€ 5,27

€ 1,54

€ 32.484

€ 34.025

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 129.304

€ 133.045

€ 5,47

€ 1,62

€ 34.026

€ 35.687

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 133.046

€ 136.786

€ 5,68

€ 1,68

€ 35.688

€ 37.346

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 136.787

€ 140.528

€ 5,88

€ 1,72

€ 37.347

€ 39.010

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 140.529

€ 144.264

€ 6,09

€ 1,79

€ 39.011

€ 40.670

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 144.265

€ 148.003

€ 6,31

€ 1,83

€ 40.671

€ 42.336

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 148.004

€ 151.746

€ 6,52

€ 1,91

€ 42.337

€ 43.998

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 151.747

€ 155.484

€ 6,74

€ 1,97

€ 43.999

€ 45.700

€ 0,43

€ 0,43

 

€ 155.485

€ 159.224

€ 6,95

€ 2,08

€ 45.701

€ 47.403

€ 0,46

€ 0,46

 

€ 159.225

€ 162.963

€ 7,14

€ 2,11

€ 47.404

€ 49.108

€ 0,52

€ 0,49

 

€ 162.964

€ 166.705

€ 7,14

€ 2,20

€ 49.109

€ 50.811

€ 0,60

€ 0,52

 

€ 166.706

€ 170.449

€ 7,14

€ 2,29

€ 50.812

€ 52.519

€ 0,70

€ 0,56

 

€ 170.450

€ 174.186

€ 7,14

€ 2,36

€ 52.520

€ 54.221

€ 0,75

€ 0,59

 

€ 174.187

€ 177.926

€ 7,14

€ 2,45

€ 54.222

€ 55.925

€ 0,84

€ 0,59

 

€ 177.927

€ 181.663

€ 7,14

€ 2,51

€ 55.926

€ 57.629

€ 0,91

€ 0,59

 

€ 181.664

€ 185.406

€ 7,14

€ 2,59

€ 57.630

€ 59.492

€ 1,01

€ 0,59

 

€ 185.407

€ 189.147

€ 7,14

€ 2,67

€ 59.493

€ 63.144

€ 1,17

€ 0,59

 

€ 189.148

€ 192.888

€ 7,14

€ 2,74

€ 63.145

€ 66.794

€ 1,25

€ 0,63

 

€ 192.889

€ 196.627

€ 7,14

€ 2,85

€ 66.795

€ 70.446

€ 1,37

€ 0,70

 

€ 196.628

€ 200.363

€ 7,14

€ 2,90

€ 70.447

€ 74.100

€ 1,62

€ 0,74

 

€ 200.364

€ 204.107

€ 7,14

€ 2,98

€ 74.101

€ 77.750

€ 1,86

€ 0,77

 

€ 204.108

€ 207.845

€ 7,14

€ 3,06

€ 77.751

€ 81.404

€ 2,10

€ 0,85

 

€ 207.846

€ 211.586

€ 7,14

€ 3,14

€ 81.405

€ 85.055

€ 2,38

€ 0,90

 

€ 211.587

€ 215.327

€ 7,14

€ 3,20

€ 85.056

€ 88.707

€ 2,62

€ 0,95

 

€ 215.328

€ 219.065

€ 7,14

€ 3,29

€ 88.708

€ 92.360

€ 2,86

€ 1,03

 

€ 219.066

€ 222.806

€ 7,14

€ 3,37

€ 92.361

€ 96.010

€ 3,12

€ 1,09

 

€ 222.807

€ 226.545

€ 7,14

€ 3,43

€ 96.011

€ 99.667

€ 3,35

€ 1,14

 

€ 226.546

en hoger

€ 7,14

€ 3,52

€ 99.668

€ 103.318

€ 3,62

€ 1,17