Mandaatbesluit Directeur BSOB

Artikel 1 mandaat, volmacht en machtiging

aan de directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

• 1.

  De voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten met betrekking tot het taakgebied van BSOB, met inbegrip van de correspondentie daarover;

• 2.

  Het nemen van besluiten en verrichten van handelingen met betrekking tot het taakgebied van BSOB, met inbegrip van de correspondentie daarover;

• onder deze bepaling vallen onder andere:

• a. het nemen van besluiten en verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen tot de in de budgetregeling vermelde bedragen;

• b. het besluiten tot het aanbesteden van leveringen en diensten tot de in de budgetregeling vermelde bedragen;

• c. het verzekeren van eigendommen en risico’s, inclusief verzekeringen op personeelsgebied.

• 3.

  Het nemen van besluiten en verrichten van handelingen inzake verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens;

• 4.

  Het verrichten van handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden;

• 5.

  Het nemen van conservatoire maatregelen, het voeren van rechtsgedingen en het instellen van beroep;

• 6.

  Het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect ondergeschikte medewerkers;

• 7.

  Benoeming, schorsing en ontslag van medewerkers van BSOB;

• 8.

  De aanwijzing van één of meer ambtenaren van BSOB als heffingsambtenaar en als invorderingsambtenaar;

• 9.

  De aanwijzing van één of meer ambtenaren van BSOB of een gerechtsdeurwaarder als belastingdeurwaarder;

• 10.

  Het aanwijzen van één of meer ambtenaren van BSOB als ambtenaar van BSOB als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5 van de Waterschapswet, bevoegd tot de heffing en invordering van belastingen en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;

• 11.

  Het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting;

• 12.

  Het doen van aangifte van strafbare feiten, waarvan het DB kennis heeft genomen;

• 13.

  Het op grond van artikel 66 Algemene wet inzake Rijksbelastingen verlenen van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van een opgelegde boete;

• 14.

  Het vertegenwoordigen in bezwaarprocedures, (administratief) beroeps -of cassatiezaken welke onder het toepassingsbereik van de Gemeenschappelijke Regeling vallen;

• 15.

  Het vaststellen van aangifteformulieren voor heffingen die op grond van Gemeenschappelijke Regeling zijn overgedragen aan de BSOB:

Artikel 2 voorwaarden

De gemandateerden oefenen hun bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene regels die gesteld zijn in de mandaatregeling belastingsamenwerking Oost-Brabant.

Artikel 3 vervanging

Bij afwezigheid van de directeur worden diens bevoegdheden uitgeoefend door zijn daartoe aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 4 inwerkingtreding

• 1.

  Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

• 2.

  Het mandaatbesluit directeur belastingsamenwerking Oost-Brabant van 3 april 2014 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 5 citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: “Mandaatbesluit directeur BSOB 2019”.