Beleidsregels oninbaar verklaren van belastingschulden

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 02-10-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsregels oninbaar verklaren van belastingschulden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen, gelet op artikel 255 lid 5 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen: beleidsregels voor het oninbaar verklaren van belastingvorderingen

Artikel 1. Oninbaar verklaren

Het college ontheft de invorderingsambtenaar van de verplichting om pogingen tot invordering te doen, indien:

  • a.

    voortzetting niet proportioneel is gezien de hoogte van de openstaande vordering of de te maken kosten,

  • b.

    de belastingschuldige is overleden en er geen erfgenaam is,

  • c.

    de belastingschuldige in staat van faillissement is verklaard,

  • d.

    de vordering in hoofdzaak wordt betaald tegen finale kwijting van een restant bedrag,

  • e.

    voortzetting een onverdedigbare hardheid met zich mee zou brengen gezien de inkomens- en vermogenspositie van de belastingschuldige,

  • f.

    de belastingschuldige in aanmerking komt voor kwijtschelding op basis van artikel 26a van de Invorderingswet (Kinderopvangtoeslagaffaire),

  • g.

    er sprake is van schending van algemene beginselen van behoorlijk bestuur,

  • h.

    er sprake is van een openstaande vordering in een schuldsaneringsregeling,

  • i.

    de vordering is verjaard,

  • j.

    de belastingschuldige met onbekende bestemming is vertrokken.

Artikel 2. Frequentie

Het college stelt elk kwartaal de oninbare vorderingen vast.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 12 september 2024.

Burgemeester,

E. van Lente

Secretaris,

M. Nieuwenhuijsen