Beleidsregels Brede ondersteuning gemeente Apeldoorn

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Brede ondersteuning gemeente Apeldoorn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn

gelezen het voorstel d.d. 17 september 2024, dossiernummer 5287500;

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 2.21 Wet hersteloperatie toeslagen;

  • regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden inwoners in aanmerking kunnen komen voor brede ondersteuning;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel afzonderlijke beleidsregels vast te stellen;

besluit vast te stellen de Beleidsregels Brede ondersteuning gemeente Apeldoorn.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

brede ondersteuning

het tijdig en adequaat ondersteunen, op de vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Dit in relatie tot de individuele situatie en in lijn met de gemeentelijke taken binnen de hersteloperatie;

college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gezinsleden

tot het gezin worden gerekend:

  • 1.

    de gehuwden tezamen;

  • 2.

    de gehuwden met hun tot laste komende kinderen;

  • 3.

    de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen;

inwoner

de persoon die woonachtig is of feitelijk verblijft in de gemeente Apeldoorn.

meldpunt

Meldpunt toeslagenaffaire, het eerste contactpunt voor ouders en kinderen om in aanmerking te kunnen komen voor brede ondersteuning;

regeling

Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021;

UHT

Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen: het dienstonderdeel van het Directoraat-Generaal Toeslagen dat is belast met de uitvoering van het herstelproces van de kinderopvangtoeslagproblematiek.

Artikel 2. Rechthebbenden brede ondersteuning

In aanmerking voor brede ondersteuning komen de volgende inwoners en hun gezinsleden:

  • a.

    een aanvrager van kinderopvangtoeslag die zich bij UHT heeft gemeld maar nog niet definitief beoordeeld is;

  • b.

    een aanvrager van kinderopvangtoeslag die zich bij UHT heeft gemeld en erkend is als gedupeerde;

  • c.

    een ex-toeslagpartner die door UHT als zodanig is erkend en in aanmerking komt voor compensatie;

  • d.

    een kind dat in aanmerking komt voor de tegemoetkoming in het kader van de kindregeling;

  • e.

    een nabestaande die door UHT als zodanig is erkend en in aanmerking komt voor compensatie of tegemoetkoming.

Artikel 3. Rechthebbenden buiten de eigen gemeente

In bijzondere omstandigheden kan het college, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente, ook brede ondersteuning aan een rechthebbende bieden als die geen inwoner is. Voor de toepassing van deze beleidsregels worden zij gelijkgesteld met een inwoner.

Artikel 4. Melding

Inwoners kunnen zich op de volgende wijze bij het college melden:

  • a.

    door bij aanvraag tot herstel bij UHT aan te geven dat zij in aanmerking willen komen voor brede ondersteuning. Het college ontvangt in dit geval de contactgegevens van UHT;

  • b.

    door zich rechtstreeks te melden bij het college voor brede ondersteuning. Het college gaat vervolgens bij UHT na of de inwoner rechthebbende is;

  • c.

    kinderen die in aanmerking denken te komen melden zich bij het meldpunt. Het college gaat bij UHT na of het kind rechthebbende is.

Artikel 5. Vaststellen hulpvraag

  • 1. Het college neemt uiterlijk binnen 5 werkdagen na melding contact op met de inwoner voor het plannen van het eerste gesprek.

  • 2. Het college ondersteunt de rechthebbende inwoner bij hulpvragen die zich richten op de vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk.

  • 3. De doelstellingen van de brede ondersteuning sluiten aan bij de reguliere ondersteuning die het college biedt bij de uitvoering van haar taken in het sociaal domein.

  • 4. De doelstellingen van de brede ondersteuning worden opgenomen in het plan van aanpak.

  • 5. Indien het voor het vaststellen van de noodzaak en de omvang van de brede ondersteuning noodzakelijk is dat er een huisbezoek plaatsvindt kan het college besluiten hiertoe over te gaan.

Artikel 6. Brede ondersteuning

  • 1. De inzet van brede ondersteuning die het college noodzakelijk acht om te komen tot een nieuwe start wordt getoetst aan de doelstellingen uit het plan van aanpak.

  • 2. Het college verstrekt in beginsel geen brede ondersteuning met terugwerkende kracht.

  • 3. De toeleiding naar reguliere ondersteuning kan deel uitmaken van brede ondersteuning indien niet te voorzien is dat de gestelde doelen binnen een redelijke termijn behaald kunnen worden.

  • 4. Het college verstrekt in beginsel alleen noodzakelijke ondersteuning. Hierbij wordt uitgegaan van de goedkoopst adequate ondersteuning die kwalitatief verantwoord is en waarvan de kosten in verhouding staan tot het doel dat de ondersteuning beoogt.

  • 5. Brede ondersteuning kan in natura of als een vergoeding worden verstrekt. Het college kan ervoor kiezen om de vergoeding direct te voldoen aan derden die de desbetreffende dienst of zaak aanbieden.

Artikel 7. Maatwerk

Het college biedt maatwerk aan bij de brede ondersteuning indien dit nodig is om de doelstellingen uit het plan van aanpak te behalen. Hierbij geldt:

  • 1.

    Maatwerk dient passend en proportioneel te zijn, aanvullend op reguliere ondersteuning.

  • 2.

    Maatwerk draagt bij aan herstel en er is geen andere manier om de beoogde doelstelling te behalen.

Artikel 8. Inboedel en andere roerende zaken

  • 1. Het college kan in het kader van brede ondersteuning een vergoeding verstrekken voor inboedel en andere roerende zaken.

  • 2. Indien het Nibud hierin voorziet sluit het college ten aanzien van de hoogte van de vergoeding aan bij de Nibud norm. Een percentage van maximaal 125% van de Nibud norm wordt in beginsel geacht passend en toereikend te zijn.

  • 3. De vergoeding sluit zo veel mogelijk aan bij de redelijkerwijs te verwachten daadwerkelijke kosten.

  • 4. Inboedel en andere roerende zaken worden alleen verstrekt als deze aansluiten bij de doelstellingen vanuit het plan van aanpak en langdurig bijdragen aan het behalen van de beoogde doelstelling. Brede ondersteuning is in beginsel gericht op hulpverlening en niet op het verstrekken van inboedel en andere roerende zaken.

Artikel 9. Vergoeden schulden

Het college vergoedt in beginsel geen schulden vanuit brede ondersteuning, tenzij sprake is van:

  • a.

    jongeren en jongvolwassenen die op grond van de regeling hiervoor in aanmerking komen;

  • b.

    een bedreigende situatie zoals benoemd in artikel 4 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Het college kan hierbinnen het noodzakelijke doen om de bedreigende situatie te voorkomen.

Artikel 10. Beëindiging brede ondersteuning

Het college kan brede ondersteuning beëindigen indien:

  • a.

    de inwoner niet meer wordt erkend als gedupeerde ouder door UHT. Het college zal in dit geval binnen 30 dagen zorgdragen voor een warme overdracht naar reguliere dienstverlening.

  • b.

    de inwoner in afwachting van erkenning door UHT brede ondersteuning ontvangt en blijkt dat het UHT niet voornemens is om de inwoner te erkennen als gedupeerde.

  • c.

    de doelstellingen uit het plan van aanpak behaald zijn.

  • d.

    de ondersteuning door het college niet (langer) noodzakelijk of passend wordt geacht.

  • e.

    de inwoner geen gebruik meer wenst te maken van brede ondersteuning.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende inwoner afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien het toepassen van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Daarnaast beslist het college in situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na publicatie.

Artikel 13. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Brede ondersteuning gemeente Apeldoorn

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Apeldoorn op 17 september 2024

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting per artikel

Hieronder volgt voor een aantal artikelen een verdere toelichting.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel bevat een aantal begripsbepalingen. Begrippen die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de van toepassing zijnde wetgeving.

Artikel 3. Rechthebbenden buiten de eigen gemeente

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij het wenselijk is dat het college ook brede ondersteuning biedt aan inwoners die buiten de gemeente verblijven, denk hierbij bijvoorbeeld aan de verhuizing vanuit Apeldoorn naar een andere gemeente van een inwoner die al brede ondersteuning ontvangt. Dit artikel biedt de mogelijkheid om deze inwoners, ondanks dat zij op grond van de beleidsregels geen recht hebben op brede ondersteuning, deze wel te kunnen bieden.

Artikel 5. Vaststellen hulpvraag

De doelstellingen sluiten aan bij de reguliere ondersteuning die het college biedt aan alle inwoners. Het verschil zit in de snelheid en de ruimhartigheid die kan worden geboden. Het college hoeft namelijk niet te toetsen aan de reguliere kaders vanuit de domeinwetgeving, maar alleen aan het gestelde kader vanuit de Wet hersteloperatie toeslagen. Het college kan zonder de reguliere inkomens- of andere voorwaarden brede ondersteuning toekennen om snel en adequaat een nieuwe start te kunnen bieden gekoppeld aan de individuele maatschappelijke doelstellingen, zoals opgenomen in het plan van aanpak.

Indien het college de noodzaak en de omvang van de verstrekking van ondersteuning onvoldoende kan vaststellen, kan een huisbezoek plaatsvinden. Het huisbezoek kan een beter beeld opleveren over met name de woon- en leefsituatie van de rechthebbende inwoner in relatie tot de brede ondersteuning. Een huisbezoek vindt in overleg met de rechthebbende inwoner en aangekondigd plaats. Als de rechthebbende inwoner het huisbezoek niet op prijs stelt, heeft deze het recht om het huisbezoek te weigeren. Weigering kan van invloed zijn op de brede ondersteuning indien weigering ertoe leidt dat het college onvoldoende in staat wordt gesteld om vast te stellen wat de rechthebbende inwoner nodig heeft voor het kunnen maken van een nieuwe start.

Artikel 6. Brede ondersteuning

Brede ondersteuning richt zich op het kunnen maken van een nieuwe start. Het richt zich op de toekomst. Het college bepaalt op het moment van melden bij de gemeente wat de rechthebbende inwoner op dat moment nodig heeft voor het maken van een nieuwe start. Dat betekent dat in beginsel geen ondersteuning wordt toegekend met terugwerkende kracht, omdat het college in die gevallen de noodzaak van verstrekking niet kan vaststellen. Het vergoeden van geleden schade of gemiste kansen in het verleden, is onderdeel van het financieel herstel, zoals belegd bij de UHT, en niet van de brede ondersteuning.

Artikel 7. Maatwerk

Om recht te doen aan de individuele situatie van de rechthebbende inwoner en de doelstellingen uit het plan van aanpak te behalen kan maatwerk toegepast worden. De inzet van maatwerk moet redelijkerwijs nodig zijn om de doelstellingen te behalen. Het dient op termijn bij te dragen aan het maken van een nieuwe start.

Artikel 9. Vergoeden schulden

Het rijk heeft een schuldenaanpak opgesteld voor erkend gedupeerde aanvragers en hun toeslagpartner en ex-toeslagpartners. Deze is gericht op het binnen de reikwijdte van de diverse regelingen, betalen en kwijtschelden van achterstallige betalingen. De regelingen hebben betrekking op publieke schulden, private schulden, schulden die betaald zijn vanuit de ontvangen compensatie en een regeling voor de afhandeling van ouders met een schuldregeling. De schuldenaanpak is daarmee onderdeel van het financieel herstelproces. De uitvoering is belegd bij het ministerie van Financiën – en niet bij de gemeente. Er worden vanuit de brede ondersteuning om die reden in beginsel geen schulden betaald als onderdeel van het plan van aanpak. Hierop zijn echter twee uitzonderingen welke worden benoemd in dit artikel.