Specifieke nadere regels subsidieverstrekking bemoeizorgorganisaties Leidschendam-Voorburg 2024

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Specifieke nadere regels subsidieverstrekking bemoeizorgorganisaties Leidschendam-Voorburg 2024

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg

gelet op

• titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en

• artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019

besluiten vast te stellen de navolgende Specifieke nadere regels subsidieverstrekking bemoeizorgorganisaties Leidschendam-Voorburg 2024.

Artikel 1 Definities

  • Abw: Algemene wet bestuursrecht

  • Asv: Algemene Subsidieverordening gemeente Leidschendam-Voorburg

  • bemoeizorg: het toe leiden naar hulp die personen dringend behoeven, terwijl zij deze passende zorg door welke oorzaak dan ook, niet vragen, of deze afwijzen

  • bemoeizorgorganisatie: organisatie die onder meer bemoeizorg biedt aan inwoners, die zorg mijden en overlast -/dreigen te- geven

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg

  • gemeente: gemeente Leidschendam-Voorburg

  • organisatie: organisatie die van de gemeente Leidschendam-Voorburg subsidie bemoeizorg ontvangt

  • passende zorg: passende zorg in de vorm van begeleiding of behandeling die verleend en vergoed wordt op grond van de Wmo, Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg of inzet vanuit het voorliggend veld (niet geïndiceerde zorg die voor alle inwoners toegankelijk is)

  • subsidiejaar: kalenderjaar

  • WIJZ: Werk, Inkomen, Jeugd en Zorg

  • Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2025

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 6 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Doel

Deze subsidieregeling baseert zich op het Wmo beleid van de gemeente waarin zij de zorg voor inwoners in een kwetsbare positie tot haar basistaken rekent. Deze subsidieregeling heeft als doel om de toeleiding naar zorg mogelijk te maken voor inwoners vanaf 18 jaar van de gemeente in een kwetsbare positie, die zelf geen hulpvraag hebben gesteld of zorgmijdend zijn. Elke inwoner en professional die zich zorgen maakt over een kwetsbare inwoner die zorg mijdt en overlast geeft of dreigt te geven kan een melding doen bij het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag.

Tevens is het doel van deze subsidieregeling om te komen tot een samenhangend aanbod van bemoeizorg waarin alle partijen elkaar aanvullen op grond van hun expertise en ervaring.

Artikel 4 Eisen aan de subsidieaanvrager

De subsidie kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor 2025 een subsidieplafond van €300.000 vast.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het verlenen van bemoeizorg tot het moment dat de kwetsbare inwoner die zorg mijdt en overlast (dreigt te) geven, aangeeft open te staan voor zorg. Hieronder worden activiteiten verstaan die gericht zijn op proactief contact leggen, vertrouwen opbouwen en toeleiden/begeleiden naar passende zorg.

Artikel 7 Eisen aan de subsidieaanvraag

  • 1.

    De bemoeizorg wordt geleverd door professionals die voldoen aan de volgende kwaliteitseisen:

    • a.

      De aanvragende organisatie beschikt aantoonbaar over de benodigde relevante professionele kwalificaties en registraties, heeft kennis van ggz- en zo nodig verslavingsproblematiek, en stelt deze waar nodig beschikbaar aan het team dat de activiteiten uitvoert. De medewerkers van het team dat de activiteiten uitvoeren, beschikken aantoonbaar over een relevante opleiding voor het leveren van bemoeizorg en met aantoonbare ervaring in de bemoeizorg.

    • b.

      De aanvrager garandeert dat de organisatie voldoet aan alle eisen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming en hieraan gerelateerde en geldende landelijke en gemeentelijke regelgeving.

  • 2.

    Alle bemoeizorgorgansaties zetten zich ervoor in dat meldingen worden gedaan bij het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag, waarna het Meldpunt de meldingen uitzet bij een van de bemoeizorgorganisaties.

  • 3.

    De ingediende subsidieaanvragen worden beoordeeld op grond van de mate waarin de aanvragende organisatie op de volgende onderdelen in gaat:

    • a.

      de wijze waarop vorm wordt gegeven aan het bemoeizorgtraject en de aanpak/methodiek om vertrouwen te winnen bij de doelgroep;

    • b.

      de snelheid en flexibiliteit van inzet;

    • c.

      specifieke expertise/doelgroep (bijvoorbeeld verslavingszorg, GGZ, woonbegeleiding);

    • d.

      professioneel netwerk van organisaties voor zorg- en begeleiding zowel binnen als buiten de kring van bemoeizorgorganisaties. Hieronder valt aantoonbare samenwerking met andere organisaties, waaronder deelname aan het Overleg Bemoeizorg en de bereidheid samen te werken dan wel af te stemmen rond casuïstiek. Hierbij wordt aangegegeven in hoeverre de aanvragende organisatie onderdeel uitmaakt van een samenhangend aanbod van bemoeizorg waarin alle partijen elkaar aanvullen en optimaal met het sociaal domein samenwerken;

    • e.

      onderbouwing van de kwaliteit van de uit te voeren bemoeizorg, zie artikel 7.1.a.; Uit de onderbouwing blijkt onder meer dat de inzet van personeel in verhouding is tot de betreffende bemoeizorginterventie;

    • f.

      de wijze van afstemming met gemeente (afdeling WIJZ) over mogelijke inzet maatwerkvoorziening;

    • g.

      de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag in relatie tot de te verrichten activiteiten;

    • h.

      eventuele relatie tot en eventuele samenloop met overige externe financieringsbronnen, zoals van de lokale overheid, Rijksoverheid of een subsidieverlener;

    • i.

      de verwachting van het aantal bemoeizorgtrajecten voor het komend jaar op basis van het aantal trajecten dit jaar en vorig subsidiejaar;

    • j.

      een financiële onderbouwing, die aansluit op de in te zetten bemoeizorg en inzicht geeft in de wijze waarop het tarief is opgebouwd.

Artikel 8 Indienen subsidieaanvraag

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend tussen 1 september en 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. De aanvraag wordt ingediend volgens het format ‘Aanvraag subsidie bemoeizorg’ en vergezeld van documenten die in het format worden gevraagd.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1.

    Het college verstrekt subsidie voor 1 jaar voor de uitvoering van de activiteiten genoemd in artikel 6.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 8 uiterlijk op 31 december in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar of binnen 10 weken indien de aanvraag later dan 10 weken voorafgaand aan 31 december is ingediend.

Artikel 10 Aanvullende weigerings- en terugvorderingsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 9 van de Asv wordt geen subsidie verstrekt als:

  • 1.

    de bemoeizorgorganisatie zich niet houdt aan de artikelen 6 en 7;

  • 2.

    de subsidieontvanger subsidie ontvangt voor bemoeizorg activiteiten waarmee de bemoeizorg redelijkerwijs kan worden uitgevoerd.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze subsidieregeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Specifieke nadere regels subsidieverstrekking bemoeizorgorganisaties Leidschendam-Voorburg 2024.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg, in de vergadering van 27 augustus 2024.

De burgemeester,

De secretaris,