Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025

Burgemeester en wethouders van Breda,

Besluiten vast te stellen de:

Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Breda 2025;

Artikel 1 Betekenissen

In deze beleidsregel bedoelen we met:

  • a.

    Asv: Algemene Subsidieverordening Breda 2025;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;

  • c.

    misbruik: het gebruiken van een subsidie op een manier of voor een doel dat niet acceptabel is of het krijgen of gebruiken van een subsidie door het niet, niet op tijd, niet juist of niet volledig verstrekken van gegevens en inlichtingen;

  • d.

    subsidiebeschikking: beschikking waarmee subsidie wordt verleend of, bij directe vaststelling, definitief vastgesteld;

  • e.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Bekend maken

In de subsidiebeschikking wijst het college de subsidieontvanger op deze beleidsregel.

Artikel 3 Verlagingen subsidies

  • 1. Heeft het college subsidie verleend, dan kan deze, op basis van artikel 4:46, tweede lid van de wet, lager vastgesteld worden met:

    • a.

      Maximaal 5% als:

      • I.

        de subsidieontvanger het niet binnen 2 weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt:

        • 1.

          dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet op tijd of niet helemaal zullen worden uitgevoerd;

        • 2.

          dat niet, niet op tijd of niet helemaal aan de verplichtingen zal worden voldaan.

      • II.

        de tussenrapportage te laat of niet is ingeleverd volgens wat er in de subsidiebeschikking staat.

    • b.

      Maximaal 10% als de aanvraag om vaststelling van de subsidie te laat of niet compleet is ingeleverd volgens wat er in de subsidiebeschikking staat.

    • c.

      Maximaal 100% als:

      • I.

        de complete aanvraag om vaststelling van de subsidie niet is ingeleverd volgens wat in de subsidiebeschikking staat. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet eerst de kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen;

      • II.

        de subsidieontvanger niet met de gevraagde verantwoordingsstukken heeft aangetoond dat een activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt, is uitgevoerd. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet eerst kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen.

    • d.

      Wanneer de subsidieontvanger niet aan een andere subsidieverplichting heeft voldaan dan wordt per situatie bekeken wat het kortingspercentage is.

  • 2. Heeft het college de subsidie direct vastgesteld, dan kan deze, op grond van artikel 4:49, eerste lid van de wet, verlaagd worden met:

    • a.

      Maximaal 5% als de subsidieontvanger het niet binnen 2 weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt:

      • I.

        dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet op tijd of niet helemaal zullen worden uitgevoerd; of

      • II.

        dat niet, niet op tijd of niet helemaal aan de verplichtingen zal worden voldaan.

    • b.

      Maximaal 100%, als de subsidieontvanger niet met bewijsstukken heeft aangetoond dat een activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt, is uitgevoerd. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen.

    • c.

      Wanneer de subsidieontvanger niet aan een andere subsidieverplichting heeft voldaan dan wordt per situatie bekeken wat het kortingspercentage is.

  • 3. Worden er meerdere verlagingen op grond van het eerste lid of het tweede lid opgelegd, dan worden deze bij elkaar opgeteld. De verlaging kan nooit meer zijn dan 100% van het subsidiebedrag.

Artikel 4 Terugvordering

Wanneer het college het bepaalde in artikel 3 toepast, gaat het over tot terugvordering en invordering van onverschuldigde betalingen. Dit betekent dat er voor de betaling van subsidie geen reden is.

Artikel 5 Aangifte bij strafbare feiten

Als het college bij de toepassing van artikel 3 constateert dat strafbare feiten door de subsidieontvanger zijn gepleegd, dan doet het college daarvan aangifte bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 6 Register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda

  • 1. In het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda wordt het opgenomen als:

    • a.

      subsidie minimaal 50% lager wordt vastgesteld of ten nadele van de subsidieontvanger wordt gewijzigd, als bedoeld in artikel 3;

    • b.

      aangifte is gedaan, als bedoeld in artikel 5.

  • 2. In het register worden de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      een beschrijving van het misbruik of het niet nakomen van subsidieverplichtingen;

    • b.

      het verstrekte subsidiebedrag;

    • c.

      grondslag van de verstrekte subsidie;

    • d.

      het toegepaste handhavingsmiddel;

    • e.

      de naam van de subsidieontvanger(s), en

    • f.

      het zaaknummer.

  • 3. Als de subsidieontvanger een onderneming is, dan worden in het register ook de namen van diegene(n) die beslissingsbevoegd zijn binnen de onderneming opgenomen.

  • 4. De gegevens, genoemd in het tweede en het derde lid, worden uit het register verwijderd na:

    • a.

      drie jaar, als op het moment van de registratie de subsidieontvanger geen andere registraties heeft staan;

    • b.

      vijf jaar, als op het moment van de registratie de subsidieontvanger een registratie heeft staan;

    • c.

      tien jaar, als op het moment van de registratie de subsidieontvanger ten minste twee registraties heeft staan.

Artikel 7 Weigeren subsidie

  • 1. Als een subsidieaanvrager twee registraties heeft in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda, dan wordt de subsidie geweigerd op grond van artikel 4:35 van de wet als de subsidieaanvrager het college niet overtuigd heeft dat zij zich niet weer schuldig zal maken aan het bepaalde in artikel 3.

  • 2. Een subsidie kan altijd worden geweigerd op grond van artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregel geldt vanaf de dag na publicatie en is van toepassing voor subsidies voor activiteiten die vanaf 1 januari 2025 plaatsvinden.

  • 2. Deze beleidsregel heet: Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025.

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Breda in de vergadering van 24 september 2024.

, burgemeester

, gemeentesecretaris

Toelichting bij de Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025

Algemene toelichting

Met de invoering van de nieuwe Algemene Subsidieverordening Breda 2025 is de uitvoering en verantwoording van subsidies vereenvoudigd. Het uitgangspunt is vertrouwen in de subsidieontvanger. Er wordt er op vertrouwd dat de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteiten uitvoert in overeenstemming met de subsidieverlening. Het uitgangspunt is dat de subsidieontvanger het direct meldt wanneer dit niet mogelijk is. Het niet nakomen van de subsidieverplichtingen, zoals de meldingsplicht waardoor iemand bijvoorbeeld verplicht is het zo snel mogelijk te melden als activiteiten niet op de gesubsidieerde wijze kunnen worden verricht, wordt gezien als misbruik. Dit geldt ook voor de situatie waarin een eventuele tussenrapportage niet, niet tijdig en/of niet conform hetgeen bepaald in de subsidiebeschikking is ingeleverd. Of wanneer de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet, niet tijdig en/of niet compleet is ingediend. Tevens wordt het als misbruik gezien als de subsidieontvanger niet met de gevraagde verantwoordingsstukken kan aantonen dat de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd. Meldt de subsidieontvanger dit niet, dan is er sprake van misbruik of het niet nakomen van de subsidieverplichtingen. De subsidieontvanger heeft dan niet voldaan aan bepaalde verplichtingen die noodzakelijk zijn om te controleren of de activiteiten op de juiste wijze worden of zijn uitgevoerd. Zijn één of meer van deze situaties aan de orde, wordt er handhavend opgetreden. Dit geldt ook voor de situaties waarin de subsidie al is vastgesteld.

Er zijn vier maatregelen mogelijk:

  • 1.

    de subsidie lager vaststellen of de subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen of intrekken;

  • 2.

    aangifte doen van strafbare feiten bij het Openbare Ministerie;

  • 3.

    registratie in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda;

  • 4.

    aanvullende maatregelen naar aanleiding van registratie in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda.

In deze Beleidsregel misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda 2025 staat wanneer en op welke wijze deze maatregelen worden toegepast.

Toepassing van de beleidsregel

Bestuursorganen moeten zich houden aan geldende beleidsregels. Toch kan het voorkomen dat van deze beleidsregel moet worden afgeweken. Op grond van artikel 4:84 van de Awb handelt het bestuursorgaan volgens de beleidsregel, tenzij de gevolgen voor een of meer belanghebbenden wegens bijzondere omstandigheden onevenredig groot zijn in verhouding tot het doel waarvoor de beleidsregel is opgesteld. Ook kan het evenredigheidsbeginsel van artikel 3:4, tweede lid, van de Awb ervoor zorgen dat van de beleidsregel moet worden afgeweken. Dit is nodig als het belang van handhaving niet opweegt tegen de gevolgen van de verlaging voor de subsidieontvanger. Daarbij speelt ook de ernst van de tekortkoming mee en de mate waarin deze aan de ontvanger zelf te wijten is.

Totstandkoming van de beleidsregel

Bij het opstellen van deze beleidsregel is deze getoetst aan het evenredigheidsbeginsel. Dit betekent dat de gevolgen van een besluit niet onevenredig zwaar mogen zijn in vergelijking met het belang van het besluit. De verhouding tussen het effect en het middel moet in balans zijn.

Uitgangspunt voor de inhoud van de beleidsregel is dat het belang van handhaving zwaarder weegt dan de gevolgen die een verlaging heeft voor de subsidieontvanger. Door de invoering van de nieuwe Asv zijn de verantwoordingseisen, zeker bij lagere subsidiebedragen, versoepeld. Hierdoor zijn de administratieve lasten voor de subsidieontvanger verminderd. De keerzijde hiervan is dat subsidieontvangers misbruik kunnen maken van dit vertrouwen. Gelet hierop is het noodzakelijk handhavend op te treden en herhaling van het misbruik te voorkomen.

Opeenstapeling van maatregelen

In de beleidsregel kunnen maatregelen en kortingen gestapeld worden. Het is daarom mogelijk dat een subsidieontvanger bijvoorbeeld meerdere kortingspercentages wordt opgelegd en in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda wordt opgenomen. Het spreekt overigens voor zich dat de opeenstapeling van kortingen nooit hoger kan zijn dan het totale subsidiebedrag.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In het kader van transparantie is het verstandig dat subsidieontvangers bekend zijn met dit beleid. Dit beleid kan immers vergaande gevolgen hebben voor de subsidieontvanger. Daarom wordt in de subsidiebeschikking gewezen op dit beleid en deze beleidsregel en kan men dit opzoeken op onze website.

Artikel 3

In dit artikel staat beschreven wat de gevolgen zijn voor het subsidiebedrag als de subsidieontvanger misbruik maakt van subsidies of subsidieverplichtingen niet nakomt. Het eerste lid is van toepassing op verleende subsidies die nog niet zijn vastgesteld. Misbruik of het niet nakomen subsidieverplichtingen kan dan gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. De subsidie kan volgens de percentages van het eerste lid op een lager bedrag worden vastgesteld.

Het tweede lid is van toepassing op al vastgestelde subsidies. Misbruik en het niet nakomen van- subsidieverplichtingen hebben dan tot gevolg dat de vaststelling ten nadele van de subsidieontvanger wordt gewijzigd. Het vastgestelde subsidiebedrag wordt dan gewijzigd in een lager bedrag. Dit volgens de percentages van het tweede lid.

Dit zijn de maatregelen samengevat:

Tabel 1. Subsidie is verleend, maar nog niet vastgesteld

Percentage verlagen

Gedrag subsidieontvanger

Maximaal 5%

Als de subsidieontvanger het niet binnen 2 weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet op tijd of niet helemaal zullen worden uitgevoerd.

Maximaal 5%

Als de subsidieontvanger het niet binnen 2 weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt dat niet, niet op tijd of niet helemaal aan de verplichtingen zal worden voldaan.

Maximaal 5%

Als de subsidieontvanger de tussenrapportage te laat of niet indient, volgens wat er in de subsidiebeschikking staat.

Maximaal 10%

als de aanvraag om vaststelling van de subsidie te laat of niet compleet is ingediend volgens wat er in de subsidiebeschikking staat.

Maximaal 100%

als de complete aanvraag om vaststelling van de subsidie niet is ingeleverd volgens wat in de subsidiebeschikking staat. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet eerst de kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen.

Maximaal 100%

als de subsidieontvanger niet met bewijsstukken heeft laten zien dat een activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt, is verricht. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet eerst de kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen.

Maatwerk

als de subsidieontvanger niet aan een andere subsidieverplichting heeft voldaan.

Tabel 2. Subsidie is vastgesteld

Percentage verlagen

Gedrag subsidieontvanger

Maximaal 5%

Als de subsidieontvanger het niet binnen 2 weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet op tijd of niet helemaal zullen worden uitgevoerd.

Maximaal 5%

Als de subsidieontvanger het niet binnen twee weken nadat hij op de hoogte kon zijn schriftelijk aan het college meldt dat niet, niet op tijd of niet helemaal aan de verplichtingen zal worden voldaan.

Maximaal 100%

als de subsidieontvanger niet met bewijsstukken heeft laten zien dat een activiteit waarvoor de subsidie is verstrekt, is verricht. Voorwaarde daarbij is wel dat de subsidieontvanger op grond van artikel 4:5 van de wet eerst de kans krijgt dit binnen 2 weken te herstellen.

Maatwerk

als de subsidieontvanger niet aan een andere subsidieverplichting heeft voldaan.

Bij elk afzonderlijke toepassing van artikel 3, wordt steeds een afweging gemaakt of bijzondere omstandigheden (zie artikelen 3:4, tweede lid en 4:84 van de Awb) dwingen tot het afzien of matigen van de verlaging.

Aanvullende verlaging

De kortingspercentages in artikel 3 zijn aanvullend op de normale consequenties die het gedrag van de subsidieontvanger tot gevolg hebben. Als een subsidieontvanger bijvoorbeeld voor de aanvraag tot vaststelling niet meldt dat één derde van de activiteiten niet is uitgevoerd, dan wordt de subsidie normaliter met één derde lager vastgesteld. Dit omdat de activiteiten slechts voor twee derde zijn uitgevoerd. De subsidie wordt vervolgens met toepassing van artikel 3 aanvullend met maximaal 5% lager vastgesteld omdat de subsidieontvanger de gewijzigde uitvoering niet meteen heeft gemeld, maar pas bij het vaststellingsverzoek. De subsidie wordt dan uiteindelijk met 38% (33% + 5%) lager vastgesteld.

Bij elkaar optellen van verlagingen (lid 3)

Het is mogelijk dat een subsidieontvanger aan meerdere verplichtingen niet voldoet die op grond van artikel 3 tot gevolg hebben dat de subsidie moet worden verlaagd. Indien hier sprake van is, worden de verlagingen bij elkaar opgeteld. Als de subsidieontvanger bijvoorbeeld niet op tijd een tussenrapportage en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie inlevert, dan wordt de subsidie met maximaal 15% (5% + 10%) verlaagd.

Artikel 6

Wanneer op grond van artikel 3 de opgelegde kortingspercentages samen minimaal 50% zijn of wanneer er op grond van artikel 5 aangifte is gedaan, wordt dit geregistreerd in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda. Als een subsidieontvanger de helft van de activiteiten niet uitvoert en dit pas bij de subsidievaststelling meldt, telt alleen het kortingspercentage van 5% mee. De verlaging van de subsidie met 50% omdat de activiteiten voor de helft zijn uitgevoerd telt niet mee.

De registratie is een maatregel ter voorkoming van misbruik van subsidies en het niet nakomen van subsidieverplichtingen. In het geval de subsidieontvanger geen persoon is maar een onderneming, dan worden ook de gegevens van diegene die binnen de onderneming beslissingsbevoegd zijn in het register opgenomen. Met onderneming worden organisaties bedoeld. Geen natuurlijke personen. Dit kan een rechtspersoon zijn zoals bijvoorbeeld een stichting of een besloten vennootschap, maar ook bijvoorbeeld vennootschappen onder firma, maatschappen en commanditaire vennootschappen.

Hoelang de gegevens van de subsidieontvanger in het register staan, hangt af van het aantal registraties van de subsidieontvanger in het register. Komt een subsidieontvanger nog niet in het register voor, dan wordt de registratie van het door hem gepleegde misbruik of het niet nakomen van subsidieverplichtingen na drie jaar uit het register verwijderd. Als deze subsidieontvanger zich gedurende deze drie jaren weer schuldig maakt aan misbruik of het niet nakomen van subsidieverplichtingen, dan wordt die registratie pas na vijf jaar uit het register verwijderd. Als dezelfde subsidieontvanger nadat het eerste geregistreerde feit uit het register is verwijderd, maar voordat het tweede geregistreerde feit is verwijderd, zich weer schuldig maakt aan misbruik of het niet nakomen van subsidieverplichtingen, dan wordt die registratie niet pas na tien jaar, maar na vijf jaar uit het register verwijderd. Dit omdat op het moment van registratie de subsidieontvanger slechts een keer in het register voorkwam. Dat dit de derde keer is dat hij in de fout is gegaan maakt dan niet uit.

Artikel 7

Het preventief weigeren van een subsidie is een bevoegdheid met veel gevolgen. Om erger te voorkomen wordt de subsidie geweigerd. Daarom eist artikel 4:35 van de Awb ook dat er concrete aanwijzingen nodig zijn die laten zien dat er voor de individuele aanvrager de subsidie waarschijnlijk later ingetrokken wordt. Het enkele feit alleen dat iemand in het verleden wel eens een fout heeft begaan, is op zichzelf onvoldoende reden voor een weigering op grond van artikel 4:35 van de Awb. Dit is anders als iemand in het verleden vaker tekort is geschoten. Dan is er sprake van een patroon. Deze situatie doet zich voor als iemand minimaal 2 keer in het register misbruik en niet nakomen subsidieverplichtingen subsidies Breda staat geregistreerd. Dan kunnen deze aanvragen preventief worden geweigerd. Wel moet de aanvrager de kans krijgen om te laten zien dat zij niet weer in de fout zal gaan. Bijvoorbeeld omdat degene die binnen de organisatie in het verleden verantwoordelijk was voor het misbruik of het niet nakomen van subsidieverplichtingen niet langer werkzaam is binnen de organisatie. Slaagt de aanvrager daar niet in, dan wordt de aanvraag preventief geweigerd.