Inrichtingsplan weekmarkt Reusel-De Mierden

1. In Reusel vindt een warenmarkt plaats op vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur op de Markt in Reusel.

2. Jaarlijks is het noodzakelijk om vanwege de kermis de weekmarkt op een andere plaats/tijd te houden.

3. Daarnaast kan het college 2 keer per jaar besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere plaats of op een ander tijd. Bij de uitvoering van de herinrichtingswerkzaamheden aan de markt kan het marktterrein niet of gedeeltelijk niet worden gebruikt.

4. Wanneer een weekmarkt op een andere plaats wordt gehouden, wordt dit met de marktcommissie besproken en door de marktmeester/college per brief of per e-mail kenbaar gemaakt aan de houders met een vaste standplaatsvergunning.

5. Tijdens verplaatsingen van de weekmarkt bepaalt de marktmeester in overleg met de marktcommissie de indeling/inrichting van de weekmarkt. Deze indeling wordt onder meer gedaan op grond van de veiligheid en de doorgang van nood- en hulpdiensten.

1. De afmeting van een standplaats is bepaald op minimaal 4 m² en maximaal 25 m².

2. Het college kan bij de toewijzing van de standplaatsen afwijken van de standaardmaten.

3. De artikelgroepen of branches, alsmede het maximum aantal standplaatsen per branche is voor de weekmarkt vastgesteld, zoals weergegeven in bijlage 2.

1. Voor de verlening van vaste-standplaatsvergunningen voor de markt in worden de volgende verdeelprocedures toegepast;

• a.

  verlenging na afroep als bedoeld in artikel 8 van de Marktverordening Reusel-De Mierden 2024 als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor de vergunning zijn;

• b.

  Verdeling via selectie als bedoeld in artikel 9 van de marktverordening Reusel-De Mierden 2024 in de overige gevallen.

2. Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

• a.

  het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan de weekmarkt vormt (maximaal 10 punten);

• b.

  de uitstraling van de uitstalling op basis van minimaal 3 foto’s (maximaal 10 punten). Voor de beoordeling van alle twee de criteria geldt dat dit moet worden onderbouwd door het college. Bij gelijke beoordeling volgt er een loting.

3. Aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan de marktcommissie. Het advies van de marktcommissie is zwaarwegend.

4. Bij loting maakt het college schriftelijk bekend aan de geschikte gegadigden dat de vergunning door openbare loting wordt toegewezen. Aan iedere gegadigde wordt één individueel nummer toegekend. Geschikte gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn. Het college trekt in een openbare loting uit de toegekende nummers een nummer. De marktvergunning wordt verleend aan de aanvrager waaraan het getrokken nummer is toegekend.

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres, de woonplaats van de vergunninghouder en het Kamer van Koophandelnummer;

• b.

  een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het num-mer en de afmetingen daarvan;

• c.

  de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

• d.

  het soort artikelen of de branche die de vergunninghouder mag verhandelen;

• e.

  de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en op welke datum de vergunning afloopt;

• f.

  dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats (en directe omgeving) schoon oplevert;

• g.

  De wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit krijgt;

• h.

  Welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

• i.

  Welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur is toegestaan.

2. Een nieuwe vaste standplaatsvergunning wordt eerst voor een periode van drie maanden verleend. Als de vergunning na deze periode niet wordt verlengd dan start een nieuwe procedure via selectie van artikel 9 van de marktverordening.

1. De vergunninghouder mag tijdens de markten geen goederen uitstallen, verkopen of afleveren op een andere plaats dan waarvoor hem vergunning is verleend.

2. Het aanbrengen van borden, vlaggen, kraamverleningen en dergelijke aan de luifels van de kramen, bakkramen of bakwagens is niet toegestaan in de aanrijroutes van de hulpdiensten. De paden in de aanrijroute dienen ten minste 3,5 meter breed te zijn en een vrije hoogte van 4.20 meter te hebben. De aanrijroute voor hulpverleningsvoertuigen worden op de vastgestelde tekening(en) aangegeven.

3. In andere situaties is het mogelijk borden, vlaggen, kraamverlengingen en dergelijke aan de luifels van de kramen aan te brengen, zolang het functioneren van de markt hierdoor niet wordt belemmerd. Dit ter beoordeling van de marktmeester.

4. Tijdens de markturen moet de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein vrij zijn. Dit ter beoordeling van de marktmeester.

5. De vergunninghouder is verplicht voor zover hij gebruik maakt van elektriciteit deze te betrekken vanuit de door het college ter beschikking gestelde middelen. Het college brengt de elektri-citeitskosten bij de vergunninghouder in rekening. Het college stelt het elektriciteitstarief vast.

6. Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is toegewezen in de standplaatsvergunning.

7. Het is de vergunninghouder verboden op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben en te verkopen dan die waarvoor vergunning is verleend.

8. De marktmeester is belast met de handhaving van de orde op en het beheer van de markt. Aanwijzingen door of vanwege de marktmeester, politie en/of brandweer gegeven, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

1. Vervoermiddelen die niet noodzakelijk zijn voor directe verkoop moeten voor het aanvangstijdstip van en gedurende de markt van het marktterrein zijn verwijderd.

2. De marktmeester kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen voor zover de ver-voermiddelen de verkoopactiviteiten op het marktterrein niet nadelig beïnvloeden.

3. Dagplaatshouders moeten hun vervoermiddelen die niet noodzakelijk zijn voor de directe ver-koop uiterlijk een uur na het aanvangstijdstip van de markt van het marktterrein hebben verwij-derd.

1. Het inrichtingsplan treedt in werking op de dag na de bekendmaking;

2. Dit document wordt aangehaald als: “inrichtingsplan weekmarkt Reusel-De Mierden 2024”.