Marktverordening Reusel-De Mierden 2024

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Marktverordening Reusel-De Mierden 2024

De raad van de gemeente Reusel-De Mierden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2024, BW24.0150;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Inwoners;

besluit vast te stellen de:

Marktverordening Reusel-De Mierden 2024

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door het college ingestelde reguliere weekmarkten.

Artikel 2 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • dagplaats: standplaats die beschikbaar is voor houders van een dagplaatsvergunning;

  • dagplaatsvergunning: vergunning voor de duur van een dag voor het op de markt bedrijven van handel;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden;

  • markt: door burgemeester en wethouders ingestelde reguliere weekmarkt;

  • marktcommissie: commissie met als taak het college te adviseren over marktaangelegenheden;

  • marktvergunning: vaste standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning;

  • standplaats: ruimte die voor de duur van de markt beschikbaar is voor houders van een marktvergunning;

  • vaste standplaats: standplaats die beschikbaar is voor houders van een vaste- standplaatsvergunning;

  • vaste standplaatsvergunning: vergunning voor de duur van 15 jaar voor het op de markt bedrijven van handel.

Artikel 3 Inrichtingsplan

  • 1. Het college stelt een inrichtingsplan voor de markt vast, met daarin in ieder geval:

    • a.

      de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden;

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      de verdeelprocedure die zij toepassen bij de verlening van vaste standplaatsvergunningen.

  • 2. Op de kaart van de markt zijn in ieder geval aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de vaste standplaatsen;

    • c.

      de aanrijroute van de hulpdiensten.

Artikel 4 Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden op een markt een standplaats in te nemen zonder marktvergunning van het college.

  • 2. Het college verleent alleen een vergunning aan:

    • a.

      een persoon;

    • b.

      die aantoont dat deze als natuurlijk persoon of als bestuurder van een rechtspersoon staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK); en

    • c.

      tenminste de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, handelingsbekwaam is en gerechtigd is om in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een marktvergunning.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 6 Mandaatverboden

  • 1. De bevoegdheid tot het vaststellen of wijzigen van een inrichtingsplan wordt niet gemandateerd.

  • 2. De bevoegdheid tot het verlenen of intrekken van een vaste standplaatsvergunning wordt niet gemandateerd aan de marktmeester of een andere toezichthouder.

Paragraaf 2 Verdeelprocedures beschikbare marktvergunningen

Artikel 7 Verdeling beschikbare vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college legt in het inrichtingsplan vast of zij de verdeelprocedure van artikel 9 dan wel artikel 10 toepast bij het beschikbaar komen van een vaste standplaatsvergunning.

  • 2. Het college kan in het inrichtingsplan vastleggen of zij de verlengingsprocedure van artikel 8 toepast bij het beschikbaar komen van een vaste standplaatsvergunning.

Artikel 8 Verlenging na afroep

  • 1. Bij het beschikbaar komen van een vaste standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kan het college de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.

  • 2. Bij de verlenging na afroep maakt het college 16 weken voor het einde van de duur van de vaste standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad en de website van de gemeente bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van de termijn van artikel 13, eerste lid.

  • 3. Bij deze openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling voor de vaste standplaatsvergunning binnen een termijn van 6 weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door het college aangegeven wijze.

  • 4. Als binnen de gestelde termijn alleen de betreffende vergunninghouder belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, verlengt het college zijn vaste standplaatsvergunning met de in het tweede lid genoemde duur.

  • 5. Als binnen de gestelde termijn naast de betreffende vergunninghouder ook een of meer andere gegadigden belangstelling kenbaar hebben gemaakt, wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval past het college de in het inrichtingsplan vastgelegde procedure van de artikelen 9 of 10 toe, met uitzondering van het tweede lid van deze artikelen.

  • 6. In het in het vijfde lid bedoelde geval stelt het college de gegadigden ervan in kennis dat de procedure van de artikelen 9 of 10 wordt toegepast en dat zij vóór de door het college genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

Artikel 9 Verdeling vaste standplaatsvergunning via selectie

  • 1. Bij het beschikbaar komen van een vaste standplaatsvergunning kan het college deze verdelen via selectie.

  • 2. Bij de verdeling via selectie maakt het college door een openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad en de website van de gemeente bekend dat de vaste standplaatsvergunning voor de duur van de termijn van artikel 13, eerste lid beschikbaar komt en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. Als een aanvraag vóór de indieningsdatum is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van drie weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers gevraagd om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4. Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, komen voor beoordeling als bedoeld in het vijfde lid in aanmerking.

  • 5. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de criteria zoals opgenomen in het inrichtingsplan tot het daarbij vermelde maximumaantal.

  • 6. Het college verleent de vaste standplaatsvergunning aan de gegadigde met het op basis van de beoordeling hoogste aantal punten.

  • 7. Als meer gegadigden hetzelfde aantal punten krijgen toegekend, vindt de verdeling van de vergunning tussen hen plaats via loting door middel van een openbare trekking, waarvoor zij worden uitgenodigd.

Artikel 10 Verdeling vaste standplaatsvergunning via loting

  • 1. Bij het beschikbaar komen van een vaste standplaatsvergunning kan het college deze verdelen via loting.

  • 2. Bij de verdeling via loting maakt het college door een openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad en de website van de gemeente bekend dat de vaste standplaatsvergunning voor de duur van de termijn van artikel 13, eerste lid beschikbaar komt en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. Als een aanvraag vóór de indieningsdatum is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van drie weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers gevraagd om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4. Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, krijgen een lotnummer.

  • 5. De loting vindt plaats door middel van een openbare trekking, waarvoor de aanvragers met een lotnummer worden uitgenodigd.

  • 6. Het college verleent de vaste standplaatsvergunning op basis van de rangschikking die volgt uit de trekking.

Artikel 11 Verdeling beschikbare dagplaatsvergunningen

Het college verdeelt de beschikbare dagplaatsvergunningen op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen.

Artikel 12 Verdeling beschikbare standwerkvergunningen

Gereserveerd.

Paragraaf 3 Vaste standplaatsvergunning

Artikel 13 Algemene bepalingen vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college kan een vaste standplaatsvergunning verlenen voor de duur van 15 jaar en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen tijdelijk een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een vaste standplaatsvergunning is niet overdraagbaar.

  • 4. De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Artikel 14 Overschrijven vaste standplaatsvergunning

  • 1. Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vaste standplaatsvergunning wil gebruikmaken, overleden is of onder curatele gesteld is, kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, of zijn kind. Als de over te schrijven vergunning is verleend met inachtneming van de verdeelprocedure van artikel 9, kan overschrijving alleen gebeuren als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria, genoemd in artikel 9, vijfde lid.

  • 2. Als de in het eerste lid bedoelde overschrijving niet kan worden gedaan, kan het college de vaste standplaatsvergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 2 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar. Als de over te schrijven vergunning is verleend met inachtneming van de verdeelprocedure van artikel 9, kan overschrijving alleen gebeuren als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 9, vijfde lid.

  • 3. De overschrijving van de vaste standplaatsvergunning geldt voor de resterende vergunningsduur. Na het einde van de duur van de vergunning komt deze beschikbaar voor verdeling volgens de in het inrichtingsplan vastgelegde verdeelprocedure van de artikelen 9 of 10.

  • 4. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 5. Het college wijst de aanvraag tot overschrijving af als niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

Artikel 15 Intrekking en vervallen vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt de vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij overeenkomstig artikel 14 een aanvraag tot overschrijving is ingediend.

  • 2. Het college kan de vaste standplaatsvergunning intrekken als:

    • a.

      de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden;

    • c.

      van de vergunning gedurende ten minste een termijn van twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet; of

    • e.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd.

  • 3. Als de in het tweede lid bedoelde intrekking voor bepaalde tijd is, kan het college bepalen dat de op de vaste standplaatsvergunning vermelde vaste standplaats tijdelijk vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn rechtmatige vervanger de standplaats niet uiterlijk 10.00 uur heeft ingenomen, vervalt de vaste standplaatsvergunning (in overleg met de marktcommissie) voor de rest van de dag.

Artikel 16 Persoonlijk innemen vaste standplaats; vervanging

  • 1. De vergunninghouder neemt de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde standplaats persoonlijk in.

  • 2. In het geval dat de vergunning is verleend aan een bestuurder van een rechtspersoon, dan mogen de andere bestuurders van die rechtspersoon ieder voor zich de standplaats innemen.

  • 3. In het geval dat de vergunning is verleend aan een vennoot in een vennootschap onder firma (VOF), dan mogen de andere vennoten van die VOF ieder voor zich de standplaats innemen.

  • 4. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college erin toestemmen dat een vervanger de standplaats inneemt. Een aanvraag om toestemming vermeldt de reden en verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

Paragraaf 4 Dagplaatsvergunning en standwerkvergunning

Artikel 17 Dagplaatsvergunning

  • 1. Het college kan een vergunning voor een dagplaats verlenen, indien de betrokken standplaats niet is ingenomen door de houder van een vergunning voor een vaste standplaats of diens rechtmatige vervanger.

  • 2. Toewijzing vindt plaats door de marktmeester (na advies van de marktcommissie) aan gegadigden die actief zijn in een branche die nog niet op de markt vertegenwoordigd is. Bij meerdere gegadigden die bij toepassing van deze procedure in aanmerking komen voor de dagplaats, wordt de dagplaats toegewezen door middel van loting door de marktmeester.

  • 3. Voor de vergunning komen in aanmerking de gegadigden die achtenveertig uur voor aanvang van de marktdag bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend.

  • 4. Het college weigert de vergunning, indien de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan.

  • 5. Het college kan de vergunning weigeren, indien de aanvrager een vergunning voor een vaste standplaats had die niet langer dan één jaar daarvoor is ingetrokken.

  • 6. De vergunning voor een dagplaats is niet overdraagbaar.

  • 7. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen. Hij kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Artikel 18 Standwerkvergunning

Gereserveerd.

Paragraaf 5 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 19 Toonplicht vergunning of toestemming

Degene die een standplaats inneemt of wil innemen is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 20 Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is verboden meer dan vier uur voor de aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt op welke wijze dan ook ruimte in te (doen) nemen op het marktterrein, of goederen aan of af te (laten) voeren.

  • 2. De vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens door burgemeester en wethouders verleende ontheffing.

  • 3. Het college kan aan de ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist. De houder van de ontheffing is verplicht de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 21 Marktterrein schoonhouden

  • 1. De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat op zijn standplaats vrijkomt tijdens de door hem bedreven handel zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af, of laat het afvoeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Paragraaf 6 Handhaving

Artikel 22 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 15, kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie danwel de door de marktmeester aangegeven aanwijzingen niet opvolgt; of

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 23 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 24 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder of degene die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 25 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 26 Overgangsrecht

  • 1. Besluiten op grond van de ’Verordening op de Warenmarkt 2017’ blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, totdat het college deze ambtshalve heeft gewijzigd of ingetrokken.

  • 2. Bij de ambtshalve wijziging van een vaste standplaatsvergunning kan het college in afwijking van artikel 13, eerste lid, een kortere duur van de vergunning bepalen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

  • 3. De op grond van de ’Verordening op de Warenmarkt 2017’ vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten komen te vervallen.

  • 4. Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de ’Verordening op de Warenmarkt 2017’, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van de ’Verordening op de Warenmarkt 2017’ beslist.

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De ’Verordening op de Warenmarkt 2017’ wordt ingetrokken.

Artikel 28 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Reusel-De Mierden 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 september 2024.

De voorzitter,

Mw. A.M.J.H. van de Ven

De griffier,

Mw. L. van Leersum