Verordening op de heffing en de invordering van leges Rheden (Legesverordening Rheden)

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Rheden (Legesverordening Rheden)

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2024;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeente wet. De artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: de Verordening op de heffing en de invordering van leges Rheden (Legesverordening Rheden)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen over inkomen en vermogen;

  • d.

    beschikkingen of afschriften van beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel van de gemeente;

  • e.

    beschikkingen of afschriften van beschikkingen, houdende een beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    beschikkingen of afschriften van beschikkingen op aanvragen ter zake van bijstand ingevolge de Participatiewet en andere uitkeringen in het persoonlijk belang van de uitkeringsgerechtigden; nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken;

  • g.

    indien het verlangde onderzoek uitsluitend of voor een overwegend deel strekt ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

  • h.

    stukken en diensten, welke al uit anderen hoofde tot enige betaling aan de gemeente aanleiding geven en voor zover zij in de tarieventabel niet in het bijzonder zijn genoemd;

  • i.

    voor een aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (artikel 2.25, onder a, van de tarieventabel) omtrent personen, die vrijwilligerswerk verrichten t.b.v. een vrijwilligersorganisatie;

  • j.

    beschikkingen op verzoeken betreffende een omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen of zonnepannen o.a. op monumenten of op niet-monumenten in de Rijksbeschermde dorpsgezichten, alsmede aanvragen waarbij de vergunningplicht wordt veroorzaakt door het treffen van duurzaamheidsmaatregelen, maar die zonder deze maatregelen vergunningsvrij waren geweest. De vrijstelling geldt voor zowel de activiteiten met betrekking tot bouwwerken (paragraaf 2.3 van de tarieventabel) als voor de activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed (paragraaf 2.4 van de tarieventabel) als voor advies met betrekking tot welstand (artikel 2.50 van de tarieventabel);

  • k.

    voor activiteiten bij monumenten en/of binnen beschermd gezicht die anders vergunningsvrij waren geweest;

  • l.

    vergunningen tot het houden van openbare inzamelingen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Vermindering van het belastingbedrag

  • 1.

    Indien is voldaan aan wat is bepaald in de volgende leden van dit artikel, worden de leges per belastbaar feit verminderd met een bedrag van maximaal € 500,00, doch met niet meer dan het op grond van de tarieventabel verschuldigde bedrag voor:

    • a.

      belastbare feiten als bedoeld in paragraaf 3.2 tot en met 3.10 van de tarieventabel, voor zover die betrekking hebben op het organiseren in één wijk of buurt van kleinschalige, niet-commerciële activiteiten, die niet langer duren dan drie dagen;

    • b.

      belastbare feiten als bedoeld in paragraaf 2.3, 2.4, 2.6, 2.7, 2.8 en 2.12 van de tarieventabel, met uitzondering van artikel 2.47a.

  • 2.

    De vermindering, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend aan een stichting of rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging:

    • a.

      die geen bedrijfsmatige activiteiten verricht en die niet belastingplichtig is voor de omzetbelasting of de vennootschapsbelasting; en

    • b.

      die in hoofdzaak activiteiten ontwikkelt in de gemeente Rheden, of in hoofdzaak activiteiten ontwikkelt die de gemeenschap van de gemeente Rheden ten goede komen, waarbij de behartiging van een kerkelijk, levensbeschouwelijk, charitatief, cultureel of wetenschappelijk belang op de voorgrond staat en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers; en

    • c.

      waarvan de inkomsten in de twee kalenderjaren voorafgaand aan de indiening van het verzoek om vermindering voor meer dan 90% hebben bestaan uit bijdragen van leden of vrijwillige bijdragen van contribuanten.

  • 3.

    Aanspraak op vermindering, als bedoeld in het eerste lid, bestaat alleen indien een verzoek daartoe wordt ingediend tegelijkertijd met de aanvraag van de vergunning of ontheffing waar het verzoek betrekking op heeft.

Artikel 7 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de geldende Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Rheden 2023.

Artikel 10 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Rheden, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is de dag van inwerkingtreding van deze verordening als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening Rheden'.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 24 september 2024.

Arnhem, 24 september 2024

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.

Tarieventabel bij de Legesverordening gemeente Rheden

Hoofdstuk 1

Algemene Dienstverlening

 

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 
 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

a.

op het gemeentehuis kortstondig op de maandagochtend op de twee vastgestelde tijdstippen

€ 0,00

b.

op het gemeentehuis

€ 0,00

1.

op maandag t/m vrijdag

€ 411,30

2.

op zaterdag

€ 699,00

c.

op het gemeentehuis voor een bescheiden huwelijk of registratie van een partnerschap op woensdag om 14.00 of 14.30 uur

€ 205,65

d.

buiten de in onderdeel a, b en c genoemde locaties:

 

1.

op maandag t/m vrijdag vóór 18.00 uur

€ 548,00

2.

op maandag t/m vrijdag ná 18.00 uur

€ 679,35

3.

op zaterdag vóór 18.00 uur

€ 842,40

5.

op zon- en feestdagen vóór 18.00 uur

€ 1.053,50

6.

op zon- en feestdagen ná 18.00 uur

€ 1.177,10

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 
 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, zijn de tarieven onder artikel 1.1 van toepassing.

 

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis (gereserveerd)

 

Artikel 1.4

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis (gereserveerd)

 

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag

€ 117,60

Artikel 1.6

Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 
 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige

€ 45,40

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen

€ 38,20

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 
 

Het tarief bedraagt:

 

a.

voor het verstrekken van een trouwboekje

€ 44,35

b.

voor het verstrekken van een duplicaat trouwboekje

€ 44,35

c.

voor het kalligraferen van het trouwboekje worden de in onderdeel a en b genoemde tarieven verhoogd met

€ 25,70

d.

voor het kalligraferen van het trouwboekje in verband met het bijschrijven van kinderen

€ 21,90

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,90

Artikel 1.11

Modaliteiten

 
 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,05

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

2.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een gezondheidsverklaring betreffende lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen waarvoor een rijbewijs is vereist

€ 53,00

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,15

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 13,15

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

 
 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 20,40

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21

Plan- of kaartinformatie

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

niet meer dan 25 bladzijden

€ 8,45

b.

meer dan 25 en niet meer dan 50 bladzijden

€ 12,55

c.

meer dan 50 en niet meer dan 75 bladzijden

€ 16,55

d.

meer dan 75 bladzijden

€ 20,65

e.

een uittreksel van een plan, per bladzijde

€ 0,65

2.

Voor een gekleurde kaart, indien geen plot gemaakt kan worden, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe kosten van vervaardiging.

 

3.

Voor de toepassing van het bepaalde onder lid 1 wordt de aanvraag in behandeling genomen op de achtste werkdag na de dag waarop de kosten aan de aanvrager ter kennis zijn gebracht.

 

Artikel 1.22

Informatie uit registers (gereserveerd)

 

Artikel 1.23

Informatie uit adressenbestanden

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

 

a.

op formaat A4

€ 35,15

b.

op formaat A3

€ 35,15

c.

op formaat A0 (geheel plan)

€ 64,20

2.

De onder onderdeel a tot en met c vermelde bedragen worden verdubbeld, indien zij van toepassing zijn op vervallen percelen of toestanden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage:

 

a.

indien het objectgegevens betreft, per perceel of appartementsrecht

€ 35,15

b.

indien het subjectgegevens betreft, per rechthebbende, ongeacht het aantal percelen of appartementsrechten, of per negatieve mededeling

€ 35,15

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24

Gemeentegarantie

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 262,55

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening

€ 13,15

c.

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn, met uitzondering van die, afgegeven voor pensioen of wachtgeld

€ 13,15

d.

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 13,15

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29

Huisvestingswet 2014

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 60,30

Artikel 1.30

Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 215,55

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 215,55

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 75,40

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding (korter dan 25 m1) in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 140,10

 

Indien de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond wordt het in het eerste lid genoemde bedrag per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 2,65

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding (langer dan 25 m1) in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 506,55

 

Indien de in tweede lid genoemde sleuflengte langer is dan 10.000 strekkende meter wordt een tarief per strekkende meter sleuf aangehouden van

€ 1,25

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (korter dan 25 m1) in verband met het verkrijgen van een vergunning voor het leggen, houden, onderhouden, verleggen of opruimen van kabels en leidingen in de openbare ruimte en in of op kunstwerken als bedoeld in artikel 5 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Rheden 2014 dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 140,10

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (langer dan 25 m1) in verband met het verkrijgen van een vergunning voor het leggen, houden, onderhouden, verleggen of opruimen van kabels en leidingen in de openbare ruimte en in of op kunstwerken als bedoeld in artikel 5 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Rheden 2014 dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 506,55

 

Indien de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond wordt het in het derde en vierde lid genoemde bedrag per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,65

 

Indien de in het vierde lid genoemde sleuflengte langer is dan 10.000 m1 wordt vanaf 10.000 m1 een tarief per strekkende meter sleuf aangehouden van

€ 1,25

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 36,05

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 36,05

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 39,60

Paragraaf1.10

Diversen

 

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een uittreksel uit de Basisregistratie Personen persoonsgegevens ten name van één persoon

€ 13,15

b.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 13,15

c.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 0,30

d.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 13,15

e.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,30

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,60

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen (gereserveerd)

 
 
 
 

Hoofdstuk 2

Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

 

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 
 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast;

 

5.

bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012(UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een gespecificeerde raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

6.

aanvraag, melding, of informatieplicht opstellen: als de initiatiefnemer een aanvraag, melding of informatieplicht moet indienen, wordt deze digitaal opgesteld. In het digitaal stelsel heet dit een verzoek. Het verzoek bestaat uit één of meer wettelijk vastgelegde activiteiten.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

conceptverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Conceptverzoek

 

1.

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een informatievraag (een korte telefonische check op de vergunning om te bepalen of deze nodig is, en zo ja, welke informatie is benodigd om de aanvraag in te dienen)

€ 0,00

b.

toetsing aan het omgevingsplan inclusief eenmalige toets aan welstand. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht

€ 155,00

c.

toetsing aan het omgevingsplan waarbij een strijdigheid wordt geconstateerd niet zijnde een strijdigheid rondom gebruik. Eenmalige toetsing globaal aan stedenbouwkundige en/of landschappelijke eisen en eenmalige welstandtoets. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht

€ 210,00

d.

toetsing aan het omgevingsplan waarbij een strijdigheid wordt geconstateerd rond bouwen en/ of gebruik. Eenmalige toetsing aan stedenbouwkundige en/of landschappelijke eisen en eenmalige welstandtoets en 1 extra toetsing. De leges als opgenomen onder artikel 2.50 lid 1 onder b worden niet in rekening gebracht

€ 600,00

e.

In geval dat de behandeling/ beoordeling van uw concept verzoek bovenstaande handelingen (toetsingen) overstijgt door aard en/ of omvang van uw concept verzoek, of uw concept verzoek een wijziging omgevingsplan betreft, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Het op grond van het eerste lid, onderdeel e verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.4a

Nadere beoordeling plan, beoordeling rapporten

 
 

Nadat uit de beoordeling van het in een concept verzoek voorgelegde plan ambtelijk als kansrijk is beoordeeld, bedraagt het tarief voor een nadere beoordeling van het plan:

 

a.

Toets stedenbouwkundig plan (1 beoordeling en 1 herhaalde beoordeling)

€ 351,15

b.

voor de beoordeling van een milieukundig of archeologisch bodemrapport, een vooronderzoek naar het historische gebruik en naar de bodemgesteldheid en een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid (1 beoordeling en 1 herhaalde beoordeling)

€ 351,15

c.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport

€ 351,15

Artikel 2.4b

Principeverzoek

 
 

Nadat uit de beoordeling van het in een concept verzoek voorgelegde plan ambtelijk als kansrijk is beoordeeld en door initiatiefnemer verzocht wordt om een besluit op het ingediende principeverzoek bedraagt het tarief:

 

a.

voorbereiding Principe besluit college op ingediend principe verzoek

€ 600,00

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

met een woonfunctie

€ 3,10

 

per m³, met een minimumtarief van

€ 102,27

2.

met een agrarische of industrie-functie

€ 3,23

 

per m² vloeroppervlak, met een minimumtarief van

€ 102,27

3.

met een overige functie, per m³

€ 3,26

 

per m³, met een minimumtarief van

€ 102,27

4.

Voor bouwwerken geen gebouw zijnde, civiel technische bouwwerken, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan tien jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, functiewijzigingen in bestaande gebouwen, woningtoevoeging en woningonttrekking

0,75%

 

van de bouwkosten, met een minimumtarief van

€ 102,27

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

met een woonfunctie

 

a.

tot en met 50 m³

€ 6,62

 

per m³, met een minimumtarief van

€ 238,63

b.

vanaf 50,01 m³ tot en met 650 m³

€ 331,10

 

vermeerderd met

€ 7,22

 

per m³, waarmee de 50 m³ te boven gaat.

 

c.

vanaf 650,01 m³

€ 4.695,60

 

vermeerderd met

€ 7,83

 

per m³, boven de 650 m³.

 

2.

met een agrarische of industrie-functie:

 

a.

tot en met 50 m²

€ 6,91

 

per m², met een minimumtarief van

€ 238,63

b.

vanaf 50,01 m² tot en met 650 m²

€ 345,54

 

vermeerderd met

€ 7,54

 

per m², waarmee de 50 m² te boven gaat.

 

c.

vanaf 650,01 m²

€ 4.900,35

 

vermeerderd met

€ 8,17

 

per m³, boven de 650 m²

 

3.

met een overige functie:

 

a.

tot en met 50 m³

€ 6,97

 

per m³, met een minimumtarief van

€ 238,63

b.

vanaf 50,01 m³ tot en met 650 m³

€ 380,10

 

vermeerderd met

€ 7,60

 

per m³, waarmee de 50 m³ te boven gaat.

 

c.

vanaf 650,01 m³

€ 5.353,08

 

vermeerderd met

€ 8,24

 

per m³, boven de 650 m³.

 

4.

Voor bouwwerken geen gebouw zijnde, civiel technische bouwwerken, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan tien jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, functiewijzigingen in bestaande gebouwen, woningtoevoeging en woningonttrekking

1,75%

 

van de bouwkosten, met een minimumtarief van

€ 238,63

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 351,15

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in de Erfgoedverordening 2017 Gemeente Rheden dan wel het geldende omgevingsplan zodra in een nieuw omgevingsplan opgenomen regels ten behoeve van Erfgoed in de plaats komen van de Erfgoedverordening en in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen

€ 350,00

b.

voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht

€ 350,00

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd)

 

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in de Erfgoedverordening 2017 Gemeente Rheden dan wel het geldende omgevingsplan zodra in een nieuw omgevingsplan opgenomen regels ten behoeve van Erfgoed in de plaats komen van de Erfgoedverordening en in samenhang met artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 350,00

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 350,00

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat)

€ 2.084,72

b.

voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)

€ 3.692,26

Artikel 2.12a

Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

a.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd

€ 2.084,72

b.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure)

€ 3.692,26

Artikel 2.13 t/m 2.20

(gereserveerd)

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 351,15

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 315,15

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 
 

Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. Het genoemde tarief is exclusief de aanlegkosten. De kosten van de feitelijke aanleg worden doorberekend aan de aanvrager van de omgevingsvergunning

€ 552,70

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 
 

Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten. Het genoemde tarief is exclusief de aanlegkosten. De kosten van de feitelijke aanleg worden doorberekend aan de aanvrager van de omgevingsvergunning

€ 552,70

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

a..

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 552,70

b.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet -niet zijnde een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bestaande uit het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief

€ 351,15

c.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand zoals gedefinieerd in de Beschermde Bomenlijst van de gemeente Rheden welke tevens is een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden,, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 0,00

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bestaande uit het kappen van een beschermde boom of het vellen van een beschermde houtopstand zoals gedefinieerd in de Beschermde Bomenlijst van de gemeente Rheden als bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 0,00

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

 
 

Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken of voeren van handelsreclame op of aan een onroerende zaak met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarbij artikel 2.5 of artikel 2.6 niet van toepassing is, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

€ 176,20

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

 
 

Als het verzoek om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 100,00

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere omgevingsplanactiviteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk

€ 340,90

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten (gereserveerd)

 

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 
 

Als het verzoek om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief

€ 1.326,64

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit

€ 351,15

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

€ 351,15

2.

In afwijking van het eerste lid, indien er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een, geringe wijziging in het project bedraagt het tarief

€ 181,50

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is

€ 0,00

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen

€ 0,00

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan

€ 176,20

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.47a

Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:

 

a.

Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet

€ 294,25

b.

Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit, conform bijlage B)

€ 570,00

c.

Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde de gevallen zoals opgenomen in bijlage B): de kosten die voor de te voeren procedure zoals voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk is medegedeeld en blijkt uit een begroting die vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

10%

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure (gereserveerd)

 

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER)

€ 351,15

b.

voor de beoordeling van een milieukundig of archeologisch bodemrapport, een vooronderzoek naar het historische gebruik en naar de bodemgesteldheid en een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid

€ 351,15

c.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport

€ 351,15

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad

€ 340,90

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet verhoogd met het tarief zoals vastgesteld volgens de in deze tarieventabel als bijlage A opgenomen tariefregeling van het Gelders Genootschap;

 

c.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 
 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na conceptverzoek

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt

50%

 

van de voor het conceptverzoek geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een conceptverzoek gedaan:

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en

 

c.

binnen 6 maanden na het laatste conceptverzoek of, als het conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 
 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt

85%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag

12,5%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 
 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 
 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven.

 
 
 
 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening waarop de dienstenrichtlijn van toepassing is

 

Paragraaf 3.1

Horeca

 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 350,30

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 200,00

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 en 4 van de Alcoholwet

€ 592,80

2.

Indien de vergunning als bedoeld in artikel 3 en 4 van de Alcoholwet uitsluitend de toevoeging van een bestuursreglement betreft bedraagt het tarief

€ 75,40

a.

een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning op grond van artikel 30 van de Alcoholwet

€ 75,40

b.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 35 van de Alcoholwet

€ 64,65

3.

Indien de vergunning als bedoeld in 30A van de Alcoholwet uitsluitend de toevoeging van een leidinggevende betreft bedraagt het tarief

€ 134,75

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 en artikel 3:10 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan:

 

a.

voor een seksinrichting

€ 1.077,85

b.

voor een escortbedrijf

€ 705,95

c.

voor een sekswinkel

€ 183,20

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging

€ 193,95

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 70,00

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing

€ 70,00

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6

Organiseren evenement

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Rheden (evenementenvergunning), dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, als het betreft:

 

a.

een evenement georganiseerd zonder winstoogmerk (het organiseren in één wijk of buurt van kleinschalige, niet-commerciële activiteiten, die niet langer duren dan drie dagen)

€ 0,00

b.

een A-evenement, een relatief eenvoudig evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu, waarbij het weinig maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag vergt om die dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken

€ 110,00

c.

een B-evenement, een evenement, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu, waarbij het enkele maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag vergt om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken

€ 225,00

d.

een C-evenement, een evenement, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu, waarbij het meerdere en uitgebreidere maatregelen of voorzieningen van het bevoegde gezag vergt om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken

€ 540,00

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 107,75

3.

een kennisgeving van een festiviteit als bepaald in artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, geldig voor één dag

€ 70,00

Artikel 3.7

Organiseren markt (gereserveerd)

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

Artikel 3.8

Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt (gereserveerd)

 

Artikel 3.9

Overige administratieve dienstverlening markt (gereserveerd)

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan:

 

a.

één dag

€ 37,70

b.

één week

€ 48,45

c.

één maand

€ 107,75

d.

één jaar

€ 226,35

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

 

Artikel 3.11a

Exploitatie kamerverhuurbedrijf

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:38b van de Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan

€ 350,30

Artikel 3.11 t/m 3.17

(gereserveerd)

 

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

 

Artikel 3.18

Niet benoemd besluit op aanvraag

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 68,30

Artikel 3.18a

Teruggaaf

 

1.

Indien besloten wordt een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing als bedoeld in artikel 3:4, 4:15 en 4:18 Algemene plaatselijke verordening Rheden, dan wel het geldende omgevingsplan zodra dit artikel wordt omgezet naar een nieuw omgevingsplan, niet in behandeling te nemen, op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op aanvraag teruggaaf van

25%

 

van de geheven leges verleend.

 

2.

Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en deze vergunning wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van

25%

 

van de geheven leges verleend.

 

3.

Indien binnen één maand na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van

50%

 

van de geheven leges verleend.

 

4.

Indien op een later tijdstip dan in artikel 3.18a, lid 3, bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning doch voor het verlenen van de vergunning deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van

25%

 

van de geheven leges verleend.

 

5.

Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, wordt op aanvraag teruggaaf van

25%

 

van de geheven leges verleend.

 

Artikel 3.18b

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 120,00 wordt niet teruggegeven.

 

Bijlage A - Tarieven Gelders Genootschap (Tariefregeling advisering per (01.01.2024)

A. Advisering omgevingskwaliteit van bouw- en verbouwplannen

Tarief op basis van een promillage van de bouwsom:

(bedragen bouwsom zijn inclusief BTW)

1a.

van € 0,00 tot en met € 500.000,00

->

1,9 0/00 per aanvraag, met een minimum van € 100,00

 
 
 

Per aanvraag, maximaal 3 behandelingen

 

plus over het gedeelte van de bouwsom

->

1,2 0/00 per aanvraag

 

van € 500.001,00 tot en met € 1.000.000,00

 

Per aanvraag, maximaal 3 behandelingen

 

plus over het gedeelte van de bouwsom

->

0,8 0/00 per aanvraag, maximaal

 

van € 1.000.001,00 tot en met € 2.500.000,00

 

Per aanvraag, maximaal 3 behandelingen

 

plus over het gedeelte van de bouwsom

->

0,5 0/00 per aanvraag, maximaal

 

van € 2.500.001,00 tot en met € 5.000.000,00

 

Per aanvraag, maximaal 3 behandelingen

 

plus over het gedeelte van de bouwsom

->

0,25 0/00 per aanvraag, maximaal

 

van € 5.000.001,00 en meer

 

Per aanvraag, maximaal 3 behandelingen

1b.

Indien het woningbouw betreft wordt per aanvraag bezien hoeveel grondgebonden woningen er per locatie worden uitgevoerd en deze worden per type in rekening gebracht. De volgende regeling per type is daarbij van toepassing:

 

complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen

 
 
 

-> tarief volgens 1a

 
 

complexen van 6 tot en met 10 gelijke

 
 
 

-> tarief over de bouwsom van

5 woningen

 

complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen

 
 
 

-> tarief over de bouwsom van

6 woningen

 

complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen

 
 
 

-> tarief over de bouwsom van

8 woningen

 

complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen

 
 
 

-> tarief over de bouwsom van

10 woningen

 

complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen

 
 
 

-> tarief over de bouwsom van

12 woningen

 
 

en zo vervolgens,

 
 

(Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok.)

2.

Integrale advisering

 
 
 

Welstand + 1 extra discipline

-> 1,8 x regulier tarief

 
 

Welstand + meerdere extra disciplines

-> 2,2 x regulier tarief

 

3.

Illegale bouwwerken

-> 1,5 x regulier tarief

 

4.

Reclameobjecten -> € 100,00 (excl. BTW)

 
 

B. Vooroverleggen

Voor alle vormen van vooroverleg wordt € 100,00 (excl. BTW) in rekening gebracht. Voor dit bedrag kan een initiatiefnemer maximaal drie keer een vooroverleg aanvragen. Volgt er na het laatste vooroverleg een definitieve vergunningaanvraag, dan wordt het bedrag van € 100,00 verrekend bij de definitieve aanvraag met een minimaal factuurbedrag van € 0,00. Het gaat om de volgende varianten:

  • 1.

    Omgevingstafel, intake, of advies RO

->

€ 100,00 per 3 behandelingen

  • 2.

    Vooroverleg of concept-plan

->

€ 100,00 per 3 behandelingen

  • 3.

    Geschreven adviezen vooroverleg n.a.v. een commissievergadering of een mandaatbehandeling

->

€ 100,00 per 3 behandelingen

Zijn er meer dan drie vooroverleggen nodig, dan wordt vanaf het vierde overleg per extra overleg € 100,00 (excl. BTW) in rekening gebracht. Dit bedrag wordt niet verrekend bij de definitieve aanvraag.

C. Overige adviezen

De uurtarieven voor aanvullende advisering en specifieke projecten worden jaarlijks geïndexeerd conform de indexberekeningen van het CBS. De hoogte van deze tarieven varieert en is afhankelijk van het soort project/advies.

Bijlage B - Definitie kleine en grote buitenplanse omgevingsplanactiviteiten

Een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is:

  • a.

    een activiteit waarvoor het omgevingsplan bepaalt dat een vergunning nodig is, maar het volgens de beoordelingsregels niet mogelijk is de vergunning te verlenen.

  • b.

    Een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan.

Alle buitenplanse omgevingsplanactiviteiten vallen onder artikel 2.47a, onderdeel c, ‘grote buitenplanse omgevingsplanactiviteit’, tenzij de activiteit valt binnen de volgende categorieën. Dan is het een artikel 2.47a, onderdeel b, ‘kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit’:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf;

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening (nutsvoorzieningen, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-spoorweg-, water- of luchtverkeer) wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m; en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m2;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m; en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m2;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ongeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mist niet hoger dan 40 meter;

  • 6.

    een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling (de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit);

  • 7.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

  • 8.

    het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;

  • 9.

    het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de vigerende wet- en regelgeving aan een bestaande woning gestelde eisen;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de regels gesteld in Omgevingswet;

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont; en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was;

  • 10.

    ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10 voor een termijn van ten hoogte 10 jaar;

  • 11.

    het college vanburgemeester en wethouders kan ander gebruik en/of een activiteit aanwijzen als kleine omgevingsplanactiviteit:

    • a.

      wanneer er geen of weinig relatie is met de instructieregels van het Rijk en de provincie; en

    • b.

      het een geringe impact heeft op de fysieke leefomgeving; en

    • c.

      niet of nauwelijks adviezen van buiten de organisatie noodzakelijk zijn.