Beeldkwaliteitsplan De Werven

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beeldkwaliteitsplan De Werven

1. Wat is Reeve en waarom een beeldkwaliteitsplan?

1.1 Wat is Reeve?

De gemeente Kampen bestond uit acht woonplaatsen (’s-Heerenbroek, Grafhorst, Zalk, IJsselmuiden, Kampen, Kamperveen, Wilsum, Mastenbroek). Vanaf 3 juni 2021 is daar een negende woonplaats aan toegevoegd: Reeve.

De dorpskern, met een plein voor ontmoeting en op het dorp afgestemde voorzieningen, ligt op een uitgekiende plek in het plan, waar routes, diverse functies en uitzicht op het water bij elkaar komen. De dorpskern ligt op een verbreed en naar voren geschoven deel van de klimaatdijk, tevens een uniek uitzichtpunt, aan het Reevediep. En bij de sluis die het binnendijkse water verbindt met het water van de randmeren, bij de buitenhaven en op het knooppunt van doorgaande langzaam verkeersroutes.

Wonen in Reeve is wonen met een dorpse uitstraling met buurtjes en hoven, waardoor een dorpse intimiteit ontstaat. Het dorpse karakter van Reeve komt ook in de architectuur van de woningen tot uitdrukking.

Reeve heeft een sterke eigenzinnige identiteit door de volgende kenmerken: Reeve is een nautisch pioniersdorp in een rivierenlandschap in een omgeving waar de natuurelementen vrij spel hebben. De bebouwing is hier “te gast” in het landschap.

Bouwen in Reeve is bouwen in een nieuw dorp in een nieuw landschap op en achter de unieke klimaatdijk.

Bouwen aan een nieuw dorp betekent pionieren. In de stedenbouw uit zich dit in de ambitie om verschillende woongebieden met een eigen herkenbaar karakter te realiseren, deze op een vanzelfsprekende manier met elkaar te verbinden én in het landschap in te bedden. De oude structuur van het slagenlandschap biedt daartoe een onderliggende structuur. Nieuwe landschappelijke elementen; zoals de waterwegen, het Reevediep, de Klimaatdijk en de eilanden zijn op elke plek in meer of mindere mate aanwezig. Steeds wordt er dus gezocht naar een nieuwe manier om oude structuren met de ambitie van vandaag te verenigen. Het heeft geleid tot een uniek en vooruitstrevend stedenbouwkundig ontwerp.

Het architectonisch ontwerp bouwt voort op die pionierende houding. Gebouwontwerpen in Reeve laten zien dat er toekomstgericht en doordacht gebouwd wordt. De uitstraling die daarbij past is optimistisch, vooruitstrevend en eigentijds. De architectuur is ‘fris’ en ‘licht’, met eenduidige, heldere vormen. De architectuur kan worden geïnspireerd op de historische, betekenisvolle voorbeelden, bijvoorbeeld uit de bestaande dorpen in de IJsseldelta, maar dan eigentijds, geabstraheerd en/of een vertaling daarvan met een knipoog.

De aanwezigheid van het water is een constante in de gehele ontwikkeling. In Reeve kun je overal varen, het wordt een nautisch dorp. De architectuur faciliteert het wonen en buitenleven aan het water. Tegelijkertijd bieden de huizen in het dorp beschutting tegen de elementen en staan ze in samenspel met de rijke natuurlijke omgeving. De pionierende ontwerphouding vraagt hierin om het wonen in nabijheid van het water op een eigentijdse manier vorm te geven. De architectuur kan refereren naar Scandinavië, naar (houten) loodsen, boothuizen, werven, werkplaatsen en pakhuizen. Die voorbeelden zijn doelmatig en eenduidig in hun benadering van het water. De aanwezigheid van het water geeft lucht, het zorgt voor een open vrije houding, de architectuur behoeft daarom geen opsmuk. Dat is ‘nautisch’ ontwerpen binnen de dorpse context.

1.2 Wat maakt Reeve klimaatadaptief?

Het maken van een nieuw dorp biedt de kans om duurzaamheid vanaf moment één een plek te geven. De stedenbouwkundige integratie van water, landschap en wonen geeft daarvoor een goede aanzet, omdat er rekening wordt gehouden met flexibiliteit, klimaatadaptatie en energie. De architectuur wordt ontwikkeld met hetzelfde integrale idee.

Wonen in Reeve betekent duurzaam bouwen en leven. Dit vraagt een zorgvuldige omgang met natuurlijke bronnen en grondstoffen. De architectonische uitstraling is doelmatig en sober en tegelijk hoogwaardig en duurzaam. Bij de vormgeving en engineering van de gebouwen worden zoveel mogelijk natuurlijke en circulaire materialen toegepast, wordt energieverbruik geminimaliseerd en benodigde energie zoveel mogelijk duurzaam opgewekt.

Kortom: De architectonische uitstraling is optimistisch, fris, natuurlijk, sober, hoogwaardig en duurzaam. De bebouwing is divers, maar vormt duidelijk een familie in eigentijdse en innovatieve beeldkwaliteit.

afbeelding binnen de regeling

Impressie Reeve met aanduiding De Werven op de Klimaatdijk

1.3 Waarom een beeldkwaliteitsplan?

STATUS EN LEESWIJZER

Bouwen in Reeve is bouwen in een nu nog maagdelijk gebied. Hier ontstaat een nieuw dorp, dat net als de andere fraaie dorpen in de IJsseldelta, zoals Wilsum, Zalk en Grafhorst, een eigen ruimtelijke identiteit en kwaliteit moet krijgen. Het bouwen van een nieuw dorp in een open landschap, omringd door hoge natuur- en landschapswaarden, brengt die plicht met zich mee. Het vraagt om een respectvolle benadering van het landschap en het gebruik van ruimte en grondstoffen. Reeve zal zich in een hoger tempo ontwikkelen dan de al bestaande dorpen hebben gedaan. Dit betekent dat er aan de voorkant duidelijke richtingen nodig zijn om die identiteit te sturen.

Dit beeldkwaliteitsplan is een uitwerking van het beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen. Daarin zijn acht kernwaarden voor Reeve benoemd:

  • Wonen met een dorpse uitstraling

  • Dorpshart met een icoon

  • Wonen met water

  • Wonen op de klimaatdijk

  • Recreatief lint

  • Duurzaamheid

  • Flexibiliteit

  • Architectonische uitstraling

Het volledige beeldkwaliteitsplan op hoofdlijnen is te lezen via deze link: www.reeve.nu/bkpdewerven

Dit beeldkwaliteitsplan voor De Werven vormt een inspiratiedocument voor uw bouwplan, ook krijgt u zo een beeld van uw toekomstige woonomgeving. Daarnaast wordt dit beeldkwaliteitsplan door het kwaliteitsteam Reeve gebruikt om te beoordelen of uw bouwplan past binnen de ambities van Reeve. Wat we onder kwaliteit en het unieke karakter verstaan leest u in dit beeldkwaliteitsplan. Binnen de spelregels van dit beeldkwaliteitsplan heeft u zelf de vrijheid om uw woning vorm te (laten) geven.

Het beeldkwaliteitsplan gaat over de vormgeving, uitstraling en materialen van uw woning. De afmetingen van de woning zijn met name in het bestemmingsplan geregeld. De inrichting van de openbare ruimte wordt separaat in het inrichtingsplan voor de openbare ruimte uitgewerkt. Na vaststelling door de gemeenteraad is dit beeldkwaliteitsplan onderdeel van de gemeentelijke welstandsnota.

In de opzet van dit beeldkwaliteitsplan wordt eerst de stedenbouwkundige opzet van de klimaatdijk uitgelegd in hoofdstuk 2. De Werven zijn woonclusters die op de klimaatdijk staan en die in bijzondere samenhang met de kwaliteit van het omringende landschap worden ontworpen. Daarom wordt er ook aandacht besteedt aan hoe De Werven stedenbouwkundig worden vormgegeven en hoe ze in het landschap worden geplaatst.

In het daaropvolgende hoofdstuk 3 wordt per onderdeel van de woningen de beeldkwaliteit uitgelegd. De architectonische criteria zijn tekstueel toegelicht ondersteund met referentiebeelden en of 3D afbeeldingen. De criteria zijn per onderdeel kort samengevat in donkerblauwe kaders, genummerd van 1 t/m 7.

Hoewel dit beeldkwaliteitsplan met grote zorgvuldigheid is opgesteld kunnen er situaties voorkomen dat maatwerk bij de beoordeling van een bouwplan nodig is. Bijvoorbeeld omdat een bouwplan (deels) strijdig is met de criteria en/of referentiebeelden, maar wel een overtuigende kwaliteit heeft. In dat geval zal het kwaliteitsteam het bouwplan beoordelen aan de hand van de algemene toelichtingen over hoofdvorm, principes voor gevelindeling en kleur en materiaal.

afbeelding binnen de regeling

Het Reevediep en de klimaatdijk in aanleg

2. Wat is de klimaatdijk?

2.1 De klimaatdijk

De ontwikkeling van het nieuwe dorp Reeve maakt deel uit van een grote integrale gebiedsontwikkeling. Drager van deze ontwikkeling is de realisatie van de bypass van de IJssel naar de randmeren, met begeleidende dijken, dwars door de Polder Dronthen. De begeleidende dijken langs de bypass maken op natuurlijke wijze deel uit van het dijkenstelsel van de IJsseldelta.

De klimaatdijk heeft in Reeve een bijzonder breed en flauw profiel. Doordat het basis profiel is opgehoogd met een ‘leeflaag’, is het mogelijk in/op het extra grondpakket op de dijk woningbouw mogelijk te maken. Ca. 150 woningen zullen op de klimaatdijk worden gerealiseerd, verspreid over een aantal compacte woonclusters; De Werven.

CONTINUE, ROBUUSTE LIJN

Het tracé van de dijk langs het Reevediep, waar de klimaatdijk onderdeel vanuit maakt, bestaat uit een doorgaande lijn in het landschap van lange rechtstanden met af en toe enkele ruime bochten.

De dijk vormt de ruggengraat van het nieuw ontwikkelde gebied Reevedelta. Zij staat symbool voor de maakbaarheid van het (Nederlandse) landschap en het leven in een delta. De dijk als landschappelijk element draagt daarmee sterk bij aan de leesbaarheid en identiteit van het landschap. Daarmee dient de gehele dijk een herkenbaar element te zijn in het landschap door eenduidigheid in opbouw en materialisatie.

Het beeld van de dijk is hoofdzakelijk ‘groen’, met uitzondering van de diverse Werven.

Zichtbare harde bekleding blijft onder de lijn van het buitendijkse fietspad/beheerpad. Daarboven heeft de dijk grasbekleding.

Eventuele steenbekleding boven het fietspad/beheerpad wordt overlaagd met gras om het groene aanzicht van de dijk vanaf de buitenzijde te kunnen blijven beleven. De ‘dijktop’ is daarmee overwegend groen. Deze groene dijktop is in sterke mate bepalend voor de continuïteit van de dijk en geeft een groen aanzicht.

Vanwege de continuiteit van de Klimaatdijk als landschappelijke drager van Reeve zijn de architectuur en stedenbouwkundige indeling van de Werven in dit BKP identiek beschreven. Dit betekent niet dat de Werven identiek gebouwd en ontwikkelt dienen te worden. Subtiele Typeverschillen in bijvoorbeeld kleur, materiaal en bouwmassa, binnen deze zelfde ‘soort’ clusters, kunnen bestaan. Daarmee is het mogelijk om elke Werf af te stemmen op de specifieke plek op de Klimaatdijk, hoog of laag gelegen, klein of groot qua opzet, ergens in het midden geplaatst, of juist als eerste of laatste Werf.

afbeelding binnen de regeling

1. Polder Dronthen

afbeelding binnen de regeling

2. Reevediep en Klimaatdijk

afbeelding binnen de regeling

3. Cultuurlandschap als structuur voor stedenbouwkundige opzet

afbeelding binnen de regeling

4. Verweven stad en landschap

afbeelding binnen de regeling

Dwarsprofiel Klimaatdijk

afbeelding binnen de regeling

2.2 Hoe wordt de openbare ruimte op het klimaatdijk ingericht?

De klimaatdijk kan worden bebouwd. Dit wordt niet als ‘bouwveld’ gezien, maar als ‘landschap’. De bebouwing is hierin nadrukkelijk te gast. Gekozen is dan ook voor de vormgeving van heel compacte woonclusters, ‘De Werven’. Deze laten maximaal ruimte voor het landschap en een landschappelijke woonbeleving.

De compacte opzet van De Werven maakt ook dat de woningen bij elkaar beschutting vinden tegen weer en wind. Samen geven ze tenslotte uitdrukking aan het idee van collectiviteit.

De Werven zijn van binnen autoluw van opzet. De voetganger heeft hier nadrukkelijk voorrang, er is ruimte voor ontmoeting en verblijf. Men kent elkaar, en leeft samen in een compact woonbuurtje, in open verbondenheid met het landschap, Reeve en de stad Kampen.

De maat en plaats van De Werven op de dijk komt divers en organisch over, maar wordt tegelijk zorgvuldig bepaald. Kijkend vanaf, maar ook naar de Klimaatdijk, worden steeds verre doorzichten en daarmee een maximale landschappelijke openheid gewaarborgd.

Langs de voet van de klimaatdijk loopt een ontsluitingsweg, die vanaf Kampen Zuid, langs de Nieuwendijk, helemaal doorloopt tot aan de dorpskern. Vanaf deze doorgaande route worden de woonclusters op de dijk ontsloten d.m.v. secundaire lussen, die steeds één of twee clusters ontsluiten, exclusief voor bestemmingsverkeer, bestaande uit bewoners, bezoekers, afval- en hulpdiensten.

Op de dijk wordt beperkt ruimte geboden aan de auto, en maximaal ingezet op gebruik van de (elektrische) fiets.

Uitgangspunt is dat De Werven autoluw zijn. Men kan met de auto zijn/haar woning bereiken, maar parkeert de auto in compacte parkeerkoffers die verscholen liggen in het groen of op eigen terrein tussen de woningen. Bezoekers worden uitgenodigd te parkeren aan de voet van de dijk, of in de parkeerkoffers in de Erven aan de overzijde van de ontsluitingsweg. Van daar loopt men de dijk op naar ieder cluster.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

GRENS TUSSEN BUITENDIJKS EN BINNENDIJKS LANDSCHAP

De klimaatdijk is te beleven als een robuust, stoer en continu landschap met daarop compacte, doorwaadbare clusters van woningen, die op hun beurt uitdrukking geven aan geborgenheid, gastvrijheid en collectiviteit in het grote open landschap.

De dijk biedt een panoramisch uitzicht over twee contrasterende landschappen. Het buitendijkse natuurlijke landschap van de bypass (het Reevediep) én het binnendijkse gecultiveerde landschap van het dorp Reeve.

De klimaatdijk aan de buitenzijde kent een steiler getrapt talud met ruimte voor diverse recreatieve routes. Het talud bestaat overwegend uit grasbekleding.

De Klimaatdijk aan de binnenzijde kent een flauwer talud. Tevens krijgt deze zijde een meer gecultiveerd karakter, gevormd door een patchwork van diverse agrarische activiteiten (grasland, hooiland, dierenweiden en boomgaarden), afgezet met natuurlijke hagen en houtwallen.

Geïnspireerd op, en aansluitend bij de inrichting van het dijkenlandschap in de IJsseldelta.

Van groot belang is dat het binnendijks talud net als het buitendijks talud overwegend bestaat uit grasbekleding om de klimaatdijk als continue en robuuste - en daarmee leesbare - lijn in het landschap te kunnen borgen.

De intensieve agrarische activiteiten zoals volkstuinen)zullen meer aan de voet van de dijk komen te liggen ter hoogte van de woonclusters en geleidelijk aan een extensiever (agrarisch) karakter krijgen naarmate de afstand tot de woonclusters toeneemt.

Voor de precieze inrichting van dit landschap wordt een flexibel inrichtingsplan opgesteld door de gemeente. Hierin worden onder andere de inrichting en het (flexibele) gebruik van de verschillende velden bepaald, de wandelroutes; alsmede de soorten hagen en wallen, type verharding en type en positie van straatverlichting en bomen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Rivierenlandschap – raamwerk

afbeelding binnen de regeling

Rivierenlandschap – routes

2.3 Hoe worden de werven ingericht?

De bebouwing op de klimaatdijk bestaat uit compacte Werven. De compacte opzet zorgt ervoor dat woningen bij elkaar beschutting vinden tegen weer en wind.

Samen geven ze uitdrukking aan het idee van collectiviteit. De Werven zijn van binnen autoluw van opzet, de voetganger heeft hier nadrukkelijk voorrang, er is ruimte voor ontmoeting en verblijf. Men kent elkaar, en leeft samen in een compact woonbuurtje, in open verbondenheid met het landschap.

PRINCIPES BINNEN DE CLUSTERS

De leefsfeer die hierboven beschreven staat kan worden samengevat in een aantal principes of kernwaarden. De Werven zijn autoluw, er is flexibiliteit in gebruik openbare ruimte, de clusters zijn kleinschalig en ondiep, er is geen anonimiteit bij het thuiskomen;

Lange rechtstanden/doorlopende lijnen worden voorkomen door ‘bajonet’ motieven toe te passen. Lange lijnen komen terug in de omgeving, binnen de werven wordt juist intimiteit nagestreefd. Bij de uiteinden van de clusters loopt de energie om dezelfde reden niet weg maar wordt de collectieve buitenruimte ‘opgevangen’ of afgebakend door een bij voorkeur lager volume; noodzakelijk hierbij zijn verspringende rooilijnen;

Daarmee ontstaan intieme publieke ruimtes, vormgegeven door een constante wisselwerking tussen uitdijen en inkrimpen. De voorkanten/entrees van de woningen zijn gepositioneerd aan dit interieur van de clusters.

In de richting haaks op de klimaatdijk worden zichtlijnen en steegjes juist aangemoedigd, de woningen worden vrij gehouden van elkaar om deze ruimte te faciliteren. Deze zichtlijnen en steegjes verbinden het cluster met het landschap.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Het interieur van De Werven is autoluw en nodigt uit tot ontmoeting en verblijf.

NB. deze beelden zijn niet bedoeld als referentie voor de architectuur

afbeelding binnen de regeling

Smalle zichtlijnen en stegen verbinden de compacte binnenruimte.

NB. deze beelden zijn niet bedoeld als referentie voor de architectuur

afbeelding binnen de regeling

Compacte clusters geven ruimte aan het open landschap, en beschutting tussen de woningen onderling.

NB. deze beelden zijn niet bedoeld als referentie voor de architectuur

3. Een woning in de werven, welke beeldkwaliteit hoort daarbij?

3.1 Vormgeving van de woning

De Werven zijn compact, autoluw en kleinschalig. Ze bieden een collectieve beschermde publieke ruimte vanuit waar de woningen ontsloten worden.

De architectuur die daarbij past is eenduidig, herkenbaar maar niet saai en eentonig. Er is sprake van ‘eenheid in verscheidenheid’. Door heldere kaders en bouwregels zoals volumevorm, kap, kleurstelling en detaillering is er een lijn in de bebouwing te herkennen. Binnen deze regels zijn veel verschillende uitwerkingen van de architectuur mogelijk.

Dit zorgt ervoor dat de gebouwen en de woonomgeving niet saai en eentonig worden.

Eenheid in verscheidenheid is daarmee het bouwkundig-architectonische middel om de compacte woonbuurtjes geborgen, vriendelijk en herkenbaar te maken.

Bewoners voelen zich thuis in de clusters en het openbare gebied tussen de woningen, de architectuur draagt hier aan bij door het bieden van een herkenbaar kader.

De architectonische uitwerking wordt per thema verder toegespitst in de navolgende paragrafen. Bouwregels zijn samengevat in de blauwe kaders.

afbeelding binnen de regeling

De Werven binnen Reeve

afbeelding binnen de regeling

Voorgevelaanduiding van de Werven

afbeelding binnen de regeling

Inspiratie / referenties voor de vormgeving: Eenvoudige, enkelvoudige en eigentijdse volumes, strakke detaillering en de veelvuldige toepassing van hout en metselwerk in natuurlijke tinten

HOOFDVORM

De gebouwen op de Klimaatdijk kennen een sterke onderlinge samenhang maar tegelijkertijd komt een grote verscheidenheid van de bouwstenen in vorm, grootte en typologie, voor.

Klein of groot, dik of dun. Eén of twee lagen met een kap. schuurtjes, villa’s, tweekappers, rijwoningen. Of incidenteel 3 lagen met een kap in het geval van een klein appartementengebouw.

Maar tegelijkertijd ontstaat een sterke eenheid in verschijningsvorm binnen en tussen de verschillende clusters.

Dit wordt bereikt door een eenduidige gebouwvorm met kap waarvan de nokrichting meestal haaks staat ten opzichte van de dijk, met hier en daar een uitzondering. De hoofdvorm van de gebouwen is compact en enkelvoudig, samengestelde hoofdmassa’s zijn niet passend. De doorsnede van de hoofdvorm is gelijk over de gehele gebouwmassa.

Twee-onder-één-kap-woningen en rijwoningen vormen samen één volume onder één kap of juist een groep duidelijk onderscheidbare volumes. Verschil van kapvorm en kaphelling is mogelijk tussen de clusters, maar ook tussen de woningen binnen een cluster. Steeds geven de gemaakte keuzes uiting aan de beschreven ‘eenheid in verscheidenheid’.

1. HOOFDVORM

wel:

  • De woningvolumes hebben een heldere, archetypische hoofdvorm, bestaande uit een 1,2 of 3 laags gebouwvolume met zadeldak 

  • Doorsnede hoofdvolume is continu

  • Uit-, aan-, opbouwen en dakkapellen denkbaar mits deze nadrukkelijk ondergeschikt blijven aan, en slechts een verrijking en onderdeel vormen van het hoofdvolume en zijn dak;

  • Kaprichting met nok meestal of vaak haaks op de Klimaatdijk, met hier en daar een uitzondering. Asymmetrische kappen zijn toegestaan.

  • Duurzame karakter van de gebouwen is herkenbaar in de bouwmassa.

niet:

  • Aanbouwen, dakkapellen en dergelijken die geen onderdeel zijn van het hoofdbouwvolume.

  • Complexe samengestelde vormen

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Voorbeelden van mogelijke vormen van het hoofdgebouw. Heldere archetypische vorm van 1,2 of 3 bouwlagen met zadeldak, de doorsnede van het hoofdbouwvolume is continu

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Voorbeelden van gebouwensembles waarbij eenheid van verschillende gebouwgrootten ontstaat door gelijksoortige gebouwvorm en kleurstelling

afbeelding binnen de regeling

Grotere bouwvolumes (2-kap en appartementgebouwen) mogen bestaan uit meerder geschakelde gelijkvormige bouwvolumes

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

Grote overstekken, samengestelde gebouwvolumes, 2-kap woningen met materiaalverschil, wisselende kaprichting, samengestelde dakvlakken. Overstekken hebben massa en zijn geen onderdeel van de architectuur van de hoofdmassa

GEVELS

Gevelsparingen zijn doelmatig en doordacht. Heel grote/ poortachtige sparingen, maar ook kleine raampjes kunnen voorkomen Bloemkozijnen, diepe negges of kozijnen vlak in de gevel zijn mogelijk. Het wonen wordt zo afleesbaar en het gebouwvolume mag dan wel eenvoudig, of sober zijn; het beeld wordt niet louter streng en sober, maar ook uniek, speels en sculpturaal.

Een sculptuur suggereert overigens dat het een volume, eruit ziet als een gesloten ‘massa’ met sparingen .Een volume kan evenwel ook meer opengewerkt zijn. Zodat het volume de structuur van de woning blootgeeft, en zich maximaal opent naar het landschap, het licht en het uitzicht.

GEVELS 

wel:

  • Gevelindeling is gevariëerd

  • Sculpturaal voorkomen door wisselende gevelopeningen, neggediepte of bloemkozijnen

  • Alternatief: grote, structurele, staande gevelopeningen geven gewenste optimistische/frisse karakter

  • Kleine eenheden geven menselijke maat en geven de woningen een verzorgd en ruim voorkomen;

  • Gevels openen zich naar het publieke domein en de zon, eventuele zonwering is integraal ontworpen

  • Overstekken en andere bouwdetails worden functioneel ingezet tbv beschutte buitenruimtes

niet:

  • Strakke gevelritmes en eenduidige raamvoeringen

  • Risalieten en entréeportalen

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Voorbeelden van sculpturale gevels waarbij de gevelopeningen wisselend van maat en karakter zijn

afbeelding binnen de regeling

Of zo:

Voorbeelden van gevels met grote, structurele, staande gevelopeningen

KLEUR EN MATERIAAL

Uitgangspunt is een gevariëerde architectuur binnen een afgebakend palet. De gebruikte materialen zijn duurzaam en bij voorkeur circulair. Om voldoende samenhang te creëren en voor voldoende circulaire innovatie te zorgen streven we naar gevelmateriaal van hernieuwbare bronnen, bijvoorbeeld hout, of gevels van hergebruikte of circulair vervaardigde baksteen. Dit streven komt terug in de uitstraling: de groei- of productiewijze, en wijze van verduurzaming is afleesbaar in de textuur en kleur van het materiaal.

Binnen De Werven worden overwegend dezelfde kleuren en materialen toegepast. Toegepaste kleur kan variëren in een reeks naturelle tinten van zwart, natuurlijk vergrijsd hout, tot grijs. Zo passen de verschillende clusters ook goed bij elkaar.

Binnen de gevels kunnen ondergeschikte verbijzonderingen worden aangebracht in materialisatie en kleur van onderdelen zoals plinten, kozijnen, deuren en luiken.

Gevel en kap passen qua kleurtint bij elkaar. Daken krijgen wel een donkere kleurstelling; zonnepanelen moeten visueel harmoniseren met het dakvlak.

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

gevelmateriaal is aan alle zijden van de hoofdmassa gelijk, kleurtint daken en gevels liggen dicht bij elkaar

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

gevelmateriaal mag afwijken om bouwkundige elementen, buitenruimtes of andere verbijzonderingen in de architectuur te accentueren, binnen de kleurtoon en tint van de hoofdmassa

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

gevelmateriaal verschilt per gevel of gevelmateriaal is willekeurig gekozen als ‘versiering’. Daken wijken in kleurtoon en tint af

KLEUR EN MATERIAAL

wel:

  • Gevels bestaan zoveel mogelijk uit duurzame materialen

  • Hoofdmateriaal gevel is onbehandeld of verduurzaamd hout, natuursteen, natuurlijke pleisters of keramische materiaal (metselwerk).

  • Kleuren zijn vergrijsde, middengrijze tot zwarte materiaaleigen naturelkleuren

  • Het hoofdmateriaal en kleur van de woningen is gelijk over het gehele bouwcluster, het is een eenduidige gevelvoorziening die daarmee sculpturaliteit bevordert.

  • Materiaalafwerking laat de materiaaleigenschappen of methode van productie zien; zoals de houtnerf of steenstructuur

  • Hout is wanneer toegepast natuurlijk vergrijsd, zwartgebrand of zwart/donkergrijs gebeitst

  • Wanneer metselwerk wordt toegepast:

    • overweeg en onderzoek circulaire of hergebruikte (bak)stenen

    • eentonige (niet bonte) mix

    • de verwerking van het metselwerk benadrukt de materiële verschijning van het geheel (de hele gevel of het gehele bouwvolume). Afzonderlijke stenen of voegen mogen niet opvallen.

      Dat kan bijvoorbeeld door toepassing van uitgesproken cementbaarden, doorgestreken lintvoegen, chipperen, gelijke kleur voeg en steen,ontbrekende stootvoegen of kartelwerk.

    • kleur: grijs, grijsbruin, grijszwart of zwart

  • Daken zijn donker zodat PV-panelen onopvallend in het dak opgaan. Groene daken zijn ook mogelijk bij dakvlakken waar geen PV-panelen worden toegepast

  • Sterke samenhang tussen kleur gevel en dak, daardoor ontstaat het beeld van een eenduidig robuust volume

niet:

Groot contrast tussen gevelmateriaal en kozijnen (tenzij donkere gevel en witte kozijnen)

  • Antracietkleurige kozijnen in lichte gevel

  • Volkern materialen

  • Betonnen of stenen kaders/omlijstingen

afbeelding binnen de regeling

Materialenpalet:

Hout, naturelkleurig, of zwart gebrand Stuc/cementeerwerk, licht/lichtgrijs Mogelijk circulaire (metselwerken) gevelstenen: grijs, grijsbruin, grijszwart of zwart

DETAILLERING

wel:

  • Passend bij de duidelijke en eenvoudige hoofdvorm van de bouwmassa’s is de detaillering zorgvuldig en funtioneel.

  • De overgangen van de gevel op het maaiveld en op het dak worden getypeerd door fijne maatvoering, met slanke goten, daklijsten en trasraam.

  • Dakranden en goten zijn slanke onderdelen van de architectuur ze geven uitdrukking aan het materiaal

  • Kozijndetails zijn ingetogen, verbijzonderd of juist opgenomen in de gevelplastiek

  • Gevelelementen zoals zonweringen, nestkasten, balustrades ed. zijn ingetogen, minimaal gedetailleerd en onderdeel van de architectuur 

niet:

  • Uitgetimmerde bakgoten, sierlijsten, luifels en geveloren

  • Groot contrast tussen gevelmateriaal en kozijnen (tenzij donkere gevel en witte kozijnen)

afbeelding binnen de regeling

Alternatief: kozijndetails worden verbijzonderd. Door maat, ritme of kleur gaan de kozijnen een relatie aan met de architectuur

  • 1,

    Ritme en kleur geeft een verdiepingsslag aan de architectuur van deze gevel

  • 2&3,

    Extra stevig aangezette kozijnen zijn herkenbaar en zijn qua maat onderdeel van de gevelarchitectuur

  • 4,

    Een accentkleur (volgens kleurenpalet) toepassen die ton- sur-ton is met de kleur van de gevel

afbeelding binnen de regeling

Voorbeelden van eigentijdse ingetogen gedetailleerde kozijnen

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

Geen lichte gevels met hoog contrasterende kozijnkleuren en geen zwart/antraciet-wit combinaties

afbeelding binnen de regeling

Voorbeelden van slanke, eigentijds gedetailleerde dakranden en dakgoten.

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

Geen volkern materialen, geen volkern gevelopvullingen

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

Geen uitgetimmerde bakgotenen of dakoverstekken. Geen sierlijsten. Geen volkern materialen. Geen oren aan de gevel

afbeelding binnen de regeling

Als alternatief kunnen dakranden juist worden aangezet.

De rand wordt een eigen vlak of ornament dat laat zien van welk materiaal het is gemaakt. De dakrand ligt in dit geval ook vlak in de gevel.

PV-PANELEN, GROENE DAKEN EN INSTALLATIES 

wel:

  • PV-panelen:

    • zwart van kleur

    • zo veel mogelijk uit het zicht geplaatst in dakvlakken met (flauwe) hellingshoek

    • op daken die niet donkergrijs/zwart van kleur zijn: PV- panelen komen hier niet zichtbaar voor

  • Installaties (zoals buitenunits van warmtepompen en airco’s):

    • worden uit het zicht vanaf de openbare ruimte geplaatst,

    • vormen een integraal onderdeel van het ontwerp, dus: onzichtbaar opnemen in het bouwvolume of ter versterking van de sculpturale werking,

    • bij plaatsing wordt aandacht geschonken aan mogelijke geluidshinder van installaties voor bewoners en buren.

  • De indeling en oriëntatie van de gevelopeningen speelt slim in op het gebruik van passieve zonne-energie.

  • Groene daken kunnen worden toegepast.

niet:

  • Blauwe PV-panelen in het zicht

  • PV-panelen in het zicht op dakvlakken die niet donkergrijs/zwart van kleur zijn

  • Uitlogende producten/materialen zijn niet toegestaan (teer, lood, onbehandeld zink, etc.)

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

PV-panelen;

  • 1.

    vlak in het dakvlak op een flauw dakvlak

  • 2.

    vlak in het dakvlak op hoge nauwelijks zichtbare daken

  • 3.

    uitgevoerd als volledig dakvullend (energiedak)

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

PV-panelen zo veel mogelijk uit het zicht op hoge meest flauwe dakvlakken

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

daken in het zicht zijn donker zodat PV-panelen wegvallen in het dakvlak

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

zichtbare PV-panelen zijn zwart van kleur en vallen in het dakvlak

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

zonnepanelen op het meest zichtbare dakvlak

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

PV-panelen in het zicht op een dakvlak met kleurcontrast tov. de PV-panelen

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

Geen blauwe PV-panelen of/en geen hoog kleurcontrast tussen dakbedekking en PV- panelen die duidelijk in het zicht liggen

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Installaties zoals buitenunits van warmtepompen en airco’s vormen integraal onderdeel van het ontwerp

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

installaties, in het zicht vanaf de openbare ruimte, op het erf of aan de gevel

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

groene daken kunnen voorkomen

3.2 Dakkapellen, bergingen en aanbouwen

DAKKAPELLEN, BERGINGEN EN AANBOUWEN wel:

  • Dakkapellen zijn onderschikt en gaan qua kleur op in het dakvlak óf ze zijn onderdeel van de architectuur van de hoofdmassa

  • Dakkapellen zijn minimaal gedetailleerd

  • Uit- en aanbouwen zijn onderdeel van de hoofdmassa of volgen hetzelfde architectonische systeem. Ze zijn onderdeel van de architectuur van het hoofdgebouw

  • Tuinbergingen in kleur, materiaal en gebouwvorm gelijk aan of in nadrukkelijke afstemming met het hoofdgebouw

niet:

  • Dakkapellen in afwijkende kleur of detaillering ten opzichte van het dak of de gevel

  • Dakkapellen met overstek of luifel

  • Aanbouwen met afwijkende materialen en kleuren

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Voorbeeld van een gebouwensemble waarbij bergingen, aanbouwen en andere secundaire gebouwdelen onderdeel zijn van de architectuur van de hoofdmassa’s

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

bergingen zijn;

  • 1.

    onderdeel van het hoofdvolume,

  • 2.

    (opgenomen in) een aanbouw die wordt gebouwd met dezelfde massaprincipes en architectuur als de hoofdbebouwing,

  • 3.

    of voor verschillende woningen geclusterd in een bijgebouw dat wordt gebouwd met dezelfde massaprincipes en architectuur als de hoofdbebouwing

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

  • 1.

    bergingen zijn opgenomen in het bouwvolume zodat ze niet van invloed zijn op de bouwvolumes van het gebouwensemble

  • 2.

    of; bergingen/aanbouwen zijn toegevoegd aan het gebouwensemble met dezelfde massaprincipes als de hoofdmassa’s

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

uitbouwen zijn;

  • 1.

    onderdeel van het hoofdbouwvolume,

  • 2.

    of gebouwd met dezelfde massaprincipes en architectuur als de hoofdbebouwing

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

In deze voorbeelden zijn de uitbouwen, dakkapellen en schoorstenen qua vorm, architectuur en materiaal onderdeel van de hoofdbouwmassa van het gebouw.

NB. Deze voorbeelden zijn slechts bedoeld als typologische duiding van aanbouwen ed. en niet als kleur of materiaalreferentie.

afbeelding binnen de regeling

Alternatief:

In deze voorbeelden zijn de dakkapellen en schoorstenen totaal ondergeschikt aan de hoofdbouwmassa.

In dit geval wordt de dakkapel uitgevoerd in de kleur van het dak (zwart/antraciet) en met minimale bouwdetails, dus zonder overstekken en schaduwranden.

3.3 Kavelinrichting

KAVELINRICHTING 

wel:

  • Erfafscheidingen volgens plankaart

  • Lage brede erfafscheidingen vormen afbakening tussen tuin en landschap

  • Lage ruige beplanting van maximaal 1m hoog komt voor:

    • in brede stroken tussen tuin en landschap

    • in de binnenwereld van het wooncluster

  • Hoge hagen van 1,8m hoogte komen voor:

    • als scheiding tussen twee privé achtertuinen

    • als erfafscheiding ter plaatse van een looproute tussen de binnenwereld van het wooncluster en het omliggende dijklandschap. De overlap met de zijgevel van de woning is maximaal 2,5m loodrecht vanaf de uiterste rooilijn van de achtergevel.

niet:

  • hoge erfafscheidingen aan zijgevels en publieke buitenruimte cluster

  • houten, betonnen, bakstenen of andere typen erfafscheidingen die niet groen of begroeid zijn

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Hoge hagen; waar achtertuinen aan een doorgang of aan elkaar grenzen, komen hoge hagen voor. Deze mogen bestaan uit meerdere soorten wat ten goede komt aan de natuurlijke uitstraling en biodiversiteit.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Ruige beplanting; achtertuinen worden gescheiden van het dijklandschap door een brede strook ruige beplanting. Privacy van de tuinen wordt zo, in combinatie met de hoogteverschillen, gewaarborgd terwijl de gebouwclusters als silhouet goed zichtbaar blijft. Op die manier versterkt de erfafscheiding de beleving van het landschap zowel binnen als buiten de tuin.

afbeelding binnen de regeling

Zo wel:

Hoogteverschillen op de dijk kunnen worden ingezet om inkijk in de tuinen ter plaatse van lage ruige beplanting te voorkomen

afbeelding binnen de regeling

Zo niet:

(Kale) houten of betonnen schuttingen

Ondertekening