Beeldkwaliteitsplan – Nadere uitwerking kunstwerken IJsseldelta Zuid

Geldend van 12-03-2015 t/m heden

Intitulé

Beeldkwaliteitsplan – Nadere uitwerking kunstwerken IJsseldelta Zuid

Inleiding

Dit document is een aanvulling op de ‘Plan- studie IJsseldelta Zuid Beeldkwaliteitsplan’ d.d. 17.08.2012. Deze aanvulling is een nadere uitwerking van een deel van Hoofdstuk 2 (p. 71-86) en een aanvulling op de visie, thema kunstwerken. Het gaat met name in op de architectonische vormgeving en landschappelijke inpassing van het inlaatwerk, de recreatiesluis en de Nieuwendijksebrug.

Visie

De kunstwerken zijn in de basis eigentijds civieltechnische kunstwerken die integraal ontworpen dienen te worden met een hoogwaardige architectonische vormgeving. De vormgeving gaat uit van een sterke beleefbaarheid, en een afleesbaarheid van de functie en werking van de kunstwerken.

De vormgeving is niet autonoom, maar wordt sterk bepaald door de civieltechnische randvoorwaarden die de rivierstromingen en krachten veroorzaken, en door de samen- hang met de landschappelijke inpassing. De kunstwerken zijn heldere hoofdvormen die goed leesbaar zijn in het landschap. Hoewel het inlaatwerk, de recreatiesluis, de Nieuwendijksebrug en de Revendam ander vormige kunstwerken zijn, dienen deze uit één hand ontworpen te worden. Terugkerende elementen worden in vorm, kleur en materiaal op elkaar afgestemd in relatie tot de kunstwerk- specifieke vormgevingsuitgangspunten. Met deze aanvullende uitgangspunten zijn voor de beeldbepalende kunstwerken de vormgevingsprincipes verder uitgewerkt.

afbeelding binnen de regeling

Uitwerking Inlaatwerk IJsseldijk

Paspoort

Onderdeel:

Inlaatwerk IJsselijk

Uitvoering in fase:

2

Code:

I A I

Thema's

Familie / onderdeel van:

Dijk:

IJsseldijk t.h.v. de bypass

Infrastructuur:

kruisende infrastructuur

Kunstwerken:

kunstwerken in de IJsseldijk

Maaiveldinrichting:

-

Stedelijk gebied:

-

Functie op hoofdlijnen

  • Inlaatwerk voor de bypass bij extreem hoog water op de IJssel (veiligheid).

  • Geïntegreerde migratievoorziening (permanente waterverbinding / geul) en vee passage (i.v.m. begrazing aan weerszijden)

  • Mogelijkheid voor regelmatige extra inlaat (vanuit ecologie / zichtbaarheid, zo vaak mogelijk / minimaal 1x per 5 jaar)

  • Wegverbindingen: Kamperstraatweg met parallelle infrastructuur (fietspaden).

  • Hét icoon van het functioneren van de bypass. Attractie die het bekijken waard is.

  • Inlaatwerk is uniek.

  • Waterdynamiek / Aantrekkingskracht

  • Werking in fase 1 en fase 2

Bijzonderheden

Het inlaatwerk wordt door ontworpen en uitgevoerd in fase 1. Daarbij zal ook definitief de constructie gekozen worden. Voor het technisch ontwerp (op niveau schetsontwerp) is uitgegaan van:

  • totale breedte van circa 250 meter

  • drempelniveau van 0,5 m + NAP

  • uitneembare schotten

  • ‘default’ stand van + 1,5 m + NAP

  • sluitbaar tot 4,7m + NAP

  • veepassage in noordelijk segment

  • migratiegeul en ‘extra’ inlaat in aansluitende segmenten

Voor de relatie met de IJsseldijk: zie ook onderdeel IJsseldijk.

afbeelding binnen de regeling

Visie / ontwerpopgave

Het inlaatwerk in de IJsseldijk is de grootste technische constructie van de bypass en daarmee hét icoon van het functioneren. Het gaat er enerzijds om deze werking inzichtelijk te maken (door het zichtbaar maken van de constructie) en anderzijds om, het inlaatwerk goed in te passen in het natuurlijke landschap van de omgeving. Het inlaatwerk moet het bekijken / bezoeken waard zijn: vanaf de Kamperstraatweg, vanaf de paden in de bypass én vanaf Wilsum aan de overzijde van de IJssel. Hierbij past een hoogwaardige architectonische uitstraling: één geïntegreerd totaalontwerp voor brug en inlaat. Het geheel moet dynamiek uitstralen. De werking moet inzichtelijk zijn, zowel in default (99% van de tijd), gesloten als geopende toestand. Ontwerp en techniek zijn in het inlaatwerk onlosmakelijk met elkaar verbonden (zoals bv. bij de ‘wielen en kleppen’ van het doorlaatwerk bij de Mont Saint Michel). De visie is uitgewerkt in de volgende ontwerpprincipes.

Vormgevingsprincipes Inlaatwerk IJsseldijk

Ligging

  • Het inlaatwerk vormt een passtuk in de IJsseldijk.

  • De dijkdelen waar het inlaatwerk op aansluit liggen in lijn met het kunstwerk

  • De weg en het fietspad sluiten naadloos (en zonder knikken) aan op het profiel van de dijk.

Hoofdvorm

  • Het inlaatwerk heeft een heldere hoofdvorm.

  • Het kunstwerk voegt zich binnen het aanzicht / profiel van de (te vernieuwen) IJsseldijk.

  • Het kunstwerk vormt een scherpe incisie in het dijklichaam.

  • Het kunstwerk is samengesteld uit een reeks gelijke segmenten.

afbeelding binnen de regeling

Principe aansnijding van de dijk

afbeelding binnen de regeling

Asymmetrisch dwarsprofiel

  • De hoofdvorm wordt bepaald door twee beelddragers; het brugdek en de dwarsschijven.

  • Het ontwerp accentueert de spanning tussen de repetitie van elementen en de doorgaande lijn.

  • Het asymmetrische dwarsprofiel versterkt de zichtbaarheid van de regulerende en kerende werking van het waterwerk.

Onderbouw

  • De onderbouw is opgebouwd uit een reeks gelijke segmenten; er is geen onderlinge hiërarchie zichtbaar.

  • De openingen in het inlaatwerk hebben een liggend formaat. De minimale breedte maat van een segment bedraagt 10 m.

  • De grondkerende constructies volgen het profiel van het dijklichaam. De eindwanden worden uitgevoerd in beton en zijn gelijksoortig aan de overige wanden.

afbeelding binnen de regeling

Liggend formaat van gelijke openingen

  • De betonnen wanden (m.u.v. de twee eindwanden) zijn in vorm en materiaal gelijk.

  • De wanden zijn monolithische betonelementen en hebben een heldere, asymmetrische vorm;

    • >

      Aan de IJsselzijde eindigt het element verticaal met een heldere kop. In aanzicht komt het brugdek los van de onderbouw

      afbeelding binnen de regeling

    • >

      Aan de bypasszijde loopt de betonnen schijf onder een helling van 1:2 af. In aanzicht ligt het brugdek hier verzonken in de wand.

  • De vorm van de wand volgt uit de constructieve en hydraulische uitgangspunten.

afbeelding binnen de regeling

De vorm van de wanden volgt uit de constructieve en hydraulische uitgangspunten

  • De wanden worden uitgevoerd in glad beton zonder stortnaden.

  • In aanzicht zijn de opleggingen minimaal zichtbaar. Eventuele opdikkingen van de betonnen schijven t.b.v. de opleggingen van het brugdek minimaal houden.

  • De hoofdvorm van de betonnen wanden wordt niet aangetast door de sponningen voor de plaatsing van schotten.

  • De sponningen bevinden zich op een vaste afstand t.o.v. elkaar en houden voldoende afstand t.o.v. de hoeken.

afbeelding binnen de regeling

De sponningen voor de schotten zijn integraal deel van de wanden, en niet er op gemonteerd

  • De positionering en detaillering van de sponningen is over het gehele kunstwerk gelijk.

  • Het stortebed ligt evenwijdig aan het kunstwerk en is zo compact mogelijk

  • De betonnen vloer van het inlaatwerk wordt i.v.m. bereikbaarheid voor onderhoud en voor het voorkomen van erosie, doorgetrokken tot voorbij de beëindiging van de dwarsschijven, maar blijft zo compact mogelijk.

afbeelding binnen de regeling

Sponningen voor schotten dienen regelmatig geplaatst en symmetrisch te zijn

afbeelding binnen de regeling

Betonvloer en stortebed zijn zo compact mogelijk en lopen parallel aan dijk en weg.

afbeelding binnen de regeling

De betonnen vloer van het inlaatwerk wordt doorgetrokken tot voorbij de beëindiging van de dwarsschijven, maar blijft zo compact mogelijk.

  • Het vloeroppervlak wordt voorzien van afschot voor gecontroleerde afwatering en voor het leesbaar maken van de stroomrichting.

afbeelding binnen de regeling

Het afschot zorgt ervoor dat als er plassen blijven staan, deze de stroomrichting laten zien, en geen kringen veroorzaken op het beton

afbeelding binnen de regeling

Afschot in het vloeroppervlak benadrukt stroomrichting

Brugdek

  • In aanzicht vormt het brugdek een vlakke, doorgaande lijn. Er zijn geen zichtbare knik- ken of andere discontinuïteiten die dit beeld verstoren.

  • De constructiehoogte van het brugdek wordt minimaal gehouden voor maximale openheid onder het kunstwerk.

  • De rand van het betonnen brugdek heeft een lip zodat de brug een rank aanzicht krijgt.

  • Togen in liggers maximaal 1/500 van overspanning. Togen niet zichtbaar in zijaanzicht en vanaf de brug, bijvoorbeeld door opvanging in het randdetail.

Randdetail

  • Het dwarsprofiel van het brugdek is asymmetrisch door twee types randdetaillering:

    • >

      Aan de IJsselzijde wordt het aanzicht bepaald door een scherm dat voor het brugdek is langsgetrokken. Het doorgaande vlak versterkt de lengterichting van het kunstwerk. Het scherm is semi transparant, bijvoorbeeld strekmetaal.

    • >

      Aan de bypasszijde wordt een open hekwerk toegepast voor maximale openheid vanaf het fietspad.

  • Het hekwerk volgt de doorgaande lijn van het brugdek.

  • Beide hekwerken zijn over de gehele brug gelijk in materiaal en detail.

afbeelding binnen de regeling

Asymmetrische randdetaillering

  • De balusters zijn volgens een vaste verdeling uitgezet voor een rustig en continu beeld.

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik. Gedekte kleuren voegen zich in het landschap. Het scherm mag wel bijzonder materiaal zijn.

Hijsconstructie

  • De verticale hijsconstructie is geen onderdeel van de hoofdvorm. De constructie vormt een zelfstandig object op het kunstwerk maar wordt in samenhang met het geheel ontworpen

  • Vormgeven als technisch / functioneel element

  • Lichte en transparante staalconstructie

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik. Uitvoeren in één kleur (gedekt) die zich voegt in het landschap, en contrasteert met beton.

Schotten

  • De schotten vormen een beeldbepalend element van het kunstwerk en zijn vormgegeven en ingepast i.r.t. het geheel

  • De openingen voor de schotten liggen in één lijn op een vaste afstand.

  • De schotten zijn in maat en materiaal gelijk.

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik. Uitvoeren in één kleur (gedekt) die zich voegt in landschap, en contrasteert met beton.

Inrichting wegprofiel

  • Het profiel op de brug is over de volle lengte gelijk.

  • Geen geleiderail voor hekwerken, vereiste kering opgenomen in hekwerk.

Verlichting

  • Geen lichtmasten op het kunstwerk: voorzieningen worden opgenomen in het hekwerk of in het brugdek

  • Lichtmasten in bochten voor het kunstwerk zijn gelijk aan verlichting op de dijk.

Maaiveld

  • Landschap buiten de teenlijn van de dijk is niet onderscheidend t.o.v. de rest van de bypass / Onderdijkse Waard.

  • Bodembescherming t.p.v. overgang betonvloer - maaiveld uitvoeren in natuurlijk materiaal. Uitvoeren in 1 type materiaal en zone doortrekken tot de teenlijn van de dijk.

  • Aanvullende voorzieningen t.b.v. grondverdediging (tegen uitspoeling) buiten de teenlijn bevindt zich onder maaiveld en zijn niet zichtbaar.

  • Het maaiveld op de dijk (beplanting/begroeiing) sluit direct aan op de grondkerende constructie.

Afwatering

  • Het hemelwater dat op de brug valt wordt afgevoerd naar het Revediep. De afwatervoorzieningen zijn geïntegreerd in het dek, er zijn geen HWA’s in het zicht.

  • Voorzieningen

  • Terughoudendheid met plaatsing technische voorzieningen (bv. bebording, signalering) op en aan de brug.

  • Vereiste voorzieningen zorgvuldig ingepast en ontworpen. Schaal, vorm en materiaal sluit aan bij het object.

afbeelding binnen de regeling

Referentiebeeld geperforeerd beton, toe te passen voor de beheerspaden buiten de instroomopening

afbeelding binnen de regeling

Betonnen wanden volgen talud

afbeelding binnen de regeling

Referentiebeeld doorlaatwerk Le Mont Saint Michel: ontwerp en techniek geïntegreerd, asymmetrisch profiel benadrukt de werking

afbeelding binnen de regeling

Noordelijke segmenten: verschillende functies, één beeld voor de constructie

afbeelding binnen de regeling

Uitwerking Recreatiesluis

Paspoort

Onderdeel:

Recreatiesluis

Uitvoering in fase:

I

Code:

I A 3

Thema's

Familie / onderdeel van:

Dijk:

IJsseldijk t.h.v. de bypass

Infrastructuur:

kruisende infrastructuur (Kamperstraatweg)

Kunstwerken:

kunstwerken in de IJsseldijk

Maaiveldinrichting:

vaargeul

Stedelijk gebied:

-

Binnen ensemble:

omgeving sluis en paviljoen

Functie op hoofdlijnen

  • Verbinding tussen de IJssel en de bypass voor de recreatievaart (incl. wacht- en overnachtingssteigers)

  • Aantrekkelijk uitzicht vanaf het paviljoen op de IJsseldijk en één van de bijzondere punten in een ‘wandelommetje’

  • Uitkijkpunt vanaf fietspaden aan de Kamperstraatweg

afbeelding binnen de regeling

Referentie balkon

afbeelding binnen de regeling

Visie / ontwerpopgave

De recreatiesluis vormt onderdeel van een attractie. De fietspaden langs de noordelijke bypassdijk en de Kamperstraatweg sluiten hier op elkaar aan en er wordt voorzien in een paviljoen (buitendijks) dat uitzicht biedt op het sluiscomplex: het schutten van de boten vormt een attractief beeld. Met het oog op de continuïteit/samenhang van dit segment van de IJsseldijk wordt voorgesteld de recreatiesluis te beschouwen als een compacte constructie in de IJsseldijk, die het dijklichaam zo min mogelijk onderbreekt.

De omgeving is groen en landschappelijk.

Het ontwerp speelt in op zowel de beleving vanaf het water als vanaf land.

De sluis en de wegoverkluizing zijn in samenhang ontworpen, en een publiek toegankelijk plateau wordt aangelegd langs de sluiswanden. Dit balkon loopt via een brede trap door naar het lager gelegen deel. Deze loper accentueert de langgerekt hoofdvorm van het kunstwerk. De materialisering van de loper dient te passen bij de eisen vanuit beheer en de wensen hier een aantrekkelijke verblijfsplek te maken, met bijvoorbeeld klinkerbestrating.

Vormgevingsprincipes Recreatiesluis

Ligging

  • De sluis is geplaatst in lijn van de vaargeul.

  • De sluis ligt haaks in de IJsseldijk.

  • Het kunstwerk ligt vrij van de aansluiting IJsseldijk op de noordelijke bypassdijk. (minimale afstand 70 m)

  • De weg en het fietspad sluiten naadloos (en zonder knikken) aan op het profiel van de dijk.

Hoofdvorm

  • Het kunstwerk heeft een heldere, leesbare hoofdvorm.

afbeelding binnen de regeling

Heldere, leesbare hoofdvorm

  • Het kunstwerk voegt zich binnen het aanzicht / profiel van de (te vernieuwen) IJsseldijk.

  • De harde constructie (o.a. sluishoofd, kadewand, het sluisplateau en de overkluizing) zijn gevat in een U-vormig element.

  • De hoofdvorm van het kunstwerk is symmetrisch rond de as van de vaargeul.

afbeelding binnen de regeling

De sluis is symmetrisch

  • Het kunstwerk vormt één geheel door eenduidige vormgeving en materialisering.

  • Aan de IJsselzijde is het kunstwerk scherp ingesneden in het dijklichaam. In het beeld is het groene talud dominant.

  • Het bedieningsgebouw markeert de sluis, gezien vanuit de omgeving.

Sluiswanden

  • De sluiswand uitvoeren als één element met een heldere hoofdvorm en beëindigingen.

afbeelding binnen de regeling

  • De wand vormt een doorlopende lijn met een vaste breedte tussen de twee sluismonden.

afbeelding binnen de regeling

De sluiswanden worden richting IJssel iets doorgetrokken zodat de eenvoudige vorm ook vanaf de IJsselzijde zichtbaar is

  • De deurkassen, sluispotten, trappen en overige voorzieningen zijn als inlassingen opgenomen in de wand. Bolders mogen wel op de sluiswanden / lopers geplaatst.

afbeelding binnen de regeling

Ladders, aanlegvoorzieningen en sluisdeuren worden opgenomen in de wanden

  • Aan de IJsselzijde volgt de wand het profiel van de dijk. De grondkerende constructie vormt een scherpe insnijding in het dijklichaam.

  • In aanzicht zijn de opleggingen minimaal zichtbaar. Eventuele opdikkingen van de betonnen schijven t.b.v. de opleggingen van het brugdek minimaal houden.

  • De wanden worden uitgevoerd in glad beton waarbij stortnaden zorgvuldig zijn geplaatst.

Sluisplateau

  • Het sluisplateau vormt een doorlopende zone langs de sluiskade; de sluishoofden, harde constructies en stroken langs de kolk vormen één element.

  • Niveauverschillen worden verbonden door trappen over de volle breedte van het plateau.

  • De loper is in materiaaltype continu. De verharde en half-openverharde delen vormen een geheel, bijvoorbeeld beton en hoogwaardige grasbetontegels (met zo veel mogelijk open grond/gras voor een groen beeld).

  • De materialisering van de loper sluit aan bij de eisen vanuit beheer en de wensen hier een aantrekkelijke verblijfsplek te maken.

  • Van de loper is aan weerszijden van de sluiskolk twee meter met paaltjes en een ketting afgezet, als markering om een vrije loopruimte te bieden aan de sluiswachter. Op de loper loper worden geen vaste hekwerken geplaatst.

afbeelding binnen de regeling

De sluis met verharding is een ‘loper’ in het landschap

afbeelding binnen de regeling

Aan weerszijden wordt met een ketting publiek op afstand gehouden (referentie Blokzijl).

Sluisdeuren

  • De sluisdeuren vormen zelfstandige objecten in het kunstwerk en worden in samenhang met het geheel ontworpen.

  • De deuren hebben een heldere hoofdvorm. Vormgeven als technisch / functioneel element.

  • De lage en hoge sluisdeur zijn gelijksoortig in vorm en werking. Materiaal en kleurgebruik zijn gelijk.

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik.

  • Uitvoeren in één kleur (gedekt) die zich voegt in landschap, maar contrasteert met beton.

Brugdek

  • In aanzicht vormt het brugdek een vlakke, doorgaande lijn. Er zijn geen zichtbare knikken of andere discontinuïteiten die dit beeld verstoren.

  • De constructiehoogte van het brugdek wordt minimaal gehouden voor maximale openheid onder het kunstwerk.

  • De rand van het betonnen brugdek heeft een lip zodat de brug een rank aanzicht krijgt.

  • Togen in liggers maximaal 1/500 van overspanning. Togen niet zichtbaar in zijaanzicht en vanaf de brug, bv door opvanging in randdetail.

  • Er blijft genoeg ruimte tussen de hoge sluisdeuren en de onderkant van het brugdek om licht door te laten.

Randdetail

  • Het dwarsprofiel van het brugdek is asymmetrisch door twee types randdetaillering:

    • >

      Aan de IJsselzijde wordt het brugdek losgetrokken van de onderbouw. Het randdetail is doorgetrokken om de doorgaande lijn van de dijk te accentueren.

    • >

      Het brugdek ligt verzonken in de wand. De rand vormt een geheel (breedte en materiaal) met de sluiskade. De rand van het betonnen brugdek heeft een lip zodat de brug een rank aanzicht krijgt.

afbeelding binnen de regeling

De rand van het betonnen brugdek heeft een lip zodat de brug een rank aanzicht krijgt

  • Het hekwerk is terugliggend gepositioneerd t.o.v. de rand.

  • Het hekwerk volgt de doorgaande lijn van het brugdek.

  • Hekwerken zijn voor het gehele kunstwerk (brugdek en sluis) gelijk in materiaal en detail.

  • De balusters zijn volgens een vaste verdeling uitgezet voor een rustig en continu beeld.

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik, gedekte kleuren voegen zich in het landschap.

afbeelding binnen de regeling

Transparant hekwerk naast het fietspad. Geleiderail (indien nodig) als scheiding met de hoofdrijbaan

Inrichting wegprofiel

  • Het profiel t.p.v. de overkluizing is over de volle lengte gelijk.

  • De verblijfsplek aan de IJsselzijde verbindt de twee lopers. Deze zone is ingericht als een verblijfsplek.

  • Aan de IJsselzijde is een loopstrook opgenomen

  • De doorgaande lijn van de lopers aan weerzijde van de kolk is leesbaar in de inrichting van de weg.

  • Oversteekvoorziening maakt deel uit van het totaalontwerp en sluit aan op de hoofdvorm van het kunstwerk.

Verlichting

  • Integraal lichtplan maakt deel uit van de ontwerpopgave. Er gelden de volgende uitgangspunten:

    • >

      Verlichting draagt bij aan samenhangend rustig beeld

    • >

      De sluisverlichting accentueert de hoofdvorm van het kunstwerk.

    • >

      Toepassen gelijk type masten en armaturen

Afwatering

  • De hemelwaterafvoer van de brug vindt plaats op het Revediep. De afwatervoorzieningen zijn geïntegreerd in het dek. Geen HWA’s in het zicht.

Bedieningsgebouw

  • Het gebouw heeft en heldere hoofdvorm

  • Het bedieningsgebouw markeert de sluis gezien vanuit de omgeving

afbeelding binnen de regeling

Het bedieningsgebouw heeft een staande vorm, is herkenbaar uit de omgeving en geeft de sluiswachter overzicht

  • Het gebouw heeft vanuit alle benaderingshoeken een herkenbaar silhouet.

  • Het bouwvolume heeft en staande vorm, de footprint op de dijk is beperkt van omvang.

  • Het gebouw is vormgeven als los object; kunstwerk en gebouw zijn niet samengetrokken in vorm en / of materiaal.

  • Het gebouw is geplaatst in de loper.

afbeelding binnen de regeling

Het gebouw is geplaatst in de loper

  • Ontsluiting vind plaats vanaf de loper. Geen aparte toegangspaden op het dijktalud.

  • Het hoofdvenster is onderdeel van de hoofdvorm.

  • Gevel hoogwaardig gematerialiseerd en gedetailleerd. 2e façade (zicht / openheid / zonlicht)

Aanvaarbeveiliging

  • Het ontwerp van de aanvaarbeveiligingen voor de sluismonden maakt deel uit van de integrale opgave. Uitgangspunten daarbij zijn:

    • >

      Verschijningsvorm is terughoudendheid en functioneel.

    • >

      De hoogte van het remmingswerk dient beperkt te blijven.

    • >

      Remmingwerk uitvoeren als losse constructie in hout.

    • >

      De constructie heeft t.o.v. het maaiveld een beperkte hoogte.

afbeelding binnen de regeling

Het hoofdvenster is onderdeel van de hoofdvorm

Aanlegvoorzieningen

  • Aanlegvoorzieningen voor de sluismonden maken deel uit van de integrale opgave. Uitgangspunten daarbij zijn:

    • >

      Aanlengvoorzieningen vormgeven en ingepast als losse objecten t.o.v. kunstwerk.

    • >

      Vorm en materiaal aanlegvoorzieningen gelijk.

    • >

      Verschijningsvorm is terughoudendheid en functioneel.

    • >

      Plaatsing parallel aan oeverlijn.

    • >

      Terughoudend materiaal- en kleurgebruik.

Voorzieningen

  • Terughoudendheid met plaatsing technische voorzieningen (bv. bebording, signalering) op en aan het kunstwerk.

  • Vereiste voorzieningen zorgvuldig ingepast en ontworpen. Schaal, vorm en materiaal sluit aan bij het object.

Aansluiting omgeving

  • Trappen aan de IJsselzijde van de dijk maken geen deel uit van de hoofdvorm. Trappen liggen verzonken in dijlichaam.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorkom overdaad aan inrichtingselementen

afbeelding binnen de regeling

De trap maakt deel uit van het talud

afbeelding binnen de regeling

Uitwerking Nieuwendijksebrug

Paspoort

Onderdeel:

Nieuwendijksebrug over de bypass

Uitvoering in fase:

I

Code:

I G

Thema's

Familie van:

Dijk:

-

Infrastructuur:

kruisende infrastructuur

Kunstwerken:

kunstwerken als onderdeel van kruisende infrastructuur

Maaiveldinrichting:

-

Stedelijk gebied:

-

Functie op hoofdlijnen

  • Lokale wegverbinding over de bypass inclusief schakel in het recreatieve fietsnetwerk

  • Mogelijk maken van verbinding water + natuur + recreatie(vaart) in de bypass

  • Kunstwerk heeft recreatieve functie: ‘balkon’ boven de bypass

Bijzonderheden

De bijzondere positie als enige lokale wegverbinding die van dijk tot dijk, midden over de bypass voert, vraagt om extra aandacht t.a.v. de architectonische kwaliteit bij de verdere uitwerking en uitvoering.

afbeelding binnen de regeling

Het dijktalud loopt ongehinderd onder de brug door. Geen hiërarchie in de kolommen.

afbeelding binnen de regeling

Verjonging brugdek aan de randen

afbeelding binnen de regeling

Visie / ontwerpopgave

De Nieuwendijksebrug volgt het tracé van de Nieuwendijk. Deze is op dit moment nauwelijks meer als dijk herkenbaar, maar heeft wel grote historische betekenis als verbinding tussen de zelfstandige dijkringen van Kampen en Kamperveen. Anders dan de kunstwerken in de N50 en Hanzelijn voert over de Nieuwendijksebrug een weg met lokale betekenis, waarover ook gefietst en gewandeld wordt. De brug kan hierdoor als het ware één groot balkon vormen, met aan weerszijden uitzicht over de bypass (inclusief de recreatievaart) en omgeving. De Nieuwendijksebrug is één geheel: de hele overspanning tussen de noordelijke en zuidelijke bypassdijk wordt als één constructie uitgevoerd.

Behoud van de donkerte in het bypassgebied is uitgangspunt. Met verlichting op de brug wordt terughoudend omgegaan i.v.m. uitstraling naar de omgeving.

Vormgevingsprincipes Nieuwendijksebrug

Ligging

  • De brug volgt het tracé van de voormalige Nieuwendijk.

  • Het kunstwerk vormt een rechte lijn tussen de noordelijke en zuidelijke bypassdijk.

Hoofdvorm

  • De brug is terughoudend in vorm en materiaal.

  • In aanzicht vormt de brug een lineaire object tussen de twee bypassdijken.

  • Het ranke brugdek volgt een doorgaande lijn en is beelddrager van het kunstwerk.

  • De onderbouwconstructie is licht en transparant voor openheid onder de brug.

Brugdek

  • In aanzicht vormt het brugdek een horizontale, doorgaande lijn. Er zijn geen zichtbare knikken of andere discontinuïteiten die dit beeld verstoren.

afbeelding binnen de regeling

In aanzicht vormt het brugdek een horizontale lijn

  • De constructiehoogte van het brugdek wordt minimaal gehouden voor maximale openheid onder de brug.

  • Togen in de liggers zijn maximaal 1/500 van overspanning. Togen zijn niet zichtbaar in het zijaanzicht en vanaf de brug, bijvoorbeeld door opvanging in het randdetail.

Randdetail

  • De rand van het betonnen brugdek heeft een lip zodat de brug een rank aanzicht krijgt.

afbeelding binnen de regeling

Verjonging in de vorm van een lip

  • Het hekwerk is terugliggend gepositioneerd t.o.v. de rand.

Tussensteunpunten

  • De betonnen pijler vormt één element met een heldere hoofdvorm (onderslagbalk niet als afzonderlijk element leesbaar)

  • In materiaal en vorm zijn alle pijlers gelijk.

  • De tussensteunpunten staan op een vaste onderlinge afstand.

  • De tussensteunpunten staan parallel aan elkaar in de stroomrichting van het water.

afbeelding binnen de regeling

Betonnen pijler vormt één element met een heldere hoofdvorm

afbeelding binnen de regeling

Tussensteunpunten op vaste onderlinge afstand

  • De pijlers zijn licht en rank voor maximale openheid en transparantie onder brug.

  • Tussensteunpunten zijn terugliggend geplaatst t.o.v. brugrand.

  • De poten van de pijlers verjongen naar onderen toe voor een minimale footprint in het landschap.

  • De tussensteunpunten worden uitgevoerd in glad beton zonder stortnaden.

  • Funderingen zijn niet zichtbaar in het landschap. Poeren bevinden zich onder maaiveld.

afbeelding binnen de regeling

Tussensteunpunten staan parallel aan elkaar in de stroomrichting van het water

afbeelding binnen de regeling

Poeren bevinden zich onder maaiveld.Funderingen zijn niet zichtbaar in het landschap.

Landhoofden

  • Landhoofden zijn terughoudend in vorm en ondergeschikt aan de dijk en het kunstwerk

  • De doorgaande lijn van het brugdek wordt t.p.v. de aanlandingen doorgetrokken. De brug wordt visueel verlengd en sluit aan op het talud van de dijk.

afbeelding binnen de regeling

Landhoofden zijn terughoudend in vorm en ondergeschikt aan de dijk en het kunstwerk

afbeelding binnen de regeling

Landhoofd terugliggend

  • Het landhoofd vormt één element met een heldere hoofdvorm.

  • Landhoofden zijn minimaal zichtbaar door terugliggende plaatsing t.o.v. de buitencontour van de brug.

afbeelding binnen de regeling

Helder en rustig wegprofiel zonder rommelige obstakels en met een transparant hekwerk.

Hekwerk

  • Het stalen hekwerk op de brug is open en transparant.

  • Het hekwerk volgt de doorgaande lijn van het brugdek.

  • Het hekwerk is over de gehele brug gelijk in materiaal en detail.

  • De balusters zijn volgens een vaste verdeling uitgezet voor een rustig en continu beeld.

  • Terughoudend materiaal- en kleurgebruik. Gedekte kleuren voegen zich in het landschap.

Inrichting wegprofiel

  • Het profiel op de brug is over de volle lengte gelijk.

afbeelding binnen de regeling

Het profiel is over de hele brug gelijk

  • Het verhoogde wandelpad aan weerzijden van brug vormt in materiaal één doorlopend vlak.

afbeelding binnen de regeling

  • De verhoogde stroken worden uitgevoerd in ander materiaal dan het asfalt van de rijbaan, bijvoorbeeld beton.

  • De opstaande rand heeft over de gehele lengte van de brug een vaste hoogte.

afbeelding binnen de regeling

Het brugdek en het randdetail vormen een eenvoudige vorm met weinig randen. A =400-500 mm, B = min. 700 mm, C = min. 200 mm.

  • Geen geleiderail, vereiste kering opgenomen in hekwerk.

Verlichting

  • Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van signaalverlichting en reflectie. De uitstraling naar de omgeving wordt tot een minimum beperkt.

  • De voorzieningen worden opgenomen in het hekwerk of de opstaande rand langs de rijweg.

  • Geen lichtmasten op de brug.

afbeelding binnen de regeling

Maaiveld

  • Het landschap (incl. beplanting/begroeiing) blijft continu en sluit aan op de pijlers en landhoofden.

  • Ondergrondse constructies met voldoende gronddekking voor begroeiing. Positie niet afleesbaar in maaiveld en begroeiing.

  • Taludafwerking dijklichaam onder brug minimaal zichtbaar. Materiaal voegt zich in landschap. Zichtbare afwerking blijft binnen contour brug.

afbeelding binnen de regeling

Zichtbare afwerking maaiveld blijft binnen contour brug

  • Aanvullende voorzieningen t.b.v. grondverdediging (bv. uitspoeling) bevinden zich onder maaiveld en zijn niet afleesbaar in het landschap.

  • Tussensteunpunten en poeren bevinden zich niet in het dijktalud.

Afwatering

  • De hemelwaterafvoer van de brug vindt plaats op het Revediep. De afwatervoorzieningen zijn geïntegreerd in het dek. Geen HWA’s in het zicht.

afbeelding binnen de regeling

Aansluiting omgeving

  • Het ontwerp van de verkeersknoop t.p.v. aansluiting op noordelijk bypassdijk is integraal onderdeel van de opgave. Voor het ontwerp geldt:

    • >

      Verbreding profiel t.p.v. aansluiting tast doorgaande lijn van de brug in aanzicht brug niet aan.

    • >

      Overgang rechte deel en verdikking middels boogstralen (R= min 10 m). Geen verspringingen, knikken of andere discontinuïteiten in aanzicht en plattegrond.

    • >

      Verhoogde middenberm in samenhang met geheel ontworpen. Vorm en materiaal aansluitend op kunstwerk.

    • >

      Eventuele verkeersremmende voorzieningen in samenhang met geheel ontworpen.

afbeelding binnen de regeling

Verkeersaansluiting van de brug op de bypassdijk

Aanvaarbeveiliging

  • Het ontwerp van de aanvaarbeveiligingen rond de tussensteunpunten maakt deel uit van de integrale opgave. Uitgangspunten daarbij zijn:

    • >

      Verschijningsvorm is terughoudendheid en functioneel.

    • >

      De hoogte van het remmingswerk dient beperkt te blijven.

    • >

      Remmingwerk uitvoeren als losse constructie in hout.

    • >

      De constructie heeft t.o.v. het maaiveld een beperkte hoogte.

Voorzieningen

  • Terughoudendheid met plaatsing technische voorzieningen (bv. bebording, signalering) op en aan de brug.

  • Vereiste voorzieningen zorgvuldig ingepast en ontworpen. Schaal, vorm en materiaal sluit aan bij het object.

Ondertekening