Beleidsregels laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte 2024

Geldend van 27-09-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte 2024

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Aanleiding

De gemeente Geldrop-Mierlo wil vervoer zonder emissies stimuleren, waaronder elektrisch vervoer (hierna EV). Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van (inter)nationale doelstellingen om emissieloos te rijden. Geldrop-Mierlo streeft naar een dekkend netwerk van oplaadpunten in de openbare ruimte binnen de gemeente.

Om elektrisch vervoer te stimuleren zijn er beleidsregels opgesteld als bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Geldrop-Mierlo 2023 om duidelijkheid te verschaffen over het plaatsen en gebruiken van een laadpaal, waarbij de veiligheid in de openbare ruimte wordt geborgd. Daarnaast bevatten deze beleidsregels criteria en voorwaarden voor de plaatsing van een laadpaal. Deze beleidsregels richten zich op de uitrol en realisatie van reguliere laadpalen (tot 50 kWh) in de openbare ruimte.

Artikel 1.1 Begrippen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    aanvrager: een meerderjarig natuurlijk persoon, die in Geldrop-Mierlo woont of forens is;

  • b.

    forens: een persoon die buiten Geldrop-Mierlo woont en naar Geldrop-Mierlo reist om daar te werken;

  • c.

    aanvraagadres: het woonadres of het werkadres van de aanvrager in Geldrop-Mierlo;

  • d.

    e-rijder: een persoon die een elektrische auto bezit of leaset;

  • e.

    elektrische auto: een auto die met een accu kan worden opgeladen via het elektriciteitsnet, zowel volledig elektrisch als plug-in hybride (heeft zowel een elektromotor als een verbrandingsmotor);

  • f.

    eigen terrein: niet openbare grond die bij de woning of de werklocatie hoort, zoals een oprit, garage of parkeerplaats;

  • g.

    laadvoorziening: een oplaadpunt voor een elektrische auto;

  • h.

    concessiehouder: de partij die de openbare laadpalen plaatst en exploiteert in Geldrop-Mierlo;

  • i.

    neutrale plek: een locatie voor een openbare laadvoorziening die niet direct voor een woning ligt, bijvoorbeeld bij een blinde muur, centrale parkeervakken in een straat, niet direct voor een raam;

  • j.

    ladder van laden: om de druk op de openbare ruimte beperkt te houden, geniet de laadinfrastructuur op eigen terrein de voorkeur, gevolgd door semipublieke laadpalen die publiek toegankelijk zijn en als laatste openbare laadinfrastructuur in de publieke ruimte;

  • k.

    witte vlekken: gebieden van 500mx500m met minimaal 125 huishoudens waar nog geen laadpaal is gerealiseerd, vastgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO);

  • l.

    plankaart: kaart met mogelijke locaties voor laadpalen;

  • m.

    laaddruk: de beschikbaarheid van publieke laadpunten tijdens piekmomenten, bepaald conform de methode van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur, waarbij niet alleen naar het gebruik van een losse laadpaal wordt gekeken maar ook naar de laadpalen in de nabije omgeving.

  • n.

    private kabels en laadpunten: kabels, laadpunten en/of laadpalen die verbonden of aangesloten zijn op de eigen elektrische installatie van woningen, bedrijven of andere gebouwen.

Hoofstuk 2 Voorwaarden voor plaatsing

Artikel 2.1 Ladder van laden

De ‘ladder van laden’ vormt het uitgangspunt, wat betekent dat e-rijders met eigen parkeergelegenheid geacht worden op eigen terrein hun voertuig op te laden.

Artikel 2.2 Plaatsingsstrategie

De plaatsingsstrategie bestaat uit drie categorieën:

  • 1)

    Het voltooien van een dekkend basisnetwerk van publieke laadpalen: de concessiehouder realiseert in alle witte vlekken een laadpaal tenzij;

    • -

      Er al een laadpaal gepland of in procedure is;

    • -

      Er geen of zeer beperkt openbare parkeerplaatsen zijn;

    • -

      Het om andere legitieme redenen onmogelijk of onwenselijk is;

  • 2)

    Prestatiegestuurde realisatie op basis van de data van het bestaande netwerk inclusief signalen van e-rijders; op basis van een halfjaarlijkse laadrukanalyse worden laadpalen op de best presterende locatie geplaatst, aanvullend hierop is het mogelijk voor een inwoner of forens een signaal af te geven aan de laadpaalexploitant om een laadpaal bij te plaatsen;

  • 3)

    Door gemeente aangedragen locaties (bijv. voor specifieke gebruikersgroepen zoals mensen met een (fysieke) beperking, deelauto’s of strategische laadpalen);

Artikel 2.3 Behoefte aan laadpaal kenbaar maken

Het uitgangspunt is dat iedereen zonder eigen parkeergelegenheid die een elektrisch voertuig (volledig of hybride) bezit of leaset de mogelijkheid moet hebben om het voertuig te kunnen opladen binnen een straal van 300 meter van de woning of de werklocatie. Zo kan iedereen die in de gemeente Geldrop-Mierlo woont of werkt de behoefte aan een laadpaal in de openbare ruimte signaleren ten behoeve van het opladen van het voertuig. De laadpaalexploitant moet hieraan meewerken als voldaan wordt aan de volgende eisen:

  • 1.

    Het signaal komt van iemand die aantoonbaar in het bezit is of komt van een elektrische auto, of deze leaset of gaat leasen;

  • 2.

    Het signaal komt van iemand zonder gelegenheid om te parkeren op eigen terrein;

  • 3.

    Het signaal komt van iemand die woont of werkt in de gemeente Geldrop-Mierlo. Een forens kan enkel een laadpaal aanvragen als:

    • a.

      deze werkt op een locatie waar geen mogelijkheid is om op eigen terrein een laadvoorziening te realiseren;

    • b.

      deze minimaal 20 uur per week werkzaam is op de aanvraaglocatie;

    • c.

      met het voertuig minimaal 50 kilometer elektrisch kan worden gereden;

    • d.

      de forens buiten een straal van 15 kilometer van zijn werklocatie woont;

  • 4.

    Er is geen andere laadvoorziening in de openbare ruimte binnen een straal van 300 meter;

    • a.

      Is er wel een laadvoorziening in de openbare ruimte binnen een straal van 300 meter met maar één gereserveerd parkeervak voor het laden van elektrische voertuigen en wordt hier meer dan 3.500 kWh geladen per jaar, dan wordt de tweede parkeerplaats bij de bestaande laadpaal ook gereserveerd voor het laden van elektrische voertuigen;

    • b.

      Is er wel een laadvoorziening in de openbare ruimte binnen een straal van 300 meter met twee gereserveerde parkeervakken voor het laden van elektrische voertuigen en wordt hier meer dan 7.000 kWh geladen per jaar, dan wordt er een laadpaal bijgeplaatst.

Artikel 2.4 Locatie bepaling

De uiteindelijke locatie en plaatsing van een laadpaal hangt af van navolgende voorwaarden en voorkeuren voor plaatsing.

2.4.1 Voorwaarden voor plaatsing:

  • Eigendom

    De grond waarop de laadvoorziening komt te staan, is in eigendom van de gemeente Geldrop-Mierlo.

  • Twee parkeerplaatsen

    De laadvoorziening wordt tussen twee aangrenzende parkeerplaatsen geplaatst zodat twee elektrische voertuigen tegelijk kunnen laden. Alleen in het geval van een gekentekende invalidenparkeerplaats kan hiervan worden afgeweken.

  • Doorgang

    De doorgang voor ander verkeer (voetganger, rolstoel, kinderwagen etc.) blijft gewaarborgd. Bij plaatsing van de laadvoorziening op een trottoir blijft minimaal 90 cm over voor de doorgang van voetgangers, rolstoelen en kinderwagens.

  • Afstand laadpaal en trottoirband

    Bij haaksparkeren is de afstand tussen laadpaal en trottoirband minimaal 60 cm, bij langsparkeren is afstand tussen laadpaal en trottoirband minimaal 30 cm.

  • Groen

    Een laadpaal is niet toegestaan in de bomen- of groenstructuur (zoals opgenomen in module Structuren Groenbeleidsplan 2014-2024 dan wel het programma Leefbare groene wijken).

  • Straatmeubilair

    Een laadpaal mag geen belemmering vormen ten aanzien van ander straatmeubilair. Laadpaal en bebording worden op tenminste 1 meter van straatmeubilair, afvalcontainers en elektriciteitsvoorzieningen geplaatst.

  • Asfalt

    Geen plaatsing op asfalt ondergrond. Asfalt/beton kan niet opengebroken worden voor het aansluiten van de laadpaal aan het laagspanningsnet. Met andere woorden, indien sprake van een geasfalteerde weg dient de laadpaal aan de kant van de straat waar een laagspanningskabel ligt geplaatst te worden.

Voorkeuren:

  • Groen

    In beginsel wordt er geen groen opgeofferd voor het plaatsen van de laadpaal of het aanleggen van parkeerplaatsen voor de laadpaal. Als de laadpaal toch in het groen geplaatst moet worden, gelden de volgende voorkeurregels:

    • Niet in grasvegetatie, wel in beplantingsvakken

    • Niet binnen de kroonprojectie van bomen

    • Het groen moet robuust blijven (voldoende oppervlakte behouden)

    • Aanbrengen kabels en leidingen ten behoeve van de laadpaal dient zo veel mogelijk buiten plantvakken te gebeuren.

  • Infrastructuur

    Een laadpaal wordt waar mogelijk binnen 25 meter van het laagspanningsnet geplaatst.

  • Spreiding versus concentreren

    In eerste instantie kiezen we ervoor om de laadpalen te spreiden, om zoveel mogelijk korte loopafstanden tot laadpalen te realiseren. Indien in een buurt voldoende spreiding is gerealiseerd, tenminste op 300 meter loopafstand een laadpaal, concentreren we laadpalen.

  • Neutraliteit plek

    Laadpalen worden waar mogelijk op een neutrale plek geplaatst.

  • Zichtlocaties

    De betreffende parkeerplaats is gemakkelijk toegankelijk/bruikbaar en waar mogelijk goed zichtbaar voor andere (potentiële) e-rijders, om hiermee elektrisch rijden verder te stimuleren.

Artikel 2.5 Verkeersbesluit

Met een verkeersbesluit worden twee parkeerplaatsen aangewezen voor het laden van elektrische voertuigen. Hiervan wordt eerst één parkeervak per laadpaal in gebruik genomen voor het laden van elektrische voertuigen. Dit wordt kenbaar gemaakt met een verkeersbord voor elektrisch laden. Bij intensief gebruik van de laadpaal (>3.500 kWh per jaar) kan ook het tweede parkeervak worden gebruikt voor het opladen van elektrische voertuigen door plaatsing van een verkeersbord.

Verwijdering en/of verplaatsing

Gemeente of laadpaalexploitant kan het initiatief nemen voor het verwijderen of verplaatsen van een laadpaal.

Artikel 2.6 Private kabels en laadpunten in de openbare ruimte versus eigen terrein

2.6.1 Private kabels en laadpunten in de openbare ruimte zijn conform artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2023 niet toegestaan in de openbare ruimte.

2.6.2.1 Vanaf het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels start een pilot op basis waarvan het onder voorwaarden maximaal drie jaar wordt toegestaan om in afwijking van artikel 2.6.1 van deze beleidsregels een oplaadkabel over de stoep te leggen.

2.6.2.2. Voor deelname aan de pilot dient een vergunning “privaat laden in de openbare ruimte” aan te worden gevraagd via het door het college ter beschikking gestelde aanvraagformulier. Hierbij heeft te gelden dat:

  • a)

    een vergunningaanvraag vanaf 5 dagen na de inwerkingtreding van deze beleidsregels kan worden ingediend;

  • b)

    vanaf twee jaar na het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels er geen nieuwe aanvragen meer in behandeling worden genomen tenzij bij besluit van het college deze termijn wordt verkort;

  • c)

    na ommegang van de in onderdeel b – al dan niet verkorte - termijn wordt de pilot geëvalueerd;

  • d)

    uiterlijk drie jaar na het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels neemt het college een besluit over het onder voorwaarden toestaan van oplaadkabels over de stoep;

  • e)

    deelnemers aan de pilot dienen er rekening mee te houden dat het college er na de pilot toe kan besluiten om oplaadkabels over de stoep niet (langer) toe te staan. Deelnemers worden niet gecompenseerd voor eventueel gemaakte kosten.

2.6.2.3 Voor deelname aan de pilot gelden de volgende voorwaarden

  • 1)

    De woning heeft geen eigen parkeergelegenheid zoals een oprit;

  • 2)

    De openbare parkeerplaats waarop het elektrisch voertuig staat geparkeerd tijdens het laden is direct voor, naast of achter de woning gelegen of direct grenzend aan het trottoir;

  • 3)

    Het oplaadpunt staat of hangt op eigen terrein op maaiveldniveau, er mag niet direct vanuit het stopcontact geladen worden;

  • 4)

    De oplaadkabel ligt niet door het openbaar groen, op de weg of op het fietspad;

  • 5)

    De oplaadkabel verkeert in goede staat;

  • 6)

    De aanvrager kan de openbare parkeerplaats niet claimen, deze blijft beschikbaar als openbare parkeerplaats;

  • 7)

    De oplaadkabel ligt maximaal 10 meter over het trottoir gemeten vanaf het eigen terrein tot aan het elektrisch voertuig;

  • 8)

    Het plaatsen van een kabelgoot op gemeentegrond is niet toegestaan. De oplaadkabel is deugdelijk afgedekt met een kabelmat zodat andere gebruikers van het trottoir geen hinder van de kabel ondervinden en hier niet over kunnen struikelen. Deze afdekking moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • a.

      overrijdbaar met rollator, rolstoel en kinderwagen;

    • b.

      zichtbaar in het donker, er moet een duidelijk contrast zichtbaar zijn met het trottoir;

    • c.

      voorzien van antislip materiaal en/of profiel;

    • d.

      van een voldoende gewicht zodat deze niet weg waait. Indien de afdekking wegwaait moet deze samen met de oplaadkabel direct worden verwijderd van de openbare plaats;

  • 9)

    De oplaadkabel en kabelmat mogen alleen op het trottoir liggen wanneer er daadwerkelijk wordt opgeladen.

2.6.2.4 Dit vormen nadere regels bij artikel 2.10 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2023.

2.6.3.1 Mensen met een beperking kunnen onder voorwaarden, zonder deel te nemen aan een pilot zoals in artikel 2.6.2 van deze beleidsregels, een oplaadkabel over de stoep leggen in afwijking van artikel 2.6.1 van deze beleidsregels.

2.6.3.2 Een persoon met een beperking dient hiertoe een vergunning “privaat laden in de openbare ruimte” aan te vragen via het door het college ter beschikking gestelde aanvraagformulier. Een vergunningaanvraag kan vanaf 5 dagen na de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden ingediend.

2.6.3.3 Voor mensen met een beperking gelden de volgende voorwaarden:

  • 1)

    De persoon met een beperking is in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart, indien het recht op een gehandicaptenparkeerkaart vervalt, vervalt de vergunning van rechtswege;

  • 2)

    De woning heeft geen eigen parkeergelegenheid zoals een oprit;

  • 3)

    De persoon met een beperking heeft geen gekentekende parkeerplaats. Of de persoon met een beperking heeft wel een gekentekende parkeerplaats, maar er kan geen openbare laadpaal bij de gekentekende parkeerplaats geplaatst worden;

  • 4)

    De openbare parkeerplaats waarop het elektrisch voertuig staat geparkeerd tijdens het laden is direct voor, naast of achter de woning gelegen of direct grenzend aan het trottoir;

  • 5)

    Het oplaadpunt staat of hangt op eigen terrein op maaiveldniveau, er mag niet direct vanuit het stopcontact geladen worden;

  • 6)

    De oplaadkabel ligt niet door het openbaar groen, op de weg of op het fietspad;

  • 7)

    De oplaadkabel verkeert in goede staat;

  • 8)

    De persoon met een beperking kan een niet gekentekende openbare parkeerplaats niet claimen, deze blijft beschikbaar als openbare parkeerplaats;

  • 9)

    De oplaadkabel ligt maximaal 10 meter over het trottoir gemeten vanaf het eigen terrein tot aan het elektrisch voertuig;

  • 10)

    Het plaatsen van een kabelgoot op gemeentegrond is niet toegestaan. De oplaadkabel is deugdelijk afgedekt met een kabelmat zodat andere gebruikers van het trottoir geen hinder van de kabel ondervinden en hier niet over kunnen struikelen. Deze afdekking moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • a.

      overrijdbaar met rollator, rolstoel en kinderwagen;

    • b.

      zichtbaar in het donker, er moet een duidelijk contrast zichtbaar zijn met het trottoir;

    • c.

      voorzien van antislip materiaal en/of profiel;

    • d.

      van een voldoende gewicht zodat deze niet weg waait. Indien de afdekking wegwaait moet deze samen met de oplaadkabel direct worden verwijderd van de openbare plaats;

  • 11)

    De oplaadkabel en kabelmat mogen alleen op het trottoir liggen wanneer er daadwerkelijk wordt opgeladen.

2.6.3.4 Dit vormen nadere regels bij artikel 2.10 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2023.

2.6.4 Semi Private Aansluitingen op eigen terrein zijn toegestaan. Dit betekent dat u uw privé laadpunt open mag stellen voor andere gebruikers. U bent als eigenaar zelf verantwoordelijk voor de openstelling hiervan en het correct gebruikt van de aansluiting.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

In uiterst specifieke, bijzondere of onvoorziene gevallen kan het college van burgemeester en wethouders ten gunste van aanvrager besluiten af te wijken van deze beleidsregels indien daar zeer dringende redenen voor zijn.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking na publicatie.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders Geldrop-Mierlo op 9 juli 2024.

N.J.H. Scheltens

secretaris

J.C.J. van Bree

burgemeester