Beleidsplan Mensenhandel 2024 – 2027

Geldend van 27-09-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Mensenhandel 2024 – 2027

afbeelding binnen de regeling

“Je gaat het pas zien als je het doorhebt”- Johan Cruijff

Voorwoord

Gedwongen zakkenrollen en bedelen voor de familie om er zo bij te mogen horen. Een jong meisje dat seks heeft met mannen omdat haar vriendje dat wil en zij hem niet kwijt wil. Een groep Roemeense mannen die verblijven in een oude schuur bij de kwekerij waar zij werken voor vijf euro per uur, 12 uur per dag. Een tienerjongen die gedwongen wordt drugs te verkopen voor anderen, om deel uit te mogen maken van een vriendengroep. Licht verstandelijk beperkte vrouwen die gedwongen worden tot prostitutie. Kinderen die “opgevangen” worden door familie, maar daar ingezet worden als huishoudelijk werkers. Jonge vrouwen die naar Nederland gelokt worden voor een goede baan om vervolgens ingezet te worden als sekswerkers.

Mensenhandel komt voor in allerlei verschijningsvormen. Gemeenten staan het dichtst bij hun inwoners en vervullen een belangrijke rol in de aanpak van uitbuiting. Als gemeenten in Veluwe Noord

proberen wij ons in te zetten voor een adequate aanpak van mensenhandel met de mogelijkheden en middelen die we hebben. Om dat mogelijk te maken is dit plan van aanpak mensenhandel opgesteld.

1. Inleiding

Mensenhandel is een vorm van ondermijning met verregaande gevolgen voor de slachtoffers. De bestrijding van mensenhandel vraagt inzet van een groot aantal actoren uit verschillende domeinen. Gemeenten zijn belangrijke spelers in de lokale en regionale aanpak van mensenhandel en een belangrijke partner in de zorg- en veiligheidsketen, die zich bezighoudt met de bestrijding van mensenhandel.

1.1. Wat is mensenhandel?

Mensenhandel is het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten1. Mensenhandel maakt een enorme inbreuk op de individuele vrijheid van de mens en is daarmee een van de ernstigste en meest complexe vormen van ondermijning. Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Sr (zie bijlage 1). De kern van mensenhandel is de (beoogde) uitbuiting van mensen. Daders gebruiken slachtoffers voor persoonlijk gewin. Dit doen ze door geweld, intimidatie, misleiding en/of onder bedreiging. Minderjarigen zijn per definitie kwetsbaar. Bij mensenhandel is er altijd sprake van een slachtoffer en een dader. Hoewel er vaak sprake van een afhankelijkheidspositie tussen slachtoffer en dader, kunnen slachtofferschap en daderschap in de praktijk heel dicht bij elkaar liggen en soms zelfs in elkaar overlopen. Mensenhandel komt overal en in alle lagen van onze samenleving voor en kent de volgende verschijningsvormen.

1.2. Verschijningsvormen

  • Seksuele uitbuiting: de bekendste vorm van mensenhandel waarbij iemand onder dwang seksuele handelingen tegen betaling moet verrichten. Dit doet zich zowel in de vergunde branche als in de illegale prostitutie voor. Ook komt seksuele uitbuiting online vorm, bijvoorbeeld door middel van webcamseks.

  • Criminele uitbuiting: een vorm van mensenhandel waarbij iemand gedwongen wordt om strafbare feiten te plegen of om te bedelen en de buit af moet dragen aan de uitbuiter. Hierbij kan gedacht worden aan zakkenrollen, diefstal of drugsdelicten.

  • Arbeidsuitbuiting: het bewust werven, vervoeren, overbrengen of huisvesten van een persoon met gebruik van dwang met als doel deze persoon uit te buiten. Het gaat verder dan slecht werkgeverschap door de erbarmelijke omstandigheden waar men zich in bevindt. Vaak spelen dwang, geweld, dreiging, afpersing en misleiding een rol.

  • Orgaanhandel: Iemand wordt gedwongen zijn of haar organen af te staan of ter beschikking te stellen. In het laatste geval kan het bijvoorbeeld gaan om gedwongen draagmoederschap.

1.3. Gemeentelijke rol

De rol van gemeenten is gebaseerd op zowel nationale als internationale wet- en regelgeving 2. Op nationaal niveau zijn er in 2018 landelijke afspraken gemaakt in het Interbestuurlijk Programma (IBP)3 . De afspraken uit het IBP met betrekking tot mensenhandel zijn opgenomen in het Nationaal Actieplan ‘Samen tegen Mensenhandel’.

Hierin is bepaald dat elke gemeente beleid moet hebben om mensenhandel tegen te gaan. Ter ondersteuning hiervan heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het Kompas Mensenhandel ontwikkeld. Daarnaast is in het Integraal Veiligheidsplan Veluwe Noord 2024 – 2027 Ondermijning opgenomen als één van de speerpunten. Mensenhandel is hiermee, als één van de vormen van ondermijning, ook een speerpunt voor de regio Veluwe Noord.

De gemeentelijke rol is uiteen te zetten in vier verschillende rollen die elkaar kunnen versterken in de aanpak van mensenhandel. Deze rollen zijn door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel als volgt benoemd:

  • 1. Signaleerder: gemeenten staan het dichtst bij de bevolking en zijn daardoor de oren en ogen in de samenleving waarbij signalen van mensenhandel opgevangen kunnen worden.

  • 2. Beleidsmaker: gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een plan voor een sluitende aanpak, waarin alle gemeentelijke taken worden opgenomen.

  • 3. Regisseur van de integrale aanpak: gemeenten zijn met hun taken en verantwoordelijkheden de partij om de regie te nemen en samenwerking te bevorderen.

  • 4. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang van en hulpverlening aan slachtoffers van mensenhandel.

Haaldelict

Mensenhandel is een zo genoemd ‘haaldelict’, dat zich vaak onder de radar afspeelt. Slachtoffers kunnen of durven zelf geen aangifte te doen en opsporingsinstanties zoals de politie moeten zelf actief op zoek naar de slachtoffers (en daders). De opsporingsdiensten zijn daarbij afhankelijk van verschillende professionals uit allerlei domeinen die signalen van mensenhandel kunnen oppikken en ook bereidwillig zijn om dit te doen. Juist ook omdat slachtoffers zichzelf vaak niet zien als slachtoffer of ontkennen - door angst of schaamte - dat er sprake is van uitbuiting. De angst van slachtoffers, de lage aangiftebereidheid, de beperkte pakkans van de daders, het gebrek aan kennis over signalen bij de professionals in allerlei domeinen zorgen er allemaal voor dat er nauwelijks zicht is op de werkelijke omvang van deze ernstige vorm van criminaliteit. Bij dit soort delicten geldt vaak ‘Hoe meer je gaat zoeken, hoe meer je zult vinden’

2. Ambities

In dit hoofdstuk is de blik op de komende jaren (2024 – 2027)4 gericht. Wat willen we in deze periode bereiken met het beleid om mensenhandel in onze regio aan te pakken. En hoe gaat we dit concreet realiseren. Het hoofddoel is dat wij een gemeente zijn waar uitbuiting nauwelijks voorkomt en adequaat wordt aangepakt. Voor dit doel zijn de volgende ambities opgesteld.

Ambitie 1 – Meer zicht op de aard en omvang van mensenhandel

Omdat mensenhandel een haaldelict is, is er beperkt zich op de aard en de omvang van het fenomeen.

Om zicht op mensenhandel te krijgen en te behouden is het van belang dat men elkaar blijft informeren en beschikbare informatie met elkaar blijft delen voor zover dit mogelijk is binnen de geldende wet- en regelgeving en convenanten. Informatie over mensenhandel is niet alleen beschikbaar bij veiligheidspartners maar ook bij zorgpartners, maatschappelijke organisaties en andere private partijen.

Een belangrijke voorwaarde voor het verkrijgen en behouden van zicht op mensenhandel hangt vooral samen met een adequate signalering en het melden van signalen.

Actie

  • Als onderdeel van het verplichte basisniveau aanpak mensenhandel voor gemeenten dient een aandachtsfunctionaris mensenhandel aangesteld te worden. Meldingen van mensenhandel kunnen bij deze functionaris gedaan worden en deze zal vervolgens met deze meldingen aansluiten bij het lokaal ondermijningsoverleg. Daar waar mogelijk zal de aandachtsfunctionaris mensenhandel ook andere taken met betrekking tot de aanpak van mensenhandel uitvoeren zoals beschreven in bijlage 2. Ter ondersteuning kan de Procesverantwoordelijke coördinatie ketenaanpak jeugdprostitutie/loverboys van de regio Noordoost Gelderland ingezet worden.

Ambitie 2 – Slachtofferschap voorkomen

Er zijn risicofactoren die mensen kwetsbaar of kwetsbaarder maken. Mensenhandelaren kunnen hier misbruik van maken. Dit kunnen bijvoorbeeld individuele, familiaire of sociaaleconomische factoren zijn. Individuele factoren zijn bijvoorbeeld leeftijd, gezondheid of handicaps, verminderde geestelijke weerbaarheid, een licht verstandelijke beperking of het ontbreken van een sociaal netwerk. Los van specifieke factoren zijn minderjarigen altijd kwetsbaar door hun jonge leeftijd. Buitenlandse slachtoffers kunnen kwetsbaar zijn doordat ze geen juridische (verblijfs)status hebben of de taal niet spreken. Bij familiaire risicofactoren kan het gaan om een instabiele gezinssituatie of financiële problemen.

Sociaaleconomische factoren spelen een rol als slachtoffers in een economisch zwakke positie zitten en weinig perspectief hebben op verbetering daarvan, bijvoorbeeld omdat ze geen toegang tot onderwijs hebben. Een opeenstapeling van ongunstige omstandigheden kan mensen sterk afhankelijk maken, bijvoorbeeld onderbetaling, te lange werktijden, slechte huisvesting (tegen een hoge prijs), intimidatie en de koppeling van werk en huisvesting. In het laatste geval betekent verlies van werk ook verlies van woonruimte. Dit kan ook overlast met zich meebrengen vanwege overvolle woningen of dakloos geraakte arbeidsmigranten.

Mensen die werk doen bij iemand anders in huis kunnen bijzonder kwetsbaar zijn voor uitbuiting. Dit geldt bijvoorbeeld voor (zorg) au pairs waarbij er sprake kan zijn van afhankelijkheid van de werkgever voor huisvesting en een verblijfsvergunning. Slachtoffers van uitbuiting hebben er niet altijd belang bij om informatie te verstrekken over mogelijke wanpraktijken. Ongeschoold of laaggeschoold werk, lage lonen en onbekendheid met de Nederlandse wet- en regelgeving vormen in ieder geval een voedingsbodem voor uitbuiting.

Actie

  • Als gemeenten maken we ons al een lange tijd sterk voor de veiligheid op scholen. Dit blijven we ook in de toekomst doen om jongeren en hun ouders en professionals weerbaar te maken. Ook kunnen scholen in het voortgezet onderwijs een beroep doen op de expertise van onder andere Bureau Halt, Leerlingalert en Stichting School & Veiligheid.

  • Arbeidsmigranten moeten bekend gemaakt worden met de rechten en plichten die zij in ons land hebben. Hiervoor proberen wij ons in te zetten om deze doelgroep te bereiken met de benodigde informatie. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het verspreiden van informatie in diverse talen op de sociale media. Indien we bij controles arbeidsmigranten tegenkomen kunnen wij hen ook verwijzen naar de website van de rijksoverheid workinnl.nl.

Ambitie 3 – Adequaat signaleren en melden

Omdat mensenhandel een haaldelict is moeten organisaties zelf actief op zoek naar slachtoffers. De opsporingsinstanties zijn gebaat als samenwerkingspartners actief signaleren op tekenen van mensenhandel. Om deze signalen te zien moet men weten hoe deze eruit zien en te herkennen zijn. Vervolgens dient men deze signalen te melden zodat er vervolgens actief op gehandeld kan worden en slachtoffers uit hun uitbuitingssituatie gehaald kunnen worden.

Medewerkers

Veel medewerkers van de gemeenten kunnen op verschillende momenten in aanraking komen met signalen van mensenhandel. Dit geldt onder andere voor mensen in de volgende functies:

  • Baliemedewerkers;

  • Handhavers en toezichthouders;

  • Gebiedsregisseurs;

  • Gespreksvoerders leerplicht, WMO, Jeugd en participatie;

  • Vergunningverleners.

Meldpunt ondermijning

Signalen kunnen gemeld worden door medewerkers bij het Meldpunt Ondermijning van de gemeente. Deze zullen vervolgens, na te zijn beoordeeld en gewogen, meegenomen worden naar het Lokaal Ondermijningsoverleg om verder handelingsperspectief te bespreken.

Bewustwording

Mede naar aanleiding van de weerbaarheidsscan die uitgevoerd is door het RIEC Oost-Nederland5 willen de gemeenten acties ondernemen omtrent de bewustwording op het thema ondermijning, waar mensenhandel ook een vorm van is.

KNMG Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling 6

Professionals in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie werken kunnen gebruik maken van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, aan deze meldcode is ook mensenhandel toegevoegd. De Meldcode helpt professionals mensenhandel te signaleren, slachtoffers te ondersteunen en eventueel een melding te maken.

Actie

  • Inzetten op voorlichting en bewustwording als ook op signalering en het melden van signalen.

  • Opzetten van een Meldpunt Ondermijning, deze bekendmaken en ook actief monitoren.

Ambitie 4 – Bestrijding van mensenhandel

Bij de aanpak van mensenhandel zijn verschillende partijen betrokken. Deze zullen moeten samenwerking om tot een goede, sluitende aanpak te komen.

Lokaal ondermijningsoverleg

De gemeenten hebben periodiek een lokaal ondermijningsoverleg dat wordt geïnitieerd door de medewerker die belast is met de aanpak van ondermijning. Hier sluiten deelnemers van de politie en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) aan. Indien nodig worden, afhankelijk van de signalen, andere partijen uitgenodigd. Dit kunnen bijvoorbeeld de aandachtsfunctionaris mensenhandel, omgevingsdienst of andere partijen zijn. Vanuit het lokaal ondermijningsoverleg kan een signaal opgeschaald worden naar een casus dat wordt besproken op het infoplein onder het RIEC-convenant. Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek kunnen er acties opgezet worden, zoals bijvoorbeeld een integrale controle.

Controles

Er kunnen integrale controles uitgevoerd worden op bijvoorbeeld locaties waar veel arbeidsmigranten verblijven of bij branches die kwetsbaar zijn voor mensenhandel. Waar mogelijk en nodig wordt bestuurlijk opgetreden door bijvoorbeeld woningen te sluiten, een last onder dwangsom of andere bestuurlijke maatregelen op te leggen.

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

De gemeenten nemen deel aan de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit waarbij er op basis van data verdachte signalen in beeld komen. Afhankelijk van de kern van de melding wordt bekeken wat er nodig is om het signaal af te handelen. Er wordt een overweging gemaakt of administratief onderzoek volstaat, een huisbezoek nodig is of dat samenwerking met overige partners noodzakelijk is. Bij inschrijvingen waarbij het gebruiksdoel anders is dan een woonadres, wordt melding gemaakt bij het team die dit kan oppakken. Zo ook als sprake is van vermoedelijk illegale kamerverhuur of huisvesting van arbeidsmigranten.

Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ( Bibob )

Door middel van de wet Bibob voorkomt de gemeente dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door vergunningen, subsidies of andere beschikkingen te verstrekken. Zo kan de gemeente besluiten om een vergunning, subsidie en of andere aanvraag niet af te geven of in te trekken wanneer er ernstig gevaar bestaat dat er met het aangevraagde criminele activiteiten worden uitgevoerd.

Prostitutie

Binnen de gemeenten is de optie voor een vergunde seksinrichting of een escortbedrijf niet ingevuld. Er is hierdoor dus geen sprake van een vergunde sector.

Ambitie 5 – Zorg en opvang voor slachtoffers

De zorg en opvang voor slachtoffers is een belangrijk component in de aanpak van mensenhandel. Voor slachtoffers is het vaak erg moeilijk om hulp te vragen uit angst voor de daders, waarvan zij afhankelijk zijn. Wanneer er niets te bieden is aan de slachtoffers in de vorm van veilige opvang, ondersteuning en hulpverlening zullen zij zichzelf niet melden. Ook voor professionals die signalen van mensenhandel of uitbuiting willen doorgeven, is het belangrijk dat zij weten dat er adequaat op gereageerd wordt. Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor passende opvang, ondersteuning en nazorg voor slachtoffers van mensenhandel.

In het VNG Kader7 wordt dit deelonderwerp beschreven met daarbij de volgende punten:

  • 1. De gemeente neemt haar organisatorische en financiële verantwoordelijkheid voor de zorg en opvang van slachtoffers van mensenhandel serieus, ook waar de opvang regionaal of landelijk is georganiseerd.

  • 2. De gemeente heeft zorgcoördinatie voor slachtoffers geregeld met aandacht voor casemanagement en werkt aan het opbouwen en onderhouden van een regionaal en landelijk netwerk en het geven van voorlichting en preventie.

  • 3. De ingekochte opvang en hulpverlening voldoet aan kwaliteitscriteria.

Gemeenten kopen de zorgcoördinatie voor de hele regio in bij de organisatie Moviera. Deze organisatie behartigt de belangen van de slachtoffers en coördineert de zorg vanuit het slachtoffer. Door middel van landelijke samenwerking met de verschillende partners zijn de zorgcoördinatoren van Moviera goed geïnformeerd over de ontwikkelingen en hebben zij kennis van alle vormen van uitbuiting en de signalen.

Daarnaast is er nog een zorgcoördinator van MEEsamen beschikbaar voor slachtoffers van jeugdprostitutie onder de 24 jaar. Ook Veilig Thuis en Jeugdbescherming Gelderland kunnen hierbij betrokken worden.

Het Meldpunt Mensenhandel en Jeugdprostitutie dat ondergebracht is bij Veilig Thuis Noordoost Gelderland is beschikbaar voor preventie, advies en (het regelen van) de opvang van slachtoffers.

Sekswerkers zijn vaak extra kwetsbaar door het stigma op prostitutie. In de regio Noordoost Gelderland is een uitstapprogramma prostitutie beschikbaar voor sekswerkers. Hiervoor werken de organisaties Rebelz, het Scharlakenkoord en Moviera samen om prostituees te begeleiden naar een leven zonder prostitutie.

Tot slot kan er advies ingewonnen worden bij het Centrum Seksueel Geweld. Hoewel deze organisatie vaak in beeld komt bij huiselijk geweld en seksuele misdrijven, kan de organisatie ook bij mensenhandel advies geven in de aanpak en zorgverlening.

Actie

  • Goede contacten opbouwen en onderhouden met relevante samenwerkingspartners. Er wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise waardoor iedere samenwerkingspartner ingezet wordt op zijn/haar specialiteit.

Ambitie 6 – Samenwerken

De aanpak kunnen gemeenten niet alleen bewerkstelligen. Diverse organisaties op het gebied van zorg en veiligheid dienen elkaar goed weten te vinden. Mensenhandelaren houden zich daarbij niet aan gemeentegrenzen en het samenwerken met gemeenten in de regio en de regionale partners is daarom van belang.

Werkgroep Integrale Veiligheid

De Werkgroep Integrale Veiligheid is een samenwerking tussen de gemeenten Nunspeet, Hattem, Oldebroek, Epe, Heerde en Elburg. Daarnaast zijn ook de Politie en het Openbaar Ministerie vertegenwoordigd in deze werkgroep waar samengewerkt wordt op het gebied van veiligheid, ondermijning en daarmee ook mensenhandel. Door de aanpak van mensenhandel op elkaar afstemmen kan ook een waterbedeffect 8 in de regio voorkomen worden.

Lokaal Ondermijningsoverleg

Zoals eerder besproken heeft iedere gemeenten een lokaal ondermijningsoverleg. Tijdens deze overleggen wordt samen met de relevante partners gesproken over signalen in de gemeente.

Regionale Informatie- en Expertise Centrum (RIEC)

Het RIEC is de aangewezen instantie om te zorgen dat gemeenten in de regio kunnen beschikken over de benodigde kennis en expertise om mensenhandel aan te kunnen pakken. Daarnaast kan er, binnen de kaders van het RIEC-convenant, casuïstiek vanuit de gemeenten met landelijke partijen besproken worden.

MMA

Alle gemeenten zijn aangesloten bij Meld Misdaad Anoniem (MMA). Op deze wijze worden anonieme meldingen uitgezet naar relevante partners, afhankelijk van de inhoud van de melding. Deze partners kunnen vervolgens gezamenlijk bespreken hoe deze melding opgepakt wordt.

Overige partners

Naast bovengenoemde samenwerkingen zijn er meer actoren die hun expertise kunnen leveren in de aanpak van mensenhandel. Zo werken de gemeenten samen met ondermijningsspecialisten van de politie en het Team Mensenhandel van de politie. Daarnaast Wordt op het gebied van de zorg samengewerkt met onder andere Moviera, Veilig Thuis, Rebelz en MEEsamen.

Actie

  • Relevante beleidstukken in de regio Veluwe Noord op elkaar afstemmen en waar mogelijk aansluiten bij andere partners.

  • Goede contacten opbouwen en onderhouden met relevante samenwerkingspartners.

3. Evaluatie en vervolg

Ketenaanpak Mensenhandel

De organisatie Optimale Samenwerking heeft de afgelopen periode onderzoek gedaan naar hoe de ketenaanpak mensenhandel effectief ingericht kan worden in de regio Noord- en Oost Gelderland(NOG).

In het eerste half jaar van 2024 wordt op basis van de aanbevelingen uit het onderzoek een pilot gedraaid en geëvalueerd.

Afhankelijk van deze uitkomsten en het hieruit volgende advies zal gekeken worden of dit Beleidsplan Mensenhandel 2024 – 2027 aangepast dient te worden om aan te sluiten op de ketenaanpak mensenhandel voor de NOG.

Evaluatie

De evaluatie van het Plan van Aanpak Mensenhandel 2024 – 2027 zal meegenomen met de evaluatie van het Integraal Veiligheidsplan 2024 – 2027.

Ondertekening

Bijlage 1 – Wettelijk kader

Er bestaat verscheidene internationale en nationale wetgeving op basis waarvan gemeenten een

taak hebben in de aanpak van mensenhandel.

Internationaal

Internationaal valt te denken aan:

Het Palermo Protocol, een VN-protocol inzake preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel uit 2000;

De Europese richtlijn, een richtlijn uit 2011 van het Europees parlement en de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers;

Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel uit 2005;

Het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM);

Het Istanboel Protocol, over effectief onderzoek en documentatie van marteling en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of straf, is de eerste verzameling internationale richtlijnen voor de documentatie van marteling en de gevolgen daarvan.

Nationaal

In de Nederlandse grondwet staat opgenomen dat iedere Nederlander zelf mag kiezen wat voor werk hij wil doen en welke regels bestaan ter bescherming van mensen tijdens hun werk. Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de opvang en ondersteuning van burgers. Gemeenten hebben daarnaast een wettelijke taak in het reguleren van exploitatie van bedrijfsmatige prostitutie, door middel van het uitgeven van vergunningen voor seksbedrijven en het (laten) controleren daarvan. Andere kaders die bij mensenhandel een rol kunnen spelen zijn onder andere de Wet werk- en inkomen en de Huisvestingwet.

Artikel 273f Wetboek van Strafrecht

Als schuldig aan mensenhandel wordt met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie gestraft:

1°. degene die een ander door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft, werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen;

2°. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met inbegrip van de wisseling of overdracht van de controle over die ander, met het oogmerk van uitbuiting van die ander of de verwijdering van diens organen, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

3°. degene die een ander aanwerft, medeneemt of ontvoert met het oogmerk die ander in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;

4°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt of beweegt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar te stellen dan wel onder de onder 1° genoemde omstandigheden enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van arbeid of diensten of zijn organen beschikbaar stelt;

5°. degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of zijn organen tegen betaling beschikbaar te stellen dan wel ten aanzien van een ander enige handeling onderneemt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar stelt tot het verrichten van die handelingen of zijn organen tegen betaling beschikbaar stelt, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

6°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander;

7°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit de verwijdering van organen van een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat diens organen onder de onder 1° bedoelde omstandigheden zijn verwijderd;

8°. degene die opzettelijk voordeel trekt uit seksuele handelingen van een ander met of voor een derde tegen betaling of de verwijdering van diens organen tegen betaling, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

9°. degene die een ander met een van de onder 1° genoemde middelen dwingt dan wel beweegt hem te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handelingen met of voor een derde of van de verwijdering van diens organen.

Uitbuiting omvat ten minste uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, met inbegrip van bedelarij, slavernij en met slavernij te vergelijken praktijken, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten.

De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien:

1°. de feiten, omschreven in het eerste lid, worden gepleegd door twee of meer verenigde personen;

2°. degene ten aanzien van wie de in het eerste lid omschreven feiten worden gepleegd een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan wel een ander persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt;

3°. de feiten, omschreven in het eerste lid, zijn voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld.

Indien een van de in het eerste lid omschreven feiten zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft of daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, wordt gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

Indien een van de in het eerste lid omschreven feiten de dood ten gevolge heeft, wordt levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.

Onder kwetsbare positie wordt mede begrepen een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.

Artikel 251 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 273g Wetboek van Strafrecht

1. Hij die seksuele handelingen verricht met een ander, terwijl hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat die ander zich onder de in artikel 273f, eerste lid, onder 1°, bedoelde omstandigheden beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie indien degene ten aanzien van wie het in het eerste lid omschreven feit wordt gepleegd een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

Bijlage 2 – Aandachtsfunctionaris Mensenhandel

De aanpak mensenhandel heeft betrekking op verschillende afdelingen van de gemeente. Om alles te coördineren en om als aanjager te fungeren moet er ten minste één gemeentelijke functionaris mensenhandel worden aangesteld (hierna: aandachtsfunctionaris). Dit is onder andere onderdeel van het verplichte basisniveau aanpak mensenhandel. De functionaris is, indien er relevante signalen zijn, aanwezig bij het lokaal ondermijningsoverleg. Hoewel er geen verdere eisen gesteld worden aan de rol van aandachtsfunctionaris mensenhandel is het wenselijk dat de functionaris affiniteit heeft met mensenhandel.

De rol van de gemeentelijke aandachtsfunctionaris mensenhandel dient gericht te zijn op het opvolgen van meldingen van mensenhandel en het inzetten van bestuurlijke mogelijkheden om mensenhandel tegen te gaan.

Enkele voorbeelden(niet limitatief) van mogelijke taken van een aandachtsfunctionaris zijn:

  • 1.

    Een goede relatie onderhouden met collega’s uit andere domeinen die te maken kunnen hebben met mensenhandel. Hierbij kan gedacht worden aan OOV, Jeugd, Zorg, Publiekszaken, enz.

  • 2.

    Mensenhandel onder de aandacht brengen en houden binnen de gemeenten en daarnaast ook bij professionals van andere relevante organisaties.

  • 3.

    Aanspreekpunt voor collega’s die mogelijke signalen van mensenhandel waargenomen hebben.

  • 4.

    Opvolgen van meldingen en hierbij de samenwerking met relevante partners opzoeken.

  • 5.

    Kennis hebben van bestuurlijke mogelijkheden om mensenhandel tegen te gaan.

  • 6.

    Kennis hebben van welke relevante partners er betrokken kunnen worden voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel en een relatie onderhouden met deze partners.


Noot
1

Definitie mensenhandel volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.

Noot
2

Zie bijlage 1 voor een overzicht van het wettelijk kader.

Noot
3

In het Interbestuurlijk Programma is een akkoord gesloten door het rijk, gemeenten, provincies en waterschappen om diverse grote maatschappelijke opgaven aan te pakken.

Noot
4

Deze periode loopt gelijk met het Integraal Veiligheidsplan Veluwe Noord.

Noot
5

De weerbaarheidsscan van het RIEC biedt gemeenten inzicht in de weerbaarheid van de organisatie tegen ondermijning.

Noot
6

Meer informatie over deze Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling is te vinden op de website van de rijksoverheid Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling | Huiselijk geweld | Rijksoverheid.nl.

Noot
7

Het VNG Kader is onderdeel van het in 1.3 genoemde Kompas Mensenhandel van de VNG.

Noot
8

Waterbedeffect: een ongewenste toestand die op een bepaalde plaats tegengegaan wordt, maar elders opnieuw opduikt.