Subsidieregeling Isolatiesubsidie Utrechtse Heuvelrug 2024 versie 2

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Bouwdeel onderdeel van de woning met een eigen fysische en technische prestatie, zoals een dak, gevel, vloer of venster.

• b.

  Doe-het-zelf: benaming van een constructieve activiteit die door een amateur wordt uitgevoerd, in tegenstelling tot werk dat beroepsmatig door een vakman wordt gedaan.

• c.

  Eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon die een koopwoning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, van deze koopwoning zal hebben.

• d.

  Energiebesparende maatregelen reguliere woning: spouwmuurisolatie, gevelisolatie, dak- of zoldervloerisolatie, vloer- of bodemisolatie en hoogrendementsglas, waarbij wordt verstaan onder:

  • •

    Spouwmuurisolatie: het isoleren van bestaande spouwmuren in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 10 m2. Spouwmuurisolatie is uitgesloten voor doe-het-zelfinitiatieven.

  • •

    Gevelisolatie: het isoleren van de bestaande binnenzijde of buitenzijde buitengevel met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 10 m2.

  • •

    Dakisolatie: het isoleren van het bestaande dak in de thermische schil of van de bestaande zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 20 m2. Buitendak isolatie is uitgesloten voor doe-het-zelf.

  • •

    Vloer- of bodemisolatie: het isoleren van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 20 m2.

  • •

    Hoogrendementsglas: het vervangen van glas in de thermische schil door HR++ glas, of door triple-glas in combinatie met het vervangen van het kozijn door een isolerend kozijn met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K], al dan niet in combinatie met panelen.

    • o

      HR++ glas: glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K];

    • o

      triple-glas: glas met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K];

    • o

      panelen: panelen met minimaal dezelfde U-waarde als de glassoort waarmee deze worden gecombineerd;

    • o

      isolerende deuren met een maximale U-waarde van 1.0 (W/m2K).

  • De minimale geïsoleerde oppervlakte is 5 m2 (glas, kozijn en deur oppervlakte mogen meegeteld worden, mits voldaan wordt aan de gestelde U-waarde).

• e.

  Energiebesparende maatregelen monumentale woning: spouwmuurisolatie, gevelisolatie, dak- of zoldervloerisolatie, vloer- of bodemisolatie en hoogrendementsglas, waarbij wordt verstaan onder:

  • •

    Spouwmuurisolatie: het isoleren van bestaande spouwmuren in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 10 m2.

  • •

    Gevelisolatie: het isoleren van de bestaande binnenzijde of buitenzijde buitengevel met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 2,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 10 m2.

  • •

    Dakisolatie: het isoleren van het bestaande dak in de thermische schil of van de bestaande zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 2,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 20 m2.

  • •

    Vloer- of bodemisolatie: het isoleren van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 2,5 [m2K/W] en minimale geïsoleerde oppervlakte van 20 m2.

  • •

    Hoogrendementsglas: het vervangen of het toevoegen van glas (door het toepassen van voor- of achterzetramen) in de thermische schil door isolatieglas in combinatie met het vervangen van het kozijn door een isolerend kozijn met een maximale U-waarde van 2.0 [W/m2K], al dan niet in combinatie met panelen.

    • o

      isolatieglas: glas met een maximale U-waarde van 3.0 [W/m2K];

    • o

      panelen: panelen met minimaal dezelfde U-waarde als de glassoort waarmee deze worden gecombineerd;

    • o

      isolerende deuren met een maximale U-waarde van 2.0 (W/m2K).

  • De minimale geïsoleerde oppervlakte is 3 m2 (glas, kozijn en deur oppervlakte mogen meegeteld worden, mits voldaan wordt aan de gestelde U-waarde).

• f.

  Grondgebonden koopwoning: woning van een eigenaar-bewoner, die is gelegen in de gemeente Utrechtse heuvelrug. Een bestaande gebouwde onroerende zaak, die een zelfstandige woongelegenheid vormt alvorens renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie is geregistreerd, niet zijnde een woonwagen, woonboot of appartement.

• g.

  Natuurlijke (biobased) isolatiematerialen: Isolatiematerialen gemaakt uit natuurlijke grondstoffen. Hoofdzakelijk gemaakt uit reststromen van land- en bosbouw. Zie voor de isolatiematerialen en meldcodes die aangemerkt worden als biobased, zie de meldcodelijst ISDE meldcodelijst isolatiematerialen en biobased bonus op www.RVO.nl/ISDE.

• h.

  Renovatie: herstellen of gedeeltelijk vernieuwen van een bestaand pand binnen de thermische schil.

• i.

  Thermische schil: is de isolerende laag aan de buitenzijde van de woning. Wanden, daken, beglazing en deuren, en vloeren grenzend aan de buitenlucht of grond zijn geïsoleerd om kou te weren en warmte binnen te houden. De thermische schil is de 'jas' van de woning. Een nieuwe uitbreiding van de woning komt niet in aanmerking voor deze subsidie.

• j.

  Slecht geïsoleerd bouwdeel: een bouwdeel dat matig tot slecht geïsoleerd is, daaronder wordt verstaan:

  • •

    Dakisolatie van minder dan 9 cm en rc-waarde lager of gelijk aan 2,0

  • •

    Zolder of vlieringvloer isolatie die niet aanwezig is of lager of gelijk aan rc-waarde van 0,5

  • •

    Spouwmuurisolatie of gevelisolatie lager of gelijk aan rc-waarde 1,1

  • •

    Vloer- of bodemisolatie van minder dan 5 cm en lager of gelijk aan rc-waarde 1,3

  • •

    Glas: enkel of oud dubbelglas of HR glas met isolatiewaarde gelijk of hoger dan 1,6 U.

• k.

  Monument:

  • 1.

    zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

  • 2.

    terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1;

• l.

  Gemeentelijk monument: gemeentelijk monument: onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen en is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst;

• m.

  Gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken;

• n.

  Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Artikel 2. Algemene bepalingen

Een subsidie op grond van deze regeling mag gecombineerd worden met andere subsidies.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten en prestatie

De subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van energiebesparende maatregelen door uitvoerende bedrijven en voor isolatiemateriaalkosten voor doe-het-zelvers, zoals bedoeld in artikel 1 aanhef en onder d, door de eigenaar-bewoner van een grondgebonden koopwoning die is gelegen in de gemeente Utrechtse heuvelrug. De maatregelen moeten zijn uitgevoerd na 1 januari 2024. Het maximale subsidiebedrag kan eenmalig verstrekt worden per adres.

Artikel 5. Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 4 wordt uitsluitend verstrekt aan een eigenaar-bewoner.

Artikel 6. Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

6.1 Reguliere woning

• a.

  De aanvrager is eigenaar-bewoner van de grondgebonden koopwoning waaraan de energiebesparende maatregelen worden getroffen;

• b.

  De aanvrager voert zelfstandig of in samenwerkingsverband minimaal één energiebesparende maatregel uit aan de eigen woning, of besteedt dit uit aan een gecertifieerd (bouw)bedrijf;

• c.

  Alleen isolatiemateriaal-kosten van de zelf uitgevoerde maatregelen tellen mee voor de subsidie;

• d.

  Bij het isoleren van 1 bouwdeel moet de minimale oppervlakte van de gekozen energiebesparende maatregel geïsoleerd worden, voor een tweede maatregel hoeft de minimale oppervlakte voordat tweede onderdeel niet behaald te worden;

• e.

  De woning heeft een WOZ waarde ≤ €507.000,- (peiljaar 2022 of 2023);

• f.

  Er moeten in de woning aantoonbaar nog minimaal twee bouwdelen slecht of niet geïsoleerd zijn. Woningen met energielabel A, B of C hebben hierin een extra bewijslast verplichting;

• g.

  De werkzaamheden zijn natuurvriendelijk uitgevoerd, door eigenaar-bewoner zelf of een gecertificeerd (bouw)bedrijf (voor voorwaarden en informatie kijk hier). Spouwmuurisolatie en buitendakisolatie zijn uitgesloten voor doe-het-zelf.

6.2 Monumentale woning

Voor monumentale woningen gelden enkele uitzonderingen of extra subsidievereisten:

• a)

  Gemeentelijke monumenten met een WOZ waarde ≤ €800.000,- (peiljaar 2022 of 2023) komen in aanmerking (uitzondering op paragraaf 6.1 e);

• b)

  Het verkrijgen van een vergunning is altijd verplicht voor het uitvoeren van isolatiemaatregelen in en aan een monument;

• c)

  Isolatiemaatregelen in/aan een monument mogen alleen uitgevoerd worden door een gecertificeerd (bouw)bedrijf, doe-het-zelf activiteiten zijn uitgesloten van deze subsidie.

Artikel 7. Aanvraagvereisten

7.1 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld digitaal aanvraagformulier. De aanvraag voor vaststelling van de subsidie moet gedaan zijn voor 31 december 2026.

7.2 Een aanvraag voor subsidieverlening gaat in ieder geval vergezeld van:

• a.

  Bouwjaar van de woning;

• b.

  WOZ-waarde van de woning;

• c.

  U verklaart in de aanvraag dat er 2 bouwdelen slecht of niet geïsoleerd zijn, en het energielabel indien bekent;

• d.

  Een opgave van de isolatiemaatregel(en) waarvoor u de subsidie aanvraagt en hoe deze uitgevoerd zullen worden (uitbesteden of doe-het-zelf);

• e.

  De subsidieverlening vervalt na 12 maanden als deze in die periode niet wordt opgevolgd door aanvraag van subsidievaststelling. Er mag éénmalig een schriftelijke aanvraag tot verlenging van 6 maanden worden ingediend.

7.3 Een aanvraag voor de subsidievaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een factuur of overeenkomst voor de aanschaf van de materialen en/of uitgevoerde isolatiewerkzaamheden. Hierop worden in ieder geval de volgende gegevens vermeld:

Uitvoering bouwbedrijf

• •

  Foto’s met datum waarop duidelijk te zien is dat de werkzaamheden op uw adres worden uitgevoerd.

• •

  Factuur van bedrijf met:

  • o

    Type materiaal en Rd-waarde of U-waarde(moet voorkomen op lijst ISDE) en indien van toepassing de kozijnstaat, merk, type en het bijbehorende frame;

  • o

    Oppervlakte (m2) geïsoleerd bouwdeel.

Doe-het-zelf

• •

  Foto’s met datum waarop duidelijk te zien is dat de werkzaamheden op uw adres worden uitgevoerd.

• •

  Aankoopbewijs isolatiemateriaal:

  • o

    Type materiaal en Rd-waarde (moet voorkomen op lijst ISDE) en indien van toepassing de kozijnstaat, merk, type en het bijbehorende frame;

  • o

    Oppervlakte (m2) geïsoleerd bouwdeel.

7.4 Als de subsidieverlening wordt aangevraagd nadat de isolatiewerkzaamheden al zijn uitgevoerd moet alle informatie zoals benoemd in artikel 7.2 en 7.3 gelijktijdig worden aangeleverd, waarna de subsidie direct kan worden vastgesteld.

7.5 De gemeente kan op afspraak ter plaatse controleren of de woning voldoet aan de eis van twee slechtgeïsoleerde bouwdelen en/of de werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de voorwaarden.

Artikel 8. Subsidiehoogte

8.1 De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €1750,- van het totale aankoopbedrag, inclusief belastingen, voor de isolatiematerialen indien de werkzaamheden zelf worden uitgevoerd. Wanneer het maximale bedrag bij de eerste maatregel niet behaald wordt, mag het resterende bedrag uitgegeven worden aan een tweede maatregel, waarvoor de minimale oppervlakte als eis vervalt.

8.2 De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 70% van het totale factuurbedrag inclusief belastingen, met een maximum van €1750,- indien de isolatiewerkzaamheden door een (bouw)bedrijf zijn uitgevoerd.

8.3 Wanneer de isolatiewerkzaamheden aan de gevel, vloer en/of het dak volledig worden uitgevoerd met natuurlijke (biobased) materialen, kan het maximale subsidiebedrag verhoogd worden met een bonus van €250,-.

8.4 Voor Monumenten kan het maximale subsidiebedrag verhoogd worden met een bonus van €500,-.

Artikel 9. Verplichtingen van de subsidieontvanger

9.1 In aanvulling op artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 heeft de aanvrager maximaal 12 maanden na subsidieverlening om de werkzaamheden uit te voeren danwel uit te laten voeren en de subsidievaststelling aan te vragen. Hierna vervalt de subsidieverlening en het recht op de aangevraagde subsidie en subsidiebedrag.

9.2 De subsidieontvanger kan eenmalig schriftelijk verzoeken om de termijn genoemd in het vorige lid met maximaal 6 maanden te verlengen.

9.3 Wanneer de gemeente oordeelt dat de aanvraag incompleet is krijgt de subsidieontvanger 4 weken de tijd om de ontbrekende stukken aan te leveren.

9.4 Als blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten niet of niet geheel zijn uitgevoerd en/of de verplichtingen niet (geheel) zijn nagekomen en/of het bestede bedrag lager is, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld dan het bedrag van de verlening of zelfs op nul gezet.

9.4 Elk adres kan maar één keer aanspraak maken op deze subsidie.

Artikel 10 Beslistermijn

10.1 Het college beslist op de aanvraag subsidieverlening binnen 13 weken, nadat de aanvraag compleet is ingediend.

10.2 Het college beslist op de aanvraag subsidievaststelling binnen 13 weken, nadat de aanvraag compleet is ingediend.

10.3 Het college kan de beslistermijn van de subsidieverlening en subsidievaststelling eenmalig schriftelijk verlengen met 6 weken.

Artikel 11. Subsidieplafond

11.1 Het plafond voor deze Regeling bedraagt in totaal € 969.676,- (zegge: negenhonderdnegenenzestigduizendzeshonderdzesenzeventig euro).

In 2024 wordt dit subsidieplafond verhoogd met een bedrag van €140.000,-(zegge honderdveertigduizend euro) op 1 januari 2025 zal het deel van dit bedrag wat niet besteed is, komen te vervallen.

11.2 Het college kan het plafond als genoemd in het vorige lid gedurende de looptijd van deze regeling verhogen.

11.3 Indien het subsidieplafond als bedoeld in artikel 11.1 niet hoog genoeg is om alle aanvragen te honoreren, wordt op die aanvragen in de volgende volgorde beslist:

• 1.

  De datum waarop het college de aanvraag tot subsidieverlening, indien deze volledig en juist is ingediend, ontvangt;

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd.