Financieel Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2024

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Financieel Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden:

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening Wmo van de gemeente Coevorden;

b e s l u i t

vast te stellen het:

Financieel Besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2024.

Inleiding

Dit besluit bevat onder andere de bedragen die verstrekt worden bij de toekenning van een voorziening en de regels ten aanzien van de bijdrage in de kosten van voorzieningen op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de van toepassing zijnde verordening.

Artikel 2. Bedragen bijdrage van de cliënt

  • 1. De bijdrage in de kosten is gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in artikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015.

  • 2. De bedragen en percentages die niet onder de eigen bijdrage vallen worden bepaald aan de hand van de verordening.

Artikel 3. Collectief vervoer

Het tarief (basis- en kilometertarief) voor collectief vervoer is gelijk aan het basis- en kilometertarief voor het openbaar vervoer dat jaarlijks wordt gepubliceerd door het OV Bureau Groningen Drenthe. (per 01-01-2024: opstaptarief € 1,08, kilometertarief € 0,19).

Artikel 4 Persoonsgebonden budget

Artikel 4.1 Hoogte pgb voor zaken

  • 1. De hoogte van een Pgb voor zaken is maximaal de kostprijs die de gemeente betaald aan een gecontracteerde leverancier, als de voorziening in zorg in natura verstrekt wordt.

  • 2. Voor voorzieningen die buiten het kernassortiment vallen wordt de hoogte van het pgb vastgesteld aan de hand van één of meer offertes

Artikel 4.2 Kosten onderhoud, reparatie en mogelijke verzekeringen

Een PGB wordt indien nodig verhoogd met vijf procent van het persoonsgebonden budget voor de kosten van reparatie-, onderhoud- en mogelijke verzekeringskosten.

Artikel 4.3 pgb rolstoel/scootmobiel

Het PGB voor een rolstoel/scootmobiel wordt vastgesteld op de kostprijs van de goedkoopst compenserende voorziening zoals door het college aan de leverancier wordt betaald. Het bedrag wordt verhoogd met 5% voor onderhoud, reparatie en eventuele verzekeringen.

Artikel 4.4 pgb sportvoorziening

Het pgb voor een sportvoorziening en de daarmee eventueel samenhangende kosten van onderhoud, verzekering, keuring en reparatie wordt bepaald aan de hand van door de cliënt opgevraagde vergelijkbare offertes, waarbij de prijs van de leverancier die de goedkoopst passende voorziening kan leveren doorslaggevend is. Het pgb kan maximaal € 3500 ,- bedragen. De gemeente is gemachtigd om een tegenofferte op te vragen, waarbij de economisch meest voordelige uitgangspunt is voor verdere besluitvorming.

Artikel 4.5 Afschrijvingstermijnen

Voor zaken geldt een afschrijvingstermijn van zeven jaar. Met uitzondering van kinderhulpmiddelen, rolstoelen voor dagelijks gebruik, douche- en toilethulpmiddelen. Daarvoor geldt een afschrijvingstermijn van vijf jaar. Voor sportvoorzieningen geldt een afschrijvingstermijn van drie jaar.

Artikel 4.6 Hoogte pgb voor diensten en activiteiten

Voorziening

Formele ondersteuning

Informele ondersteuning

Eenheid

Schoonmaakondersteuning

€ 0,36

€ 0,31

Per minuut

Hulp bij het huishouden

€ 0,36

€ 0,31

Per minuut

Zelfredzaamheid (licht)

€ 39,00

€ 28,20

Per uur

Zelfredzaamheid (regulier)

€ 42,00

€ 30,00

Per uur

Zelfredzaamheid (zwaar)

€ 52,20

€ 36,00

Per uur

Participatie (licht)

€ 32,26

€ 22,33

Per dagdeel

Participatie (regulier)

€ 39,71

€ 29,78

Per dagdeel

Participatie (zwaar)

€ 52,11

€ 37,22

Per dagdeel

Artikel 4.7 Indexatie tarieven

  • 1. De tarieven voor zelfredzaamheid en participatie worden jaarlijks geïndexeerd op grond van de OVA-index, zoals opgenomen in de zorg in natura contracten. De pgb-tarieven zijn hier een afgeleide van. Zoals opgenomen in de verordening.

  • 2. De tarieven voor schoonmaakondersteuning en hulp bij het huishouden worden geïndexeerd als er sprake is van structurele wijzigingen in de bijbehorende CAO.

Artikel 4.8 Terugvordering

  • 1. Het PGB wordt (deels) teruggevorderd als:

    • a.

      het budget niet of niet volledig wordt aangewend voor het doel waarvoor het is verstrekt;

    • b.

      door een voortschrijdend ziektebeeld de geïndiceerde voorziening niet meer adequaat is en de belanghebbende de voorziening nog niet heeft aangekocht of besteld;

    • c.

      de belanghebbende zich niet houdt aan voorwaarden waaronder het PGB is verstrekt;

    • d.

      als artikel 2.4.1. van de Wmo 2015 van toepassing is.

Artikel 5 Financiële vergoedingen

Artikel 5.1 Financiële tegemoetkoming woonvoorziening

Een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt na het doorlopen van onderstaande stappen:

  • 1.

    Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming dient eerst een offerte te worden overlegd.

  • 2.

    Met deze offerte wordt er een voorlopige beschikking vastgesteld.

  • 3.

    Na afloop levert de cliënt een factuur aan.

  • 4.

    Aan de hand van deze factuur wordt de definitieve beschikking vastgesteld. Op deze wijze wordt gecontroleerd of de verstrekte financiële tegemoetkoming besteed is aan een noodzakelijke voorziening.

  • 5.

    De financiële tegemoetkoming wordt verstrekt op basis van een Wmo-indicatie met programma van eisen.

  • 6.

    Wanneer de wens van cliënt afwijkt van het programma van eisen wordt de financiële tegemoetkoming pas toegekend wanneer in de mogelijke meerkosten wordt voorzien door de cliënt.

Artikel 5.2 Hoogte verhuiskostenvergoeding

De hoogte van de tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2632,-.

Artikel 5.3 Financiële vergoeding vervoer

  • 1. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto, taxi of vervoer door derden bedraagt maximaal € 1024,-;

  • 2. Het bedrag worden jaarlijks geïndexeerd conform de NEA-index.

Artikel 6 Beoordeling primaat van verhuizing

De beoordeling of cliënt kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning vindt in ieder geval plaats indien: de kosten van een door het college te verstrekken bouwkundige of woontechnische woonvoorziening(en) van de door de cliënt bewoonde woning meer bedragen dan €10.000,-- Als cliënt op advies van de gemeente moet verhuizen en de client verhuist ook daadwerkelijk, kan hij in aanmerking komen voor de tegemoetkoming verhuis-, en inrichtingskosten.

Artikel 7. Slotparagraaf

Artikel 7.1 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt na bekendmaking in werking op 1 oktober 2024.

  • 2. Dit financieel besluit wordt aangehaald als Financieel besluit Wet Maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2024.

  • 3. Vanaf het moment, genoemd in het eerste lid wordt het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Coevorden 2023 ingetrokken.

Artikel 7.2 Overgangsbepaling

  • 1. Een besluit op een aanvraag wordt genomen op basis van de op de datum van het besluit geldende Financieel Besluit.

  • 2. Na inwerkingtreding van het nieuwe financiële besluit Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2024 houdt een cliënt recht op de verstrekte voorziening inclusief het daarbij verstrekte PGB, tot de einddatum van de beschikking of tot het college een nieuw besluit heeft genomen.

  • 3. Op bezwaarschriften wordt beslist met in achtneming van het Financieel Besluit Wmo die geldig was ten tijde van het bestreden besluit op de aanvraag.

Ondertekening

Dit financieel besluit is vastgesteld op: 17 september 2024

Burgemeester en wethouders van Coevorden

De burgemeester, R. Bergsma

De loco-secretaris, L.M. Brouwer