Benoemingsstatuut Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden

1. Door het college van B&W van de gemeente Den Haag wordt een profiel voor de functie van directeur publieke gezondheid voorbereid. Het functieprofiel wordt in overeenstemming met de veiligheidsregio Haaglanden en het college van B&W van de gemeente Den Haag door het algemeen bestuur vastgesteld.

2. Voor de werving van een directeur publieke gezondheid stelt het algemeen bestuur van de GR GGD-VT een selectiecommissie in. De selectiecommissie bestaat tenminste uit de wethouder van de gemeente Den Haag met de GGD in zijn/haar portefeuille, de voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden en de voorzitter van de GR GGD-VT of door hen aan te wijzen plaatsvervangers. Deze selectiecommissie wordt voorafgegaan door een ambtelijke selectiecommissie waarin tenminste vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag, de veiligheidsregio Haaglanden en de regiogemeenten plaatsnemen en wordt eveneens ingesteld door het algemeen bestuur.

3. De procedure voor de werving van de directeur publieke gezondheid is als volgt:

• a.

  De ambtelijke selectiecommissie stelt de vacaturetekst vast. Voor de vacature wordt zowel intern als extern geworven. Onder intern wordt verstaan: de gemeente Den Haag, de overige gemeenten in de regio Haaglanden en de veiligheidsregio Haaglanden.

• b.

  De gemeente Den Haag zorgt voor de eerste selectie van de binnengekomen reacties, door een toets van de kandidaten aan het vastgestelde profiel. Het resultaat van deze selectie is een overzicht van binnengekomen reacties en een beoordeling van kandidaten die wel of niet aan het profiel voldoen ten behoeve van de ambtelijke selectiecommissie.

• c.

  De ambtelijke selectiecommissie beoordeelt de selectie van de binnengekomen reacties en nodigt een aantal kandidaten uit voor een gesprek.

• d.

  De ambtelijke selectiecommissie, doet, indien mogelijk, een voordracht van tenminste twee kandidaten aan de selectiecommissie.

• e.

  De selectiecommissie maakt op basis van gebleken geschiktheid een keuze uit de kandidaten. Indien de selectiecommissie dat nodig acht wordt een bredere consultatie gehouden (bijvoorbeeld met medewerkers).

• f.

  Elke door de selectiecommissie gekozen kandidaat voert vervolgens een klikgesprek met de daartoe beschikbare leden van het algemeen bestuur van de GR GGD-VT en een klikgesprek met de daartoe beschikbare leden van het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden. Ook met de ondernemingsraad van de dienst OCW van de gemeente Den Haag en de ondernemingsraad van de veiligheidsregio Haaglanden worden kennismakingsgesprekken gevoerd.

• g.

  De selectiecommissie maakt haar keuze – na één of meer klikgesprekken - kenbaar aan het algemeen bestuur van de GR GGD-VT, het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden en het college van B&W van de gemeente Den Haag.

• h.

  Als het algemeen bestuur van de GR GGD-VT, het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden en het college van B&W van de gemeente Den Haag akkoord zijn met de keuze onder f., wordt deze persoon bij het college van B&W van de gemeente Den Haag voorgedragen voor een arbeidsovereenkomst in de functie van directeur van de uitvoeringsorganisatie GGD en bezoldigd ambtenaar van de gemeente Den Haag op welke voordracht het college van B&W van de gemeente Den Haag zelfstandig een besluit neemt. Indien de keuze niet voor de drie vermelde partijen akkoord is, zal de selectiecommissie een nieuwe keuze maken op basis van de overige kandidaten. Indien die kandidaten niet geschikt (b)lijken, zal de procedure als vermeld onder a. tot en met f. opnieuw gevolgd worden.

• i.

  De functies van directeur publieke gezondheid en directeur veilig thuis worden niet door een en dezelfde persoon uitgeoefend, met dien verstande dat de directeur publieke gezondheid als plaatsvervangend directeur veilig thuis kan worden benoemd en dat de directeur veilig thuis als plaatsvervangend directeur publieke gezondheid kan worden benoemd.

• j.

  Het algemeen bestuur benoemt de als directeur van de uitvoeringsorganisatie GGD aangestelde functionaris, als directeur publieke gezondheid en onbezoldigd ambtenaar in dienst van de GR GGD-VT.

• k.

  Gelet op de intensiteit van het selectieproces wordt de vertrouwelijkheid van de selectiegesprekken in iedere fase gewaarborgd.

4. Met de directeur publieke gezondheid vindt jaarlijks een beoordelingsgesprek plaats door de voorzitter van de GR GGD-VT. Voorafgaand aan, en ten behoeve van, dit gesprek wordt tijdig informatie ingewonnen bij tenminste de algemeen directeur van de dienst OCW van de gemeente Den Haag en de voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden. Een door de directeur publieke gezondheid en de voorzitter van de GR GGD-VT geaccordeerd schriftelijk verslag van het beoordelingsgesprek wordt door de voorzitter van de GR GGD-VT aan de voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden en de algemeen directeur van de dienst OCW van de gemeente Den Haag gezonden.

5. Het algemeen bestuur is bevoegd tot schorsing en ontslag van de directeur publieke gezondheid, in overeenstemming met het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden en het college van B&W van de gemeente Den Haag. Hiervoor wordt de volgende procedure gehanteerd:

• a.

  De voorzitter van de GR GGD-VT spant zich, voor zover dat binnen zijn macht is gelegen, tot het uiterste in om te voorkomen dat conflicten tussen de GR GGD -VT en/of de gemeente Den Haag en/of deelnemers en/of veiligheidsregio Haaglanden en/of derden enerzijds en de directeur publieke gezondheid anderzijds dusdanig escaleren dat het tot schorsing en/ of ontslag van de directeur publieke gezondheid kan leiden.

• b.

  Voorafgaand aan een schorsing of ontslag door het algemeen bestuur van de GR GGD-VT vindt er – ongeacht de aanleiding daartoe - overleg plaats tussen de wethouder van de gemeente Den Haag met de GGD in zijn portefeuille, de voorzitter van de veiligheidsregio Haaglanden en de voorzitter van de GR GGD-VT, of door hen aan te wijzen plaatsvervangers.

• c.

  Mochten er op basis van dat overleg voor één van de drie gesprekspartners redenen zijn om schorsing of ontslag wenselijk te achten, dan wordt hiertoe slechts overgegaan nadat overeenstemming is bereikt over schorsing of ontslag tussen de drie gesprekspartners (namens de door hen vertegenwoordigde partijen), eventueel met behulp van de geschillenregeling (artikel 36 van de regeling). Voordat tot schorsing of ontslag van de directeur publieke gezondheid wordt overgegaan wordt gekeken of een minnelijke schikking mogelijk is.

• d.

  Indien wordt overgegaan tot schorsing of ontslag bereidt de gemeente Den Haag, na het bovenbedoelde overleg, in opdracht van de voorzitter van de GR GGD-VT en als medewerkgever een voordracht tot schorsing of ontslag voor ten behoeve van besluitvorming door het algemeen bestuur.

• e.

  Het algemeen bestuur neemt op basis van de in opdracht van de voorzitter van de GR GGD-VT voorbereide voordracht een besluit over de schorsing of het ontslag van de directeur publieke gezondheid van de GR GGD-VT. Indien nodig wordt hiervoor een extra vergadering gepland.

• f.

  In spoedeisende gevallen is het dagelijks bestuur bevoegd om in afwijking van het in dit lid onder a. tot en met e. bepaalde de directeur publieke gezondheid te schorsen. Het college van B&W van de gemeente Den Haag is eveneens bevoegd in spoedeisende gevallen de directeur van de uitvoeringsorganisatie GGD van de gemeente Den Haag te schorsen. Schorsing in spoedeisende gevallen kan alleen na afstemming tussen het dagelijks bestuur van de GR GGD-VT, het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden en het college van B&W van de gemeente Den Haag. Het college van B&W van de gemeente Den Haag en het bestuur van de veiligheidsregio Haaglanden kunnen het dagelijks bestuur in spoedeisende gevallen om schorsing verzoeken; het dagelijks bestuur neemt daarop zo spoedig mogelijk een besluit.

• g.

  Een in spoedeisende gevallen genomen schorsingsbesluit wordt binnen uiterlijk drie maanden gevolgd door een besluit van het algemeen bestuur over (voortzetting van de) schorsing, of ontslag. Dat besluit wordt voorbereid op de in dit lid a. tot en met e. beschreven wijze.

• h.

  Een in spoedeisende gevallen genomen besluit tot schorsing door het dagelijks bestuur leidt tot een onverwijlde schorsing uit de functie directeur uitvoeringsorganisatie GGD van de gemeente Den Haag. Schorsing in spoedeisende gevallen van de directeur van de uitvoeringsorganisatie door de gemeente Den Haag leidt tot een onverwijlde schorsing door het dagelijks bestuur uit de functie directeur publieke gezondheid. Schorsing of ontslag door het algemeen bestuur van de directeur publieke gezondheid leidt tot schorsing of ontslag uit de functie van directeur van de uitvoeringsorganisatie GGD van de gemeente Den Haag door het college van B&W van de gemeente Den Haag.

6. De eventuele personele, juridische kosten en/of kosten voor (tijdelijke) vervanging van de GR GGD-VT en/of de gemeente Den Haag voortvloeiend uit een schorsing of ontslag van de directeur publieke gezondheid / directeur uitvoeringsorganisatie GGD van de gemeente Den Haag, worden ongeacht de redenen gedragen door de GR GGD-VT.

1. Door het college van B&W van de gemeente Den Haag wordt een profiel voor de functie van directeur veilig thuis voorbereid. Het functieprofiel wordt door het algemeen bestuur vastgesteld in overeenstemming met het college van B&W van de gemeente Den Haag.

2. Voor de werving van een directeur veilig thuis stelt het dagelijks bestuur van de GR GGD-VT een selectiecommissie in. De selectiecommissie bestaat tenminste uit de wethouder van de gemeente Den Haag met Veilig Thuis in zijn/haar portefeuille, en de voorzitter van de GR GGD-VT of door hen aan te wijzen plaatsvervangers. Deze selectiecommissie wordt voorafgegaan door een ambtelijke selectiecommissie waarin tenminste vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag en de regiogemeenten plaatsnemen en wordt eveneens ingesteld door het dagelijks bestuur.

3. De procedure voor de werving van de directeur veilig thuis is als volgt:

• a.

  De ambtelijke selectiecommissie stelt de vacaturetekst vast. Voor de vacature wordt zowel intern als extern geworven. Onder intern wordt verstaan: de gemeente Den Haag en de overige gemeenten in de regio Haaglanden.

• b.

  De gemeente Den Haag zorgt voor de eerste selectie van de binnengekomen reacties, door een toets van de kandidaat aan het profiel. Het resultaat van deze selectie is een overzicht van binnengekomen reacties, en een beoordeling van kandidaten die wel of niet aan het profiel voldoen ten behoeve van de ambtelijke selectiecommissie.

• c.

  De ambtelijke selectiecommissie beoordeelt de selectie van de binnengekomen reacties en nodigt een aantal kandidaten uit voor een gesprek.

• d.

  De ambtelijke selectiecommissie, doet, indien mogelijk, een voordracht van tenminste twee kandidaten aan de selectiecommissie.

• e.

  De selectiecommissie maakt op basis van gebleken geschiktheid een keuze uit de kandidaten. Indien de selectiecommissie dat nodig acht, wordt een bredere consultatie gehouden (bijvoorbeeld met medewerkers van de uitvoeringsorganisatie).

• f.

  Elke door de selectiecommissie gekozen kandidaat voert vervolgens een klikgesprek met de daartoe beschikbare leden van het algemeen bestuur van de GR GGD-VT.

• g.

  De selectiecommissie maakt haar keuze – na één of meer klikgesprekken - kenbaar aan het dagelijks bestuur van de GR GGD-VT en het college van B&W van de gemeente Den Haag.

• h.

  Als het dagelijks bestuur van de GR GGD-VT en het college van B&W van de gemeente Den Haag akkoord zijn met de keuze onder f., wordt deze persoon voorgedragen voor een arbeidsovereenkomst in de functie van directeur van de uitvoeringsorganisatie veilig thuis en directeur veilig thuis binnen de gemeenschappelijke regeling GGD en VT Haaglanden. Het college van B&W van de gemeente Den Haag neemt een zelfstandig besluit over de arbeidsovereenkomst. Indien de keuze niet voor de twee vermelde partijen akkoord is, zal de selectiecommissie een nieuwe keuze maken op basis van de overige kandidaten. Indien die kandidaten niet geschikt (b)lijken, zal de procedure als vermeld onder a. tot en met f. opnieuw gevolgd worden.

• i.

  De functies van directeur publieke gezondheid en directeur veilig thuis worden niet door een en dezelfde persoon uitgeoefend, met dien verstande dat de directeur publieke gezondheid als plaatsvervangend directeur veilig thuis kan worden benoemd en dat de directeur veilig thuis als plaatsvervangend directeur publieke gezondheid kan worden benoemd.

• j.

  Het dagelijks bestuur benoemt de functionaris directeur van de uitvoeringsorganisatie VT, als directeur veilig thuis en onbezoldigd ambtenaar in dienst van de GR GGD-VT.

• k.

  Gelet op de intensiteit van het selectieproces wordt de vertrouwelijkheid van de selectiegesprekken in iedere fase gewaarborgd.

4. Met de directeur veilig thuis vindt jaarlijks een beoordelingsgesprek plaats door de voorzitter van de GR GGD-VT. Voorafgaand aan, en ten behoeve van, dit gesprek wordt informatie ingewonnen bij tenminste de algemeen directeur van de dienst OCW van de gemeente Den Haag. Een door de directeur veilig thuis en de voorzitter van de GR GGD-VT geaccordeerd schriftelijk verslag van het beoordelingsgesprek wordt door de voorzitter van de GR GGD-VT aan de algemeen directeur van de dienst OCW van de gemeente Den Haag gezonden.

5. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot schorsing en ontslag van de directeur veilig thuis in overeenstemming met het college van B&W van de gemeente Den Haag. Hiervoor wordt de volgende procedure gehanteerd:

• a.

  De voorzitter van de GR GGD-VT spant zich, voor zover dat binnen zijn macht is gelegen, tot het uiterste in om te voorkomen dat conflicten tussen de GR GGD-VT en/of de gemeente Den Haag en/of deelnemers en/of derden enerzijds en de directeur veilig thuis anderzijds dusdanig escaleren dat het tot schorsing en/ of ontslag van de directeur veilig thuis kan leiden.

• b.

  Voorafgaand aan een schorsing of ontslag van de directeur veilig thuis door de GR GGD-VT vindt er – ongeacht de aanleiding daartoe- overleg plaats tussen de algemeen directeur van de dienst OCW van de gemeente Den Haag en de voorzitter van de GR GGD-VT.

• c.

  Mochten er op basis van dat overleg voor één van de twee gesprekspartners redenen zijn om schorsing of ontslag wenselijk te achten, dan wordt hiertoe slechts overgegaan nadat overeenstemming is bereikt over schorsing of ontslag tussen de twee gesprekspartners (namens de door hen vertegenwoordigde partijen), eventueel met behulp van de geschillenregeling (artikel 36 van de regeling). Voordat tot schorsing of ontslag van de directeur veilig thuis wordt overgegaan wordt gekeken of een minnelijke schikking mogelijk is.

• d.

  Indien wordt overgegaan tot schorsing of ontslag bereidt het college van B&W van de gemeente Den Haag, na het bovenbedoelde overleg in opdracht van de voorzitter van de GR GGD-VT en als medewerkgever een voordracht tot schorsing of ontslag voor, ten behoeve van besluitvorming door het dagelijks bestuur.

• e.

  Het dagelijks bestuur neemt op basis van de in opdracht van de voorzitter van de GR GGD-VT voorbereide voordracht een besluit over de schorsing of het ontslag van de directeur veilig thuis van de GR GGD-VT. Indien nodig wordt hiervoor een extra vergadering gepland.

• f.

  In spoedeisende gevallen is het dagelijks bestuur bevoegd om in afwijking van het in dit lid onder a. tot en met e. bepaalde de directeur veilig thuis te schorsen. Het college van B&W van de gemeente Den Haag is eveneens bevoegd in spoedeisende gevallen de directeur van de uitvoeringsorganisatie veilig thuis van de gemeente Den Haag te schorsen. Schorsing in spoedeisende gevallen kan alleen na afstemming tussen het dagelijks bestuur van de GR GGD-VT en het college van B&W van de gemeente Den Haag. Het college van B&W van de gemeente Den Haag kan het dagelijks bestuur in spoedeisende gevallen om schorsing verzoeken; het dagelijks bestuur neemt daarop zo spoedig mogelijk een besluit.

• g.

  Een spoedshalve genomen schorsingsbesluit wordt binnen uiterlijk drie maanden gevolgd door een besluit van het dagelijks bestuur over (voortzetting van de) schorsing of ontslag. Dat besluit wordt voorbereid op de in dit lid a. tot en met e. beschreven wijze.

• h.

  Een in spoedeisende gevallen genomen besluit tot schorsing door het dagelijks bestuur leidt tot een onverwijlde schorsing uit de functie directeur uitvoeringsorganisatie veilig thuis van de gemeente Den Haag. Schorsing in spoedeisende gevallen van de directeur uitvoeringsorganisatie Veilig Thuis van de gemeente Den Haag door de gemeente Den Haag leidt tot een onverwijlde schorsing door het dagelijks bestuur uit de functie directeur veilig thuis. Schorsing of ontslag door het dagelijks bestuur van de directeur veilig thuis leidt tot schorsing of ontslag uit de functie van directeur van de uitvoeringsorganisatie Veilig Thuis van de gemeente Den Haag door het college van B&W van de gemeente Den Haag.

6. De eventuele personele, juridische kosten en/of kosten voor (tijdelijke) vervanging van de GR GGD-VT en/of de gemeente Den Haag voortvloeiend uit een schorsing of ontslag van de directeur veilig thuis / manager uitvoeringsorganisatie VT van de gemeente Den Haag, worden ongeacht de redenen gedragen door GR GGD-VT.

1. Door het college van B&W van de gemeente Den Haag wordt voor de GR GGD-VT - een profiel voor de functie van secretaris voorbereid. Het functieprofiel wordt door het dagelijks bestuur vastgesteld waarbij bepaald wordt of de functionaris in dienst komt van de gemeente Den Haag of van één van de andere deelnemende gemeenten. De gemeente waar de functionaris in dienst komt, dient in te stemmen met het functieprofiel.

2. De gemeente waar de functionaris in dienst komt, draagt bij het dagelijks bestuur een kandidaat voor het vervullen van de functie van secretaris voor.

3. De voor de functie van secretaris voorgedragen kandidaat voert een klikgesprek met een afvaardiging van het dagelijks bestuur. Indien het dagelijks bestuur akkoord gaat met de kandidaat, benoemt het dagelijks bestuur, gehoord het algemeen bestuur, de kandidaat als onbezoldigd ambtenaar in dienst van de GR GGD-VT in de functie van secretaris. De secretaris krijgt een arbeidsovereenkomst bij één van de deelnemende gemeenten.

4. Met de secretaris vindt jaarlijks een beoordelingsgesprek plaats. De daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente waar de secretaris wordt aangesteld voert deze gesprekken, en verzorgt de verslaglegging daarvan. Voor dit gesprek wordt door de gemeente waar deze persoon een arbeidsovereenkomst heeft informatie ingewonnen bij ten minste de directeur publieke gezondheid, de directeur veilig thuis en de voorzitter van de GR GGD-VT.

5. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot schorsing of ontslag van de secretaris van de GR GGD-VT. Het algemeen bestuur wordt hierover tijdig, waar mogelijk vooraf, geïnformeerd.

6. De gemeente waar de secretaris een arbeidsovereenkomst heeft, is bevoegd tot schorsing of ontslag van de secretaris. Dit leidt tot gelijktijdige schorsing dan wel ontslag als onbezoldigd ambtenaar van de GR GGD-VT. Het dagelijks bestuur wordt hierover tijdig, waar mogelijk vooraf, geïnformeerd door de desbetreffende gemeente.

7. De eventuele personele, juridische kosten en/of kosten voor (tijdelijke) vervanging van de GR GGD-VT en/of de gemeente Den Haag of de gemeente waar deze functionaris in dienst is voortvloeiend uit een schorsing of ontslag van de secretaris, worden ongeacht de redenen gedragen door de GR GGD-VT.

1. Door het college van B&W van de gemeente Den Haag wordt voor de GR GGD-VT een profiel voor de functie van controller voorbereid. Het functieprofiel wordt door het dagelijks bestuur vastgesteld. De gemeente Den Haag dient in te stemmen met het functieprofiel.

2. De gemeente Den Haag draagt bij het dagelijks bestuur een kandidaat voor het vervullen van de functie van controller voor.

3. De voor de functie van controller voorgedragen kandidaat voert een klikgesprek met een afvaardiging van het dagelijks bestuur. Indien het dagelijks bestuur akkoord gaat met de kandidaat, benoemt het dagelijks bestuur, gehoord het algemeen bestuur, de kandidaat als onbezoldigd ambtenaar in dienst van de GR GGD-VT in de functie van controller. De controller krijgt een arbeidsovereenkomst bij de gemeente Den Haag.

4. Met de controller vindt jaarlijks een beoordelingsgesprek plaats. De direct leidinggevende van deze controller binnen de gemeente Den Haag voert deze gesprekken, en verzorgt de verslaglegging daarvan. Voor dit gesprek wordt door deze leidinggevende ten minste informatie bij de voorzitter van de GR GGD-VT en de penningmeester van het dagelijks bestuur ingewonnen.

5. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot schorsing of ontslag van de controller van de GR GGD-VT als controller binnen de GR GGD-VT.

6. De gemeente Den Haag is bevoegd tot schorsing of ontslag van de controller uit dienst van de gemeente Den Haag. Dit leidt direct tot schorsing of ontslag als onbezoldigd ambtenaar van de GR GGD-VT. Het dagelijks bestuur wordt hierover tijdig, zo mogelijk vooraf, geïnformeerd. De gemeente Den Haag komt met een voorstel voor een vervanger.

7. De eventuele personele, juridische kosten en/of kosten voor (tijdelijke) vervanging van de GR GGD-VT en/of de gemeente Den Haag voortvloeiend uit een schorsing of ontslag van de controller, worden ongeacht de redenen gedragen door de GR GGD-VT.