Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025

Intitulé

Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

overwegende dat de gemeente Altena ondersteuning wil bieden in de vorm van subsidie voor de uitvoering van activiteiten op het terrein van ouderenwerk;

overwegende dat het gewenst is de subsidieregeling uit te breiden met projectsubsidie;

overwegende dat het derhalve gewenst is om een aangevulde subsidieregeling vast te stellen waarin is vastgesteld welke activiteiten, behorende tot het terrein van ouderenwerk, en welke doelgroep, in aanmerking kunnen komen voor subsidie en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder die subsidies worden verstrekt;

gelet op artikel 3, artikel 5 lid 1, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4, artikel 8 lid 3 en artikel 9 lid 3 aanhef en onder g, artikel 12. Van de Algemene subsidieverordening Altena 2019;

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene Subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Altena 2019;

  • b.

    Ouderenbond: in gemeente Altena gevestigde afdelingen van één van de volgende landelijk georganiseerde bonden: Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO), de Katholieke Bond voor Ouderen (KBO), de Protestant Christelijke Ouderenbond (PCOB) of een naar het oordeel van ons college vergelijkbare instelling;

  • c.

    Ouderensoos: een in de gemeente Altena gevestigde instelling specifiek gericht op het organiseren van recreatieve activiteiten gedurende één of meerdere dagdelen per week met als doel het samenkomen van ouderen ter voorkoming van eenzaamheid;

  • d.

    de Zonnebloem: een in de gemeente Altena gevestigde afdeling van De Zonnebloem (landelijke organisatie);

  • e.

    Overige Organisatie: vereniging, stichting of kerkgenootschap, die statutair gevestigd is in de gemeente Altena, niet zijnde een ouderensoos, ouderenbond of de Zonnebloem;

  • f.

    project: een tijdelijke manier van samenwerken, gericht op het opleveren van een uniek resultaat, dat bijdraagt aan het behalen van doelen en waarbij de belangrijkste werkzaamheden te inventariseren zijn;

  • g.

    ouderen: inwoners van de gemeente Altena die 55 jaar of ouder zijn;

  • h.

    leden: natuurlijke personen die op de peildatum woonachtig zijn in de gemeente Altena en lid zijn van een instelling als bedoeld onder b, c of d;

  • i.

    peildatum: 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • j.

    kalenderjaar: van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeesters en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • A.

    BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een basissubsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten en bijkomstigheden horend bij een instelling als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, c of d.

  • B.

    STIMULERINGSSUBSIDIE

    • 2.

      Een stimuleringssubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor één of meer activiteiten, georganiseerd door een instelling als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, c of d, welke aanvullend zijn op de reguliere activiteiten van de desbetreffende instelling.

    • 3.

      De aanvullende activiteiten als bedoeld in lid 2 moeten:

      • a.

        een aantoonbaar jaarlijks karakter hebben, wat betekent dat die aanvullende activiteiten jaarlijks of meerdere malen per jaar terugkeren;

      • b.

        plaatsvinden in of als vertrekpunt hebben de gemeente Altena, in het kalenderjaar waarvoor de stimuleringssubsidie wordt aangevraagd; en

      • c.

        gericht zijn op één of meer van de volgende thema’s en voldoen aan de daarbij behorende eisen:

        • Gezondheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten bijdragen aan de bevordering van de gezondheid van de inwoners van Altena;

        • Duurzaamheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten de duurzaamheid bevorderen, niet zijnde aanpassingen aan gebouwen en/of het aanbrengen van zonnepanelen;

        • Innovatie, in die zin dat de aanvullende activiteiten innoverend en vernieuwend zijn voor de instelling en/of de omgeving;

        • Samenwerking tussen de instelling en andere natuurlijke en/of -rechtspersonen, in die zin dat de aanvullende activiteiten de samenwerking van de instelling met andere natuurlijke en/of -rechtspersonen bevorderen en zijn gericht op:

          • 1.

            het delen van kennis en expertise, en/of

          • 2.

            het delen van materiële zaken;

        • Inclusieve samenleving, in die zin dat door de aanvullende activiteiten sociale en/of fysieke drempels worden verlaagd zodat ander doelgroepen dan de gebruikelijke doelgroep(en) van de instelling mee kunnen doen met die aanvullende activiteiten;

        • Eenzaamheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten het terugdringen van eenzaamheid onder inwoners van Altena bevorderen;

        • Deskundigheidsbevordering vrijwilligers, in die zin dat de aanvullende activiteiten de deskundigheid van de vrijwilligers van een vereniging bevorderen zodat zij zich op adequate wijze kunnen inzetten voor hun instelling, bijvoorbeeld op het gebied van besturen van een vereniging, penningmeesterschap of veiligheidsbevordering binnen de vereniging.

  • C.

    PROJECTSUBSIDIE

    • 4.

      Een projectsubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van één of meer niet-commerciële activiteiten om ontmoeting tussen ouderen in de gemeente Altena te creëren.

    • 5.

      De activiteiten als bedoeld in lid 4 moeten steeds zowel het ontwikkelen, organiseren en het uitvoeren van de in lid 4 bedoelde activiteiten omvatten en moeten voorts:

      • a.

        één van de volgende activiteiten betreffen:

        • ◼︎

          een eetproject;

        • ◼︎

          een sport- of spelactiviteit;

        • ◼︎

          een dansles of vrij dansen; of

        • ◼︎

          een kunst- en cultuurproject;

      • b.

        worden ontwikkeld, georganiseerd en uitgevoerd door enkel onbetaalde vrijwilligers;

      • c.

        plaatsvinden in de gemeente Altena in het kalenderjaar waarvoor de projectsubsidie wordt aangevraagd;

      • d.

        bijdragen aan het vergroten van:

        • ◼︎

          de vitaliteit van de deelnemers; en

        • ◼︎

          het gevoel van verbondenheid en plezier;

      • e.

        minimaal voor 15 deelnemers worden georganiseerd; en

      • f.

        geen politiek of godsdienstig karakter hebben.

    • 6.

      In afwijking van lid 4 komen activiteiten als bedoeld in artikel 4,aanhef en onder f, van de subsidieregeling Oog voor Elkaar 2022-2024 niet voor projectsubsidie in aanmerking.

Artikel 4 Doelgroep en subsidiabele periode

  • A.

    BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een basissubsidie als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt uitsluitend per kalenderjaar verstrekt aan instellingen als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, c of d, mits die voldoen aan de volgende eisen:

      • a.

        de instelling, met uitzondering van de Zonnebloem en ouderensoos, heeft op de peildatum meer dan 15 contributie betalende leden;

      • b.

        de instelling moet een andere wijze van cofinanciering, in de vorm van entree en/of contributie en/of anders in haar begroting van het kalenderjaar waarvoor basissubsidie wordt aangevraagd hebben opgenomen;

      • c.

        de instelling mag geen subsidie ontvangen voor één en dezelfde activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena aan de instelling subsidie is verleend.

  • B.

    STIMULERINGSUBSIDIE

    • 2.

      Een stimuleringssubsidie als bedoeld in artikel 3, lid 2, wordt uitsluitend per aanvullende activiteit per kalenderjaar verstrekt aan instellingen als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, c en d, mits die voldoen aan de volgende eisen:

      • a.

        aan de instelling moet voor het kalenderjaar waarin de stimuleringssubsidie wordt aangevraagd reeds een basissubsidie zijn verleend als bedoeld in artikel 3, lid 1;

      • b.

        de instelling mag geen subsidie ontvangen voor een en dezelfde aanvullende activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena aan de instelling subsidie is verleend.

  • C.

    PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Een projectsubsidie als bedoeld in artikel 3 lid 4 wordt uitsluitend per kalenderjaar verstrekt aan een natuurlijk persoon of een Overige Organisatie, mits voldaan wordt aan de volgende eisen/voorwaarden:

      • a.

        de natuurlijk persoon moet inwoner zijn van de gemeente Altena en vrijwillig (een) activiteit(en) gaan ontwikkelen, organiseren en uitvoeren om ontmoeting tussen ouderen in de gemeente Altena te creëren;

      • b.

        de natuurlijk persoon en de Overige Organisatie moeten een andere wijze van cofinanciering, in de vorm van entree en/of contributie en/of anders, in zijn/haar projectbegroting voor de activiteit waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd hebben opgenomen;

      • c.

        de natuurlijk persoon en de Overige Organisatie mogen geen subsidie ontvangen voor een en dezelfde activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena subsidie is verleend;

      • d.

        per natuurlijke persoon of een Overige Organisatie wordt slechts éénmaal per kalenderjaar projectsubsidie als bedoeld in deze regeling verleend.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • B.

    STIMULERINGSSUBSIDIE

    • 1.

      Voor stimuleringssubsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3 lid 2 en lid 3;

    • 2.

      Niet voor stimuleringssubsidie in aanmerking komen:

      • vaste lasten van de organisatie zoals eigen personeel, beheerlasten en andere vaste kosten;

      • materiaalkosten die geen betrekking hebben op de activiteit als bedoeld in artikel 3, leden 2 en 3;

      • kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

      • administratieve kosten;

      • kosten van producten die na afronding van de gesubsidieerde activiteiten voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt. Behalve als deze daarna eigendom worden van de gemeente;

      • kosten van salarissen;

      • commerciële feesten en commerciële partijen;

      • voorstellingen;

      • onvoorziene posten;

      • fooien en geschenken;

      • kosten voor marketing;

      • kosten van overboekingen en annuleringen;

      • gratificaties en bonussen;

      • Kosten voor consumpties.

  • C.

    PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Voor projectsubsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3 leden 4 en 5;

    • 4.

      Niet voor projectsubsidie in aanmerking komen:

      • vaste lasten van de organisatie zoals eigen personeel, beheerlasten en andere vaste kosten;

      • materiaalkosten die geen betrekking hebben op geplande activiteit als bedoeld in artikel 3, leden 4 en 5;

      • kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

      • administratieve kosten;

      • kosten van producten die na afronding van de gesubsidieerde activiteiten voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt. Behalve als deze daarna eigendom worden van de gemeente;

      • kosten van salarissen;

      • commerciële feesten en commerciële partijen;

      • voorstellingen;

      • onvoorziene posten;

      • fooien en geschenken;

      • kosten voor marketing;

      • kosten van overboekingen en annuleringen;

      • gratificaties en bonussen;

      • Kosten voor consumpties.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • A.

    BASISSUBSIDIE

    • 1.

      De basissubsidie wordt per kalenderjaar verstrekt en is als volgt:

      • a.

        de basissubsidie voor instellingen als bedoeld in artikel 1 onderdeel b, c en d, bedraagt maximaal € 630,00.

  • B.

    STIMULERINGSSUBSIDIE.

    • 2.

      Een stimuleringssubsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met dien verstande dat:

      • aan instellingen als bedoeld in artikel 1 onderdelen b, c en d. de stimuleringssubsidie wordt verleend tot maximaal € 1.050,- voor één of meerdere aanvullende activiteiten per kalenderjaar per instelling;

  • C.

    PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Een projectsubsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten voor één of meerdere activiteiten per kalenderjaar, met een maximum van € 1.500,- voor één of meerdere activiteiten per aanvrager per kalenderjaar.

Artikel 7 Subsidieplafonds

  • 1. Het subsidieplafond voor basissubsidie wordt per kalenderjaar door het college vastgesteld.

  • 2. Het subsidieplafond voor stimuleringssubsidie wordt per kalenderjaar door het college vastgesteld.

  • 3. Het subsidieplafond voor projectsubsidie wordt per kalenderjaar door het college vastgesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Wanneer de verstrekking van de basissubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, ertoe zal leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door het college het maximale bedrag, zoals genoemd in artikel 6, lid 1, met een gelijk percentage verlaagd tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 2. Verstrekking van stimuleringssubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, vindt op de volgende wijze plaats:

    • a.

      Het college verdeelt het beschikbare bedrag voor de uitvoering van activiteiten op volgorde van ontvangst van de aanvragen totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

    • b.

      Het moment van ontvangst is het tijdstip waarop de aanvraag volledig is ontvangen.

    • c.

      Wanneer meerdere subsidieaanvragen op hetzelfde tijdstip zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald.

    • d.

      Het tijdstip van ontvangst van een aanvraag die per post wordt ingediend, is 13.00 uur van datum van ontvangst.

    • e.

      Kan een subsidie niet volledig worden verstrekt als gevolg van het bereiken van het subsidieplafond, dan vindt verstrekking plaats ter hoogte van het nog beschikbare bedrag.

  • 3. Verstrekking van projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 4 vindt op de volgende wijze plaats:

    • a.

      Het college verdeelt het beschikbare bedrag voor de uitvoering van activiteiten op volgorde van ontvangst van de aanvragen totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

    • b.

      Het moment van ontvangst is het tijdstip waarop de aanvraag volledig is ontvangen.

    • c.

      Wanneer meerdere subsidieaanvragen op hetzelfde tijdstip zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald.

    • d.

      Het tijdstip van ontvangst van een aanvraag die per post wordt ingediend, is 13.00 uur van datum van ontvangst.

    • e.

      Kan een subsidie niet volledig worden verstrekt als gevolg van het bereiken van het subsidieplafond, dan vindt verstrekking plaats ter hoogte van het nog beschikbare bedrag.

Artikel 9 Indieningvereisten aanvraag subsidie

  • A.

    BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een aanvraag om basissubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient in geval van een Ouderenbond naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, vergezeld te zijn van een ledenlijst op de peildatum, voorzien van naam, adres, woonplaats en geboortedatum van elk lid.

  • B.

    STIMULERINGSSUBSIDIE

    • 2.

      Een aanvraag om stimuleringssubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient, naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, vergezeld te zijn van: een beschrijving op welke wijze voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 3, leden 2 en 3.

  • C.

    PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Een aanvraag om projectsubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, vergezeld te zijn van: een beschrijving op welke wijze voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 3, lid 4 en 5 en 6. Tevens dient bij de aanvraag te worden aangetoond dat voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 4, lid 3.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om basissubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt, conform artikel 7, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening, ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag om stimuleringssubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, wordt per aanvullende activiteit per kalenderjaar, in afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening, ingediend:

    • a.

      in de periode van 1 januari tot en met uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 1);

    • b.

      in de periode van 2 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot en met uiterlijk 1 maart in het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 2); of

    • c.

      in de periode van 2 maart tot en met uiterlijk 1 september in het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 3).

  • 3. Een aanvraag om projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 4, wordt in afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening per activiteit per kalenderjaar ingediend, en minimaal 8 weken en maximaal 6 maanden voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 11 Beslistermijn

Voor de activiteiten die volgens deze regeling voor subsidie in aanmerking komen gelden de volgende beslistermijnen:

  • 1. Op een aanvraag om basissubsidie, als bedoeld in artikel 10, lid 1, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    • a.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder a (aanvraagtijdvak 1), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • b.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder b (aanvraagtijdvak 2), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

    • c.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder c (aanvraagtijdvak 3), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3. Op een aanvraag om projectsubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 3, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend, mits de jaarlijkse begroting voor het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft door de gemeenteraad is vastgesteld. Indien de begroting voor het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft nog niet is vastgesteld door de gemeenteraad, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, lid 3, aanhef en onder g, van de Algemene Subsidieverordening Altena 2019 kan subsidie (basissubsidie, stimuleringssubsidie en projectsubsidie) worden geweigerd als:

  • 1.

    niet voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 3, 4, 5, 6 of 8;

  • 2.

    de subsidieaanvraag buiten de gestelde aanvraagtermijn wordt ingediend; of

  • 3.

    voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde (aanvullende) activiteit in hetzelfde kalenderjaar op grond van deze regeling reeds subsidie is verleend.

Artikel 13 Bevoorschotting

Er wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag beschikbaar gesteld in het betreffende jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. De subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2. De Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2023, vastgesteld op 18 april 2023, wordt ingetrokken.

  • 3. Op aanvragen om subsidie ingevolge de subsidieregeling als bedoeld in lid 2 die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze subsidieregeling, op subsidies die voor dat tijdstip zijn verleend ingevolge de subsidieregeling als bedoeld in lid 2 en op subsidies die voor dat tijdstip zijn vastgesteld ingevolge de subsidieregeling als bedoeld in lid 2, blijft de Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2023, vastgesteld op 18 april 2023, van toepasing.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Ouderenwerk Altena 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 augustus 2024,

het college van burgemeester en wethouders van Altena,

de secretaris,

P.J.E. Breukers

de burgemeester,

Drs. E.B.A. Lichtenberg MCM