Verordening behandeling bezwaarschriften Breda 2024

Geldend van 28-09-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften Breda 2024

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ambtelijk hoorder: door het bestuursorgaan aangewezen persoon die bevoegd is om bezwaarschriften te behandelen;

  • ambtelijk horen: horen door een ambtenaar of meerdere ambtenaren namens het bestuursorgaan, als bedoeld in artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of de leerplichtambtenaar;

  • bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;

  • bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4 van de Awb;

  • commissie: externe adviescommissie bezwaarschriften, zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;

  • kamer: een kamer van de commissie;

  • kamervoorzitter: een voorzitter van een kamer;

  • secretaris: ambtenaar die de commissie ondersteunt;

  • voorzitter: de voorzitter van de commissie.

Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.

  • 2. Na ontvangst wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden. Hierbij geeft het bestuursorgaan in ieder geval een uitleg over het vervolg van de procedure en de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

Hoofdstuk 2. Informele afhandeling en ambtelijk horen

Artikel 3. Informele afhandeling

  • 1. Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld voordat het verder in behandeling wordt genomen.

  • 2. De informele aanpak start door kort na ontvangst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en de voorbereider van het primaire besluit.

  • 3. Alle partijen dienen in te stemmen met aanhouding van de beslissing op bezwaar voor de duur van de informele afhandeling.

  • 4. Als de informele aanpak leidt tot een voor alle partijen geschikte oplossing, legt het bestuursorgaan de gemaakte afspraken zo nodig schriftelijk vast en neemt het eventueel een nieuw besluit.

Artikel 4. Ambtelijk horen

  • 1. Het bestuursorgaan kan categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij het horen ambtelijk plaatsvindt.

  • 2. De ambtelijk hoorder wordt door het bestuursorgaan aangewezen.

  • 3. De ambtelijk hoorder is niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken geweest.

  • 4. De wijze en het tijdstip van het horen wordt door de ambtelijk hoorder bepaald.

  • 5. In voorkomende gevallen kan het bestuursorgaan, al dan niet op verzoek van bezwaarmaker, bepalen dat het horen plaatsvindt door de commissie.

Hoofdstuk 3. Commissie

Artikel 5. Horen en adviseren door de commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften.

  • 2. De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.

  • 3. De commissie is niet belast met de behandeling van bezwaarschriften waarvan het bestuursorgaan heeft bepaald dat de voorbereiding van de beslissing op bezwaar ambtelijk wordt afgedaan, tenzij sprake is van een situatie als bedoeld onder artikel 4, vijfde lid.

Artikel 6. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste zes overige leden.

  • 2. De voorzitter en overige leden worden door burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen. Deze besluiten worden ter kennis gebracht aan de raad.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie zijn in ieder geval niet:

    • a.

      lid van een bestuursorgaan van de gemeente Breda;

    • b.

      werkzaam voor of onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Breda;

    • c.

      in het laatste jaar voorafgaand aan de benoeming lid geweest van of werkzaam geweest voor een bestuursorgaan van de gemeente Breda;

    • d.

      werkzaam als advocaat of adviseur in geschillen ten behoeve van de gemeente Breda of een bestuursorgaan hiervan dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente Breda of een bestuursorgaan hiervan.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. De commissie kan kamers instellen ten behoeve van een zorgvuldige uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 6. De commissie stelt voor elke kamer vast welke categorie(ën) bezwaarschriften hierin zullen worden behandeld.

  • 7. Een kamer bestaat uit tenminste drie leden:

    • a.

      een kamervoorzitter, zijnde de voorzitter of een ander lid van de commissie, uit haar midden tot vervanging aangewezen;

    • b.

      tenminste twee andere leden van de commissie.

  • 8. In geval van verhindering van één van de leden bij het horen binnen een kamer, kan het horen alsnog doorgang vinden als tenminste twee leden aanwezig zijn.

Artikel 7. Secretaris

Burgemeester en wethouders wijzen een of meer secretarissen aan.

Artikel 8. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar en kunnen eenmaal voor eenzelfde termijn worden herbenoemd.

  • 2. Als de kwalitatieve voortgang van de werkzaamheden van de commissie dit vereist, kan worden afgeweken van de periode als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders.

  • 4. De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, tenzij dit redelijkerwijs van hen niet kan worden verlangd.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen op zwaarwegende gronden, de voorzitter of een overig lid van de commissie, anders dan op eigen verzoek, per direct schorsen of ontslag verlenen, als deze persoon zich niet gedraagt zoals objectief bezien van een onafhankelijk commissielid mag worden verlangd.

Artikel 9. Vergoeding leden commissie

Burgemeester en wethouders kennen aan de voorzitter en de overige leden van de commissie een vergoeding toe voor de werkzaamheden, verricht in het kader van de commissie.

Artikel 10. Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De voorzitter oefent de volgende bevoegdheden van de hier genoemde artikelen van de Awb zelfstandig uit:

    • a.

      verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1 , tweede lid);

    • b.

      stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);

    • c.

      verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:1 7);

    • d.

      ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, of toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

    • e.

      al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, als geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

  • 2. De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 11. Voorbereiding hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. De voorzitter kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris.

  • 2. Het bestuursorgaan verstrekt alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de commissie, met inachtneming van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), binnen een door de voorzitter te stellen termijn. De voorzitter kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris.

  • 3. De voorzitter nodigt de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit. De voorzitter kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris.

  • 4. Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 5. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt binnen drie werkdagen na ontvangst van dit verzoek aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 6. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd in het derde tot en met vijfde lid.

  • 7. De voorzitter kan in verband met de voorbereiding van haar werkzaamheden rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 8. De voorzitter kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf toestemming van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 12. Onpartijdigheid leden

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 13. Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is in beginsel openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten als de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of als een belanghebbende daartoe een gemotiveerd verzoek doet.

  • 3. De voorzitter beslist over een verzoek als bedoeld in het tweede lid. Als de voorzitter oordeelt dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan worden in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. De voorzitter beslist, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:6 Awb, of er gescheiden wordt gehoord.

Artikel 14. Verslaglegging

  • 1. Van het horen wordt een verslag gemaakt, als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb.

  • 2. Als het verslag in schriftelijke vorm wordt opgemaakt, bevat het in ieder geval:

    • a.

      namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid;

    • b.

      zakelijke vermelding van wat over en weer is gezegd en wat verder op de hoorzitting is voorgevallen;

    • c.

      vermelding als de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond;

    • d.

      vermelding als er gescheiden is gehoord;

    • e.

      verwijzing naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter.

Artikel 15. Nader onderzoek

  • 1. De commissie is bevoegd nader onderzoek te doen als zij dit na afloop van de hoorzitting wenselijk acht.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan toegezonden.

  • 3. De bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen een week na verzending van de nadere informatie schriftelijk reageren en indien gewenst aan de voorzitter vragen om een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter ondertekend.

Artikel 17. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, met eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Als naar het oordeel van de voorzitter de termijn van twaalf weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen. De voorzitter kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 mei aan de burgemeester verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar. De burgemeester brengt het verslag ter kennis van de overige bestuursorganen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude regeling

De Verordening behandeling bezwaarschriften Breda 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften Breda 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 2024.

,burgemeester,

,gemeentesecretaris,